Posts tonen met het label maatschappijleer. Alle posts tonen
Posts tonen met het label maatschappijleer. Alle posts tonen

dinsdag 19 maart 2013

Geanimeerde boeksamenvattingen

Afgelopen vrijdag is de boekenweek van start gegaan. Het thema dit jaar is 'Gouden Tijden, Zwarte Bladzijden'. Natuurlijk wordt daar op vele scholen aandacht aan besteed, waarbij verschillende organisaties tips en leermaterialen aanbieden. Zo ook door Schooltv: zij hebben op hun site videofragmenten verzameld die aansluiten bij het thema.

Een niet op de site genoemde manier om aandacht te besteden is leerlingen de opdracht te geven een animatie te maken van een boek dat past binnen het thema. Schooltv heeft daarvan zelf een aantal prachtige voorbeelden uit de jeugdliteratuur, boeken bestemd voor voor de leeftijdsgroep 10-13 jaar, maar een animatie maken van een boek is ook voor oudere leerlingen een goede opdracht. Door leerlingen een (korte) animatie te laten maken, moeten ze goed nadenken over wat de kern van het verhaal is. En natuurlijk is het risico van 'knippen en plakken' bij het maken van een animatie veel kleiner dan bij het schrijven van een samenvatting.In dit blog vind je verschillende tools en tips waarmee en hoe leerlingen (eenvoudige) animaties kunnen maken.

Je kan leerlingen vragen om een animatie te maken van een boek dat past in het thema van de boekenweek (uitgezocht met behulp van de Boekentipper of de Boekenzoeker), maar ook van een zelf bedacht of een waar gebeurd verhaal. Je kan de opdracht gebruiken voor de Nederlandse les, maar ook voor de vreemde talen, voor de kunst- en cultuurvakken, geschiedenis, maatschappijleer en economische vakken. Als je er een vakoverstijgende opdracht van maakt, hebben de leerlingen meer tijd om er iets moois van te maken en heb je als docent extra handjes bij de begeleiding van de leerlingen. Voor het beoordelen kan je de leerlingen zelf vragen om hun visie te geven op het werk van hun medeleerlingen.

Het resultaat van de opdracht kan je in de komende jaren gebruiken om leerlingen te helpen die op zoek zijn naar een boek dat past bij hun interesse.


Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.


woensdag 5 december 2012

Nadenken over nu en straks: dat doen we op school

Ik volg met veel plezier de filmpjes van de RSA, 'The Royal Society for the encouragement of Arts, Manufactures and Commerce', die zich ten doel stelt om vernieuwende, praktische oplossingen te vinden op problemen die zich in onze maatschappij voordoen. In de filmpjes geven grote denkers hun visie op allerlei zaken in onze maatschappij, waarbij ze ook tips geven over hoe je daarmee kan omgaan.

The RSA maakt ook getekende en geanimeerde filmpjes, waarbij de teksten verbonden worden met beeld. Ik vind het prachtige visuele spektakelstukken die ik graag een paar keer bekijk om alle elementen goed tot me te laten doordringen.


Onderstaand filmpje vertelt Roman Krznaric, filosoof en schrijver, over het belang van empathie: dat we moeten weten, begrijpen en voelen wat belangrijk is voor anderen, wat anderen drijft en wat ze weerhoudt. Hij doet daarbij het voorstel om een 'empathiemuseum' in te richten. In dat museum kan je een t-shirt maken onder dezelfde omstandigheden zoals in sweatshops, waarbij je voor je t-shirt beloond wordt met een paar centen, waar je bij je kopje een filmpje kan zien over de omstandigheden van werkers op koffieplantages en waar een bibliotheek is met mensen die je kan 'lenen' om gesprekken met hen te voeren over hoe zij leven.

Het lijkt me een prachtig project voor scholen. Vanuit verschillende (mens- en maatschappij)vakken kunnen kunstwerken voor zo'n empathiemuseum gemaakt worden. Voor aardrijkskunde maken leerlingen filmpjes over wat het betekent om te migreren of ze maken een nieuwsreportage over de schade die wordt toegebracht door een orkaan, voor geschiedenis wordt een spel gemaakt waarin je het leven van personen die leven in de tweede wereldoorlog volgt, voor economie wordt een spreadsheet gemaakt waarin je - op basis van economische modellen - kan zien wat er gebeurt met de economie als we landen zoals Spanje of Griekenland aan hun lot overlaten, en voor godsdienst of levensbeschouwing worden gerechten klaargemaakt uit allerlei culturen die je voorgeschoteld krijgt zodra je weet waarom die gerechten zijn zoals ze zijn.

Je kan het project ook dichter bij huis houden door de problemen die leven binnen de school als onderwerp te nemen van het museum. Welke politieke overtuigingen zijn er binnen de school, welke culturele groepen zijn er, hoe voelt het om alleen gelaten of gepest te worden vanwege je uiterlijk, je seksuele geaardheid of 'zomaar'? 

Natuurlijk kan je bij zo'n project ook hulp van buiten de school betrekken: de bibliotheek kan helpen om bronnen te verzamelen, culturele en religieuze organisaties kunnen toelichting geven op verschillende onderwerpen en er zijn ook vast leerlingen en ouders die wat kunnen vertellen over wat hen drijft.

Als het museum klaar is, vraag je niet alleen de ouders van de leerlingen om een bezoek te brengen aan je museum, maar alle mensen in de buurt. Want met jouw museum kan je laten zien dat de wereld jou ter harte gaat.


maandag 24 september 2012

Lestip woordenwolk

Heb je al eens de troonrede in een woordenwolk gezet? Ik wel. Hieronder het resultaat, gemaakt met Wordle. Opvallend vind ik het dat in de verslaggeving in de kranten die ik las, vooral het accent werd gelegd op de offers die Nederland moet brengen en de veerkracht die daarvoor nodig is. Uit de woordenwolk komt een ander beeld naar voren, vind ik. Lijkt me een leuke vraag om aan leerlingen voor te leggen: wat vinden zij de beste 'samenvatting' van de troonrede en hoe komt het dat het beeld dat naar voren komt in de pers afwijkt van het beeld dat de woordenwolk geeft?

Deze manier van gebruik van woordenwolken is natuurlijk te gebruiken bij elke speech waarover in de pers wordt geschreven. Je kan ook woordenwolken gebruiken om samenvattingen die door leerlingen gemaakt zijn met elkaar en met de originele tekst te vergelijken. Dat kan leerlingen op weg helpen om de essentie van een tekst te bepalen.
Wordle: Woordenwolk Troonrede 2012



maandag 23 januari 2012

Fakebook

Meestal als je iemand hoort zeggen dat iets 'fake' is, dan wil hij daarmee zeggen dat hij het minder waardevol vindt dan het origineel. Maar Fakebook van Classtools is voor het onderwijs misschien nog wel leuker dan het 'echte' Facebook.

Fakebook is een website waarmee je 'net echte' Facebookprofielen kan maken. Maar in tegenstelling tot Facebook is het bij Fakebook niet de bedoeling om je eigen leven in kaart te brengen, maar juist het leven van anderen. Van historische figuren of hedendaagse kunstenaars, van politici of uitvinders, van schrijvers of van wetenschappers enz. Door het leven van die personen vast te leggen in Fakebook, kan je leren over die persoon en over het tijdperk en de cultuur waarin die persoon leeft of leefde. Je kan dat natuurlijk ook doen door een profiel te maken in het echte Facebook, maar dat is door Facebook formeel verboden. Daarnaast geldt er voor Facebook een leeftijdsgrens van 13 jaar, dus leerlingen in het basisonderwijs mogen er geen gebruik van maken.

Fakebook kent die beperkingen niet: de enige beperking die daaraan zit is dat het alleen bestemd is voor onderwijskundige doeleinden. Verder mag iedereen die dat wil met Fakebook een profiel aanmaken van iedereen die hij wil. En op dat profiel kan je behoorlijk wat informatie kwijt:
  • in het profiel zelf geef je een beschrijving in feiten van je leven, bijv. je geboortedatum, opleiding, werk, hobby's, burgerlijke status enz., en je zet bij je profiel een foto,
  • je kunt posts plaatsen bij je profiel over wat je hebt gedaan. 
  • In een post kan je YouTube-filmpjes embedden
  • bij die posts kan je comments plaatsen: van jezelf of van andere (imaginaire) figure,
  • bij een comment kan je een duimpje omhoog (like) of omlaag (dislike) zetten,
  • je kan ook aangeven wie je vrienden zijn en ook van hen kan je een foto online zetten. 

Foto's voor je eigen profiel of de profielfoto's van je vrienden kan je uploaden vanaf je eigen p.c. of automatisch laten zoeken door Google Image Safe Search. Daarmee loop je heel weinig risico dat je beelden krijgt die je liever niet wilt laten zien aan kinderen, maar het voegt natuurlijk wel wat toe als je leerlingen zelf plaatjes laat zoeken, zeker als je ze vraagt om een beeld te kiezen dat past bij het imago dat ze die persoon willen geven.

Om met Fakebook te kunnen werken heb je geen kennis nodig van HTML of dat soort zaken: je werkt gewoon met een tekstverwerker en als je een filmpje in een post wilt plakken, dan hoef je alleen de URL van het filmpje in je post te zetten. Als je een Fakebookprofiel hebt gemaakt, kan je dat opslaan in het archief zodat anderen er gebruik van kunnen maken, en/of opslaan op je eigen p.c.

Wil je dat leerlingen op elkaars profielen reageren? Embed dan de profielpagina's in een site of weblog zodat ze daarin hun reactie kunnen plaatsen. Daarmee creëer je de mogelijkheid om een rollenspel te spelen. Je kan je leerlingen de opdracht geven Fakebookprofielen te maken van historische figuren uit een bepaalde historische periode en die op elkaar laten reageren, of je kan leerlingen een rollenspel laten spelen waarbij ze een bepaald probleem toelichten vanuit het leven van hun profielpersoon (bijv. de vraag of we moeten vasthouden aan de Euro, gezien vanuit een ondernemer, een bank, de Nederlandse bank, een multinational, een pensionado die de winter doorbrengt in Spanje enz.).

Er zijn al heel wat Fakebooks gemaakt. Een deel daarvan is terug te vinden in het archief. Ook als je niet door je leerlingen een Fakebookprofiel wilt laten maken, is het leuk om er eens een kijkje te nemen. Misschien vind je er wel een profiel van iemand over wie jij net wat wilt gaan vertellen in de les.



View Fullscreen | Create your own


N.B. Je kunt natuurlijk ook met andere sociale media een (historische) periode in kaart brengen. Kijk maar eens wat Alwyn Collinson doet met haar Twitteraccount RealTimeWWII. Zo uitgebreid is misschien niet haalbaar, maar wat let je om een poging te wagen met je leerlingen?

woensdag 25 mei 2011

Games voor wie vakantie heeft of wil leren

logo Creative Game Challenge 2010-2011Voor sommigen is het de komende 2 weken (HePi) vakantie. Anderen gaan dan gewoon door met hun werk: omdat de lessen op school gewoon doorgaan of omdat ze hun werk zo inspirerend/leuk/belangrijk vinden dat ze daar ook in hun vrije tijd mee bezig willen zijn. Daarom vandaag een tip waar zowel de harde werkers als de mensen die willen genieten van een paar dagen rust hun voordeel mee kunnen doen: de inzendingen van de Creative Game Challenge 2010-2011 staan online en kunnen door iedereen gespeeld worden!

Ik heb de afgelopen week rondgekeken wat deze wedstrijd, waarin leerlingen dit jaar werden uitgedaagd om een game te maken rond het thema 'water', heeft opgeleverd. Ik ben er erg van onder de indruk. Niet alleen zijn er heel veel inzendingen dit jaar (113!): ik ben ook onder de indruk van de kwaliteit en de diversiteit. Er zijn puzzelgames, shooters, role-playing games (RPG), platformgames en adventures, inzendingen in 2D en 3D, er zijn games die puur zijn bedoeld als ontspanning en games die je ook (!) kunt gebruiken voor de les, games over water en over ijs, games die zich afspelen boven water en in het water en er zijn games die gaan over water, games die je kunt spelen en games waarbij je daarnaast ook je eigen levels kan ontwerpen, games waarin een gebrek aan water centraal staat en games waarin juist de overvloed van water het probleem is dat opgelost moet worden, er zijn singleplayer en multiplayer games. Feitelijk is er teveel om op te noemen. Je moet het gewoon zelf ervaren!

Heb je tijd de volgende week voor een spel, neem dan een kijkje op de site met de inzendingen van de Creative Game Challenge van dit jaar, verbaas je over wat leerlingen hebben gemaakt dit jaar en laat je verrassen door de geleverde kwaliteit. Zoek naar games die je kan gebruiken in je les, bijv. aardrijkskunde, maatschappijleer, scheikunde of (omdat veel games Engelstalig zijn) voor het vak Engels. Vind je niks van je gading dan kan je ook nog kijken of de (winnende) inzendingen van vorig jaar (over dieren) voor jouw vak relevanter waren.

Je kunt ook je leerlingen eens een paar spellen laten spelen en dan met ze in gesprek gaan over wat games voor hen betekenen, hoe zij staan t.o.v. games waarin een bepaalde boodschap wordt overgebracht (bijv. een ideologie of juist reclame), wat zij belangrijk vinden voor een goede game, of ze gamen een sociale activiteit vinden of juist niet, of ze gamen iets vinden voor jongens, voor meisjes of voor allebei en voor jong of oud. Er is genoeg om over uit te wisselen en eventueel een onderzoek op te zetten (waarbij misschien in de les wiskunde aandacht besteed kan worden aan hoe e.e.a. statistisch in beeld gebracht kan worden). Zo word je al pratend, overleggend en onderzoekend mediawijs met zijn allen. En wie weet is het voor jouw leerlingen de aanleiding om volgend jaar mee te doen met de Creative Game Challenge!

N.B. Morgen schrijft Martijn nog een blogje en dan gaan ook wij een 'HePi-blogvakantie' houden. Dat betekent dat je weer een van mijn hand kunt verwachten op 14 juni.

maandag 26 april 2010

Clips voor vrijheid

Klik hier om naar de website Clips voor Vrijheid te gaanOnlangs werd ik gewezen op de tool Holy, en de wedstrijd Clips voor Vrijheid. Met de tool Holy kan je eenvoudige animaties maken, waarbij je afbeeldingen over en achter elkaar kunt bewegen, bijv. een poppetje dat je van links naar rechts door je scherm verplaatst. Door voorwerpen in een bepaalde tijd te vergroten of verkleinen wek je de indruk dat een voorwerp in die tijd dichterbij komt, of verder van je af komt te staan. Met Holy kan je ook een tekst toevoegen aan je animatie (bijv. een tekstballon), of geluid, zodat je je figuurtje kunt laten praten. Ik vond zelf de tool niet heel intuïtief werken, maar mij werd verteld dat dat kan komen doordat ik met filmbewerkingssoftware werk: ervaren ict-gebruikers schijnen meer moeite te hebben met de tool dan mensen die geen ervaring hebben. Maar het kan natuurlijk ook gewoon zijn dat ik niet zo'n handige gebruiker ben ;-(

Hoe het ook zij: met wat doorzettingsvermogen en met hulp van Mr. Holy, die je stap voor stap uitlegt wat je moet doen, kan je al na een half uurtje een clip in elkaar zetten. Je kunt daarbij zowel gebruik maken van beeld, geluid en tekst die in de tool beschikbaar is, als van materialen die je zelf uploadt naar de site van Clips voor Vrijheid.

Maar ja, dan komt het echte werk: waarover ga je een clip maken? Het antwoord daarop is, zo kort voor 5 mei, eenvoudig: maak een clip over vrijheid. Op de website Clips voor Vrijheid, zijn al een heleboel clips te vinden van leerlingen die met Holy hun visie op vrijheid hebben weergegeven: door te laten zien dat niet iedereen zomaar kan zeggen wat hij wil, door te vertellen dat je wel een ander geloof kunt hebben, maar vooral ook mens bent, of door te laten zien wat er allemaal is gebeurd in de laatste wereldoorlog.

Door leerlingen een clip te laten maken over vrijheid, zullen ze op zoek gaan naar een beeld over vrijheid dat past bij hun eigen ervaringen en belevingswereld. Ze zoeken naar passende beelden, waarbij natuurlijk ook symbolen gebruikt mogen worden. Ze kunnen ook bij een (zelf geschreven) gedicht een clip maken, waardoor je ze beeld en tekst laat combineren. Het maken van een clip levert een heleboel aanknopingspunten op om te praten over zaken als auteursrecht, (verborgen) boodschappen in tekst, beeld en geluid en hoe en waar je moet zoeken op internet.

Wie nu een clip maakt op de site Clips voor Vrijheid, doet automatisch mee met de wedstrijd. Je moet er wel snel bij zijn: je clip doet mee als je die voor 29 april 'inlevert' op de site. De jury kiest op 3 mei de beste clips. Deze clips worden op één van de landelijke bevrijdingsfestivals vertoond op een groot scherm, en de makers van de clips krijgen daar een Backstage VIP Tour.

dinsdag 23 maart 2010

Verhalen, verhalen en nog eens verhalen

Klik hier om naar de site Register van de Dag van Gister te gaanBijna altijd als er in verhalen wordt verwezen naar die geweldige docent die zo goed verhalen kon vertellen, dan wordt daarmee een geschiedenisdocent bedoeld die verhalen vertelde die je meenamen in de tijd, naar een ander land, een andere omgeving. Ik herinner me zelf ook zo'n docent. Hij was al behoorlijk oud en een beetje doof waardoor zijn stem soms hard, maar soms ook te zacht was. Je moest daarom wel heel stil luisteren om zijn verhaal te horen, maar dat was geen probleem: zijn verhalen waren altijd boeiend. En het was ook heerlijk om lekker te luisteren zonder direct allerlei vragen te hoeven beantwoorden, maar je mee te laten voeren naar waar hij je bracht.

Niet elke docent heeft die gave van vertellen. Je kunt dan natuurlijk gebruik maken van boeken, maar een verhaal van 'iemand die erbij was' is soms leuker en spannender dan een verhaal uit een boek. Een heel leuke site om op zoek te gaan naar getuigenissen, is de site 'Het Register van de Dag van Gister'. Op deze site worden persoonlijke herinneringen van senioren vastgelegd voor wie er maar naar wil luisteren. De meeste verhalen op de site zijn met speciale hardware (een 'verhalenkabinet', met een scherm, toetsenbord, scanner en telefoonhoorn) toegevoegd in het kader van een programma dat draait in bibliotheken in Noord- en Zuid-Holland, maar de verhalen beluisten kan iedereen. Ook kan iedereen die dat wil verhalen toevoegen via de site.

Daarmee biedt het programma niet alleen mogelijkheden voor scholen in Noord- en Zuid-Holland (zij kunnen zich via de site aanmelden om mee te doen aan een educatief project rondom deze site), maar voor alle scholen in Nederland.

Allereerst kan je de site gebruiken voor het vak geschiedenis, door de leerlingen de verhalen over de recente geschiedenis van ons land te lezen en te beluisteren. Maar er is veel meer mogelijk. Je kunt bijvoorbeeld je leerlingen de opdracht geven om een verhaal op te schrijven van een ouder iemand die 'een belangrijke gebeurtenis' heeft meegemaakt in het verleden. Dat kan een iets zijn wat landelijk speelde (bijv. de hongersnood), maar het kan ook gaan over een lokale gebeurtenis (Paard te water) of plek uit de omgeving (de molen) of over de het dagelijkse bestaan in een bepaalde periode (gezinsleven). De leerlingen kunnen daarvoor iemand zoeken in hun eigen omgeving, maar je kunt ook als school contact leggen met een ouderenorganisatie in de omgeving en met hun hulp op zoek gaan naar verhalen.

Voor de kunstvakken kunnen kunnen leerlingen op zoek gaan naar beeldmateriaal (jpg of png) om zo, samen met de oudere wiens verhaal ze opschrijven, een compleet beeld te creëren van die gebeurtenis. Bij zo'n verhaal kunnen de leerlingen dan weer een eigen verhaal vertellen: wat zijn nu belangrijke gebeurtenissen, welke belangrijke gebouwen of kunstwerken worden nu neergezet in hun omgeving en wat is het verschil in cultuur tussen vroeger en nu?

Voor het vak Nederlands kan je je leerlingen opdracht geven om op basis van de verhalen een dagboek te schrijven van een gefingeerde persoon die leefde in een bepaalde periode. In dat dagboek moeten ze dan een aantal van de gevonden verhalen verwerken, waarbij je ze kunt laten spelen met zaken als flashbacks, vertelde tijd en tijdverdichting, tijdsprong enz.

En tot slot: ga ook zelf eens een kijkje nemen op de site als je van verhalen houdt. Het is geen literatuur, maar het is wel interessant, soms ontroerend en vaak boeiend om te luisteren, te kijken en te lezen!

dinsdag 19 januari 2010

Strips maken

Comic van Sanji-SanStrips kwamen toen ik klein was niet bij mij in huis. Mijn ouders vonden dat geen echte boeken. Het werd beschouwd als 'plaatjes kijken' en er waren genoeg echte boeken in huis - vonden mijn ouders - om me aan te laven. Ik was het natuurlijk daarmee niet eens: ik had lang niet altijd zin in het lezen van de 'verantwoorde' boeken die wij thuis hadden, en strips lazen zo lekker weg. Afijn: ik heb mijn schade nadat ik het huis uit was dubbel en dwars ingehaald en ook nu nog lees ik in alle kranten en tijdschriften die ik onder ogen krijg altijd de strips. Heerlijk!

Gelukkig is het beeld van stripverhalen inmiddels over het algemeen positiever. Je ziet ook in veel schoolbibliotheken strips, iets wat op de (voormalige nonnen-)school die ik destijds bezocht absoluut niet het geval was. Een goede ontwikkeling: een strip combineert twee kunstvormen: literatuur en beeld.

Om een strip te maken moet je natuurlijk eerst een verhaal bedenken. Dat kan een verhaal zijn met een begin, een midden en een eind, maar het kan ook een satirische prent zijn. Je kunt ook een bestaand verhaal 'vertalen' in stripvorm, of er een samenvatting mee maken. Een strip kan ook gebruikt worden voor educatieve doeleinden: om een proces in beeld te brengen (bijv. de waterkringloop) of een deel van de geschiedenis, je kunt met een strip uitleg geven over natuur- of scheikundige principes of maatschappelijke ontwikkelingen becommentariëren.

Ook over de beelden van een strip moeten keuzes gemaakt worden: hoe teken je je figuurtjes: maak je ze groot of klein, teken je ze zo realistisch mogelijk of maak je meer een karikatuur van ze, welke uitdrukking geef je hun gezicht en vanuit welke hoek laat je je lezers de scène bekijken? Daarmee biedt het maken van strips ingangen naar informatievaardigheden en mediawijsheid. Leerlingen moeten immers leren om informatie te beoordelen en héél veel informatie komt in de vorm van beelden. Om die beelden te kunnen beoordelen moet je je bewust zijn van de keuzes die gemaakt zijn bij het maken van die beelden. En de beste manier om te leren over de effecten van die keuzes is om zelf die keuzes te maken.

Het maken van een strip is niet eenvoudig, en al helemaal niet voor iemand die, zoals ik, geen tekentalent heeft. Gelukkig zijn er op het web allerlei tools waarmee ook minder begenadigden een strip kunnen maken. Pixton is zo'n tool: met behulp van verschillende achtergrondjes en figuurtjes die je naar je eigen ideeën kunt aanpassen en in de gewenste houding kunt zetten, maak je makkelijk je eigen strip. Door het maken van strips verdien je credits waardoor je steeds meer mogelijkheden krijgt in de vormgeving van je figuurtjes. Ik heb er zelf wat mee geëxperimenteerd en het werkt allemaal heel makkelijk. Wat je gemaakt hebt, kan je online delen met vrienden, vrienden en fans of met alleen betalende leden van Pixton, die je strips dan kunnen beoordelen. Je kunt ze natuurlijk ook voor jezelf houden, maar dat is natuurlijk jammer als je iets moois hebt gemaakt!

Wil je nog meer ideeën hebben over wat je met strips kan doen? Bekijk dan de onderwijspagina's op de website van de Stichting Beeldverhaal; daar vind je tientallen tips.

vrijdag 15 januari 2010

1000 woorden of nog meer

Klik hier om naar de website van de AAECAls één beeld meer kan vertellen dan 1000 woorden, dan kan, volgens mij, één cartoon meer zeggen dan een heel boek. Ik ben een liefhebber van cartoons: in één kleine tekening geeft de maker zijn, meestal ironische, visie. Cartoons worden veel gebruikt in lesmethodes voor de mens- en maatschappijvakken en het is natuurlijk ook leuk materiaal voor de kunstvakken.

Ben je op zoek naar een cartoon die past bij het onderwerp waar je mee bezig bent, dan valt dat lang niet altijd mee. Maar voor wie iets zoekt over Amerikaanse politiek, ontdekte ik een mooie site: Editorial Cartoonists, van de Association for American Editorial Cartoonists. Op deze site kan je de meest recente cartoons bekijken ('Today at a glance'), en je kunt ook op onderwerp zoeken naar cartoons, waarbij je kunt filteren op jaar van verschijnen en op de naam van de cartoonist. In de collectie staan cartoons vanaf 1954, maar dat zijn er maar een paar. De collectie wordt pas echt interessant vanaf 2001: uit dat jaar vind je 572 cartoons. En als je zoekt op Obama in de periode 2009/2010, dan vind je maar liefst 1645 cartoons met dat onderwerp!

Op de site Editorial Cartoonists vind je niet alleen cartoons: er is een speciale onderwijspagina met lesmateriaal. Elke 14 dagen verschijnt er een nieuwe les. Die lessen zijn niet altijd 1 op 1 over te nemen voor gebruik in Nederland, maar het is wel leuk om te bekijken en om je erdoor te laten inspireren. In het archief vind je op dit moment 163 lessen.

Ik vind het een prachtige site om te cartoons te zoeken voor een les (geschiedenis, maatschappijleer, Engels, kunstvakken en - in beperkte mate - aardrijkskunde), maar ook om gewoon te snuffelen. Mocht het weekend nog te koud zijn om lekker naar buiten te gaan, dan kan je op deze site van de Association of American Editorial Cartoonists je hart ophalen.

vrijdag 8 januari 2010

Remix America

Uren kunnen ze naar YouTube-filmpjes kijken, je leerlingen. Eén video zegt meer dan 1000 woorden, zeggen ze, maar als docent wil je zo graag dat ze niet alleen kijken maar dat ze ook luisteren naar en nadenken over wat gezegd wordt. Een manier om dat te doen is door leerlingen zelf een film te laten maken. Maar dat is vaak een tijdrovende klus, dus daarvoor heb je niet altijd tijd.

De site Remix America maakt het leerlingen gemakkelijk. Op die site kan je je eigen film (over een Amerikaans onderwerp) samenstellen uit een collectie van films, filmpjes en geluidsbestanden over allerlei Amerikaanse onderwerpen: van vrede tot buitenlandse politiek, van onderwijs tot sport en van economie tot familie. Naast filmmateriaal uit de bibliotheek van de site kan je ook YouTube-filmpjes invoegen in je eigen video en je eigen filmmateriaal uploaden. Daarbij moet je je er wel bewust van zijn dat het materiaal dat je uploadt beschikbaar komt onder een CC-by-nc-sa-licentie.

Je kunt de site gebruiken voor het vak Engels, maar ook voor geschiedenis (in de bibliotheek van de site zit veel historisch materiaal) of voor maatschappijleer (bijv. een films over de voors en tegens van de Vietnam-oorlog of de aanwezigheid van de VS in Irak). Een ander leerdoel van het werken met Remix America is dat door het werken met video leerlingen zich bewust worden van het feit dat elk beeld een interpretatie is, en niet een absolute waarheid. Een ander leerdoel van het werken met Remix America is dat door het werken met video leerlingen zich bewust worden van het feit dat elk beeld een interpretatie is, en niet een absolute waarheid.

Er is ongelooflijk veel materiaal, en de mensen en organisaties die dit initiatief ondersteunen zijn niet de minsten. Ik vermoed wel dat het materiaal in de bibliotheek vooral de sterke kanten van de VS laat zien, maar dat vind ik geen bezwaar omdat je ook filmmateriaal van YouTube kunt toevoegen of ander (vrij te verspreiden) filmmateriaal. De tool is eenvoudig in het gebruik, zoals je kunt zien in onderstaande video-tutorial. Een goede manier om mediawijs te worden dus! Wie geeft als eerste (?) Nederlander zijn visie op de Amerikaanse samenleving??

video platformvideo managementvideo solutionsfree video player

dinsdag 8 december 2009

On the ground reporter

screenshot spel On the Ground ReporterOn the ground reporter is een spel waarbij je als journalist onderzoek gaat doen in Darfur. Dat is niet ongevaarlijk: je zit in een oorlogsgebied, je spreekt de taal niet en eten en drinken is niet overal voorradig. Je moet ervoor zorgen dat mensen je vertrouwen en soms moet je risico's nemen om erachter te komen wat er is gebeurd. De verhalen die je hoort schrijf je op in een aantekenboekje en af en toe heb je contact met je opdrachtgever die je achtergrondinformatie geeft en je vertelt waar je naar op zoek moet gaan.

On the ground reporter is een adventuregame: om mensen aan het praten te krijgen moet je de juiste spullen verzamelen in het spel of de juiste contacten leggen. Soms moet je binnen korte tijd iets doen, bijv. water halen omdat je anders uitdroogt in de hitte. De game is niet erg spannend, maar misschien hoeft dat ook niet: het verhaal is 'spannend' genoeg. De gebeurtenissen die voorkomen in On the Ground Reporter zijn gebaseerd op ware gebeurtenissen en opgebouwd uit voornamelijk bestaande interviews, journalistieke artikelen en boeken. Het foto- en filmmateriaal is de laatste jaren gemaakt door verschillende Nederlandse journalisten.

Het spel kan goed ingezet worden om leerlingen kennis te laten maken met de problemen in Darfur. Een opdracht zou kunnen zijn om in groepjes het spel te spelen waarna elk groepje in een presentatie, essay of in een wiki één aspect van de oorlog moet uitdiepen: het conflict, de leefsituatie in de kampen, de janjaweed enz. Zo kan een totaalbeeld ontstaan waarin niet goed of slecht een rol speelt, maar waarin voorop staat dat in de huidige situatie er geen winnaars kunnen zijn.

donderdag 26 maart 2009

Oorlog: we mogen het niet vergeten

De oorlog: we mogen het niet vergeten. Ik vind het vooral belangrijk dat we ons realiseren wat een ellende een oorlog veroorzaakt. Het verdriet, het gemis, de schrik en de angst, het verlies van vrijheid, het zijn emoties die elke oorlog met zich meebrengt. Er komen steeds meer websites die proberen om die emoties invoelbaar te maken. Onlangs is de website WO2Online gelanceerd waarin je kunt ervaren hoe het geweest moet zijn om in de nacht wakker te worden en op de radio te horen dat Nederland in oorlog was. Maar er is veel meer te zien en te beluisteren: getuigenissen van mensen die de oorlog hebben meegemaakt, beeldmateriaal, kranten en teksten van allerlei bronnen. Een prachtige site die heel goed kan dienen als basis voor een lessenserie in het voortgezet onderwijs over wat de gevolgen waren en zijn van oorlog.
Voor kinderen van de basisschoolleeftijd is er een aparte werkstukkenpagina. De site vind ik voor hen verder minder geschikt: de teksten zijn zeker voor de lagere klassen te moeilijk en de beelden wel erg confronterend.

Een andere nieuwe site is Brandgrens, onlangs onderscheiden met de VGI Innovatieprijs. Deze site, over Rotterdam in de periode '40-'45 staat boordevol met informatie over de Tweede Wereldoorlog: niet alleen de feiten maar ook de impact die de oorlog had op het leven van de Rotterdammers.

Een paar tips om dit onderwerp te behandelen. Om te beginnen kun je op zoek gaan naar lessen van anderen. In de leermiddelenbank PO van Digischool (alleen toegankelijk nadat je een account hebt aangevraagd) vond ik voor het basisonderwijs o.a. een les over Anne Frank. Jack Nowee heeft voor het basisonderwijs het handige 'webje Twee Wereldoorlogen' gemaakt.

Voor het voortgezet onderwijs maakte Albert van der Kaap een les over Entartete Kunst. Je kunt ook met de leerlingen naar de tentoonstelling De Bunker gaan (tot 8 april voor de Stopera in Amsterdam, van 16 april tot 27 mei op de Ossenmarkt in Groningen) en/of hun site bezoeken.

Je kunt natuurlijk ook je eigen les maken. Daarvoor kun je o.a. gebruik maken van de Lessenmaker van Kennisnet of de Weblessenmaker van Het Geheugen van Nederland. Het aardige van die laatste tool is dat je er ook een tijdlijn mee kunt maken en dat al het beeldmateriaal van het Geheugen van Nederland tot je beschikking staat.

Er zijn ook verschillende spellen over oorlog. In Global Conflicts: Palestine moet je als journalist de verschillende kanten van het Palestina conflict in kaart brengen en daarover een artikel schrijven en in het spel Against all Odds ervaar je hoe het leven eruit ziet wanneer je als vluchteling door het leven gaat. En in September 12th moet je kiezen wat je doet met terroristen in een dorp.

Je kunt ook gebruik maken van allerlei (niet-specifiek educatieve) web 2.0 tools. Je zou bijvoorbeeld de leerlingen een wiki kunnen laten maken met daarin biografieën van mensen die zijn omgekomen in de Tweede Wereldoorlog of een weblog van een (fictief) persoon ten tijde van WOII in de eigen woonplaats. Je kunt ook met een klas een rollenspel spelen, waarbij je Hyves gebruikt als middel om met elkaar te communiceren. De docent is journalist en stuurt berichten rond over wat er gebeurt. De leerlingen reageren op die berichten via hun weblog op Hyves of door elkaar krabbels te sturen. Heb je meer tijd nodig om de leerlingen te laten onderzoeken wat oorlog betekent probeer dan andere vakken bij je les te betrekken. In een les beeldende vorming kan gekeken worden naar oorlogskunst of oorlogsmonumenten (leerlingen kunnen die voorzien van hun eigen commentaar via Flickr, zoals hier bij lessen over kunst) of leerlingen kunnen een propagandafilm maken (kijk hier voor een Amerikaanse tool voor het maken van een propagandafilm om soldaten te werven), eventueel gecombineerd met een aantal lessen bij Nederlands waarin leerlingen een propagandistische tekst schrijven.

Er zijn genoeg manieren om aandacht te besteden aan het onderwerp oorlog. 'Leuk' is het niet maar wel belangrijk!

Afbeelding van Lochinvar1

dinsdag 3 maart 2009

Games for Change; een toolkit

Klik hier om direct naar de Toolkit van Games for Change te aanGames worden steeds vaker ingezet om een boodschap over te brengen. Ik heb er in dit blog al een paar genoemd, bijv. het spel Free Rice, Ayiti - the cost of life, September 12th en Playing against all odds. Dit zijn allemaal spellen waarin een maatschappelijk vraagstuk belicht wordt. De maker van zo'n spel belicht in die spellen zijn visie op een maatschappelijk vraagstuk.

Een club die zich bezighoudt met dit soort spellen is Games for Change. Op hun site zijn een heleboel spellen te vinden die als doel hebben een verandering teweeg te brengen. Ook de hierboven genoemde spellen zijn op hun site te vinden.

Recent heeft Games for Change een toolkit uitgebracht voor organisaties die overwegen een game in te zetten om hun visie over te brengen op anderen. In de toolkit vind je een aantal filmpjes van presentaties/workshops over het maken van een 'game for change':
  • urge: waarom zou je een game inzetten?
  • concept: een brainstorm hoe je een gameconcept kunt bedenken.
  • design: welke stappen heb je in het gamedesign
  • productie: hoe kun je een game produceren? Wat kost het en hoe kun je de risico's beheersen?
  • distribution: via welke kanalen kun je een game distribueren, welke businessmodellen zijn er?
  • evaluation: hoe meet je de impact van de game die je hebt uitgebracht?
  • een case study waarop alle bovengenoemde elementen worden toegelicht op basis van de game Ayiti door de uitgever van dit spel (Global Kids).
De filmpjes zijn erg informatief en voor wie het teveel vindt om alle filmpjes helemaal te bekijken (bij elkaar is het ongeveer drie-en-een-half uur): van elk filmpje zijn de highlights benoemd waar je met een klik naar toe kunt gaan. Daarnaast vind je bij elk onderwerp een pdf-bestand waarin de belangrijkste elementen van de presentatie worden beschreven en overige relevante documenten en websites. Ook worden bij elke presentatie voorbeelden gegeven van spellen die je kunt spelen. Daarvan ben ik niet zo onder de indruk omdat op de site van Games for Change een veel beter overzicht te vinden is dat je kunt doorzoeken o.a. op onderwerp (economics, public policy, public health, poverty, environment, global conflict, news, politics) of op leeftijd (vanaf 3 jaar, vanaf 7 jaar, vanaf 11 jaar, vanaf 14 jaar en vanaf 18 jaar) van de doelgroep.

Ik vind het een prachtige toolkit die ik iedereen zou willen aanbevelen die zelf spellen bedenkt, ontwerpt, bouwt of uitgeeft. Voor gamedesign-opleidingen zou ik het op de literatuurlijst opnemen!

vrijdag 13 februari 2009

Vissen. Of niet?

Klik hier om naar het spel te gaanJe bent visser en je moet je gezin onderhouden. Elke vis die je vangt levert je $2,00 op. Je kunt per dag maximaal 3 vissen vangen: genoeg om je familie in leven te houden. Maar je bent niet alleen: er zijn nog 2 andere vissers op het meer. Zij vangen elke dag precies evenveel vissen als jij.

In het meer is genoeg voedsel voor 20 vissen. Elke nacht krijgen de vissen jonkies. Maar niet elke vis jongt: van elke 4 vissen krijgt er ééntje een jong. Als je dus na je dagelijkse visronde 12 vissen zijn overgebleven dan zijn er de volgende dag weer 15 vissen in het meer. Maar het worden er nooit meer dan 20: daarvoor is niet genoeg voedsel in het meer.

Jij moet de komende 10 dagen zoveel mogelijk vissen vangen om in het levensonderhoud van je familie te voorzien. Vang je elke dag 3 vissen dan is het meer snel leeg. Maar als je elke dag maar één visje vangt dan lijdt je familie honger.

Met dit spel kun je leerlingen laten ervaren wat overbevissing is en waarom het van belang is om de visstand in de gaten te houden. Het spel past uitstekend in een serie lessen over duurzaamheid!

Dit was weer het laatste blogje voor de vakantie. Wij gaan ons weer even bezighouden met andere zaken. Op 2 maart zijn we hier weer terug!

vrijdag 9 januari 2009

Helaas (weer) actueel

klik hier om naar het spel te gaanEen spel dat ik al een tijd ken maar hier nog nooit heb besproken is September 12th: a toy world. Je kunt September 12th spel bommen gooien naar terroristen. Als je goed mikt sterven ze bij bosjes. Helaas sneuvelen er elke keer ook onschuldige mensen en natuurlijk veroorzaakt elke bom ook de nodige schade. Bovendien blijkt na een tijdje komt voor elke gestorven terrorist een aantal nieuwe terroristen in het spel waardoor er steeds meer terroristen komen.

September 12th vind ik wel een goed, maar geen leuk spel: als je je realiseert wat er gebeurt voel je je behoorlijk machteloos. Ik start het spel daarom met tegenzin op: het kost me moeite om toe te zien hoe gewapende mannen rondlopen in het dorpje en geen actie te kunnen ondernemen. Want bommen gooien is geen optie: het verwijdert je alleen steeds verder van je doel. Het spel is volgens mij daarmee een prachtige start voor een discussie over terrorisme: wat kun je en wat moet je daarmee? Wat moeten wij met het huidige geweld in de Gazastrook, hoe staan wij tegenover de oorlog tussen Israël en Hamas? Moet je op basis van de geschiedenis gaan zoeken naar wie gelijk heeft en wie ongelijk? Maar je kunt het natuurlijk ook dichter bij huis houden: hoe staan wij ten opzichte van geweld in ons eigen land? Wat doen wij met extremisten in Nederland, van welke overtuiging of geloof dan ook?

N.B. Bekijk ook nog even deze site van de omroep over de Midden-Oosten problematiek. Daar is erg veel informatie te vinden die voor jongeren goed te begrijpen is.

vrijdag 14 november 2008

Weblessen maken voor geschiedenis

De laatste jaren krijgt het onderwijs steeds meer interesse in digitale leermaterialen. De computer en internet zijn immers niet meer weg te denken uit onze maatschappij en het werken met digitaal materiaal biedt weer nieuwe mogelijkheden ten opzichte van het werken met folio-materiaal. Daarnaast is het besluit van de overheid om de scholen te verplichten zelf leermaterialen aan te schaffen en hen daarvoor een vergoeding te geven van 'slechts' 318 euro per leerling, een grote stimulans voor scholen om te onderzoeken of er alternatieven zijn voor het gebruik van boeken. En daarbij komen scholen dan al gauw terecht op internet omdat daar al veel te vinden is.

Of dat ook de stimulans is geweest voor het Geheugen van Nederland om een weblessentool te ontwikkelen weet ik niet, maar dat vind ik ook niet zo interessant. Ik ben vooral blij dat die er is ;-)

Het Geheugen van Nederland is het nationale programma voor de digitalisering van het Nederlands cultureel erfgoed. Op de website van Het Geheugen vind je prachtig materiaal over de geschiedenis van Nederland: beeldmateriaal, affiches, teksten, films en geluidsbestanden. Een deel van de website is speciaal voor het onderwijs: daar vind je ook nog lesmateriaal (voor de vakken Geschiedenis, CKV, Maatschappijleer en Aardrijkskunde) op onderwijsniveau gegroepeerd is (VMBO basisonderwijs, VMBO 3 + 4, HAVO/VWO basisvorming en HAVO/VWO 2e fase). Vanaf die pagina kun je de collectie doorzoeken op trefwoorden die gerangschikt zijn binnen de tijdvakken zoals die gedefinieerd zijn in de Canon van de Nederlandse geschiedenis.

En sinds kort is er dus ook een weblessentool. Hiermee kun je lessen maken waarbij je gebruikt kunt maken van de collectie van Het Geheugen. Je kunt zelf kiezen hoe groot je gebruikersgroep is; of je de lessen beschikbaar wilt stellen voor iedereen (zonder inloggen toegankelijk), alleen voor leerlingen (leerlingen krijgen na inloggen een overzicht van alle lessen, inclusief de door jou gemaakte les) of alleen voor een bepaalde school of klas. Je kunt in de weblessentool zelf klassen aanmaken en vervolgens kun je aan die klas dan leerlingen toevoegen. Dat systeem werkt nog niet echt handig: ik hoop dat ze daar nog wat aan gaan doen. Maar sowieso wil ik er hier een lans voor breken dat iedereen die gebruik maakt van de weblessentool van het Geheugen van Nederland die lessen aan iedereen ter beschikking stelt. Hoe meer mensen lessen ontwerpen en ter beschikking stellen, des te meer variatie we straks onze leerlingen kunnen aanbieden!

Het bijzondere van de weblessentool van het Geheugen van Nederland zit 'm in de mogelijkheid om (een deel van) het beeldmateriaal uit het archief te gebruiken in de les, en de manieren waarop dat gedaan kan worden. Er zijn verschillende opdrachten mogelijk:
  • de beeld-in-tijd opdracht: door de docent geselecteerd beeldmateriaal laten combineren met data in een tijdlijn of door de docent geschreven teksten/omschrijvingen;
  • de fotoboekwerkopdracht: door de docent geselecteerd beeldmateriaal door de leerling laten 'bewerken'(d.w.z. een uitsnede daarvan laten waarin het antwoord op de vraag te vinden is);
  • de meerkeuze opdracht: de leerling beantwoordt een meerkeuzevraag, al dan niet voorzien van beeldmateriaal. Eventueel kan de docent vragen aan de leerling om zijn keuze toe te lichten (vrije tekst);
  • de memorixzoek opdracht: de leerling moet passend beeldmateriaal zoeken in het archief van het Geheugen van Nederland;
  • de openvraag opdracht: de leerling moet een open vraag beantwoorden;
  • de upload opdracht: de leerling moet een vraag beantwoorden door passend beeldmateriaal te vinden en die te uploaden.
Daarnaast is het natuurlijk mogelijk om leerlingen informatie te geven in de vorm van beeld of tekst (leesopdracht).

Er zijn nog een aantal zaken die ik mis in de weblessentool. Allereerst vind ik de mogelijkheden tot metadatering beperkt: je kunt aangeven voor welk vak en welk niveau je les geschikt is, maar ik zou ook graag de mogelijkheid willen hebben om trefwoorden toe te kennen daaraan waarin je kunt aangeven om wat voor soort materiaal het gaat, welke (kern-)doelen gerealiseerd worden met de les, en waarin het onderwerp van de les nauwer omschreven kan worden. Op dezelfde wijze zou ik het materiaal willen kunnen doorzoeken: op niveau, vak, kerndoel, trefwoord en soort materiaal. Verder hoop ik dat de lessen worden opgenomen in de repository van Samenzoeken van Kennisnet zodat docenten niet op meer plaatsen hoeven te zoeken als ze op zoek zijn naar leermateriaal.

Maar misschien zit dat allemaal nog in de pijplijn. Voorlopig vind ik dit een leuk initiatief en ik hoop dat veel mensen er gebruik van zullen maken.

maandag 3 november 2008

Leerlingen en de dood

Naar de projectsiteVerbaasd was ik, toen ik hoorde van een lesproject waarin leerlingen zich bezighouden met de toekomst van de dood. Is dat waar je je mee bezig houdt als je ergens tussen de 12 en de 18 jaar bent? Maar toen ik er wat meer over ging nadenken en de inhoud van het project bekeek, toen werd ik toch enthousiast. Ik denk namelijk dat er veel meer leerlingen zich bezighouden met dood en mystieke ervaringen dan je zou verwachten bij die leeftijd en het project biedt een prachtige gelegenheid om te praten over rituelen en geloof

In het project 'De toekomst van de dood' wordt aan leerlingen gevraagd om na te denken over begraven, cremeren en vooral ook herdenken in een multiculturele samenleving en om dat vervolgens te verbeelden: in tekst of in beeld. Bij het project is een website met informatie over dit onderwerp lesmateriaal voor de vakken CKV, godsdienst en Nederlands.

In alle lessenseries (voor vmbo, havo en vwo) verdiepen leerlingen zich in rituelen rond de dood en delen ze hun kennis en persoonlijke ervaringen. Ze verdiepen zich in verschillende culturen, religies, levensbeschouwingen en landen. Doordat het onderwerp gekoppeld is aan een praktische opdracht wordt het minder 'zweverig' en kunnen leerlingen hun verhaal net zo persoonlijk maken als ze zelf willen en kunnen.

Het lijkt me een interessante opdracht; ik ben benieuwd of veel scholen meedoen.

dinsdag 28 oktober 2008

Webquest Een ongemakkelijke waarheid

Naar de site met de webquestsAl een tijdje heb ik de dvd met daarop de film van Al Gore in huis: An inconvenient truth. De film is door velen bejubeld maar er kwam ook commentaar: sommige mensen vonden het beeld dat in de film werd neergezet overdreven en beschuldigden Al Gore ervan om op publiciteit uit te zijn. Hoe het ook zij: ik ben wel blij met de aandacht voor het milieu die de film (en de later aan Al Gore toegekende Nobelprijs) opleverde.

Het programma 'Leren voor Duurzame Ontwikkeling' heeft bij de film leermaterialen ontwikkeld in de vorm van webquests. De webquests èn de film kunnen gratis aangevraagd worden (zolang de voorraad strekt). De webquests zijn daarnaast ook online te vinden. In de webquest maken de leerlingen een filmpje over een onderwerp dat betrekking heeft op de film. Voor die opdracht moeten ten minste 20 lesuren uitgetrokken worden. Dat is behoorlijk wat maar ik vermoed dat het maken van de film de leerlingen ook veel inzicht in de materie zal opleveren.

Er zijn webquests voor de volgende vakken:
  • Aardrijkskunde
  • Geschiedenis
  • Maatschappijleer
  • Economie
  • Biologie
  • Natuurkunde
  • Scheikunde
  • Culturele en kunstzinnige vorming
  • Algemene natuurwetenschappen.
Voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappijleer en economie ligt de
nadruk in de webquest op de interactie tussen mens en milieu: gebruik van het
milieu (produceren en consumeren) en veranderingen daarin. Voor de vakken biologie, scheikunde en natuurkunde ligt het accent op de aard van het probleem: hoe werken broeikasgassen? Hoe en waarom reageert of verandert de natuur? Op welke vakdomeinen de webquests precies aansluiten is hier te zien.

Wie een filmpje had gemaakt kon meedoen met de wedstrijd die was uitgeschreven door Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Die wedstrijd is eind vorig jaar afgerond en de ingezonden filmpjes zijn online te bekijken. Klik hier om het winnende filmpje te zien.

Ik vind het mooi en bruikbaar materiaal waarbij de leerlingen en en passant ook nog veel leren over mediawijsheid. Want door het maken van een film ervaar je in de praktijk op hoeveel verschillende manieren je een shot kunt maken, wat geluid/muziek kan toevoegen aan het beeld dat je wilt neerzetten en wat het effect is van verschillende manieren van monteren op het uiteindelijke resultaat.

Je kunt de webquests zo in de les als opdracht aan groepjes leerlingen meegeven maar je kunt ze ook gebruiken als oriëntatie op de complexe materie van het milieu. Door de webquests bij de verschillende vakken te bekijken krijg je een indruk hoeveel zaken een rol spelen bij milieubeheer. Handig daarom ook voor wie bijv. een profielwerkstuk wil maken hierover. Ik kan het leermateriaal aan iedereen aanbevelen.

N.B. Ik heb de film en de cd-rom met de webquests hier liggen maar doe er verder niets mee. Ben je docent en wil je het materiaal hebben voor je lessen dan kan je via dit weblog reageren. De eerste die zich meldt krijgt van mij de cd-rom en de dvd toegestuurd.

maandag 15 september 2008

Wedstrijdje doen?

Naar de wedstrijdsiteVeel mensen schreven er al over in hun blog: de wedstrijd Online Kaarten waarin docenten uit het basis- en voortgezet onderwijs worden uitgedaagd een lesopzet te maken waarin wordt gewerkt met online kaarten en virtuele globes zoals Google Earth, Yahoo Maps, Google Maps, Windows Live Maps enzovoort. Ik hou wel van wedstrijdjes: veel mensen vinden het leuk om uitgedaagd te worden en de mogelijkheid te krijgen om te laten zien wat ze in huis hebben en natuurlijk is het leuk om daarmee kans te maken op een prijs. Maar meedoen aan Kaarten Online is ook een manier om de hoeveelheid beschikbare content voor het onderwijs op het web te vergroten. Het lesmateriaal dat wordt ingestuurd wordt namelijk verzameld in een wiki zodat iedereen er zijn voordeel mee kan doen. Een initiatief waar de Onderwijsraad vast blij mee zal zijn, gezien hun recente advies waarin ze pleiten voor open source leermiddelen die door docenten gebruikt en bewerkt kunnen worden.

Ook als je niet meedoet met de wedstrijd is het interessant om de website eens te bekijken. Je vindt er namelijk een heleboel ideeën hoe je online maps e.d. kunt gebruiken in de les. Niet alleen in de aardrijkskundelessen: je kunt dit soort tools ook gebruiken voor andere lessen. Bijvoorbeeld een serie lessen Maatschappijleer waarbij de leerlingen een reportage maken over een wijk die ze in Google Maps plaatsen of een literatuurles m.b.v. Google Earth. Maar je kunt ook denken aan een biologieles waarbij leerlingen in een kaart aangeven welke planten- of dierensoorten op bepaalde plaatsen te vinden zijn, een les CKV waarin leerlingen hun favoriete kunstwerk op de kaart zetten, een les Engels/Frans/Duits waarbij leerlingen een route uitzetten van de belangrijkste/bekendste plaatsen die toeristen zeker moeten bezoeken, een les geschiedenis waarin op de kaart wordt aangegeven hoe een volk zich over de wereld heeft verspreid of een les economie waarbij de grootste multinationals op een kaart worden gezet. Kijk ook eens in het dossier 'Google Earth en Earthquests' van Andre Manssen, de site 'Werken met Google Earth' van Gerard Dümmer of de site Edugis en laat je inspireren om zelf een les te maken. Er zijn voor elk vak wel ideeën te bedenken. Je kunt jouw lesidee insturen tot en met zondag 30 november 2008. Lees alles over de voorwaarden èn de prijzen op de wedstrijdsite.


O ja, als je op de hoogte gebracht wilt worden van de laatste ontwikkelingen op dit gebied, dan kun je je aanmelden voor het (gratis) seminar: Think outside the (geo)box! op donderdag 18 september in de Uithof.

woensdag 3 september 2008

Gustav en Katrina: wat doet zoiets met je?

Naar het spelHet directe gevaar in New Orleans lijkt geweken maar voor degenen die 2 jaar geleden de orkaan Katrina hebben meegemaakt zullen het moeilijke tijden zijn. Wat doe je als het gevaar van een orkaan weer dreigt? Hoe voel je je als mensen in je woonplaats om hulp roepen en je zelf op zoek bent naar iemand die je bent kwijtgeraakt? Voel je je schuldig als je haar niet kunt vinden? Hoe kwam het dat de hulpverlening niet direct op gang kwam?

Het zijn allemaal vragen die de bewoners van New Orleans nu misschien wel weer door het hoofd schieten. Herinneringen van hoe het was, de angst, de paniek,het verdriet en de twijfels.

Wie een indruk wil krijgen van wat het betekent als er zomaar ineens een orkaan woedt in je woonplaats wil ik graag verwijzen naar het spel Hurricane Katrina; tempest in Crescent City. In dat spel ben je Vivica Waters die in New Orleans op zoek gaat naar haar moeder. Onderweg kom je langs stadsgenoten die je hulp nodig hebben, maar ook langs mensen die goederen hebben die nodig zijn om anderen te redden of die je informatie kunnen geven over je moeder. Maar je hebt haast: je kunt alleen zoeken zolang de zon nog niet onder is. Daarna is het te donker en de wind wakkert nog steeds aan...!

Alhoewel het een Engelstalig spel is, zal het spel voor veel leerlingen die al wat Engelse lessen hebben gevolgd goed te volgen zijn. Bij het spel wordt de nodige achtergrondinformatie gegeven over de orkaan en wat er daarna gebeurde en er is een pagina met lesmateriaal. Voor leerlingen van de onderbouw zal die informatie over het algemeen te lastig zijn; bovenbouwleerlingen kunnen er vermoedelijk wel mee uit de voeten. Maar het is in ieder geval bruikbaar materiaal voor docenten die een les willen maken over de orkaan en allerlei zaken die daarmee samenhangen. Bijvoorbeeld het optreden van de overheid bij de ramp, maatschappelijke ongelijkheid, of er een relatie is tussen de Golf-oorlogen en de orkaan Katrina enz. Het spel biedt aanknopingspunten met name voor de mens-en maatschappijvakken.

Het spel zelf is niet moeilijk om te spelen en kan in een kwartiertje gespeeld worden. De gesprekken en discussies die daarna kunnen ontstaan zullen zeker veel meer tijd in beslag nemen!