Afgelopen woensdag mocht ik namens het ICT en Onderwijs-blog naar het symposium "It's All In The Games", een bijeenkomst ter promotie van het gelijknamige boek van Erno Mijland en Herm Kisjes. Een boek wat alle negatieve berichten over flippende gamers en gameverslaafden enigzins probeert te nuanceren, door op een eerlijke manier de goede en slechte kanten van games te belichten, met name voor opvoeders en begeleiders.
Voordat ik naar het symposium toeging wisselde ik een paar mailtjes uit met Margreet, om haar iets beter te leren kennen en een beetje in te schatten wat haar invalshoek was op dit onderwerp. Ik stelde mezelf voor als game-verslaafde en ontving daarop een pittige (en terechte) reactie die me aan het denken zette; Wanneer ben je écht verslaafd? En kun je wel écht verslaafd zijn aan games, als aan alcohol en drugs? Op zoek naar het antwoord op die vraag toog ik naar Eindhoven.
In de eerste helft van de bijeenkomst kwamen twee mensen aan het woord die vertelden wat de goede kanten zijn van games. Ben Schouten, lector Serious Game Design aan de Fontys Hogeschool Eindhoven, vertelde wat games kunnen betekenen in het onderwijs. Daarna kwam Arthur Vankan, oud-wereldkampioen Halo 2 aan het woord, waarbij hij aan de hand van een demonstratie uitlegde welke vaardigheden je kunt leren van zo'n schietspel; behendigheid met de controller, strategisch denken, samenwerking.
Ben Schouten noemde dit ook in zijn presentatie. Er zijn bepaalde dingen die je door een spel kunt leren (ook als het spel niet voor educatie is ontworpen), maar waar op dit moment weinig tot niets mee wordt gedaan, terwijl juist die aspecten die games leuk (en verslavend!) maken goed ingezet zouden kunnen worden in het onderwijs.
Na de pauze waren er presentaties over de keerzijde van gamen; Martin Reddemann en Nicolle van Mill van Novadic-Kentron Netwerk voor verslavingszorg definieerden "game-verslaving" en namen met het publiek een casus door van een jongen die 18 uur per dag speelde.
En eindelijk kwam het antwoord op mijn grote vraag voorbij: je kunt aan alles verslaafd raken, dus ook games, als je op een of andere manier een te sterke behoefte ontwikkelt aan de prikkels die je ervan krijgt.
Reddemann legde game-verslaving uit als een fysieke verslaving aan dopamine, het stofje wat in je hersens vrijkomt wanneer je plezier ervaart. Zodra je uit het spelen van het spel je enige of voornaamste plezierprikkel krijgt, en daardoor eigenlijk 'vergeet' uit welke andere activiteiten je dat gevoel haalt, heb je een probleem, en raken de verhoudingen zoek waardoor je minder goed functioneert.
Overigens zei Reddemann ook, dat jongeren die game-verslaafd zijn, meestal sowieso al verslavingsgevoeliger zijn, en dat dat dan hierin tot uiting komt. Iedereen drinkt wel eens een borrel, maar niet iedereen raakt er verslaafd aan.
Om gameverslaving overigens in cijfers uit te drukken, uit onderzoek naar gamegedrag (M.C. Haagsma, 2008) blijkt dat overmatig gamen een probleem vormt voor 6,4% van alle jongeren tussen 14 en 19 jaar.
Tot besluit van de bijeenkomst leidden Herm Kisjes en Erno Mijland een discussie in over wat games betekenen voor de opvoeding, door alle positieve en negatieve kanten nog eens tegenover elkaar te zetten. Uit de vragen vanuit het publiek bleek wel hoeveel onduidelijkheid er nog bij ouders bestaat in hoe ze met games en computergebruik van hun kinderen om moeten gaan. Als gamer ben ik in ieder geval erg blij met de nuchterder visie op computerspellen die de bijeenkomst, en het boek, bieden!
Lezers die geïnteresseerd zijn om meer te weten te komen over dit boek of over gamen in het algemeen kunnen terecht op http://www.betergamen.nl . Het boek 'It's all in the games. Gamen is geweldig | Gamen geeft problemen' ligt bij de boekhandel, en is te bestellen via de voornoemde website of Bol.com.
www.betergamen.nl
een radio-interview met Herm Kisjes en Erno Mijland
Over Ben Schouten
Over Novadic Kentron
Geen opmerkingen:
Een reactie posten