Posts tonen met het label school. Alle posts tonen
Posts tonen met het label school. Alle posts tonen

donderdag 21 april 2011

De waarde van een opleiding

Door: Martijn van den Berg
Voor wie de volkskrant leest, zal de laatste tijd niet ontgaan zijn dat er de laatste tijd nodag veet te doen is om Stenden, maar ook scholen in het algemeen. Alles wordt onder de loep genomen door de onderwijsinspectie. Stenden was hier in het bijzonder de dupe van, omdat er net iemand uit het bestuur was vertrokken die het klaarblijkelijk niet zo best had gedaan. In die tijd heeft Stenden geprobeerd veel dingen te doen aan het onderwijs, omdat anders de opleidingen van Stenden slecht te boek zouden komen te staan, en hiermee de diplomas minder waard zouden zijn. Nu kwam er gisterenochtend bij alle docenten een bericht binnen dat ze hier blijkbaar glansrijk in geslaagd waren, en mij werd verteld dat mijn diploma nu juist meer waard werd.

Wat ik hiervan moet geloven weet ik niet. Het is in dit geval moeilijk om nieuws als 'betrouwbaar' vast te stellen. Wat me wel ongelofelijk verbaast, is dat klaarblijkelijk je diploma minder waard kan worden in de tijd dat je studeert. Waar je als je begint aan een opleidingen verwachtingen schept, kan het dus zijn dat dit uiteindelijk totaal anders uitpakt. En dit allemaal terwijl je nog steeds dezelfde stof krijgt, en het op dezelfde manier aangeboden wordt.

Ik geloof absoluut in het feit dat bedrijven liever iemand hebben van een bepaalde opleiding omdat deze een betere inhoud heeft. Maar dat is een reputatie die je opbouwt door de jaren heen als school, en ik geloof niet dat dit zo snel kan veranderen. Daarnaast is het vaak appels met peren vergelijken, want binnen gelijksoortige opleidingen bestaat er ook een verschil in wat er geleerd wordt.

Ik maak me geen zorgen over mijn opleiding over een paar jaar. Een werknemer zal uiteindelijk selecteren op wat er het beste bij het bedrijf past. En dan is het nog de vraag of het op de lange termijn gaat werken, want je moet in je baan continu laten zien dat je de geschikte persoon bent voor de baan. Bovendien het ik nu nog twee jaar voor het einde van mijn opleiding, en in die twee jaar kan er nog van alles gebeuren met de waarde van mijn opleiding, althans volgens sommige mensen op Stenden.

donderdag 3 februari 2011

De verleiding van internet

Door: Martijn van den Berg
Ik weet nog de keer dat ik voor het eerst het internet op mocht. Ik was 8 jaar oud en ik mocht van mijn vader een uur het internet op om online spelletjes te spelen. Ik had bij mijn vader over de schouder gekeken hoe hij internet gebruikte, en had dan ook binnen no-time een site gevonden met spelletjes en was helemaal opgegaan in het beeldscherm.

Tegenwoordig is internet zeer gewoon geworden. De bibliotheek is al half vervangen door google, en de gemiddelde student pakt ook sneller het internet erbij dan naar de bieb te gaan, om daar boeken uit te zoeken of te studeren. Het lijkt allemaal makkelijker geworden. Maar is dit ook zo?

Veel docenten ergeren zich er aan als studenten internet gebruiken. Als men als bron "het internet" noemt, worden er al zeer snel vraagtekens getrokken. Ten slotte kan men op internet alles publiceren. Vaak wordt alleen genoegen genomen met wetenschappelijke artikelen van internet, mits zeer duidelijk aangegeven waar dit vandaan komt. Dit terwijl een boek vaak meteen genoegdoening geeft bij vraag naar de bron van informatie.

Maar het kan bij een boek evengoed fout gaan. Het nadeel van boeken is dat het erg moeilijk is om specifieke informatie op te zoeken, omdat boeken uit veel meer pagina's staan, en dus meer informatie bevatten. Het is erg moeilijk om precies de informatie te vinden die je zoekt. Een boek heeft ten slotte niet de ctrl+F toets.

Maar er is hoop. We zitten in de eeuw van het internet. Waar het vaak bij websites aan auteurvermelding en dus betrouwbaarheid schort, schort het bij boeken vaak aan toegankelijkheid. Kijk naar de positieve eigenschappen van deze twee en je kunt tot de conclusie komen dat internet vaak erg toegankelijk is, en boeken vaak erg betrouwbaar. Als de informatie van boeken op een korte manier op internet zou komen, zouden studenten zeer makkelijk toegang tot betrouwbare informatie kunnen hebben. En dit gebeurt ook op verschillende manieren.

Daarnaast is het op internet kijken ook geen verkeerde ontwikkeling, zo lang men maar weet wat voor informatie men opzoekent, en meerdere websites raadpleegt en deze vergelijkt. Informatie op internet is relatief nieuw, maar wat mij betreft is deze vernieuwing alleen maar goed.

donderdag 20 januari 2011

De praktijk: het motivatieprobleem

Door: Martijn van den Berg
Stel je voor: het is alweer de laatste week praktijk. Je hebt vier weken keihard geprobeerd zo veel mogelijk punten binnen te halen en hebt eigenlijk nergens meer zin in omdat je alles wel gezien hebt. Tot overmaat van ramp krijgen alle studenten geen punten meer de laatste week. Iedereen is het eigenlijk helemaal zat om te werken, maar je moet toch door de laatste week heen, wat veel leuker is met gemotiveerde mensen. Wat nu?

Ik heb eerder een blogje geschreven over de angst om maximaal te waarderen. Punten zijn een gereedschap in de juiste handen, maar wat als men geen punten heeft om te belonen? Het antwoord zit hem in deze situatie in de feedback. Naast punten geef je ook iedere dag feedback. Je zegt iedere dag iets positiefs (top) en een verbeterpuntje (tip) aan je eerstejaars, in de filosofie dat men altijd wel iets goed en iets verkeerd doet.

Dit systeem faalt echter op vele punten. Supervisors gaan hameren op kleine puntjes en standaardfeedback omdat men niets weet en daarom werkt het systeem niet of zelfs demotiverend. Ik kan het bijvoorbeeld niet over mijn hart verkrijgen om iemand die de hele dag keihard en perfect heeft gewerkt en op het randje van breken staat ook nog eens in het gezicht negatieve feedback te geven.

Maar wat als je nu kijkt naar wat je wilt bereiken met het systeem. Als een student daadwerkelijk na herhaaldelijk vragen iets fout doet, kan je het opschrijven als een reminder. Maar als een student ongelofelijk gedemotiveerd is, werkt het misschien beter om zo iemand te overladen met complimentjes, om zo de motivatie op te krikken. Maar het werkt ook andersom. Iemand die keihard gewerkt heeft, heeft veel meer aan een beetje erkenning, dan een manier om nog harder te werken.

Om terug te komen op het begin. Omdat de laatste week punten niets uitmaken en iedereen gedemotiveerd is, probeer ik via positieve energie de motivatie erin te houden. Een grapje, een hoop complimenten en veel positieve feedback doen in mijn ervaring wonderen met mensen. En hoe motiveer ik mezelf? De positieve reacties van anderen op wat ik doe doen ook wonderen.

donderdag 13 januari 2011

Internationalisering eist zijn tol

Door: Martijn van den Berg
Het artikel in bovenstaande link viel mij op in een vluchtige blik in de volkskrant. Dit artikel gaat erover dat Stenden misschien te veel geld zou hebben verspild bij het openen van buitenlandse vestigingen. Stenden heeft een aantal buitenlandse vestigingen in onder andere Zuid-Afrika, Quatar en Bali. Voor de studenten aan Stenden geven deze scholen de mogelijkheid om een module in een van deze landen te lopen en andersom. Daarnaast geeft Stenden studenten de mogelijkheid om het laatste jaar hun stage in het buitenland te geven. De communicatie bij het internationaliseren kost veel geld. Is dit wel nodig?

Horeca wordt veel geassocieerd met internationalisatie. Stenden is hier niet de enige in. Dit niet ten onrechte overigens, want in de horeca werken, betekent dus vaak veel met gasten werken uit andere landen. Het lijkt me dus redelijk logisch dat studenten, en vooral managers, op z'n minst hun talen moeten kennen, maar kan dit niet gewoon door een aantal taal- en cultuurlessen en daarnaast wat interactie met de buitenlanders die op school komen?

Internationalisering kost veel geld. Zo kost het opzetten van een school in het buitenland veel geld. Niet alleen de éénmalige investering van het opbouwen, maar ook het contact onderhouden met deze scholen. Stageprocedures kosten hierin ook veel geld. Stenden kent meer dan 30 stagelanden, en naar iedere streek zal eens in de zoveel tijd een stagebegeleider heen, om te kijken hoe het gaat en voor eventuele begeleiding.

Er is geen betere manier om een taal en cultuur te leren dan in het land zelf te zijn, wordt vaak gezegd. En terecht. Je zult je toch in een vreemd land moeten redden, en de enige manier om dit te doen is door jezelf aan te passen aan andermans cultuur en gebruiken. Daarnaast zie je dat mensen die een tijd in het buitenland hebben gewoond vaak veel volwassener zijn als ze terug komen. Dit zie ik absoluut in het rijtje met vaardigheden van een manager passen.

Dat Stenden te veel geld uitgeeft aan dit soort dingen is absoluut mogelijk, en als dit verminderd kan worden zonder dat het huidige programma in gevaar komt, zal dit absoluut moeten gebeuren. Maar als je kijkt naar de positieve kant; alle dingen die Stenden doet om het een leuke en leerzame school te maken, kan je wat mij betreft absoluut concluderen dat Stenden uiteindelijk een goede pluim verdient.

donderdag 7 oktober 2010

De angst om maximaal te waarderen

Door: Martijn van den Berg
In het onderwijs willen we graag de prestatie van leerlingen in schaal zetten door middel van cijfers. Er zijn veel verschillende schalen in cijfers, de bekendste in Nederland toch wel de schaal van 1 tot 10. Hier gold vroeger bij sommige scholen dat een 10 voor god was, een 9 voor de koningin en een 8 voor de meester, betekenende dat je dus maximaal een 7,9 kon halen. Alhoewel overdreven en achterhaald, komt de maximale waardering nog zelden voor.

Een toets zonder fouten is een 10 waard, dat is waar. Hier kan je ook niets tegenin brengen qua kritiek. Maar als het wat abstracter wordt zoals met schrijfwerk of opdrachten wordt het allemaal anders. Een mooi voorbeeldje op mijn school zijn de zogenaamde participatiepunten. Docenten krijgen opeens vijf punten per les in de hand geduwd. Deze worden uitgereikt naar hoeveel leerlingen meedoen met de les. Meestal worden er maar vier punten uitgereikt, als al het mogelijke gedaan wordt. Redenen hiervoor zijn: "Als je alle punten krijgt, ga je volgende keer niet je best doen" of "je moet compleet nieuwe dingen meebrengen om zo hoog te scoren".

Dit kan zeer frustrerend zijn voor mensen die voor het hoogste aantal punten gaan. Wat verwachten docenten nu eigenlijk van studenten? Dat ze dingen maken die beter zijn dan de docent en lesmateriaal blijven aandragen? Of meer dat ze gewoon altijd netjes op tijd zijn, het huiswerk af hebben en meedoen met de les?

Soms is veel punten geven juist een reden tot motivatie. Als iemand keihard gewerkt heeft mag deze ook beloond worden, zodat deze volgende keer weer hard gaat werken. Wordt iemand die keihard gewerkt heeft niet genoeg beloond, dan kan dit een reden zijn om de volgende keer veel minder werk te leveren.

Belangrijk naar mijn mening is op een rijtje hebben wat je van je studenten verwacht en ook concreet zeggen hoe men de maximale punten verdient. En dit is helaas iets dat mist op sommige scholen.

donderdag 16 september 2010

Het einde van de vakantie; een nieuw begin?

Door: Martijn van den Berg
Na een lang schooljaar, en een welverdiende propedeuse, is het heerlijk om weer de vakantie in te gaan. De meeste studenten gaan in de vakantie naar hun ouderlijk huis. En dit is wel lekker. Even niets hoeven te doen, en volledig zelf bepalen wat je doen wilt. Even niet al je zaken zelf hoeven te regelen, maar kunnen vertrouwen op je ouders. Maar er komt een moment dat dit over is...

En dit was ook wel fijn, eerlijk gezegd. Bij je ouders wonen is leuk voor een tijdje, maar als je eenmaal op jezelf woont, ligt de plek waar je je thuis voelt toch in je kamertje, hoe gemakkelijk het ook is om in je ouderlijk huis te leven. Het is toch weer heerlijk om de rust in te gaan van je eigen kamer, en niet meer in de dagelijkse procedures van het ouderlijk huis te zitten.

Daarnaast zijn er ook een aantal minder prettige zaken. Je moet natuurlijk als je op jezelf woont al je eigen zaken regelen, en bent verantwoordelijk voor alles wat je doet. En deze zaken stapelen zich in de vakantie alleen maar op. Zo moest ik bijvoorbeeld zorgen dat de kapotte dingen weer gemaakt werden en de belastingen betaald.

Over het algemeen is het toch fijn om weer thuis te zijn. Er mogen wel negatieve kanten aan zitten, maar niets kan op tegen het gevoel van vrijheid dat je krijgt door het hebben van je eigen kamer. Door de vakantie realiseer ik me weer hoe goed het eigenlijk is. Vooral nu ik in het tweede jaar zit, de omgeving ken, en de meeste mensen die dit vorig jaar niet hebben gedaan ook op kamers gaan wonen. Ik hou van dit leven!

donderdag 24 juni 2010

Eindelijk volledig klaar!

Door: Martijn van den Berg
Zoals ik in mijn vorige blogje al schreef, er zijn afvallers die het niet halen. Maar de kern zit nog steeds in de mensen die boven de 40 punten haalt of zelfs 60. Dit maakt de tegenstelling dan af en toe ook heel zuur, en duidt de grens heel duidelijk aan.

Ik ben een van de mensen die 60 punten heeft gehaald het eerste jaar. Het nieuws kwam vandaag binnen. Het is zelfs zo dat ik in de vakantie geen herkansingen nodig heb, maar dat ik gewoon lekker feest kan gaan vieren. De laatste (en ook lastigste) module was het grootste probleem, maar door veel moeite op het laatste moment is ook deze gelukt.

Op een moment als dit stop ik even, om stil te staan bij de mensen die het net niet gehaald hebben. Niet uit sadisme, maar om te ontdekken wat mij nu een sprong verder heeft gezet dan die andere mensen. Ik ben ook niet de meest gemotiveerde leerling geweest afgelopen jaar. Niet door een gebrek aan interesse, maar door alle afleidingen die zich voordoen. Alle goede voornemens die je als het erop aankomt in de wind slaat.

Wat heeft mij er dan door geslagen? Ik denk dat het voor een deel voorkennis is, een deel discipline, en een deel snappen wat je opzoekt. Ik kom van het VWO en veel kennis heb ik dan al of begrijp ik veel beter. Ik kan hele dagen non-stop werken als het echt moet, en ik probeer altijd te begrijpen wat ik opzoek. Toch betwijfel ik of deze dingen mij succes in de toekomst gaan opleveren. Ten slotte eindigt voorkennis ergens, en zal ik in de toekomst ook weer andere dingen moeten aan vinden.

donderdag 17 juni 2010

Knopen doorhakken

Door: Martijn van den Berg
Toen ik aan mijn opleiding begon, werd er gezegd dat in het eerste jaar gemiddeld 60% af zou vallen. Na er zelf mee bang gemaakt te zijn, dacht ik te zien dat dit een trucje was om studenten aan het werk te houden. Na ongeveer driekwart jaar heb ik al veel mensen de opleiding zien verlaten, maar nog steeds geen 60%. Deze week begreep ik eindelijk waar die 60% vandaan kwam, en dat was moeilijk.

Ieder jaar kan men 60 punten halen om het jaar te halen. 40 punten hiervan zijn nodig om door te gaan naar het volgende jaar. Met minder punten kan je ook door naar het volgende jaar, maar hier moet de examencommissie over beslissen. Het eerste jaar is hierin cruciaal, want daar vallen de meeste mensen af. De drie voornaamste redenen hiervoor zijn het niet bevallen van de opleiding, het niet voldoende (kunnen) inzetten voor de opleiding en het sociaal niet kunnen vinden. Haal je de 60 punten van het eerste jaar, dan krijg je je propedeuse.

Het eerst vallen de mensen af die hun ei niet helemaal kwijt kunnen en voor wie de opleiding niets is. Rond driekwart van het jaar zie je mensen opgeven omdat ze de 40 punten nooit meer kunnen halen. Dat laat nog een deel over die de 40 punten proberen te halen, maar uiteindelijk overgeleverd worden aan de beslissing van de examencommissie.

Dit zijn de zware beslissingen, want als je iemand weg stuurt, heeft deze een heel jaar verspild. Dit gaat nog verder, want sommige mensen rekenen niet op een eventuele negatieve beslissing, en zien hun toekomst dan in duigen gaan. In het ergste geval heb je mensen die hun complete studiefinanciering moeten terugbetalen. Best wel een zware beslissing.

Ik denk dat iedereen die zegt dat deze met de opleiding kan en wil doorgaan een kans verdient. De examencommissie denkt vaak anders over, voor de bestwil van de studenten. Ten slotte, als deze doorgaan en het volgende jaar niet kunnen opbrengen, ze twee jaar verspild aan niets. Het is dus een lastige beslissing die ze moeten maken. Alhoewel ik weet dat deze beslissingen gemaakt moeten worden, hoop ik nog steeds dat de mensen die echt op de opleiding willen blijven, nog net onder het stokje door kunnen lopen.

donderdag 3 juni 2010

Personal coaching

Stel je voor: je zit net op een nieuwe school. Je kijkt er helemaal naar uit, maar als je een paar weken bezig bent realiseer je dat het helemaal niets is. Je kan het niet vinden met de mensen om je heen, je weet totaal niet hoe het systeem werkt, en je raakt continu helemaal in de war van alles wat er nog moet gebeuren. Aangezien je niet wil opgeven, is er maar één persoon die je uit de sleur kan helpen: de personal coach.

Natuurlijk was dit een lichtelijk overdreven voorbeeld, en zal een personal coach natuurlijk ook positieve ervaringen met zich meebrengen, maar toch. Ik heb meerder mensen om één van bovenstaande redenen zien afvallen. En zelfs nu, aan het einde van het eerste jaar, zijn er nog steeds mensen die hun ei gewoon nog niet hebben kunnen vinden. En in dat soort situaties kan een personal coach, die ervaring heeft met dit soort situaties, net het verschil maken.

En niet alleen bij het hoger onderwijs. De meeste scholen stellen één of meer personen aan om studenten te helpen. Zo had ik op de middelbare school de peter en de meter, twee medescholieren uit een hogere klas die alles konden uitleggen aan de mensen in de eerste klas. En zo had je ook de mentor, die in de meeste gevallen probeerde zo veel mogelijk betrokken te zijn, om zo problemen op een goede manier aan te pakken, maar ook om af en toe leuke activiteiten te organiseren.

Op mijn school bestaat personal coaching ook. Je krijgt aan het begin een personal coach toegewezen die je door het hele jaar behoudt. Dit gaat gepaard met regelmatige gesprekjes, waarin je jezelf bespreekt. Je ambities, persoonlijke situatie en eventuele problemen komen allemaal aan bod. Doel is dat uiteindelijk er een dossier uitkomt over jezelf, dat je helpt om later te bepalen welke kant je op wilt.

Voor mij is personal coaching op de hotelschool voornamelijk een kans om continu te evalueren wat je aan het doen bent, en om je doelen scherp te stellen. Daarnaast is het ook vooral gezellig. Personal coaching is geen straf. Het is altijd handig om iemand te hebben om op terug te kunnen vallen.

donderdag 20 mei 2010

Buiten(studeer)weer

Door: Martijn van den Berg
Als ik zeg dat het mooi weer buiten is, ben ik waarschijnlijk de suiker na de koffie. Na een zeer strenge winter met een kachel die het een lange tijd niet heeft gedaan, ben ik blij dat het weer zich heeft omgekeerd. Dit maakt een groot verschil voor je dagelijks leefpatroon, maar wat voor verschil eigenlijk?

Ik schreef eind vorig jaar al, toen ik met de eindexamens bezig was, hoe hard het is jezelf te concentreren als de zon buiten schijnt en er zo veel verleiding is om buiten iets leuks te gaan doen. Dat is er dit jaar niet minder op. Verschil is alleen, dat waar ik vorig jaar het nodige met het aangename kon combineren door in de tuin te studeren, ik dit jaar geen tuin heb, omdat ik op mezelf woon. Dit is toch wel jammer.

Het is zo leuk om na of tijdens school even een terrasje te pakken, of even de stad in te gaan. Maar des te meer plezier je maakt, des te meer je huiswerk en andere dingen blijft uitstellen. En dit is jammer, aangezien het jaar bijna over is en de laatste loodjes naar de propedeuse tochgelegd moeten worden. Ik probeer nog steeds keihard door te gaan. Maar van het mooie weer genieten is ook een must, ik ben tenslotte een student.

donderdag 29 april 2010

Op zoek naar de zomer

Door: Martijn van den Berg
Als student kan je niet altijd genoeg geld hebben. Je zult dus wat bij moeten verdienen. Dit kan het beste in de verschillende vakanties, waarvan de zomervakantie de grootste is. Voor mij tien weken in totaal. En aangezien veel studenten amper op vakantie gaan dus tien weken helemaal vrij. Sommige studenten gebruiken deze periode om uit te rusten, sommigen om te werken. Aangezien ik een van die mensen ben die niet stil kan zitten, ga ik voor de zomerbaan.

De zomerbaan is dé ultieme gelegenheid om geld bij te verdienen en tegelijkertijd een beetje nieuwe kennis op te doen. Op zoek naar de ideale zomerbaan is nog best moeilijk. Je wilt dat het goed verdient, het een beetje leuk werk is en dat je er in de meeste gevallen ook nog wat kennis aan overhoudt.

Maar hoe ziet een potentiele werkgever dit? Je bent een student met weinig kennis en ervaring, wilt een enigszins unieke ervaring als werk zijnde, en je wilt er ook nog eens wat mee verdienen. Maar aan de andere kant kunnen veel werkgevers niet zonder zomerkrachten, aangezien deze een tijdelijke opvulling geven aan de opkomende drukte.

Conclusie die je hieruit kan trekken, is dat als je een zomerbaantje zoekt, je niet te hoog moet grijpen. Ga niet voor de hoogste positie, het is slechts tijdelijk. Een hoog salaris moet je vooral goed voor zoeken en goed zijn in sollicitaties. Maar voor alles geldt: Begin op tijd.

Ik ben nog op zoek naar een zomerbaantje. Liefst in de horeca, in het bijzonder een pretpark. Als iemand nog mensen kent die mij kunnen helpen, hou ik mij aanbevolen.

Het blog sluit na dit blogje tot 17 mei ivm koninginnedag en vakantie. Wij wensen iedereen een fijne vakantie toe!

donderdag 22 april 2010

PBL: de praktijk en wat er mis kan gaan

Door: Martijn van den Berg
Driekwart jaar praktijkervaring met PBL heb ik. En niet zo maar praktijkervaring. Ik heb mijn eigen tactieken ontwikkeld. Tactieken waarmee ik hoge punten kan scoren. Tactieken waarmee ik de groep kan helpen verder te komen in het proces van kennisvergaring. Tactieken om een PBL sessie te veranderen.

Allereerst begin ik met het grootste voordeel en nadeel van PBL. De leraar die erbij zit. Iedere leraar is anders, dus binnen een moduul kan het zijn dat twee verschillende leraren bij verschillende groepen totaal een andere strategie hebben van PBL geven. De een is bijvoorbeeld meer betrokken bij het proces, en de ander laat het graag over zich heen komen. De verwachtingen zijn ook verschillend bij iedere leraar, en zo ook helaas de punten.

Als leerling zul je hierop in moeten spelen. Iedere leraar heeft een bepaald beeld van een ideale PBL leerling. Aan jou de taak om uit te vinden hoe je dit bent. Moet je bijvoorbeeld op de achtergrond blijven en alleen aanvullingen maken of moet je iedere keer direct de leiding nemen? Moet je veel informatie onthullen of slechts de groep inspireren door een tipje van de sluier op te lichten. Allemaal aspecten die je in overweging moet nemen.

Een ander groot probleem zijn de dominante mensen in een groep. De mensen die bij iedere vraag meteen een perfect antwoord geven en geen kans meer laten aan de andere mensen in de groep, het zij de iets meer verlegen mensen. Je mag passief zijn in een groep, maar verlegen is zeker een niet aan te raden kwaliteit. Dominante mensen zijn niet tegen op te boksen. Je kunt ze slechts veranderen door ze te confronteren met hun gedrag. Immers, twee dominante mensen draait vaak uit op een verbale ruzie.

Dit was mijn serie blogjes over PBL. Ik hoop dat ik iedereen genoeg heb kunnen informeren over PBL. Ik vind het zelf een originele manier van leren, alhoewel veel leerlingen het niet de meest prettige manier vinden. Niet iedere module is PBL leuk, af en toe is het bikkelen. Maar uiteindelijk is toch mijn ervaring dat het wel werkt.

donderdag 15 april 2010

PBL; strategieën en tactieken

Door: Martijn van den Berg
Ik denk persoonlijk dat PBL (PGO in het Nederlands) effectiever is dan alleen hoorcolleges. Mensen leren er meer van dan de vele manieren en wanhopige pogingen die op de middelbare school gebruikt worden om mensen bij te spijkeren. Maar om goed te kunnen leren van PBL, zul je eerst duidelijk moeten weten hoe het in elkaar zit. En dit is iets waar veel mensen een trage start mee maken. Maar dit is niet erg, want die trage start maak je met z'n allen.

Je persoonlijke doel is om zo veel mogelijk punten te scoren iedere sessie. PBL is ten slotte een groot deel van je totaal aantal punten in ieder moduul. Daarnaast is het doel van PBL om coöperatief nieuwschierigheid op te wekken en hier samen van te leren. Nu gaat het er in de praktijk er vooral om dat iedereen zo hoog mogelijk wil scoren.

Vreemd genoeg ligt de basis van een goede score vaak niet aan de hoeveelheid en kwaliteit van de informatie die je meebrengt. Als je deze informatie niet uitspreekt, heb je er niets aan, want dan kan je niemand overtuigen van je voorbereiding. Het beste zal zijn als je goede informatie hebt van betrouwbare bronnen, en dit goed in je eigen woorden weet samen te vatten in de sessie. Daar zou je volgens het principe van PBL de meeste punten mee krijgen. Wat het in de praktijk vaak is, is dat diegene die het meeste praat, en daarbij het meest wijs over komt, de meeste punten krijgt.

Ik moet eerlijk toegeven, ben een van dit soort mensen. Mijn bronnen zijn vaak praktijkervaring en internet, terwijl leraren graag hebben dat ik boeken gebruik. Ik heb meestal wel een goed idee waar alles over gaat, en maak vaak een goede indruk door dit met enige zelfvertrouwen te vertellen.

Ik ben heel eerlijk, er zijn genoeg mensen die meer tijd besteden aan de voorbereiding, betere andwoorden hebben, maar wel minder punten krijgen omdat ze hun eigen informatie niet uitspreken, of niet weten waar ze moeten beginnen met samenvatten. Dit veroorzaakt verschillende groepssituaties. De dominante mensen zijn vaak de mensen die veel zeggen, maar niet veel informatie bijdragen aan het groepsproces. Deze worden dan ook het meest gevreesd. De ideale PBL groepsgenoot is diegene die luistert, en waar nodig iets toevoegt. Dit zijn drie vormen van PBL strategieën. Afhankelijk van de combinatie van dit soort mensen, zal het proces van de groep beïnvloed worden. Soms gaat dit het resultaat te goede, soms eindigt dit in verbale gevechten, of gewoon lange stiltes.

donderdag 8 april 2010

PBL 1: Basisvaardigheden





















Als iemand bij Stenden op school wil, bij een opleiding waar meer mensen zich aanmelden dan er plaats is, wordt er selectie gedaan. Een selectie bij mij op school bestaat meestal uit drie onderdelen. De klassieke intelligentietest, het persoonlijkheidsgesprek en als laatste de groepsopdracht. Vooral de groepsopdracht is wat mijn school uniek maakt ten opzichte van andere scholen. Dit is omdat de vorm van lesgeven op school uit PBL bestaat.

Ik heb in een van mijn eerste blogjes dit jaar al een basisuitleg gegeven over PBL. Ik heb daar het hele jaar al wat dieper op in willen gaan. PBL is tenslotte de manier waarop ik in mijn dagelijkse studie les krijg, naast de workshops en hoorcolleges. Daarom schrijf ik een serie van drie blogjes over PBL de komende drie weken. Vandaag zal ik de basisprincipes uitleggen, de volgende keer ga ik in op strategieën en tactieken, en in mijn laatste blogje zal ik uitleggen hoe dit in de praktijk gaat en wat er mis kan gaan.

PBL staat voor Problem Based Learning, en handelt direct het probleem af waar je in de middelbare school altijd moest vragen waar de kennis die je opdeed nu in de praktijk voor diende. In bovenstaand schema wordt het proces weergegeven.

Het begint allemaal met het probleem: een veelvoorkomend probleem in de praktijk. Met de groep wordt geanalyseerd wat nu precies de kern van het probleem is door het maken van een probleemstelling, en vervolgens wordt er vastgesteld welke kennis nodig is om dit probleem op te lossen in de vorm van vragen. Iedereen gaat vervolgens thuis antwoorden opzoeken op deze vragen. Dit gebeurt meestal in boeken, maar er kan bijvoorbeeld ook praktijkervaring van anderen toegepast worden, en goede internetbronnen zijn ook toegestaan. Ten slotte wordt de volgende sessie deze antwoorden besproken om uiteindelijk tot een oplossing voor de probleemstelling te komen. Iedereen wordt iedere sessie geëvalueerd op individuele contributie in de groep, en iedere vier sessies wordt iedereen geëvalueerd op het verantwoording dragen voor het groepsresultaat.

Een PBL sessie kent een voorzitter, een notulist en een bordschrijver. De rest is groepslid. De voorzitter leidt het geheel, om iedere sessie to the point en gestructureerd te houden, zodat de groep niet afdwaalt. De notulist houdt bij wie er absent is, wat de probleemstelling is, wat de leerdoelen zijn en maakt de agenda voor de volgende sessie en ten slotte de bordsschrijver schrijft tijdens de het analyseren alle relevante dingen op het bord.

Dit is de totale basis van het PBL, en nodig om het geheel te begrijpen. Ik ben nu driekwart jaar bezig met PBL. Genoeg om in ieder geval te begrijpen hoe het er aan toe gaat. Volgende keer ga ik in op de verschillende strategieën die ik door de verschillende modules geleerd heb met PBL. Ik begin net met de laatste moduul, en ik ben iedere week dus weer wat praktijkervaring rijker.

donderdag 1 april 2010

Moderne presentatietechnieken

Door: Martijn van den Berg
Mijn moduul is bijna over. Nu komt het erop aan. Het grote werkstuk moet ingeleverd worden, de toetsen geleerd. Maar het meest belangrijke deel is misschien nog wel de presentaties van dit moduul. Presenteren is naar mijn idee namelijk een van de belangrijkste vaardigheden van een horecamanager. Een manager moet niet alleen het bedrijf presenteren en vertegenwoordigen aan potentiele gasten, maar ook zichzelf continu presenteren aan werknemers en gasten. Daarnaast voelt het voor mij alsof ik dit weblog vertegenwoordig als ik presenteer, dus ik moet continu innovatief blijven.

Vandaag was een van die dagen. Ik moest een presentatie geven over leiderschap. Bij definitie is leiderschap het innovatiever zijn dan anderen, dus ik moest wel goed over de brug komen. Een paar voorbeelden van presentatietechnieken die ik gebruikt heb voor deze presentatie:

Het verrassingselement:
Wat mensen verwachten van een presentatie is meestal dat jij met een powerpoint punt voor punt langs gaat om zo concepten uit te leggen. Alles wat je hierin omdraait werkt tot je voordeel. In mijn geval was het de schrikreactie van het opeens powerpoint uitzetten, en op een compleet nieuwe manier verder gaan. Het is het mensen een bepaalde kant op leiden, om vervolgens compleet om te draaien.

Het gebruik van geen of weinig bulletpoints:
Onder normale omstandigheden kijken mensen naar de powerpoint en niet naar jou. Aangezien de meeste informatie nonverbaal wordt overgebracht, verlies je een heel belangrijk deel van je presentatie. Je kan effectief presenteren door je powerpoint saaier te maken, door bijvoorbeeld alleen een plaatje of twee bulletpoints in te voegen. Daardoor verliezen mensen snel interesse voor de powerpoint en krijgen ze meer aandacht voor jou, mits je natuurlijk op een interessante manier nonverbale comminucatie kan overbrengen.

Interactiviteit
De concentratieboog van de gemiddelde persoon is niet meer dan vijf minuten. Stil zitten en luisteren is niet de beste vaardigheid van de mens. Je kunt daarom het publiek actief laten meedoen. Dit kan je beter niet doen door vragen te stellen, want de gemiddelde luisteraar zal daar niet van wakker schrikken. Je kan het best materiaal meenemen waar mensen kort mee aan de slag kunnen. Dit kan elk voorwerp zijn mits op de juiste manier gebruikt. Pas wel op, want door mensen iets te doen te geven, verliezen ze snel hun concentratie.

Het is jammer dat ik de presentatie van vandaag niet kon laten zien. Het was een mooi voorbeeld van hoe je in je presenatie bewust mensen op een bepaalde manier kan laten reageren, en bepaalde gevoelens laten krijgen. Ik kan redelijk presenteren, en ben nog in opleiding. Ik denk daarom dat dit element in de toekomst helemaal goed komt!

donderdag 4 maart 2010

De Joint Venture

Door: Martijn van den Berg
Vroeger keek ik altijd klokhuis. Als kind vond ik dat razend interessant. Ik leerde er altijd heel erg veel van. Zo staat me bij dat ik ook iets heb geleerd over dat bij de marine iedereen een zogenaamde buddy had. Zo kunnen vermisten makkelijk opgespoord worden, en zo had je altijd iemand om voor te zorgen. Na meer dan een half jaar op school te zitten, valt mij opeens op dat iedereen op school ook continu met dezelfde persoon omgaat.

Het is heel erg apart om te zien, maar na het introductiemoment gaat iedereen met elkaar socializen, en komen ze er allemaal in koppels uit. Bijna iedereen vindt een compleet vreemde bij de studie waar ze dan dagelijks mee omgaan en alles mee delen. Meestal is het in dit geval ook vrouw zoekt vrouw en man zoekt man, vanwege de manier van informatie delen tussen de verschillende geslachten en de mate van begrijpbaarheid. Dit is naar mijn idee omdat mensen al snel vrienden willen maken bij een nieuwe opleiding. Dan ontmoet je al snel iemand die dit ook wil, en dan ga je al snel veel dingen delen. Dit lukt vaak goed, omdat je dezelfde opleiding doet, in dezelfde stad woont en uiteindelijk dezelfde dingen meemaakt.

Aan de ene kant vind ik dat een nadeel, aangezien ik graag met iedereen wil omgaan, en als er groepjes gemaakt worden, gaat iedereen al snel met zijn of haar "partner". Daarnaast zijn er ook mensen die achter blijven op dit gebied en ook heel graag zo iemand vinden, en het dan uiteindleijk heel moeilijk vinden om in een dergelijk groepje te komen. Daarnaast is het ook wel een voordeel, omdat je bij sommige groepjes kunt aansluiten bij de activiteiten die ze al gepland hebben, zonder enige nuttige imput te hebben. Het levert altijd wel grappige situaties op.

En voor mij? Heb ik mijn joint venture gevonden? Misschien niet binnen mijn klas, maar mijn klas verandert te vaak om daar nut aan te hebben. Ik vind het persoonlijk handiger om iemand thuis te vinden. Dit geeft je de kans voor elkaar te zorgen, en als zoiets succesvol is, zal je er ook dagelijks iets aan hebben. Misschien dat we daarom in Holland het gezegde hebben: beter een goede buur dan een verre vriend. ;-)

donderdag 28 januari 2010

Einde praktijk, tijd voor de theorie?

Door: Martijn van den Berg
Op het moment dat ik dit schrijf ga ik weer eens veel te laat naar bed voor een praktijkdag. En het was absoluut niet de eerste, want hier als beginnend student heb ik af en toe rare toeren uitgehaald met de vroege praktijk. Maar ik was er altijd. Nu is het bijna het einde van alle praktijk en ga ik naar mijn theoriemodules, wat toch een totaal andere draai gaat worden.





Klaar met praktijk, niet helemaal. Klaar met praktijk als eerstejaars, dus als werknemer. Volgend jaar moet ik nog wel terugkomen als supervisor, maar dat is toch een ander gevoel. Ik heb, naast veel studenten hier, mijn draai niet kunnen vinden bij praktijk. Je gaat natuurlijk altijd voor de hoogste punten, alleen is de manier waarop je deze scoort bij iedere tweedejaars verschillend. Zo moet je bijvoorbeeld bij de een vooral niet zeuren, terwijl je bij de andere veel moet vragen en op de hoogte moest zijn. Dit leidde vaak bij mij tot frustratie, omdat er nooit één manier was om het goed te doen.





Ik mag niet klagen, ik vond praktijk lopen vaak leuk, alhoewel er ook apepakkies zijn die ik diep in de kast zal gooien.Het is heel erg anders dan je op de middelbare school krijgt, maar misschien ook wel wat je op de middelbare school mist, want het leidt toch uiteindelijk veel veel mensen tot een breder inzicht in de branche, en het verduidelijkt je gevoel van interesse voor je studie.





Volgend jaar kom ik terug, en hoop ik naar eigen inzicht ook een goede tweedejaars te zijn, niet alleen voor mijn punten, maar ook dat ik aan mijn eerstejaars een comfortabel gevoel kan geven en een leerzame ervaring te bezorgen.

vrijdag 18 december 2009

Het 1000ste blogje

Door: Martijn van den Berg
Het zat er al een tijdje aan te komen. Ik had hem opgemerkt, maar volgens mij is Margreet het alweer vergeten. Ik hoopte eigenlijk ook dat Margreet het blogje zou krijgen, omdat zij toch de meeste inzet heeft getoond voor dit weblog en dit lukte helaas niet. Daarom is dit nu officieel het 1000ste blogje, en voor zover ik weet, weet Margreet noch van dit blogje noch van ons historisch moment. Aangezien Margreet nogal vaak op haar weblog zit, gaat het nog een hele toer worden om deze ongezien erachter te krijgen.

Zoals al gezegd, we hebben ons 1000ste berichtje erop zitten, en dit vind ik wel eens een speciaal moment. Voor mij, maar vooral voor Margreet. Het begon allemaal vijf jaar geleden, toen Margreet een manier zocht om haar kennis en ervaringen te archiveren, om er een leuk overzichtje van te krijgen. Dit is blijkbaar een goede bezigheid geweest, want al gauw werd het weblog één van haar vaste taken.

Er zijn in de tussentijd twee erg belangrijke updates geweest van blogger die het ons het leven makkelijker hebben gemaakt. Vroeger ging Margreet altijd vroeg uit bed om haar blogje te publiceren op precies het juiste tijdstip. Dat was voor mij erg apart, want ik moest mestal als eerste naar school, en om dan je moeder als een soort internetverslaving beneden haar blogje te zien publiceren, was voor mij altijd een apart gezicht. Daarnaast vind ik het ook wel handig dat ik op een gegeven moment mijn eigen blogjes zelf kon publiceren, want dit bespaarde Margreet, die toch al zo druk bezig was met het weblog veel werk. (Naast haar eigen blogjes haalde ze ook in het begin mijn spelfouten eruit

In de ruim vijf jaar dat dit weblog bestaat, heeft Margreet het gepresteerd om iedere doordeweekse dag met uitzondering van vakanties een blogje te publiceren met daarin altijd nuttige dingen van hoog niveau. Dit getuigt van een gigantische inspiratie. Een inspiratie die veel lezers naar mijn idee wijzer heeft gemaakt. En hier heb ik heel erg veel respect voor.

Ik denk dat Margreet en ik voorlopig zeker doorgaan met bloggen, beide met eigen motieven om te bloggen, maar uiteindelijk komt het er gewoon op neer dat het erg leuk is om te doen. Ik wil Margreet feliciteren met dit blogje en ik weet zeker dat er nog veel meer zullen komen.

donderdag 12 november 2009

School in de vakantie?

Door: Martijn van den Berg
School en vakantie zijn net als werk en vakantie dingen die totaal het tegenovergestelde van elkaar zijn. Onder normale omstandigheden kan het een niet het ander zijn en het ander niet het een. Er zijn echter uitzonderingen op deze regel. Eén van deze uitzonderingen zit bij mijn school. Toen de hele school vakantie had, moest ik praktijk lopen. In de catering om precies te zijn, wat inhoudt dat je koffieautomaten bijvult en mensen koffie en thee brengt. Het doel hiervan is het hotel en restaurant draaiende te houden.

Wat mij opviel bij het bijvullen van de koffieautomaten, was dat er eigenlijk helemaal niemand nog koffie nam, en er ook geen mensen waren die koffie en thee bestelden. Mijn shift bestond dus uit rondjes lopen om uiteindelijk er achter te komen dat er nog steeds niets te doen was.

Gelukkig kregen ze dit door. Ik werd overgeplaatst naar de kantine. Niet omdat ze daar hulp nodig hadden, maar omdat ze dan de shifts korter konden maken. Hier heb ik nog steeds niet veel te doen gehad. Dit maakt het gemotiveerd blijven, wat verplicht is om hoge punten te scoren, erg moeilijk.

Wat ik mij dan afvraag is: ons wordt continu gezegd de gasten uit te leggen dat dit een leerbedrijf is, waarom doen ze dan zo veel moeite om dit hotel in de vakantie open te houden? Ik begrijp dat in de vakantie de meeste gasten komen, maar dit hotel gaat toch niet om de winst maar om de leerervaring? En in dit geval gaat de winst ten koste van de leerervaring, want bijna niemand krijgt echt een speciale kans om dingen te leren, zoals in normale weken wel gebeurt.

Het tweede wat ik mij dan afvraag is: als ze dan het hotel open willen houden, en voor mijn part dan ook het restaurant, waarom laten ze alle faciliteiten dan open? De kantine draait verlies, omdat ze wel onze instructeurs moeten betalen. Je kan beter gewoon een maaltijd voor iedereen regelen die praktijk loopt, of mensen zelf eten mee laten nemen. Je voelt je niet erg nuttig op school.

Ondanks dit alles heb ik alsnog een gezellige week gehad. Het maakt het wel wat persoonlijker als er weinig mensen zijn, alhoewel mijn leerervaring deze week niet zo groot was. Ik ga toch hopen, volgende keer gewoon tegelijk met de rest van het land vakantie te krijgen.

donderdag 16 april 2009

De beste voorbereiding op het examen?

Door: Martijn van den Berg

Na de laatste toetsweek, die helaas de moeilijkste scheen te zijn ondanks alle beloftes van leraren, is het gebruikelijk met alle examenkandidaten dat ze examentraining krijgen. Zo ook ik. Examentraining betekent dat je twee weken een rooster hebt met alleen maar blokuren, waarin de meeste leraren zeggen dat je maar zelfstandig uit je examenbundel moet gaan werken, waar je als je vragen hebt de docent in kwestie kan vragen wat je niet weet. Nu zijn blokuren meestal al moeilijk vol te houden, maar een hele dag in blokuren je concentratie houden is heel lastig. Is dit wel de manier?

Ik twijfel, en dan wel tussen drie mogelijkheden. De eerste is bovengenoemde. De voordelen hiervan zijn dat je precies weet hoe een examen gaat, hoe het er uit ziet en welke volgorde alles heeft. Nadeel hiervan is dat je heel veel aan het echte examen gaat denken en dan uiteindelijk last gaat hebben van de bekende examenstress, zeker als de docent nog meer stresst voor jou examen dan jij.

Tweede mogelijkheid is de tijd gebruiken om zelfstandig te leren. Voordeel hiervan is dat het vaak beter is dan naar de twee uur durende speech van sommige docenten te luisteren. Bovendien zit je dan lekker thuis in een vertrouwde en rustige omgeving. Nadeel hiervan is dat je bij het examen de omgeving niet hebt en door zelfstandig te leren misschien niet gericht leert en je zwakke punten niet goed leert kennen.

Derde mogelijkheid om te leren voor het examen is gebruik te maken van het internet en andere media. Doordat je niet alleen tekst leest, maar ook plaatjes en filmpjes ziet, leer je veel sneller dingen. Het is ook niet zo langdradig en hersendodend. Nadelen zijn wel dat je eerst gericht materiaal moet vinden en dat er vaak nog steeds dingen nodig zitten die je uiteindelijk niet nodig gaat hebben voor je examen.

Drie methoden, alle hebben ze voor-en nadelen. Ik probeer het voorlopig op een combinatie te houden, alleen ik vind het jammer dat ik eerst twee weken examentraining heb, en daarna zelfstandig moet gaan leren. Ik had liever wat minder uurtjes examentraining op een dag gehad en het dan verspreid over meer weken. Dan was het rendement wat hoger. Ik denk dat zowel twee weken de hele dag examentraining als twee weken zelfstudie heel erg vermoeiend is. Maar in dat soort tijden heb je altijd nog de koffiepot.