Wat informatie en uitspraken uit het boekje (dat je overigens kunt bestellen of gratis downloaden van de site van het Sociaal Cultureel Planbureau):
In de brochure wordt onderscheid gemaakt in drie vormen van online communicatie en vier domeinen:
- Content (kind als ontvanger) gaat over het kind in de rol van ontvanger van massamedia-informatie (zowel tekst, beeld als geluid).
- Contact (kind als participant) heeft betrekking op de sociale contacten in online communicatie of op sociale netwerksites.
- Conduct (kind als actor) betreft het zelf produceren van tekst, beeld of geluidsinformatie en deze uploaden op internet.
Een bevinding uit het onderzoek: deelname door jongeren in Nederland aan online activiteiten ligt hoog; hoger dan bijv. in België, Frankrijk en Duitsland en veel hoger dan van jongeren in Italië en Griekenland. Maar Nederland blijkt geen veilig land te zijn: de risico's zijn hier groter dan in Duitsland en Frankrijk maar ook hoger dan bijvoorbeeld in Denemarken en Zweden.
Een paar opmerkingen uit de brochure met betrekking tot de rol van docenten:
Ten onrechte gaan scholen in veel Europese landen ervan uit dat zij geen invloed hebben op het internetgebruik van jongeren buiten school. Wat scholen kunnen doen gaat verder dan waar ouders toe in staat zijn. Advies en ondersteuning van docenten zijn vaak effectiever en efficiënter dan die van ouders.
Ook het bijbrengen van informatievaardigheden kan door de inzet van technische hulpmiddelen en aandacht van leraren ondersteund worden. Docenten hebben misschien niet dezelfde technische vaardigheden als jongeren, maar ze zijn wel in staat om kritisch te reflecteren op wat ze zelf doen en wat ze willen bereiken met het gebruik van de media. Juist dit leren hoe informatie gezocht, geëvalueerd en toegepast kan worden ligt in de kern van de schoolse educatieve activiteit. Ook in Nederland verdient de ondersteuning door leraren voor het versterken van informatievaardigheden van leerlingen prioriteit.
Verder zou het goed zijn dat leraren ook betrokken zijn bij de online communicatieprocessen tussen leerlingen. Bij klachten over cyberpesten zijn zij ook opvoeder. Adviezen over hoe leerlingen zich op sociale netwerken en elders in de virtuele wereld kunnen presenteren en hoe niet zijn nogal eens nodig. De gedachte dat ouders deze taken wel voor hun rekening nemen is niet altijd terecht en juist de kinderen met de minste ondersteuning van huis uit hebben deze steun vaak het meest nodig.Toegang tot en (verantwoord) gebruik van media is geen gunst die je als school wel of niet kunt verlenen, maar een recht dat kinderen hebben volgens de VN Conventie over de rechten van het kind:
kinderen moeten hun meningen vrijelijk kunnen uiten over alle zaken die hen aangaan (art. 12), via ieder medium van hun voorkeur (art. 13), met bescherming van hun privacy (art. 16) en zouden zij massamedia moeten kunnen gebruiken die informatie verspreiden die bevorderlijk is voor hun sociale en culturele welzijn (art. 17).Zo vind je in dit boekje nog veel meer informatie over mediawijsheid, en over de kansen en verplichtingen die er liggen voor de verschillende partijen die zich bezighouden met kinderen en ICT. De informatie uit dit boekje kan je zeker helpen als je mediawijsheid een structurele plaats wilt geven in je onderwijs.
2 opmerkingen:
boekje blijkt niet gratis te zijn, Heb m toch besteld.
@leadeb,
Sorry: foutje door de volgorde van de woorden. Het had moeten zijn 'bestellen of gratis downloaden'; dat klopt wel. Heb het direct aangepast; dank voor je tip!
Een reactie posten