Scholen melden te weinig cumi-leerlingen

Vandaag in Trouw een aardig artikel over een door hen gedaan onderzoek dat uitwijst dat scholen veel meer allochtone leerlingen hebben dan bij de Onderwijsinspectie bekend is. Als scholen in aanmerking willen komen voor cumi-gelden (een bedrag dat scholen krijgen voor extra ondersteuning voor het onderwijs aan leerlingen uit culturele minderheden), moeten ze daarvoor veel in het werk stellen: ze moeten bewijs leveren over het land van herkomst van de leerling en zijn ouders, en de verblijfsduur in Nederland. Daarvoor is o.a. een kopie van het paspoort van de ouders vereist: iets waar niet alle ouders zonder meer mee akkoord gaan. De gevolgen zijn groot: allereerst lopen scholen op deze manier gelden mis waar ze in feite wel recht (en vermoedelijk ook behoefte) aan hebben. Bovendien wordt bij de rapportage van de Onderwijsinspectie alleen rekening gehouden met het aantal geregistreerde cumi-leerlingen, ook als vermoed wordt dat het aantal cumi-leerlingen feitelijk veel groter is. Scholen scoren daardoor mogelijk soms lager bij de Inspectie-beoordeling. De Inspectie wil komend schooljaar de registratie van cumi-leerlingen veranderen, maar of ze dat gaat lukken is nog de vraag: in november vorig jaar kon echter nog bijna de helft van de scholen geen correcte gegevens verstrekken.