Marc Prensky wijst ons erop dat mobiele telefoons in feite kleine computers zijn, die steeds meer mogelijkheden hebben. Mogelijkheden die benut kunnen worden voor het onderwijs. Geen gekke gedachte, zeker niet als je bedenkt dat kinderen steeds vaker mobieltje hebben, en soms zelfs meer dan één.
In het artikel worden mobieltjes onderverdeeld in apparaten die alleen bestemd zijn voor spraak (dat zijn er nog maar weinig), mobieltjes met een SMS-functie, met grafische mogelijkheden, mobieltjes waarmee programma's gedownload en gedraaid kunnen worden, mobieltjes met een browserfunctie, met foto- of filmmogelijkheden en GPS-systemen. Bij elke functie worden een aantal toepassingen genoemd die gebruikt kunnen worden in het onderwijs. Soms heel basaal (een teksttelefoon kan gebruikt worden om teksten in vreemde talen te beluisteren en te bestuderen, SMS kan gebruikt worden om leerlingen berichten te sturen over wat ze moeten doen voor een volgende les), maar er worden ook dingen genoemd die misschien wat minder voor de hand liggen. Denk daarbij ook aan projecten zoals Frequentie 1550, waarbij leerlingen met behulp van GPS de geschiedenis van Amsterdam ontdekken, of het Rotterdamse project Codex Kodansky van het Kunstgebouw.
Dit project, genomineerd voor de Europrix 2005, is volgens de site: 'een multimediale zwerftocht, een spannend vierdimensionaal interactief hoorspel door het centrum van Rotterdam. Lopend door de stad hoort de speler de stem van de hoofdpersoon in zijn hoofd, de dwangmatige en paranoïde Kodanski. Met behulp van een koptelefoon en hightech navigatieapparatuur krijgt de speler toegang tot een heel andere stad, verborgen achter de zichtbare. Feiten, fictie, stadsgeschiedenis en statistische gegevens vermengen zich tot een spannend verhaal over en door de stad'.
Maar er zijn natuurlijk ook allerlei vormen van Geochaching te bedenken waarbij leerlingen met een mobieltje met GPS op zoek gaan naar iets, en daarbij allerlei dingen tegenkomen of ontdekken. In het mobieltje kan alle informatie gezet worden die ze nodig hebben bij hun zoektocht of de opdrachten die ze moeten maken. Denk eens aan een woordenboek dat ze kunnen raadplegen, een kaartje van de omgeving, een foto van een plek waar ze moeten zoeken enz.
Nu zijn veel van die mogelijkheden allemaal nog behoorlijk kostbaar: mobiel bellen loopt gauw in de papieren, heeft menige leerling al ontdekt. Dus het zal nog wel even duren voordat we deze mogelijkheden in de vingers hebben. Maar ik denk wel dat we ermee aan de slag moeten gaan: de techniek gaat snel, en willen we ons onderwijs in de wereld van nu passen, dan moeten we ook gebruik maken van de middelen van nu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten