donderdag 22 september 2005

Wat weten we over taal en ICT?

Hij stond al een tijdje op mijn lijstje om te lezen, maar pas nu ben ik eraan toe gekomen: de publicatie 'Wat weten we over taal en ICT' van John Bronkhorst, gratis te downloaden op de site van ICT op School. John Bronkhorst is o.a. schrijver van de boeken 'Basisboek ICT didactiek' en 'De digitale school'. Net als deze publicaties, heeft ook de nieuwste publicatie van John betrekking op de voor- en vroegschoolse educatie en het basisonderwijs. Het bevat een korte opsomming van een aantal relevante onderzoeksresultaten op het gebied van taal en ICT, gevolgd door wat tips en handreikingen hoe deze informatie gebruikt kan worden in het onderwijs.

Ik heb de publicatie met plezier gelezen. Niet omdat er voor mij veel nieuwe informatie in stond, maar wel omdat ik het leuk vond om zaken je eigenlijk al op je klompen aanvoelde, nu door wetenschappelijk onderzoek gestaafd te zien. Een paar voorbeelden:

'Kinderen ervaren beelden (foto's, video) als persoonlijk en subjectief en
sturen ze aan kleinere groepen rond. Taal ervaren ze als objectiever en meer
algemeen geldend (Okabe, 2004)'

'Avonturenspelletjes en simulaties kunnen leiden tot betere prestaties op het
gebied van probleemoplossen en strategisch denken. Daarbij vindt veel mondelinge en schriftelijke communicatie plaats (McFarlane e.a., 2002)'

'Kinderen vinden het moeilijk om informatie die ze op internet zoeken en vinden te verwerken. Leerlingen kiezen puur op de titel en gaan intuïtief te werk. Ze zoeken vooral naar een concreet antoord. Meestal zoeken ze naar letterlijke zinnen en als dat niet lukt veranderen ze gewoon hun zoekopdracht. Bij het beoordelen van de informatie laten leerlingen zich vaak leiden door de kwantiteit inplaats van door de kwaliteit. Leerlingen geloven dat een goede zoekmachine ook goede resultaten oplevert. Kinderen beoordelen een interactieve site positiever dan een 'saaie' site met alleen maar tekst (Kafai en Bates, 1997; Large 2002; Ng & Gunstone, 2002)'.

Het zijn zaken waar je op school wel degelijk rekening mee moet houden. Als beelden dichter bij kinderen staan, dan is het goed om dat gegeven te benutten en bijvoorbeeld een digitale camera in te zetten. Het gegeven dat leerlingen zich bij het zoeken vaak laten leiden door kwantiteit in plaats van door kwaliteit, moet verwerkt worden in de lessen waarbij een beroep wordt gedaan op de informatievaardigheden door kinderen zelf te laten ervaren dat veel sites niet altijd een beter resultaat opleveren dan één paar goede sites.

Over hoe we aan de slag kunnen met deze onderzoeksresultaten is de publicatie 'Wat weten we over taal en ICT' beperkt; daar valt nog veel meer te zeggen. Begrijpelijk: om vervolgstappen te kunnen ontwikkelen moet je natuurlijk eerst in kaart brengen op basis waarvan dat gedaan moet worden. Ik hoop op tenminste vervolgpublicaties: één over de stand van zaken rond ICT en onderwijs bij leerlingen van middelbare scholen, en één met tips over hoe we nu praktisch aan de slag kunnen met de resultaten.

Geen opmerkingen: