maandag 10 oktober 2005

Mediawijsheid

Het is alweer een paar maanden geleden dat de Raad voor Cultuur kwam met het rapport Mediawijsheid. Toen had ik geen tijd om het te lezen, maar inmiddels heb ik dat wel, en ik denk dat het rapport zeker interessant is voor iedereen die zich bezighoudt met informatie in (maar ook buiten) het onderwijs.

De Raad voor Cultuur geeft in zijn rapport aan Medy van der Laan het advies het begrip media-educatie te verbreden naar mediawijsheid. De Raad stelt dat de belangrijkste consequenties hiervan drievoudig zijn:
  • Mediawijsheid beslaat meer terreinen dan alleen het onderwijs: ook op het terrein van de zorg, de politiek of de veiligheid dienen burgers mediawijs te zijn;
  • Mediawijsheid betreft meer mensen dan alleen kinderen en jongeren: om optimaal te kunnen functioneren in de hedendaagse maatschappij zou iedereen mediawijs moeten zijn;
  • Het doel en de noodzaak van mediawijsheid ligt niet in de omgang met de media zelf, maar in het kunnen participeren in het maatschappelijk proces.
Daarnaast legt mediawijsheid meer dan media-educatie de nadruk op het zelf maken of produceren van media-inhouden en voegt het 'mentaliteit' of houding toe als belangrijk aspect van mediawijsheid. Burgers moeten zich bewust zijn van de wijze waarop zij media gebruiken en van het effect van dat gebruik op henzelf en anderen.

Met name dat laatste boeit mij: ik zelf denk dat jongeren al lang gebruik maken van media, en daar ook behoorlijk bewust keuzes in doen. Afhankelijk van wat ze willen communiceren kiezen ze voor website of weblog, voor msn, sms of chat. Het onderwijs blijft m.i. daarbij achter. Veel scholen komen niet verder dan het aanbieden van een website, die zowel bestemd is voor de leerlingen, als de medewerkers van de school, ouders èn aankomende leerlingen.

Betekent dat dat scholen zich geen zorg meer hoeven te maken over media-educatie (behalve misschien dat ze moeten proberen om de docenten mediawijs te maken)? Nee, die conclusie vind ik niet gerechtvaardigd. Ik denk dat leerlingen wel van alles uitproberen, maar dat het onderwijs ze daarbij wel terzijde mag staan. Enerzijds door het te faciliteren, anderzijds door met ze in gesprek te gaan over wat de media henzelf, maar ook het onderwijs kunnen bieden. En, zoals de Raad voor Cultuur terecht stelt, om bewustzijn te creëren welk effect mediagebruik kan hebben op anderen.

De Raad stelt voor om op scholen 'mediacoaches' te benoemen. De mediacoach 'moet zorg dragen voor continuïteit, hij ontwikkelt projecten met buitenschoolse partners en biedt begeleiding en inspiratie bij het media-onderwijs op eigen school.' In de visie van de Raad is de mediacoach een eerstegraads HBO of universitair geschoold persoon. Frappant vind ik de opmerking die de Raad daaraan toevoegt: 'al hoeft niet uitgesloten te worden dat de mediathecaris van de school de functie van mediacoach op zich neemt'. Opvallend vind ik dat de Raad er klaarblijkelijk vanuit gaat dat er op een school maar één mediathecaris is (terwijl er gezien het belang van media in het huidige onderwijs toch voldoende redenen te bedenken zijn om meer mediathecarissen in een school aan te stellen), en dat een mediathecaris niet HBO- of universitair geschoold is (terwijl zowel de oude opleiding tot schoolbibliothecaris als de nieuwe IDM of MIM-opleiding toch echt HBO-opleidingen zijn).

In het rapport Mediawijsheid wordt het advies gegeven om media-educatie niet op te nemen in de kerndoelen, omdat ze scholen ruimte willen bieden om de invulling van media-educatie naar eigen inzicht te organiseren. Dat vind ik jammer, want ik denk dat de kans dat scholen media-educatie eigener beweging op te nemen in hun lesprogramma klein is. Maar weinig scholen hebben tot nu toe tijd voor media-educatie vrijgemaakt in het lesprogramma, noch voldoende budget om een iemand die taak toe te kennen. Een mediathecaris zou die taak op zich kunnen nemen, maar die wordt vaak vooral verondersteld om toezicht te houden in de mediatheek, en om bronnenmateriaal ter beschikking te stellen. Er is vaak geen geld om één (of meer) gekwalificeerde mediathecaris(sen) te benoemen, en die ook te betalen op het niveau van een HBO-geschoolde. Nog altijd zijn er scholen waar zeer welwillende, maar niet tot mediathecaris geschoolde ouders de scepter zwaaien in de mediatheek, of waar de (vaak laagbetaalde maar wel HBO-opgeleide) mediathecaris niet de ruimte krijgt om zijn of haar visie neer te leggen op het gebied van media-educatie. Voor media-educatie is daardoor geen tijd en ruimte en ik denk dat we daarmee onze leerlingen tekort doen!

Geen opmerkingen: