maandag 25 mei 2009

Media: ramen en deuren voor de school

afbeelding van een kerk met een open deurMediawijsheid krijgt op dit moment veel aandacht van de overheid, o.a. in de vorm van subsidies. Als oud-mediathecaris vind ik dat natuurlijk een goede zaak. In het onderwijs wordt veelvuldig gebruik gemaakt van informatie die de media aanbiedt: in de vorm van boeken, tijdschriften en websites. Allerlei informatie komen via de media de school in. De media bieden als het ware een raam op de wereld.

Helaas is het uitzicht soms beperkt en zijn de ramen soms vies waardoor je niet alles kunt zien en wat je ziet is niet altijd wat het is. Daarvoor zijn informatievaardigheden van groot belang: wie goed kan zoeken en in staat is om te beoordelen wat hij ziet vergroot zijn mogelijkheden.

Maar media zijn niet alleen het raam waardoor je naar de wereld kijkt: ze zijn ook de deuren waardoor je naar buiten kunt gaan. De meeste scholen zijn zich daarvan wel bewust: bijna elke school heeft wel contacten met de regionale pers. Maar die toegang tot de wereld wordt over het algemeen maar heel beperkt gebruikt voor het primair onderwijsproces. Dat is een gemiste kans. Niet alleen omdat leerlingen moeten leren hoe ze de media kunnen gebruiken om hun doel te bereiken (Obama heeft aangetoond dat door een slim gebruik van media je het tot president kunt schoppen), maar ook omdat publiceren en kennis delen een stimulans is bij het leren.

Het is erg motiverend om te ervaren dat anderen geïnteresseerd zijn in jouw ideeën en daarop reageren. Het wordt extra leuk als dat mensen zijn van buiten school: mensen die een wereld vertegenwoordigen waar de leerling vaak nog geen weet van heeft maar waar die wel onderweg naar toe is. Zo is het schrijven van een nieuw lemma voor Wikipedia (in het Nederlands of een andere taal) of voor Wikikids (of misschien als klasseproject zelfs een heel Wikibook), niet alleen een prachtige manier om te laten zien wat je zelf weet van een bepaald onderwerp, maar ook een mogelijkheid om in contact te komen met (andere) experts op dat vakgebied.

Een school die in een (Ning-)netwerk contacten onderhoudt met bedrijven, oud-leerlingen, ouders en wie er verder nog meer geïnteresseerd zijn in de school, creëert daarmee een platform voor hun eigen plannen en wensen, maar ook voor de leerlingen die stage willen lopen, voor hun (profiel-)werkstuk op zoek zijn naar experts of een onderzoeksgroep, of zich willen oriënteren op een baan of een vervolgopleiding.

Een weblog (al dan niet ingebouwd in Hyves of Facebook) biedt mooie kansen voor (o.a.) de talenvakken. Wissel eens uit met een school in het buitenland en vraag elke week één of meer leerlingen iets te schrijven over wat ze bezig houdt. Een betoog schrijven vinden maar weinig leerlingen leuk maar als je daarop reacties krijgt en vragen wordt het leuker en uitdagender. Het is niet nodig de stukjes te corrigeren: het doel van het schrijven is vooral om te oefenen en veel meters te maken. Bovendien werkt het natuurlijk remmend op de creativiteit als leerlingen weten dat ze op hun stukjes afgerekend kunnen worden. Je kunt natuurlijk wel het weblog positief inzetten: wie het beste stuk van de maand schrijft (bijv. het stuk dat het meest gelezen is of waarop het vaakst is gereageerd) kan daarmee een extra punt verdienen.

Door leerlingen te laten publiceren en ze zo te laten ondervinden wat wel werkt en wat niet en hoe ze zichzelf het beste kunnen presenteren zullen ze bovendien heel wat mediawijzer worden. Wie weet komt is één van de volgende presidenten van de VS wel een leerling van jouw school! ;-)

Afbeelding van Contemplativechristian, onder cc-licentie.

Geen opmerkingen: