Wat heel veel mensen vergeten is dat de toekomstige werkgever vaak hetzelfde doet: even googlen op de naam van de kandidaten. Tegenwoordig laat bijna iedereen sporen achter op het het: via een persoonlijke website, weblog of Twitter, op profielsites als Hyves en LinkedIn, op YouTube staan zelf gemaakte filmpjes en menigeen zet zijn collectie foto's online op Flickr of Picasa. Met een beetje geluk vind je als werkgever ook de collectie favorieten van je mogelijke toekomstige werknemer, en je kunt zijn muziekvoorkeur leren kennen via LastFM. Is hij een gamer: probeer dan eens zijn gamertag te achterhalen en doorzoek een paar grote gamefora. Een stamboom kun je natrekken via websites als MyHeritage en Verwant.nl. Op het grote internetarchief vind je de websites terug die de sollicitant zorgvuldig had 'verwijderd' omdat hij niet wilde dat zijn toekomstige baas die zou zien.
Of het beeld dat zo ontstaat ook een goed beeld is, kan natuurlijk betwijfeld worden, maar het is wel een beeld dat je achterlaat voor wie het maar wil zien. Maar heel weinig mensen zijn zich hiervan bewust. Want ook al zal bijna iedereen zijn eigen naam wel eens ingetypt hebben om te zien wat er online te vinden is over zichzelf: de resultaten die dat oplevert worden maar zelden bekeken vanuit het oogpunt van de kritische toekomstige werkgever, de (ex-)vriend of -vriendin of - in een later stadium - jouw toekomstige werknemer. Want iedereen heeft toegang tot die gegevens.
Je digitale identiteit wordt steeds belangrijker: enerzijds omdat iedereen steeds meer sporen achter op het web; anderzijds omdat steeds meer mensen weten hoe ze deze informatie op moeten sporen. Jammer genoeg wordt aan het begrip digitale identiteit in het onderwijs maar zelden aandacht besteed. Toch is het niet moeilijk om dat te doen. Geef je leerlingen eens de opdracht om in teamverband een digitale collage te maken over zomaar iemand wiens naam ze vinden op het web. In de collage moeten zoveel mogelijk persoonsgegevens worden vermeld, meningen die jouw persoon heeft achtergelaten op het web, foto's en filmpjes en misschien zijn er ook nog wel geluidsbestanden. Daag je leerlingen uit om zoveel mogelijk informatie te vinden en laat ze noteren waar ze zoeken en hoe ze zoeken. Als iedereen klaar is bespreek je de collages: op welke sites en op welke manieren is informatie gevonden en welk beeld hebben ze gekregen van de door hun onderzochte persoon? En als die persoon een ander beeld van zichzelf zou willen achterlaten hoe zou die dat dan moeten doen? Zou je gegevens van het net kunnen wissen (eigenlijk niet: enerzijds omdat er een archief is van oude webpagina's en anderzijds omdat informatie vaak door anderen gekopiëerd wordt en daardoor buiten bereik van degene die die informatie als eerste online had gezet). Hoe zou je dan een digitale identiteit kunnen veranderen?
Je kunt de opdracht ook omdraaien en leerlingen vragen om een digitale identiteit te creëren van een fictieve of een historische persoon of hun eigen identiteit aan te passen. Daarvoor moeten ze eerst bepalen hoe ze willen dat die identiteit eruit moet komen te zien: moet het een introverte of extraverte persoonlijkheid worden, welke hobby's horen bij die identiteit en welke niet, wat voor soort foto's moeten online staan, welke meningen zou je achter moeten laten op het web en hoe zou je dat doen?
Het zijn geen makkelijke opdrachten en heel belangrijk is dat er tevoren een sfeer wordt gecreëerd waarin leerlingen zich veilig voelen omdat het - uiteindelijk - gaat om hun eigen identiteit. En voor veel leerlingen is hun digitale identiteit bijna net zo belangrijk als hun identiteit in real life. Maar ik denk wel dat het een heel leerzame en ook leuke ervaring is om te merken dat je zelf je digitale identiteit kunt bewaken èn - als je dat wilt - aanpassen!
Afbeelding van fotologic, gepubliceerd onder CC-by.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten