Het begrip 'mediawijsheid' heeft de Raad voor Cultuur in 2005 als volgt gedefinieerd: ‘het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde samenleving’. De Raad geeft ook aan dat iedereen mediawijs moet zijn, en dat het dus niets iets is wat alleen het onderwijsveld aangaat. Maar duidelijk is wel dat er volgens hen ook binnen het onderwijs aandacht aan besteed moet worden.
In de kerndoelen en eindtermen van het voortgezet onderwijs komt het begrip mediawijsheid niet voor. Wel komen bij de kerndoelen informatievaardigheden in de basisvorming zinnen voor als 'De leerlingen kunnen met apparatuur en programmatuur omgaan. Dat houdt in dat leerlingen de verschillende onderdelen van een computer kunnen gebruiken: toetsenbord, muis, printer, modem, CD-ROM, diskette en harde schijf.'. Mmm, niet echt iets van deze tijd, lijkt mij. Een diskette??? Dan maar eens een kijkje nemen bij de eindtermen van de algemene vakken: 'De kandidaat kan bij de examinering gebruik maken van telecommunicatie, zoals e-mail, discussie- en nieuwsgroepen'. Discussie- en nieuwsgroepen? En waar zijn dan de wiki's en de weblogs en de sociale netwerken? Hoeven ze daar niet mee overweg te kunnen als ze eindexamen doen?
De leerdoelen leken mij hopeloos achter te lopen bij de werkelijkheid. Ik vond meer steun bij een andere indeling waar ik eens over hoorde: content, contact en conduct, oftewel het zoeken naar en valideren van informatie (content), het omgaan met anderen (contact) en het je bewust zijn van de gevolgen van je eigen en andermans acties op internet (conduct). Het aardige van die indeling is dat die m.i. aansluit bij de definitie van de Raad voor Cultuur omdat eruit blijkt dat het niet alleen gaat over het consumeren van media, maar ook om het actieve gebruik ervan. Als je deze termen legt naast de leerdoelen en eindtermen op het gebied van informatie van het VO dan zal je merken dat je met deze indeling een heel eind komt.
Wat ik niet echt kwijt kon in deze indeling waren de technische vaardigheden: die heb je immers bij alle drie de elementen nodig. Voor het onderwijs zijn die vaardigheden wel belangrijk: niet elke leerling is even handig in het werken met de computer en zolang er geen eisen aan ze gesteld worden op dit gebied zullen ze het ook niet leren. Ik ben er daarom wel voorstander van dat deze technische vaardigheden worden verwerkt in het curriculum: niet als aparte lessen maar verwerkt in de opdrachten. Wat mij betreft mag er daarom nog een vierde C bijkomen: die van computervaardigheden (of computer skills, om in stijl te blijven met de andere termen).
Tot slot nog ter relativering: er zijn natuurlijk veel meer definities van het begrip mediawijsheid en andere termen waarmee ongeveer hetzelfde wordt aangeduid. Ik ben ook zeker gecharmeerd van de Vlaamse competentie diamant (p. 4) en ook de term ICT-competent vind ik nog altijd niet slecht. Maar de 4 C's vind ik wel het beste passen bij web 2.0 dus voorlopig hou ik het daar nog maar even op!
5 opmerkingen:
Dikke proficiat met je nominatie voor de Dutch bloggies!!
@Janien,
Dank voor je felicitaties. Ik wist er zelf nog niets van! Ik heb geen idee wie ons heeft aangemeld maar ik hoop natuurlijk wel dat we veel stemmen krijgen ;-)
ja een verrassing, niet? Ook voor mij :)
Even een inhoudelijke reactie: erg fijn gevonden die 4C's! Ik had de term mediawijsheid in 6 deelgebieden uiteen getrokken, voor mijn afstuderen "Leren met de www-factor." Ik had genoemd: 1) ICT-vaardigheden, 2) informatievaardigheden, 3) auteursrecht, 4) Audiovisuele geletterdheid, 5) Net-etiquette 6) Digitale identiteit
Ik denk dat het 4C model daar wel goed mee overeenkomt. Het enige wat ik daar in mis is audiovisuele geletterdheid oftewel de beeldtaal, de traditionele vorm van media-educatie. Toch omschrijf je hier mooi wat ik vaak mis wanneer we over mediawijsheid praten en wanneer scholen er mee aan de slag gaan. Vaak blijft het beperkt bij tv, radio en krant.
@Jeroen Gerth,
Ik heb de 4 C's niet zelf gevonden: ze komen uit de eindrapportage van Jos de Haan, van het project EU Kids Online. Ik heb alleen een eerste uitwerking ervan gemaakt voor het onderwijs. Ik moet dat nog verder uitwerken; ik zal je opmerkingen zeker meenemen daarin. Dank voor je feedback!
Een reactie posten