donderdag 22 december 2011

Hoe Engels te leren

Door: Martijn van den Berg

Het valt bijna niet te ontkennen dat Engels op dit moment de belangrijkste taal is. Neem een gemiddelde pagina op facebook tegenwoordig, en toch een derde is in het Engels geschreven. Het Engels dat we tegenwoordig schrijven is van een veel hoger niveau. Maar met dat Engels overal, wat leren we nu op school en wat leren we eromheen?


Als ik bedenk hoe ik Engels heb geleerd, denk ik natuurlijk meteen aan alle games die ik heb gespeeld, en de lessen die ik op de middelbare school in het Engels heb gehad. Toen ik naar de hotelschool ben gegaan, heb ik mijn Engels verder ontwikkeld door met buitenlandse mensen in school te praten. Maar bijna geen enkel deel van mijn Engels komt van wat ik van school heb geleerd.

Dit wordt nog eens bewezen als je kijkt naar het niveau van Engels van middelbare scholieren. Er zit daar een gigantisch verschil in het niveau, omdat sommige mensen al in hun dagelijks leven al Engels spreken of schrijven, en anderen niet. Daaruit blijkt ook dat mensen daar dus blijkbaar meer mee leren dan Engels op school.

Maar hoe kan je dit op school het beste aanpakken? Hoe kan je zorgen dat alle studenten op dit niveau komen? Studenten zijn liever bezig met hobby's dan met school. Je kan dus beter proberen studenten te stimuleren deze media in het Engels op te zoeken. Ten slotte worden studenten gemotiveerder als ze weten dat er ook echt iemand iets heeft aan wat ze doen.

Als je nu aandacht besteedt in de les aan wat leuk is, en niet wat leerzaam is, en dan als leerkracht de controlerende functie uitvoert, door te checken of het niveau van grammatica hoog genoeg ligt. Er zijn eigenlijk veel te veel leuke manieren om Engels te leren, je moet alleen van de bestaande structuur af.

Eigenlijk zijn het de dagelijkse dingen die je het beste Engels leren. En in de toekomst zal er ook meer Engels in het dagelijkse leven komen. Het is daarom belangrijk van de bestaande mogelijkheden gebruik te maken, dan leren studenten zichzelf Engels.

N.B. Dit was de laatste blogpost van dit jaar. We zijn weer terug op 9 januari 2012. De beste wensen allemaal!

woensdag 21 december 2011

ICT: het middel is nodig om het doel te bereiken

In mijn laatste post in dit kalenderjaar wil ik even mijmeren over waarom ik ICT nu zo belangrijk vind en waarom ik denk dat je nu geen onderwijs meer kan geven zonder ICT.

Er is in de afgelopen jaren heel wat onderzoek gedaan naar wat onderwijs met ICT kan opleveren.Uit een meta-onderzoek gedaan door John Hattie blijkt dat het gebruik van ICT op zich maar heel weinig effect heeft op onderwijs. Veel belangrijker zijn zaken als het enthousiasme waarmee de docent les geeft, de kwaliteit van de feedback die hij geeft en de kennis die de docent heeft van wat de leerling, weet en kan, van wat hem boeit en hoe hij leert. Heel kort gezegd komt het er - volgens het meta-onderzoek van Hattie, erop neer dat een goede docent goed onderwijs geeft.

Ook in Nederlands is onderzoek gedaan naar de bijdrage die ICT kan leveren aan het onderwijs. Lees maar eens de publicaties uit de Kennisnet-onderzoeksreeks. Uit de meeste van die onderzoeken blijkt dat lesgeven met ICT ten minste evenveel (en soms meer) kan opleveren dan onderwijs zonder ICT. Natuurlijk moet dan wel aan een aantal voorwaarden voldaan worden: ICT moet met het juiste doel en op een goede manier ingezet worden.

Dat is natuurlijk een uitkomst die van toepassing is op heel veel (onderwijs)instrumenten: als je een instrument gebruikt voor een verkeerd doel of niet vakkundig gebruikt, dan helpt het je weinig verder. Een timmerman kan wonderen doen met een boormachine, maar niet als hij niet weet hoe die werkt of als hij 'm gebruikt om brooddeeg mee te kneden! Maar als de timmerman zijn boormachine gebruikt om een gaatje te boren in een kast om zo een pen-en-gat-verbinding te maken, dan helpt de boormachine hem om sneller, mooier en/of effectiever een kast te maken. Dat gaat natuurlijk ook op voor onderwijs: een docent die beschikt over hulpmiddelen en weet wanneer en hoe hij die het beste in kan zetten, geeft effectiever, beter of leuker onderwijs dan een docent die niet over die middelen beschikt.


Is ICT een middel dat je kan vergelijken met andere middelen en - bij gelijke geschiktheid - uit je gereedschapskist kan halen en vervangen door andere middelen? Nee, dat vind ik niet. ICT is een gereedschap dat nu op zoveel verschillende manieren in de maatschappij wordt ingezet, dat we als onderwijs de plicht hebben om onze leerlingen te leren hoe ze daarvan gebruik moeten maken, zowel voor de uitoefening van hun toekomstige beroep, als om hen in staat te stellen ook buiten school en na hun opleiding door te gaan met leren, èn om in de maatschappij te kunnen functioneren.

Om dat te bereiken moeten scholen een leerlijn ontwikkelen waarin leerlingen leren ICT in te zetten om hun doel te bereiken. Om informatie te zoeken, te beoordelen en te presenteren, om met anderen te communiceren en om dingen te creëren. Die leerdoelen moeten door alle vakken heen gerealiseerd worden, waarbij wat in het ene vak geleerd en geoefend wordt, wordt toegepast in de andere vakken.

Dat betekent niet dat alle vakken op dezelfde wijze en in even grote mate aandacht moeten besteden aan ICT: elk vak biedt daarvoor specifieke mogelijkheden. Nadat een school in kaart heeft gebracht over welke ICT-competenties leerlingen moeten beschikken, moeten ze per vak en per activiteit bepalen welke bijdrage ICT kan leveren aan het vak èn hoe leerlingen daardoor kunnen leren ICT op zinvolle wijze te gebruiken. Op basis daarvan moet een leerlijn ontwikkeld worden, waarbij er zorg voor wordt gedragen dat alle leerlingen door hun hele schoolloopbaan heen, in aanraking komen met alle facetten van ICT die ze nodig hebben, nu en straks, en dat ze bij het gebruik daarvan begeleid worden.Alleen dan is ICT zowel een gereedschap dat goede docenten kunnen gebruiken om nog beter onderwijs te geven èn leren leerlingen op hun beurt hoe dit gereedschap hen zelf kan helpen om hun doelen te bereiken.

Afbeelding van Kimmo Palosaari, gepubliceerd onder CC-by.

dinsdag 20 december 2011

Digibordtools voor het basisonderwijs en daarvoor

Vandaag nog een een andere set digibordtools die ik jullie wil laten zien: de TESiboard collection voor leerlingen in de onder- en middenbouw en de voorschoolse educatie. Deze collectie is veel uitgebreider dan die van Classtools, maar daar staat weer tegenover dat je er zelf niet je eigen content aan kan toevoegen. Maar omdat er heel veel verschillende tools zijn en de inhoud goed aansluit op de leerstof in de onderbouw, is dat niet echt een probleem. Een absoluut pluspunt is de mooie vormgeving van de TES iboard collection en de manier waarop ze kinderen uitdagen om spelenderwijs te leren: vormen te herkennen, series te vormen, cijfers herkennen en eenvoudig rekenen, verhaaltjes te maken, begrippen als dichtbij en veraf te leren en oud en nieuw en nog veel meer.

De tools zijn onderverdeeld in:

Binnen die indeling zijn ze onderverdeeld in verschillende jaren en daarbinnen weer op vakken en onderwerpen:
Omdat de tools Engelstalig zijn is niet alles geschikt voor gebruik in Nederlandse scholen, maar heel veel materiaal en zeker het materiaal voor de voorschoolse educatie en de onderbouw is dat wel omdat er maar weinig gebruik gemaakt wordt van taal.

Handig van de tools is dat bij elke tool een tip staat hoe je die zou kunnen gebruiken. Bij de tool waarvan ik bovenaan deze post een screenshot heb gezet, staat de tip (vrij vertaald door mij):

Klik op de onderdelen van de slee onderaan het scherm om te kiezen hoe de slee van de kerstman eruit moet zien. Gebruik deze tool om ict-vaardigheden te leren of om de kinderen te stimuleren verhalen te vertellen gebaseerd op het plaatje. Bijvoorbeeld: waarom heb je gekozen voor een slee met modderspetters? Wat zou er met de kerstman gebeurd zijn waardoor zijn slee zo modderig is geworden?

Kijk en geniet, zou ik zeggen, van deze digibordtools. Omdat ze webbased zijn, zijn ze op alle borden te gebruiken. Ook als je de tools zelf niet gebruikt, is het leuk om de site te bekijken omdat die je op ideeën kan brengen om de leerstof op andere manieren aan te bieden.

maandag 19 december 2011

Gebruik woordenboeken in het voortgezet onderwijs

Van een student kreeg ik het verzoek of ik aan jullie wil vragen of jullie mee willen werken aan een onderzoek naar het gebruik van woordenboeken in het voortgezet onderwijs. Zie hieronder de tekst van de mail:
Op dit moment loop ik stage bij Van Dale Uitgevers waar ik een onderzoek doe naar de educatieve markt, als onderdeel van mijn afstudeeropdracht. Het gaat over hoe de leerlingen tegenwoordig woordenboeken gebruiken en of zij in de toekomst nog steeds papieren woordenboeken blijven gebruiken of gaan ze juist overstappen naar digitaal/online of een combinatie van papieren en digitale woordenboeken.


Hiervoor heb ik vragenlijsten gemaakt bestemd voor de leerlingen en (taal)docenten. Deze links zijn te vinden op:

Met de resultaten hoop ik een rapport te kunnen schrijven voor Van Dale Uitgevers over wat voor producten zij kunnen ontwikkelen om de educatieve markt, voornamelijk het voortgezet onderwijs, beter te kunnen bedienen.

Bij deze heb ik aan het verzoek van de student voldaan ;-). Helpen jullie hem mee het gebruik van woordenboeken in kaart te brengen?

Afbeelding van Enter, gepubliceerd onder CC-by.

Tools voor (digibord)lessen voor basis en voortgezet onderwijs

Classtools is een site waar ik al wel eens eerder over vertelde. Maar omdat ik merk dat lang nog niet elke leerkracht of docent deze site kent, besteed ik er toch nog een keer aandacht aan. De tools op de site van Classtools kan je niet alleen op een p.c. of laptop gebruiken; ze zijn ook erg geschikt voor gebruik op het digibord omdat ze uitnodigen om er actief mee aan de slag te gaan. Je kan ermee slepen, spelletjes doen, op allerlei knoppen drukken enz. Welke mogelijkheden biedt Classtools?
Er zijn nog een paar andere tools, maar die vind ik persoonlijk minder interessant omdat ze minder breed inzetbaar zijn. 

Een nadeel van Classtools zijn de advertenties: die vind ik zelf nogal overdadig aanwezig bij sommige tools. Gelukkig kan je daar voor een beperkt bedrag vanaf komen: voor een bedrag van £75 per jaar ben je van alle advertenties af, je kan de spellen e.d. die je hebt gemaakt met Classtools online bewaren en je kan alle tools in fullscreen bekijken. Maar als je geen probleem hebt met de advertenties, dan kan je Classtools gratis gebruiken.

donderdag 15 december 2011

"Thuis" thuis?

Door: Martijn van den Berg
Voordat ik op kamers ging wonen, was alles simpel. Als ik zei dat ik naar huis ging, ging ik naar het huis van mijn ouders. Nu ik op kamers woon, is het erg moeilijk om te zeggen wat nu precies "thuis" is. Ik voel me meer thuis in Leeuwarden, maar om nu iedere keer "het huis van mijn ouders" te gaan zeggen, klinkt ook weer niet goed. Daarom hebben studenten de term "thuis" thuis uitgevonden.

Als studenten voor het eerst op zichzelf gaan wonen, is het vaak nog erg onwennig om in je eentje op je kamer te zitten. Het is alsof je in je slaapkamer zit, en de woonkamer erg ver weg is. Daarnaast hechten veel studenten zich nog erg aan het leven "thuis" thuis, en hebben ze moeite op te starten in een nieuwe omgeving. Het is daarom ook gebruikelijk dat deze studenten nog wekelijks, of soms zelf meer naar huis gaan.

Maar hoe vanzelfsprekend is het om nu ieder weekend naar je ouders te gaan? Sommige studenten reizen iedere week 3 uur of meer, alleen maar om twee daagjes in de omgeving te zijn waar ze zich in bevonden voor ze op kamers gingen, met dezelfde vrienden, hetzelfde werk en dezelfde warme maaltijd op tafel. Omdat je de dingen die je normaal in een week deed, nu in iets meer dan twee dagen moet doen, is het weekend altijd ongelofelijk druk.

Maar waarom doen studenten dit? Ik gok zelf dat het begint met het verlangen naar de oude "makkelijke" omgeving, en dat het daarna meer een gewoonte wordt. Na ongeveer twee jaar zie je sommige studenten die volledig los komen van het ouderlijk huis, en deze ontdekken dat ze opeens veel meer vrije tijd hebben.

Toen ik me realiseerde dat ik iedere week 3 uur heen en 3 uur terug reisde, ben ik ook minder terug gegaan. Dit was in het begin erg wennen. Zelf je was doen, in het weekend voor jezelf koken. Maar de rust in het weekend bevalt me wel, omdat ik mijn drukke weekend verwissel voor een omgeving waar ik niets doe. Waar voorheen mijn planning gemaakt werd door werk en mensen die mij vroegen of ik iets wilde doen, heb ik nu de ruimte om zelf initiatief te nemen. Zo kan ik iedere dag wakker worden en doen waar ik die dag zin in heb.

Het bevalt me wel, hier in het weekend zitten, en ik kan iedere student aanraden om het een paar weekenden te proberen. Misschien dat je je in het begin aan het afvragen bent wat er gebeurt was als je naar je ouders wedergekeerd was dat weekend, maar als je op de lange termijn vergelijkt, kan je er als student veel nuttigs uit halen.

woensdag 14 december 2011

Internet en oma's

Foto van Chacho Puebla
(Media)wijsheid is weten hoe je het best kan gedragen (op internet) om je doelen te verwezenlijken. Hoe presenteer je jezelf zo goed mogelijk (op Hyves, Facebook of LinkedIn), hoe werk je goed samen (in een game) om het hoogste level te kunnen bereiken, hoe zorg je ervoor dat anderen jou(w profiel, weblog of website) 'ontdekken', hoe bouw je een band op met anderen (via het net), hoe benut je de kennis die anderen (op internet) hebben (gezet), hoe kan je onderscheid maken tussen 'foute' en goede vrienden (op het net) en hoe bepaal je wat (op internet) goede bronnen op zijn en wat niet? Om die inzichten in praktijk te kunnen brengen moet je uiteraard ook de technische vaardigheden hebben om de (internet)gereedschappen te kunnen hanteren die nodig zijn om jouw doelen te bereiken.

Als je bovenstaande alinea leest en daarbij alle woorden die te maken hebben met internet weglaat, dan zie je dat er in de kern niets nieuws onder de zon is:
Wijsheid is weten hoe je het best kan gedragen om je doelen te verwezenlijken. Hoe presenteer je jezelf zo goed mogelijk, hoe werk je goed samen om het hoogste level te kunnen bereiken, hoe zorg je ervoor dat anderen jou 'ontdekken', hoe bouw je een band op met anderen, hoe benut je de kennis die anderen hebben, hoe kan je onderscheid maken tussen 'foute' en goede vrienden en hoe bepaal je wat goede bronnen op zijn en wat niet? Om die inzichten in praktijk te kunnen brengen moet je uiteraard ook de technische vaardigheden hebben om de gereedschappen te kunnen hanteren die nodig zijn om jouw doelen te bereiken.

Mediawijsheid is dus niet iets heel nieuws: het gaat om oude vaardigheden en inzichten die toegepast moeten worden in een nieuw kader. Of misschien moet ik wel zeggen: in een steeds breder wordend kader. Ik denk namelijk dat de komst van elk nieuw medium heeft gevraagd om een uitbreiding van wat we eerder hebben geleerd en dat het enige verschil is dat elk nieuw medium een grotere groep gebruikers had dan zijn voorgangers. 

Omdat wijs worden een lang proces is, is het goed om te kijken hoe je de inzichten die ouderen verworden hebben kunt vertalen naar de wereld van nu. De afgelopen week kwam ik op twee mensen tegen die met die gedachte zijn gaan spelen: elk op hun eigen manier. Chacho Puebla heeft een prachtige serie foto's gemaakt met de wijze tips die hij graag had gehad van zijn grootmoeder. De foto linksboven bij deze blogpost is van hem (klik op de foto om de tekst te kunnen lezen).
Eric Fulwiler schreef op Social Media Today een blogpost met 10 'oma-tips' van vroeger vertaald naar nu. Oma-wijsheden als 'twee keer nadenken voordat je spreekt' en 'let op je manieren' zijn in de digitale wereld van even groot belang als in de echte wereld. Op de site Power PR vind je een vertaling van deze tips.

Ik vind het een leuke en zinvolle manier om mediawijsheid van deze kant te belichten. Ik denk dat je daarmee de kloof kan dichten tussen jongeren/leerlingen en ouderen/docenten: jongeren hebben vaak wel de technische vaardigheden om het internet op te gaan, maar kunnen best wat 'oude' wijsheid gebruiken om die optimaal te kunnen benutten.

De tips op PowerPR kan je gebruiken voor een mediawijze opdracht voor leerlingen. Vraag ze eens welke 'zinloze' tips en waarschuwingen zij dagelijks krijgen van ouderen in hun omgeving. Zinloos omdat het dingen zijn waar zij anders over denken en die ze ouderwets vinden. En vraag ze dan eens om die tips te vertalen naar hun digitale leven. Of doe net als Chacho Puebla en vraag je leerlingen om tips te bedenken die zij aan hun kleinkinderen zouden willen meegeven. Er zal zeker een hoop gediscussieerd worden over wat je wel en niet moet doen op internet. En daarvan kunnen zowel leerling als leraar wijzer worden ;-)

N.B. Toen ik deze post had geschreven, zag ik dat Tessa van Zadelhoff (Warempel) blijkbaar dezelfde blogs en nieuwsbrieven leest als ik, want ook haar waren de 'oma-berichten' opgevallen en ook zij heeft erover geschreven in haar blog. Omdat de posten toch niet iets anders zijn, laat ik de mijne maar gewoon staan.

dinsdag 13 december 2011

Klassenboek in ere hersteld, maar wel digitaal

Wij hadden er vroeger nog een: een klassenboek. In dat boek - zo was de bedoeling - hielden de docenten bij wie afwezig waren in hun les, en het huiswerk werd erin genoteerd. De klassevoorzitter had tot taak dat klassenboek mee te nemen van lokaal naar lokaal. Aan het einde van het jaar werd hij/zij voor die klus beloond: het klassenboek werd hun persoonlijk eigendom.

Klassenboeken zijn verleden tijd: absenten bijhouden gebeurt vaak digitaal en ook het huiswerk wordt digitaal in ELO's vastgelegd. Toch jammer, want een klassenboek was meer dan dat. Soms waren die boeken erg leuk om nog eens door te kijken: er waren docenten die er net iets meer in schreven dan de verplichte teksten, en het gaf een leuk beeld van een schooljaar. In feite net zoiets als je agenda: na een jaar lang daarin allerlei informatie over school maar vooral over jezelf en je omgeving te hebben opgeschreven, was dat vaak een dierbaar boekwerk geworden.

Daarom, nu iedereen agenda's koopt voor het volgende jaar, de tip om het klassenboek in ere te herstellen. Niet op papier, maar digitaal zodat niet alleen de klassevertegenwoordiger maar iedereen in de klas erover kan beschikken. En niet een klassenboek om vast te leggen wie afwezig was en wat je moet doen, maar een klassenboek waarin je de geschiedenis van de klas vastlegt. Een klassenboek waarin je ouders op de hoogte houdt van wat er gebeurt,waarin je leerlingen die niet in de les kunnen zijn (bijvoorbeeld omdat ze ziek zijn) vertelt over wat er is gebeurd op school. Een klassenboek om leuke momenten vast te leggen, met foto's van de leerlingen en van wat ze hebben gemaakt, met hun uitspraken en hun vragen. Met zaken die ze moeilijk vonden om te leren maar toch onder de knie kregen en met dingen die ze leuk vonden om te doen.

Het is niet moeilijk om zo'n klassenboek te maken. Je maakt een blog aan en laat elke dag een leerling een stukje schrijven in het blog.  Je kan natuurlijk ook wekelijks iets laten schrijven of leerlingen in groepjes een stukje online laten zetten. Na een jaar maak je van dat blog een boek, bijvoorbeeld met de (gratis) open source software Anthologize (voor blogs gemaakt met Wordpress) of Blogbooker (voor Blogger, Wordpress en Livebinder).

Je kunt je boek digitaal houden, maar ik denk dat veel ouders (en - als ze wat ouder zijn - ook de leerlingen zelf) het leuk vinden om (de leukste posts uit) het boek uitgeprint mee te krijgen aan het einde van het jaar. Daarvoor kan je o.a. terecht bij Blurb. Maar daar hangt natuurlijk (fiks) een prijskaartje aan. Zelf het boek uit (laten) printen is waarschijnlijk een meer haalbare optie.

Het maken van zo'n klassenboek levert je in je onderwijs veel op. Het is een goed middel om met de leerlingen te reflecteren op wie ze zijn in de klas, wat ze doen, hoe ze leren, wat ze bereikt hebben en waar ze naar toe willen. Je kan het klassenboek gebruiken voor een taalles: hoe bouw je een tekst op, hoe zorg je voor een foutloze tekst? Het zoeken naar beeldmateriaal kan aanleiding zijn voor een gesprek over auteursrecht en bronvermelding. En aan het einde van het jaar kan je de leerlingen laten berekenen wat het kost om het boek in druk uit te brengen of om het te printen.

Voor de school is het klassenboek een prachtig communicatiemiddel naar de ouders. Bespreek wel tevoren met ze wie toegang hebben tot het blog en waarom het nodig is om daarover afspraken te maken. Als het blog immers voor iedereen zichtbaar is (dus zonder wachtwoord), dan zal je veel terughoudender moeten zijn met het noemen van namen en het plaatsen van foto's. Een goed onderwerp dus voor een ouderavond op school!

Het klassenboek dat je aan het einde van het jaar meegeeft, digitaal of op papier, is voor ouders en leerlingen een waardevol document. En voor jou als leerkracht is het natuurlijk ook leuk om in de zomervakantie (of lang daarna) nog eens herinneringen terug te halen!

maandag 12 december 2011

Onderwijs in perspectief

Onderwijs: we hebben het er maar druk mee. Hoe geef je goed onderwijs, wie moet je erbij betrekken en wie heeft welke taak daarin? Moeten we ons in het onderwijs beperken tot de 'hoofdvakken' zoals taalvaardigheid en rekenen, of moeten we op school ook aandacht besteden aan (goed) burgerschap en aan digitale taalvaardigheid?

Zo aan het einde van het jaar is het goed om eens om te kijken en te kijken naar hoe onderwijs door de eeuwen heen is vorm gegeven. Dat wordt ons sinds kort erg makkelijk gemaakt door de gloednieuwe site Onderwijserfgoed. Op deze site vind je informatie uit verschillende bronnen:
  • Onderwijsraad:
    • Adviezen van de Onderwijsraad
    • Enkele gedenkboeken
    • Jaarverslagen
  • Inspectie van het onderwijs:
    • Verslagen over de Staat van het Onderwijs
  • Nationaal Onderwijsmuseum:
    • Boeken
    • Schema’s en tabellen
    • Prenten
    • Agenda’s
    • Foto’s
    • Documenten
    • Parafernalia
Je kan de collectie doorzoeken op woorden, maar er zijn ook verzamelingen gemaakt op thema:

Een themacollectie biedt eerst een algemene inleiding op het onderwerp en geeft dan verwijzingen naar items (teksten of afbeeldingen) over dat onderwerp. Dat zijn er niet zo heel veel (gemiddeld een stuk of 6, schat ik in), maar bij elkaar geven ze een leuk beeld van (lang) vervlogen tijden.

Ik ben er blij mee. Natuurlijk mopperen we met ons allen bij elkaar heel wat op ons onderwijssysteem, maar als ik op deze site kijk, dan kan ik alleen maar constateren dat er ook echt veel positieve ontwikkelingen zijn geweest door de eeuwen heen!

donderdag 8 december 2011

Stenden MyConcept: Techniek op een nieuwe manier

Door: Martijn van den Berg
Op de middelbare school vond ik techniek een van de leukste vakken. Na een lange dag theorie in het technieklokaal aankomen, waar alles praktijkgericht was, maakte mijn dag goed. Ondanks dat de dingen die ik maakte nooit op het voorbeeld leken, was het toch leuk om de vrijheid te hebben om met alle machines aan de slag te kunnen.

Toen ik laatst bij Stenden Emmen was, zag ik daar dat ze een nieuw project aan het opstarten waren: Stenden MyConcept. Dit is een concept opgezet door studenten om meer mensen naar de techniekopleiding te krijgen. Ze hebben geld gekregen van de school, en hiermee hebben ze een technieklokaal voorzien van de meest moderne apparaten. Naast moderne ICT, zoals een smartboard en een aantal Imacs, zijn ook de meest moderne techniekapparaten aanwezig. Zo zijn er onder andere een professionele lasersnijder en een 3d printer aanwezig.

Wat nu zo bijzonder is aan dit concept, is dat praktisch iedereen daar binnen kan lopen om iets te maken, of te laten maken voor een lage prijs. Omdat alles gemaakt wordt door studenten, en omdat de materialen zonder winstoogmerk verkocht worden, is dit een unieke plaats om een idee tot leven te brengen. Zo kan je als bedrijf met een idee komen en dit laten uitwerken en maken, maar je kan ook als je een idee hebt voor bijvoorbeeld een stoel dit komen maken.

Dit bij elkaar maakt dat studenten zeer gemotiveerd aan projecten werken, aangezien alles wat ze maken in de praktijk gebruikt gaat worden. Niets is onmogelijk, aangezien ook andere opleidingen, zoals informatica mee helpen in dit lokaal.

Ik ben een groot voorstander van vrijheid in het onderwijs. Beginnen met een idee, en dit dan in een project uitwerken. Dit is, mits het in de toekomst ook in de volle vrijheid gebruikt gaat worden. Ik denk dat het op deze manier uiteindelijk zeer succesvol kan worden. Mijn zegen hebben ze in ieder geval!

woensdag 7 december 2011

Leren door verhalen te vertellen

Gisteren besprak ik hier hoe je met Moglue interactieve verhalen kan maken. Vandaag vertel ik hoe je het maken van zo’n boek gebruikt om les te geven, niet alleen de taal- maar ook de rekenles, de geschiedenisles, de aardrijkskundeles of de biologieles. En hoe je tussen neus en lippen door je leerlingen laat nadenken over copyright, over het zoeken en beoordelen van bronnen op internet, over hoe je informatie kan presenteren en over privacyzaken.

Taal-poëzie
Leerlingen maken een boek over een fictief beest. Daarvoor laat je ze eerst kennismaken met de Gorgelrijmen van Cees Buddingh. Daarbij kan je gebruik maken van deze nieuwe uitgave, geïllustreerd door Katinka van Haren waarvan hier een voorproefje te vinden is. In deze les kan je verder aandacht besteden aan poëzie, bijvoorbeeld op basis van de webpagina’s over poëzie op de site Leerkracht.nl.

Biologie
Vraag de kinderen vervolgens een lijst te maken van favoriete dieren en daaruit een top 3 te kiezen. Daarmee gaan ze straks een nieuw fabeldier samenstellen. Maar voordat het zover is, vraag je de leerlingen goed onderzoek te doen naar de eigenschappen van hun dieren: hoe zien ze eruit, wat zijn de karaktereigenschappen van de door hen gekozen dieren: leven ze in groepen of alleen, wat eten ze, hoe verplaatsen ze zich, hoe planten ze zich voort, met welke andere dieren leven ze samen?
Informatie zoeken en beoordelen
Bespreek met de kinderen tevoren hoe ze gaan zoeken en welke zoekwoorden ze gebruiken. Maak hiervoor een mindmap. Bespreek ook hoe ze de gevonden resultaten gaan beoordelen. Vraag ze te onderzoeken wie de makers zijn van de sites die ze hebben gevonden, waarom ze die sites hebben gemaakt en wanneer voor het laatst informatie is toegevoegd op die site. Maak hiervoor eventueel gebruik van de informatie op Schoolbieb.nl. Beoordeel samen met de leerlingen of ze gewerkt hebben met de juiste sites, of dat ze beter andere sites hadden kunnen gebruiken en waarom.

Samenwerken
Vraag de leerlingen de gevonden informatie samen te voegen zodat er per dier een compleet beeld ontstaat. Geef ze dan de opdracht een nieuw fabeldier te bedenken. Het nieuwe dier heeft de romp van het ene dier, de kop van het tweede dier, en de poten en eventueel vleugels van het derde dier. Het fabeldier heeft ook de eigenschappen van alle drie de dieren die de kinderen hebben onderzocht: het leeft bijvoorbeeld net als konijnen in grote groepen, het legt eieren om zich voort te planten en leeft in de woestijn. Bespreek met de leerlingen hoe ze gaan kiezen: gaan ze stemmen per eigenschap of willen ze met elkaar in debat, gaan ze onderhandelen?

Mens- en maatschappijvakken
Een verhaal kan overal plaatsvinden: in de omgeving van de school of juist in een andere plaats of ander land. Of op een plaats die niet bestaat: in een fictief land of op een onbekende planeet. En een verhaal kan zich afspelen in het nu, maar ook in het verleden of de toekomst. Bespreek met de leerlingen waar en wanneer het verhaal zich afspeelt. Je kan dit natuurlijk koppelen aan het onderwerp waarmee je in lessen aardrijkskunde of geschiedenis bezig bent.

Taal: proza-stelopdracht
Lees met de kinderen een verhaal en bespreek hoe dat verhaal is opgebouwd. Bijvoorbeeld eerst wordt verteld wie de hoofdpersoon is en hoe en waar hij leeft, dan wordt verteld hoe die persoon in de problemen komt, vervolgens wordt verteld hoe het probleem wordt opgelost, en tot slot hoe het de hoofdpersoon vergaat nadat de problemen zijn opgelost. Maak hierbij eventueel gebruik van dit achtergrondmateriaal, te vinden op de website van College de Heemlanden. Om het je leerlingen makkelijk te maken kan je de verhaallijn in een schema weergeven, zoals hier gedaan is door Henny Jellema. Je kan je leerlingen elk een eigen verhaal laten schrijven in een wiki, zoals leerkracht Elke Das, van basisschool St. Willibrordus, dat doet.

Tekenen
Natuurlijk moeten bij het verhaal ook tekeningen gemaakt worden. Hierbij kan je de taken verdelen en de kinderen in groepjes laten samenwerken. Je kan ervoor kiezen om elk groepje een eigen pagina te laten maken en één of meer objecten, of om per groepje ‘reeksen’ afbeeldingen te laten maken (bijv. achtergronden, hoofdpersonen, objecten). Stimuleer dat de leerlingen hun eigen fantasie gebruiken, dan is het geen enkel probleem als de tekeningen in stijl niet bij elkaar passen. Je kan tekeningen laten maken, maar je kan natuurlijk ook het verhaal 3-dimensionaal laten afbeelden en de leerlingen decors laten bouwen en kleifiguren laten maken. Maak daar dan foto’s die je kan gebruiken in je boek. Je kan er natuurlijk ook voor kiezen om je boek niet te maken met Moglue, maar om er een klei-animatie/stopmotion-filmpje van te maken. Lees in mijn blog welke tools je daarvoor kan gebruiken.

Mediawijsheid-copyright
Nu ga je het verhaal maken. Scan de tekeningen in en maak de achtergronden van de objecten transparant, bijv. met het gratis te downloaden programma Photofiltre. Laat leerlingen zoeken naar bij het verhaal passende geluidsbestanden. Bespreek dat je niet zomaar geluidsbestanden mag downloaden van internet, omdat daar copyright op zit, maar dat je wel gebruik mag maken van bestanden die gepubliceerd zijn onder een Creative Commons licentie. Maak hierbij eventueel gebruik van de informatie die hierover te vinden is op Wikikids: over auteursrecht en over Creative Commons. Upload het gevonden materiaal naar de Moglue builder.

Computervaardigheden
Nu ga je het boek echt maken. Maak nu zoveel pagina’s aan als nodig is voor het boek en sleep per pagina de achtergronden en de objecten in de pagina. Op de achtergrond plaats je een tekstblok waarin je de tekst van je verhaal zet. Aan de objecten koppel je de geluiden en de animaties. Kom je er niet uit hoe dat moet, raadpleeg dan de handleiding of stel een vraag in het Moglue-forum.

Rekenen
Wie een boek heeft geschreven, wil dat boek natuurlijk ook gaan verkopen. Dat kan met Moglue. Je kan je boek aanbieden via de Moglue Store. Maar het bedrag dat de mensen betalen voor jouw boek is niet helemaal voor jou: de app-store van Apple en de Android-Market willen éénderde deel van de opbrengst. Van het geld dat je verdient wil de belasting misschien ook wel een deel hebben. En om je boek te kunnen maken moest je zelf misschien een tablet aanschaffen, of een camera of een scanner om je tekeningen in te scannen. Hoeveel boeken moet je per jaar verkopen en welke prijs moet je ervoor vragen om na 1 jaar winst te maken? En na 2 jaar? Genoeg ingangen voor een uitgebreide rekenles met breuken en procenten.

Taal
Nog behoefte aan een extra les taal? Laat je leerlingen dan eens het boek voorlezen. Daarbij kan je bijvoorbeeld de dialogen laten voorlezen door verschillende kinderen, je kan letten op het aanbrengen van  rustpauzes in het voorlezen op basis van de interpunctie, enz. Je kan er - als je dat wilt - een wedstrijd van maken: wie leest het leukste voor en waarom vind je dat?

Tot slot
In dit blogje vertel ik hoe je een geanimeerd verhaal kan maken met Moglue omdat ik dat zo'n inspirerende tool vindt. Maar je kan natuurlijk ook een verhaal maken met andere software (bijv. met de tool TaleSpring, die ongeveer hetzelfde doet als Moglue), je kan er (zoals ik gisteren al suggereerde) een klei-animatie van maken of een diapresentatie waarbij je het verhaal laat voorlezen, en je kan natuurlijk ook 'gewoon' het verhaal op (virtueel) papier zetten. De lessen draaien niet om de software, maar om het vertellen van een verhaal. De tool die je gebruikt kan je les wel verrijken.

Deze serie lessen is natuurlijk maar een voorbeeld: er zijn allerlei andere manieren waarop je het maken van een boek kan gebruiken als kapstok voor een les. Je hoeft het maken van een boek natuurlijk ook niet zo uitgebreid en verspreid over zoveel lessen te doen: je kan er ook voor kiezen om er maar een paar lessen aan te besteden. Je kan ervoor kiezen om te laten stemmen op het beste/mooiste/spannendste boek, en daarvoor prijzen uit te laten reiken. Je kan al je leerlingen hun eigen boek laten maken, of ze in teams laten werken. En je kan het project verspreiden over de verschillende bouwen: leerlingen uit de onderbouw maken de tekeningen, leerlingen uit de middenbouw doen onderzoek en leerlingen uit de bovenbouw schrijven het verhaal en animeren het.

Leerlingen een boek laten maken biedt heel veel kapstokken: jij kan als leerkracht kiezen welke jassen je eraan ophangt!

Afbeelding van ticoneva, gepubliceerd onder CC-by-nc.

dinsdag 6 december 2011

Moglue: om verhalen interactief te maken

Alhoewel tablets veel meer kunnen, wordt als belangrijke reden voor aanschaf van zo’n apparaat vaak opgegeven dat het zo handig is dat je daarmee toegang kunt hebben tot een complete bibliotheek van boeken. En dat is ook zo: ik heb al heel wat uurtjes weggelezen op mijn iPad. Maar dan heb ik het niet over het lezen van pure tekstboeken. Die kan ik wel lezen op mijn iPad, maar het beeld daarvan is toch minder prettig voor mijn ogen dan het beeld dat ik krijg op mijn e-reader. Maar de iPad (of een andere tabletcomputer) is ideaal voor het lezen van multimediale content. Content met mooie foto’s, filmpjes of animaties.

Met de komst van de iPad komen er ook steeds meer interactieve boeken. Boeken waar geluid in zit en waaraan dingen kunnen bewegen. De mogelijkheden op zo’n tablet zijn natuurlijk enorm en er komen steeds meer interactieve boeken op de markt, met name ook voor kinderen. Boeken als Timo en het Toverboek en Krakje kan niet slapen zijn heerlijke kost voor kinderen, vol met verrassingen en kunnen zowel gelezen als beluisterd worden.

Het maken van zo’n boek vereiste tot voor kort nogal wat kennis, maar sinds kort is hiervoor een heel eenvoudig programma: Moglue. Moglue bestaat uit twee delen: een programma om boeken mee te maken, de builder, en een programma om boeken mee te lezen: Moglue-viewer. De builder kan je zowel op Windows-p.c.’s gebruiken als op Mac’s; de Moglue-viewer werkt op Apple en Android smartphones en tablets. Moglue is nog een open bèta, dus je kan nog een bug tegenkomen, maar bij mij werkte het prima!

Met de Moglue-builder kan je je eigen boeken maken, inclusief geluiden en animaties. Wat moet je daarvoor doen? Allereerst moet je natuurlijk het verhaal bedenken en opschrijven. Daarna maak je de tekeningen: van de achtergronden waar het verhaal zich afspeelt en van alle figuren en objecten waarvan je wilt dat die kunnen bewegen of die op meer plaatsen in het boek voorkomen. Denk bijvoorbeeld aan de hoofdpersonen uit jouw verhaal die ergens naar toe lopen, een zon die kan wiebelen en blaadjes die van de boom vallen. Die tekeningen kan je op papier maken en inscannen; je kan ze natuurlijk ook maken met een tekenprogramma op je p.c. Belangrijk is wel dat je de figuren en objecten die je op meer plaatsen wil laten terugkomen, een doorzichtige achtergrond geeft. Dat kan bijvoorbeeld met het programma Photofiltre, dat je gratis kan downloaden.

Als je dat allemaal hebt gedaan, start je het programma Moglue-builder op. Je importeert je tekeningen en eventuele geluidsopnamen die je wilt gaan gebruiken in het programma. Je maakt net zoveel pagina’s aan als je nodig hebt. Dan zet je op iedere pagina eerst de achtergrond van de tekening en je voorziet deze van een tekstveld waarin je je tekst plaatst. Vervolgens plaats je de tekeningen van de objecten en de figuren op de achtergrond. Als dat allemaal naar je zin is ga je animaties en geluiden toevoegen. Dat is het meest eenvoudige deel van het traject: Moglue kent een aantal standaard animaties (bijv. schuiven, draaien, wiebelen, ‘zweven’, springen) en geluiden die je aan de verschillende onderdelen van je tekening kan koppelen door ze ernaar toe te slepen.

Om het resultaat te bekijken heb je een tablet met daarop de Moglue-viewer nodig: voor een iPad of een Android-tablet. Je koppelt je tablet of smartphone aan je computer. Die herkent het device en toont je boek daarop.

Met Moglue is interactieve boeken maken een fluitje van een cent. Iedereen kan hiermee zijn eigen interactieve boeken maken: leerkrachten èn leerlingen. Hoe je het maken van zo’n boek kan gebruiken in je les, daar ga ik morgen op in.

maandag 5 december 2011

Educaplay: maak interactieve leeractiviteiten

logo Educaplay
Er zijn heel veel tools op het web te vinden waarmee je opdrachten kan maken. Tools om kruiswoordpuzzels te maken, een quiz, om woorden in de juiste volgorde in een zin te zetten, en programma's als Hotpotatoes waarmee je allerlei verschillende activiteiten kan maken, zoals multiple choice vragen en gap fill exercises. Op de website Educaplay kan je niet alleen die oefeningen maken, maar nog veel meer. Er zijn maar liefst 11 verschillende interactieve oefeningen die je kan maken:
  1. raadsels,
  2. quizzen (met verschillende antwoordvormen),
  3. kruiswoordpuzzels,
  4. woordzoekers,
  5. dialogen,
  6. dictee,
  7. gap fill oefeningen,
  8. begrippen/woorden groeperen,
  9. woorden in de juiste volgorde in een zin zetten,
  10. met letters een woord vormen,
  11. dingen aanwijzen op een afbeelding/kaart.

Al deze oefeningen zijn interactief: je speelt ze op de computer of laat ze maken op het digibord. Waar nodig kan je in de oefeningen gebruik maken van afbeeldingen en geluidsbestanden.

De gemaakte oefeningen kan je samenvoegen tot collecties, bijv. voor verschillende vakken. Je kan ook groepen maken die je vervolgens uitnodigt om de oefeningen in één of meer collecties te maken. Je kunt de oefeningen, zoals je hieronder ziet, ook embedden in een website en ze exporteren als SCORM-pakket zodat je ze in de ELO kan plaatsen.

Het enige nadeel dat ik kan bedenken bij Educaplay is dat de tool ontwikkeld is door een Spaanse organisatie, Adrformacion, en dat de handleidingen en sommige teksten (nog) niet vertaald zijn in het Engels. Maar dat hoeft je er niet van te weerhouden om Educaplay te gebruiken: met een beetje oefenen en uitproberen kom je een heel eind.


donderdag 1 december 2011

Over creativiteit op school

Door: Martijn van den Berg
"School kills creativity", een welbekende quote van Ken Robinson. Maar hoe moet het dan wel? Dat is de vraag waar het bij TedX twee weken geleden om ging in de workshop. Vorige week heb ik iets geschreven over de dag van Tedx zelf, maar ik vind het zeker niet onbelangrijk om ook nog iets over deze workshop te schrijven.

Mijn bijdrage bij deze workshop was om te laten zien wat creativiteit nu eigenlijk was. Ik zie creativiteit als het verbinden van woorden met elkaar. Om een woord te nemen, en zo veel mogelijk woorden hiermee te kunnen associëren, en ze dingen aan elkaar kunnen linken die normaal gesproken vergezocht zouden zijn, tot in het eindeloze.

In de discussie met de aanwezige mensen, kwamen we tot de conclusie dat iedere restrictie die je leerlingen oplegt, zorgt dat de creativiteit gelimiteerd wordt. De meest creatieve mensen zijn de mensen die geen grenzen opgelegd krijgen. Daarnaast moet je creatief willen zijn. Je moet in staat zijn iets te kunnen doen dat je erg leuk vindt, zodat je er ook met plezier mee aan de slag gaat.

De meest interessante conclusie was nog wel dat met het huidige beoordelingssysteem mensen worden gestraft als ze fouten maken, door middel van lage cijfers en uiteindelijk niet over gaan, terwijl fouten juist de belangrijkste leermomenten zijn in het leven. Het gaat zelfs zo ver dat als je ergens niet goed in bent, je het continu opnieuw mag gaan doen, terwijl als je iets goed doet, je jezelf niet meer kan verbeteren.

Als je dit gaat analyseren naar een ideale leersituatie, dan kom je er op uit dat je leerlingen gewoon een heel erg algemene opdracht moet geven, waar ze zelf interpretatie aan kunnen geven. Als je leerlingen in groepsverband een opdracht geeft, gaan ze automatisch het werk verdelen, wat er in dit geval toe leidt dat ieder doet waar hij of zij goed in is, wat uiteindelijk leidt tot een keihard werkende groep met een hoop ideeën. Tussendoor kan je als docent ondersteuning geven als leerlingen richting nodig hebben, en verbeterpunten als het niet helemaal goed loopt.

Dit is uiteraard een ideaal leerproces, en zal ook niet zo maar ingevoegd worden zonder problemen, omdat het het huidige schoolsysteem ingrijpend zou moeten veranderen. Maar het is toch iets om over na te denken, aangezien creativiteit naar mijn mening een van de belangrijkste vaardigheden is om in het bedrijfsleven je te onderscheiden van andere mensen, aangezien creativiteit een persoonlijk iets is. Daarom is het misschien toch wel belangrijk om aandacht aan te geven in het onderwijs.