donderdag 30 juni 2011

Het hbo op de schop

Door: Martijn van den Berg
Ik herinner me nog de eindexamens. Ik was bloednerveus, want ik stond er niet geweldig voor. Ik heb weken achter elkaar een één stuk door zitten leren, want ik moest en ik zou een voldoende halen voor alles. Ik ben erg blij dat dit over is. Of toch niet?

Naar aanleiding van een onderzoek op alle HBO scholen in Nederland, bleek dat bij 15 van de 1200 opleidingen diploma's afgegeven werden die niet HBO waardig waren. Het kabinet was hiervan zo geschokt, dat ze direct maatregelen hebben genomen. Er komen onder andere centrale examens op kernvakken en de controle op hbo-instellingen wordt verscherpt.Ik ben gevleid dat het kabinet laat zien dat ze het beste met ons voor heeft, maar ik ben toch een beetje sceptisch.

Ik vond het destijds vreselijk om centraal examen te moeten doen. Niet alleen omdat het zo als zo moeilijk werd beschouwd, maar ook de grote ophef eromheen. Dat soort dingen werd je een half jaar mee doodgegooid, waarna je knetterzenuwachtig was, om vervolgens voor een examen te zitten, waarvan je bij een groot deel al niets in kon vullen, omdat het je op een totaal andere manier geleerd werd. Studenten scoren over het algemeen onder hun kunnen op dit soort toetsen.

Ik ben naar Leeuwarden gegaan omdat ik dit een prachtige school vind. Leeuwarden heeft echt een eigen identiteit. Niet alleen als stad, maar ook Stenden heeft een eigen karakter. Er wordt les gegeven door middel van PBL, en de toetsen zijn echt karakteristiek voor deze school. Daarnaast word er continu gekeken hoe de school verbeterd kan worden, en zo ook de toetsen. Ik ben bang dat we dit gaan kwijtraken als er centrale toetsen zijn. Dan komt iemand, die compleet niets van de school weet, zeggen dat je het onderwijs moet aanpassen aan een bepaalde toets. Weg eigen identiteit. Weg unieke kennis die ik alleen op mijn school op kan doen.

Ik vind het goed dat men het onderwijs wil verbeteren, en de controles vind ik dan ook prima. Maar ik vind centrale toetsen geen oplossing. Het werkt in de praktijk niet goed als het op grote schaal gebruikt wordt. Daarnaast verlies je op deze manier het stukje extra dat elke opleiding heeft. De specialisatie waarom mensen net iets verder kijken voor een school. En dit zou ik heel erg jammer vinden.

woensdag 29 juni 2011

Games en eigenlijk geen game

afbeelding van twee botsende lego-autootjesOmdat het bijna vakantie is vandaag aandacht voor een vakantie-activiteit: gamen!

Om te beginnen wil ik graag jullie aandacht vragen voor de winnaars van de Creative Game Challenge. Dit jaar stond deze wedstrijd, waarin leerlingen uitgedaagd worden om hun eigen game te maken, in het teken van water. De wedstrijd heeft dit jaar nog meer en nog mooiere games opgeleverd dan vorig jaar: liefst 113 teams leverden een game in. Een absolute topscore!

De diversiteit van de inzendingen was groot. Wat mij persoonlijk opviel waren de puzzelgames. Ik had de indruk dat er daarvan meer waren dan in de voorgaande jaren. Zeker is dat het niveau van deze games hoog lag: onder de 9 games die een prijs kregen, waren er 5 waar je op de een of andere manier puzzels moest oplossen:
  1. Water Galaxy (award technische uitwerking): een puzzelgame waarbij je gebruik moet maken van zwaartekrachten om water van de ene planeet naar de andere te schieten,
  2. in Rescue of the Elements (award puzzelgame) moet je de elementen vuur, water, aarde en licht in evenwicht brengen door ze langs verschillende obstakels te helpen,
  3. de bedoeling van het spel Tsunami! (winnaar 3e prijs) is dat je je huis beschermt tegen het water. Dit doe je door een dijk te bouwen van blokken,
  4. in de 3d puzzel/adventure game Sunrise (2e prijs) reis je door de ondergrond. Je loopt over een grid en maakt gebruik van liften, platformen en verschuifbare dozen om je een weg door het level te banen,
  5. in Project-W (1e prijs) red je landen van overstroming door op tijd sluizen te openen en te sluiten.
Alle ingezonden games kunnen gratis gedownload worden.

Ik heb er erg van genoten om deze spellen te spelen. De makers van deze spellen vertelden tijdens de finale dat het ook leuk was om de spellen te maken, ook al was dat een behoorlijke klus. Een deel van het werk was dan ook in de nachtelijke uren gedaan, vooral kort voor het verstrijken van de deadline. Dat ze er veel van hebben geleerd was ook duidelijk: niet alleen op het gebied van programmeren, maar ook op het gebied van vormgeving, muziek, samenwerking en - last but not least - op het gebied van intellectueel eigendom. Voor wie zijn eigen games wil uitbrengen een absolute voorwaarde!

Volgend jaar is er een nieuwe ronde van de Creative Game Challenge, met weer nieuwe kansen. Het thema van volgend jaar zal zijn 'botsingen'. Dat kan zowel letterlijk zijn (objecten die tegen elkaar botsen, met verschillende krachten, verschillende elasticiteit enz.) als figuurlijk (mensen/characters die met elkaar 'botsen'). Mogelijkheden genoeg voor een spel, lijkt me.

Tot slot, voor wie houdt van het buitenleven, hieronder een game over de keuzes die je moet maken op een boerderij: welk gewas je gaat verbouwen, welke dierrassen je gaat fokken en waarin je gaat investeren. Het is eigenlijk geen game, maar realiteit. Voor £30 stem je mee en bepaal jij met je medespelers wat er gedaan wordt op de boerderij. Als speler mag je natuurlijk ook een bezoek brengen aan 'jouw' boerderij. Die is te vinden op Wimpole Estate, vlakbij Royston in Cambridgeshire in de UK. Misschien een leuke bestemming voor je vakantie!

De 'game' is twee maanden geleden van start gegaan, en duurt een vol jaar, dus je hebt nog 10 maanden de tijd om mee te denken over hoe het verder moet gaan met de boerderij. Een mooie game ook, lijkt mij, voor gebruik in het Groen Onderwijs. Misschien is er een Nederlandse organisatie die dit 'spel' wil organiseren? Ik teken bij deze in!



p.s. Dit was mijn laatste blogpost voor dit schooljaar. Morgen sluit Martijn het blog af met een allerlaatste post voor de zomervakantie. In september komen we hier weer online. Ik wens iedereen hierbij een prettige vakantie!

Afbeelding bovenaan van verbeeldingskr8, gepubliceerd onder CC-by-nc-sa.

dinsdag 28 juni 2011

Natuurkunde-apps voor de iPad

screenshot app WindtunnelAl eerder schreef ik over de iPad en andere tabletcomputers dat volgens mij die apparaten voorlopig nog niet de laptops of macs uit de scholen zullen laten verdwijnen. Eén van de redenen daarvoor is dat er nog maar weinig Nederlandstalige apps zijn.

Dat is natuurlijk vooral een probleem als die apps vooral op tekst gebaseerd zijn, iets wat helaas nog maar al te vaak het geval is. Jammer, want ik denk dat voor het onderwijs juist de interactieve mogelijkheden van de tablet meerwaarde kunnen bieden ten opzichte van software op laptops en desktopcomputers. Daarop draaien wel meer applicaties (vaak gemaakt in flash of java, waardoor ze niet op een iPad te zien zijn), maar die moet je bedienen met een muis en een toetsenbord waardoor je toch meer afstand houdt tot wat er op het scherm gebeurt. Het doen van bijvoorbeeld een proefje met zo'n applicatie kan je daarom gevoelsmatig niet vergelijken met het doen van een proefje in het echt.

Eén van de vakken waarvoor ik relatief veel interessante (lees: interactieve) content vond, is natuurkunde. De nadruk ligt daarbij op het gebruik maken van verschillende krachten. Maar er zijn ook wat andere mogelijkheden. Hieronder een aantal natuurkunde-apps voor de iPad die ik heb uitgeprobeerd:

  • Touch Physics: een spel waarbij je de zwaartekracht moet gebruiken om een bal naar een bepaald punt te laten vallen, rollen of stuiteren. Je kunt ook je eigen levels maken, waarbij je je eigen hindernissen kunt tekenen.
  • TinkerBox: een uitgebreide variant op het al oude spel Crazy Machines. Ook bij dit spel moet je een bal naar een bepaald punt brengen, maar in dit spel maak je niet alleen gebruik van de zwaartekracht maar ook van veren, scharen, transportbanden en nog veel meer.
  • Rafter HD: in dit spel moet je een object (rechthoek of cirkel) tekenen om daarmee een bal te laten exploderen. Daarbij maak je gebruik van de zwaartekracht (je bepaalt zelf de grootte van het object dat je laat vallen), een zijwaartse kracht (lucht), de snelheid waarmee het object valt en botsingen waarbij je zelf bepaalt met hoeveel kracht het object terugstuit vanaf de ondergrond.
  • Isaac Newton's Gravity HD: ook weer een game waarin je de zwaartekracht en verschillende objecten moet gebruiken om een bal naar een bepaald punt te brengen.
  • Bubble Ball: idem, maar wel eenvoudiger dan bovengenoemde spellen. Bijzonder: het spel is gemaakt door een 14-jarige jongen in de VS.
  • Building Parallel Circuits: een app waarmee je 6 parallelle stroomkringen moet maken. Daarbij wordt in korte teksten en animaties uitgelegd hoe de stroom loopt in een parallelle stroomkring, er is een docentenblad en een korte toets over de werking van de circuits.
  • Building Serial Circuits: idem, maar dan voor seriële stroomkringen.
  • Xperica:een app om proefjes te doen over:
    • de Wet van het behoud van Moment,
    • weerstand in een serieschakeling,
    • het kookpunt van water,
    • harmonische trillingen,
    • uitzetting van metalen,
    • slingerbeweging,
    • kogelbaan,
    • katrollen,
    • waterdruk,
    • Wet van Archimedes.
  • Vernier Video Physics:een app om video's te analyseren, bijv. de snelheid waarmee een bal wordt gegooid. Zie ook onderstaande video.
  • Mechanics:korte uitleg met simulaties over belangrijke begrippen op het gebied van:
    • kinematica,
    • dynamica,
    • energie,
    • moment,
    • rotatie,
    • zwaartekracht.
  • Wind Tunnel: een simulatie van een windtunnel. Je kunt in de windtunnel o.a. verschillende objecten plaatsen, de druk in de windtunnel verhogen en rook toevoegen.
  • Electrostatics: een simulatiegame over elektrostatica en de Wet van Coulomb. Dit spel kan overigens ook op internet gespeeld worden,
  • Coolheat (van dezelfde hand als Electrostatics): een simulatiespel over kinetische gastheorie,
  • Bouncyblue (ook weer van dezelfde maker): een simulatie waarmee je ballen (deeltjes) kunt tekenen die met verschillende snelheid bewegen over het scherm. Volgens de beschrijving van de app o.a. bruikbaar voor demo's over de dichtheid van gassen, Brownse beweging en nog veel meer (maar daarvoor reikt mijn natuurkundige kennis niet ver genoeg).
Al met al aardig wat mogelijkheden voor de natuurkundeles, lijkt me!


maandag 27 juni 2011

Vragen beantwoorden in plaats van antwoorden opzoeken

afbeelding van een schaar en een lijmstiftAlhoewel de term knip- en plakgeneratie verdrongen lijkt te zijn door de term generatie Y, heb ik niet de indruk dat er tegenwoordig minder geknipt en geplakt wordt bij het maken van werkstukken voor school. In deze blogpost een aantal tips hoe je kunt voorkomen dat dit knippen en plakken leidt tot minder leeropbrengst en in plaats daarvan leidt tot leerwinst.
  • Maak onderscheid tussen verschillende soorten vragen/problemen en geef de leerling aan in welke gevallen je van hem verwacht dat hij de informatie uit één (zorgvuldig geselecteerde) bron knipt en plakt, wanneer hij de informatie uit verschillende bronnen moet gebruiken en samenvoegen tot één overzicht en wanneer je een eigen mening verwacht:
    • Vragen naar feiten kunnen als regel heel goed beantwoord worden op basis van de informatie van één (goed gekozen) website. Door leerlingen de opdracht te geven die vraag te beantwoorden met vermelding van hun bron creëer je de gelegenheid om - waar nodig - met de leerlingen te reflecteren over de keuze van hun bronnen.
    • Als je leerlingen vraagt hun mening te geven over een onderwerp waarover al vele anderen hun mening hebben gegeven, dan is de kans groot dat ze de mening van iemand anders presenteren als hun eigen mening. Je kunt dat voorkomen door de opdracht te geven eerst 3 meningen van anderen samen te vatten en die vervolgens met elkaar te vergelijken. Daarna laat je de leerling op die meningen reflecteren en zijn eigen mening geven en aangeven waarom hij er zo over denkt. Je kunt ook vragen om die mening vanuit zijn eigen ervaringen te onderbouwing of te illustreren.
    • Je kunt ook leerlingen een opdracht geven waarbij het antwoord niet op internet te vinden is. Denk aan opdrachten die betrekking hebben op hun eigen leven of leefomgeving, opdrachten waarbij leerlingen beelden moeten creëren (tekening, foto, film, animatie enz.) of authentieke opdrachten.
  • Zoek voordat de leerlingen aan het werkstuk beginnen samen met hen naar bronnen die ze kunnen gebruiken voor hun werkstuk en bespreek die met hen: hoe zoeken zij hun bronnen, welke bronnen vinden zij waardevol en waarom?
  • Leer leerlingen niet alleen hoe ze hun bronnen moeten citeren en verantwoorden in hun werkstuk, maar ook hoe ze hun bronnen zo kunnen organiseren dat ze er optimaal gebruik van kunnen maken. Ik maakte daarvoor ooit gebruik van een kaartenbakje, maar gelukkig zijn daarvoor nu vele andere, handigere middelen beschikbaar. In het hoger onderwijs zijn tools als Zotero, Mendeley en Connotea veel gebruikt; voor het voortgezet onderwijs zou ik liever wat eenvoudiger tools gebruiken, zoals Diigo of Blinklist. Voor het basisonderwijs kan een wiki goede diensten bewijzen voor het opbouwen van een overzicht van bronnen voor alle vakken.
    Bespreek met leerlingen wat ze van deze bronnen moeten vastleggen om ze later in hun werkstuk makkelijk terug te kunnen vinden (trefwoorden, korte samenvatting) en snel de juiste informatie eruit kunnen halen.
  • Stimuleer leerlingen om - beargumenteerd - bronnen uit te wisselen met elkaar.
  • Beoordeel niet alleen het eindresultaat (het werkstuk), maar ook de keuze en verantwoording van de bronnen die de leerlingen hebben gebruikt.
  • Laat leerlingen (ook) een keer niet het werkstuk te maken, maar geef ze alleen de opdracht om bronnen te verzamelen en die van hun eigen aantekeningen (wat valt je op aan deze bron, waarom ben je het ermee eens of juist niet mee eens enz.) te voorzien.
  • Laat leerlingen verschillende kleuren gebruiken in hun werkstuk: teksten en informatie die ze overnemen van anderen is zwart, teksten die ze zelf hebben bedacht maken ze groen. Door met kleuren te werken zie je in één oogopslag of het werk veel toevoegt aan wat er al is bedacht over dat onderwerp of niet. Bespreek met de leerlingen of die verhouding is zoals zij willen en zoals je zelf wilt. Zo niet: overleg met de leerlingen hoe jullie dat kunnen veranderen.
Heb jij nog meer tips? Het zou fijn zijn als je ze deelt met anderen als reactie op deze blogpost.

Afbeelding van p4nc0np4n, gepubliceerd onder CC-by-nc-sa.

donderdag 23 juni 2011

Creatief presenteren

Door: Martijn van den Berg
Als men een presentatie maakt, wordt meestal powerpoint gebruikt om een paar slides te maken, welke vervolgens achter elkaar gepresenteerd worden. Iedere presentatie zier er zo min of meer hetzelfde uit. Ik hou er erg van om dit verwachtingsbeeld totaal om te draaien in presentaties, en creëer vaak totaal andere presentaties. Deze worden vaak erg positief ontvangen. Voor de fans: drie tips.

Tip 1: bedenk wat de ander wil zien
Veel mensen maken de content van de presentatie op wat zij een ander willen laten zien, terwijl de interesse van het publiek misschien in een ander deel van de presentatie. Denk goed na wat je in een presentatie zet. Als een presentatie lang is, verliest het publiek misschien de aandacht, maar als een presentatie kort is, vergeet je misschien dingen die het publiek wel had willen zien. Ieder deel is belangrijk.

Tip 2: objectpresentaties
Veel mensen verwachten powerpoint, of een andere vorm van ICT ter ondersteuning van een presentatie, maar juist het breken van deze verwachting kan mensen aangenaam verrassen. Ik gebruik af en toe fysieke objecten als rode draad voor een presentatie. Om het juiste object te vinden, gebruik ik visualisatie. Ik begin met het denken aan een bal, omdat deze vele functies heeft. Ik bedenk me vervolgens welke functies de bal heeft die van toepassing kunnen zijn op mijn presentatie. Vervolgens zoek ik een meer gepast object met deze functies en kijk ik welke functies dit object nog meer heeft welke nuttig kunnen zijn voor mijn presentatie.

Tip 3: enthousiast presenteren

Mensen kunnen alleen enthousiast worden van wat je vertelt, als je het zelf ook enthousiast overbrengt. Veel mensen zullen daarom een betere presentatie geven over een hobby dan over een oninteressant onderwerp. Het is daarom belangrijk dat je op een enthousiaste manier presenteert. Zo houdt het publiek de concentratie langer en worden ze misschien ook gepakt door het enthousiasme.

Er is geen enkele manier van presenteren die goed werkt bij ieder onderwerp en ieder publiek, en daarom is het ook zo belangrijk om na te denken wat je wilt en hoe je dit wilt overbrengen. Daarbij is het belangrijk dat je ook vanuit het perspectief van de ander denkt. Daarnaast vind ik persoonlijk creativiteit het belangrijkst; uiteindelijk kom je veel verder als je buiten de conventionele manieren denkt. Ten slotte was het wiel ook nooit uitgevonden als men niet had bedacht dat deze rond moest zijn.

woensdag 22 juni 2011

De wereld van de Nederlandse taal

screenshot splashpagina website DWVDNTEr zijn wereldwijd wel 6000 talen. Nederlands hoor je vooral in Nederland, België en Suriname, maar op het internet behoort het tot de tien meest gebruikte talen op websites, in e-mail en tweets.

Deze wijsheid heb ik niet van mezelf, maar van de website DWVNT: De Wereld Van De Nederlandse Taal. Voor wie van taal houdt een website vol met leuke, interessante en - vanzelfsprekend - ook leerzame informatie. Je vindt er:
  • Geschiedenis: een tijdlijn van de Nederlandse taal. Dat het beroemde liefdesvers: 'hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi[c] [e]nda thu uu[at] unbida[t] g[h]e nu' geschreven werd rond 1100 http://www.blogger.com/img/blank.gifwist ik, maar ik wist niet dat de statuten van de Leprozerij, opgeschreven in Gent in 1236, de eerste zuiver Nederlandstalige tekst vormen.
  • Woorden en zo: een mindmap vol met bijzondere woorden: woorden die we allemaal kennen maar (nog) niet in het woordenboek zijn opgenomen, palindromen, begrippen waar geen woorden voor zijn, merknamen die soortnamen worden, enz.
  • Onbegrensd: een wereldkaart waarin je kunt zien welke invloed heeft het Nederlands op andere talen en hebben andere talen onze taal beïnvloed?
  • Ieder zijn taal: geluidsfragmenten met standaardnederlands en dialecten, bijv. van Amsterdam, Rotterdam en Urk, maar ook van Gent en Brugge. Ook kan je hier (Amsterdamse) straattaal beluisteren.
  • Taalkunstenaars: filmpjes waarin taalkunstenaars aan het woord zijn, variërend van Paul Haenen tot Draadstaal en van Gerard Walschap tot Gerard Reve. En natuurlijk ontbreken ook Van Kooten en de Bie niet in dit overzicht.
Voor wie dit alles nog niet genoeg is, is er ook nog een Kennisstation, waarin de informatie uit bovengenoemde onderdelen te vinden is, aangevuld met extra informatie.

Via de site kan je ook een widget downloaden die tips geeft, uit de database van De Boekenzoeker, welke boeken voor leerlingen (van 8-12, 12-15 en van 15-18 jaar) geschikt zijn. Handig bijv. voor op de startpagina van de school-p.c.'s. Verder kan je via DWVDNT de taalspelletjes 'Verdwenen Woord' (ken je de betekenis van een woord dat nu (bijna) niet meer gebruikt wordt) en Woordenschat (maak zoveel mogelijk woorden met de letters van een woord dat je krijgt) en de Taaltegel (met elke dag een Nederlands spreekwoord of gezegde op je Hyvespagina zetten.

Natuurlijk ben ik als taalliefhebber enthousiast over deze site, die gemaakt is door De Taalunie. Maar ik zie er ook mogelijkheden in voor de Nederlandse les. Je kunt de site goed gebruiken als introductie op één van de volgende opdrachten:
  • Maak een tijdlijn over je eigen taalontwikkeling. Wanneer sprak je je eerste woorden (volgens je ouders), wanneer ging je schrijven, wat was/waren je lievelings(voorlees)boek(en), heb je nog meer talen leren spreken?
  • Welke buitenlandse woorden gebruik jij, in je contacten met je vrienden, je familie, op school? En welke dialectwoorden? Gebruik je ook woorden die je van je vrienden hebt overgenomen?
  • Maak een interactieve poster (Glogster) waarin je in kaart brengt waarom je wel of niet van taal houdt en wat je er leuk of stom aan vindt,
  • Ga op zoek naar een filmpje op YouTube van een cabaretier of een schrijver die speelt met taal. Waarom vind je dat wel of niet leuk?
  • Maak je eigen cabaretfragment waarin je speelt met taal.
  • Maak beelden bij woorden die je om de een of andere reden bijzonder vindt.
Verder biedt de site heel veel aanknopingspunten voor wie een onderwerp wil bedenken voor een profielwerkstuk. Zie ook het filmpje onder deze blogpost, gemaakt door Dennis Vermeulen en Maartje Weterings van het Sint-Oelbertgymnasium uit Oosterhout die een KNAW Onderwijsprijs 2011 hebben gewonnen met hun profielwerkstuk 'De kameleon van het alfabet'. Maar voor de komende weken lijkt me de site vooral bruikbaar voor de laatste lessen waarbij het soms zo verschrikkelijk moeilijk is om de aandacht van de leerlingen vast te houden, als de repetities achter de rug zijn, de zon schijnt en de hoofden vol zitten met de vakantieplannen!

O ja, wel even opletten: de site draait niet goed in Firefox. Je kunt het best gebruik maken van Internet Explorer.


p.s. Taal oubollig? Lees dan eens het overzicht van hedendaagse spreekwoorden met daarbij de uitleg, verzameld via Twitter met de hashtag #modernespreekwoorden. Eburon heeft ze in een gratis te downloaden e-book gezet. Er zitten - vind ik- erg leuke spreekwoorden bij, bijv.:
  • van de hash op de tag springen,
  • buiten zijn facebookje gaan,
  • voor Jan met de Tiny URL staan,
  • al gaan de tweets nog zo snel, Google Cache achterhaalt ze wel! (een heel mediawijs spreekwoord!).
Vraag je leerlingen eens om nieuwe spreekwoorden te bedenken en deel ze via Twitter of via de reactieknop onderaan deze post.

dinsdag 21 juni 2011

Animaties maken

afbeelding van een kind dat bezig is met een webcam opnames te maken voor een animatieVoor de vakantie schreef ik een blogje over het gebruik van animaties als middel om de leerstof te verduidelijken. Daarmee heb ik maar één kant belicht van de mogelijkheden van animaties. Je kunt ze namelijk niet alleen bekijken: je kunt ze ook maken. Je kunt zelf animaties maken voor je les of dat als opdracht geven aan je leerlingen. Door de enorme hoeveelheid gratis te gebruiken animatiesoftware en de grote gebruikersvriendelijkheid daarvan is dat een leeractiviteit die goed uit te voeren is binnen de lestijd èn binnen het budget van het onderwijs. Dat het een leerzame activiteit is zal duidelijk zijn: om een animatie te maken moet je wat je wilt vertellen tot de essentie terugbrengen en bepalen hoe je dat in beeld brengt.

Je kunt animaties (laten) maken over allerlei verschillende onderwerpen. Je kunt bijv. processen in beeld brengen (bloedcirculatie van het hart, spijsvertering van de koe, mythose, de gevolgen van een windturbine voor de vogels in de omgeving van die turbine), maar je kunt ook een geanimeerde samenvatting van een verhaal laten maken (zoals onderstaande animatie over 'De mooiste vis van de zee', een prentenboek van Marcus Pfister) of van een spreekwoord of gezegde. Je kan leerlingen ook animaties laten maken over historische of mythische verhalen, bijv. het verhaal van het Paard van Troje of het verhaal van Icarus of ze zelf een gedicht laten schrijven waarbij ze een animatie maken. Ook kan je geanimeerde handleidingen maken, zoals bijv. deze handleiding hoe je een mummie maakt. En het maken van een animatie is natuurlijk ook een prachtige activiteit in het kader van de kunstvakken.

Kijk voor meer voorbeelden op dit YouTube-kanaal op de site Eurocreator of op SAM Animation.

Als je zelf, of met leerlingen, een stopmotion animatie wilt maken, dan zul je eerst moeten bepalen welke software je daarvoor wilt gebruiken. Ga je eerst zelf aan de slag met het maken van animaties, dan kan ik je aanraden om te beginnen met de gratis software, bijv.:
Heb je besloten dat je je leerlingen er ook mee wilt laten werken en heb je niet genoeg aan de mogelijkheden van de gratis tools, dan kan je eens kijken wat de betaalde tools te bieden hebben. Betaalde tools zijn o.a.:
Het zou leuk zijn als je hier een berichtje achterlaat wanneer jij of je leerlingen een animatie gemaakt hebben die in het onderwijs gebruikt kan worden. Succes!

Afbeelding van tplcstudents, gepubliceerd onder CC-by-sa.


maandag 20 juni 2011

Lessen om leerlingen mediawijs te maken

foto van leerlingen die op de openbare weg aan het filmen zijnDoor verschillende mensen werd ik gewezen op het feit dat in Wikiwijs materiaal te vinden is van het project "Mediawijsheid, een vak apart!" van Thorbecke Scholengemeenschap in Zwolle. Het is prachtig materiaal waarover ik hier graag meer vertel.

De Thorbecke Scholengemeenschap heeft in 2006/2007 ervoor gekozen om zich te profileren ten opzichte van andere scholen in de regio Zwolle o.a. door meer aandacht te besteden aan media. Dat hebben ze gedaan door een aparte leerlijn in te richten: moderne media. Leerlingen uit de onderbouw kunnen kiezen voor het profiel 'moderne media'. Er zijn overigens ook andere profielen waarvoor gekozen kan worden: sport, wetenschapsoriëntatie en technasium. Leerlingen die hebben gekozen voor het profiel moderne media houden zich gedurende 3 jaar 5 lesuren per week bezig met media.

De vragen die in de leerlijn aan de orde komen zijn:
  • Van wie komt de boodschap? (productie)
  • Hoe is het gemaakt? (technologie),
  • Voor wie is het beeld gemaakt? (publiek),
  • Wat is de boodschap? (beeldtaal),
  • Wat is het doel van de boodschap? (categorie).
De leerlingen gaan praktisch aan de slag met media, maar ook reflectie is een belangrijk onderdeel van de leerlijn. Ook wordt aandacht besteed aan economie, bijvoorbeeld door het maken van een ondernemingsplan.

Overigens is het aanbieden van mediawijsheid als apart vak niet nieuw: al in 2006 schreef ik een aantal malen (o.a. hier en hier) over de Katholieke Scholengemeenschap in Etten-Leur die als cultuurprofielschool er ook voor heeft gekozen media-educatie als apart vak aan te bieden. Op de Thorbecke Scholengemeenschap wordt dat gedaan in de onderbouw; de KSE biedt het vak aan in de bovenbouw H/V.

Voor het praktische werken met media is een speciaal lab ingericht met o.a. een regie- en vergaderruimte, een montageruimte, een kleedkamer annex geluidscabine voor het inspreken van presentatieteksten en een opslagruimte voor opnameapparatuur: Studio 13. Voor het volgen van de leerlijn moderne media wordt aan de ouders een extra bijdrage gevraagd van € 175,00 per jaar (dus totaal € 525,00 voor de hele leerlijn).

Voor het project "Mediawijsheid, een vak apart!" heeft de Thorbecke Scholengemeenschap ontwikkeld:
  1. een plan van aanpak voor de implementatie van mediawijsheid als apart vak in het curriculum,
  2. een overzicht van eindtermen, passend binnen de kerndoelen vo, die in het vak Mediawijsheid gerealiseerd zouden moeten worden,
  3. een concrete uitwerking van het vak Mediawijsheid. De in deze uitwerking genoemde lessen zijn goeddeels ook beschikbaar (al dan niet na een inlog via Entree):
De documenten genoemd bij 1, 2 en 3 zijn m.i. voor alle scholen belangrijke input kunnen geven bij het nadenken over hoe je mediawijsheid kunt vormgeven in het onderwijs, ook al zijn ze vooral bedoeld voor scholen die mediawijsheid als apart vak willen neerzetten. Het lesmateriaal dat online is gezet is in ieder geval bruikbaar voor iedereen die aandacht wil besteden aan mediawijsheid: als apart vak of geïntegreerd in de andere vakken.

Totaal is er voor ruim 210 lesuren aan materiaal te vinden, variërend van lessen over soaps tot lessen over documentaires, van een les over het maken van animaties tot praktische tips voor het maken van goede foto's, en van lessen over cyberpesten tot lessen over online identity. Prachtig materiaal allemaal, met handige handleidingen en tips. De praktische opdrachten kunnen heel goed gecombineerd worden met een opdracht voor een ander vak. Zo kan je leerlingen voor de beeldende vakken foto's laten maken over kunst in hun woonomgeving, voor natuurkunde een animatie over een natuurkundige wet, voor geschiedenis een documentaire over de historie van een gebouw of voor aardrijkskunde een soap over de aanleg van de NoordZuidlijn, de HSL-Oost of de Betuweroute.

Ik ben erg blij met alle inzichten en materialen van de Thorbecke Scholengemeenschap die ze via Wikiwijs met ons delen. Met gebruikmaking van dit materiaal maak je het jezelf gemakkelijker om een visie te ontwikkelen, keuzes te maken waar je je als school op het gebied van mediawijsheid verantwoordelijkheid wil nemen en waarvoor niet, hoe een leerlijn kan samenstellen op het gebied van mediawijsheid en welke materialen je daarvoor kan gebruiken. Daardoor kan je jezelf heel wat werk besparen!
Ik mis in de documentatie van de Thorbecke scholengemeenschap nog drie dingen.

Allereerst zou ik graag willen weten hoe mediawijsheid aan de orde komt bij leerlingen die gekozen hebben voor één van de andere profielen. Ik kan me niet voorstellen dat op een school waar - voor een deel van de leerlingen - media zo'n belangrijke rol spelen, dat onderwerp niet aan de orde komt in het curriculum van de andere profielen. Hoe pakken ze dat op bij Thorbecke?

Een ander ding waar ik graag meer over zou willen weten is hoe de activiteiten van de leerlingen beoordeeld worden? Worden ze zowel beoordeeld op kennis als vaardigheden en op attitude? En wordt ook echt gekeken naar de 'wijsheid' die leerlingen hebben opgedaan, met name de mate waarin de leerlingen werkelijk kunnen reflecteren op hun eigen of andermans mediagebruik?

Tot slot ben ik benieuwd hoe datgene wat geleerd wordt in de leerlijn mediawijsheid wordt toegepast in de andere vakken. Want dat die transfer niet vanzelfsprekend wordt gemaakt door leerlingen is bekend. We kennen allemaal de leerling die bij Duits zegt niet te weten wat een meewerkend voorwerp is terwijl dat begrip in het uur daarvoor bij het vak Nederlands besproken is, of de leerling die je met vragende ogen je aanstaart als hij bij economie een formule moet toepassen die behandeld is bij wiskunde. Voor mediawijsheid geldt hetzelfde: als wat je leert in het vak mediawijsheid vervolgens niet toegepast wordt in de andere vakken, is de kans groot dat de kennis geïsoleerd blijft waardoor die niet niet optimaal benut wordt en na verloop van tijd wegzakt. Ik hoop dat de Thorbecke Scholengemeenschap ook op dat gebied hun kennis met ons wil delen, want dat ze zich daarvan bewust zijn en hun best doen om de leerling die transfer te laten maken, daar twijfel ik niet aan!

Afbeelding van
dfarrell07, gepubliceerd onder CC-by-sa.

donderdag 16 juni 2011

In een wereld zonder pen en papier

Door: Martijn van den Berg
In het kader van 21 learners zijn we in een discussie verwikkeld geraakt wat nu belangrijker was, typen of schrijven. De grote vraag hieronder was eigenlijk: zijn we klaar voor een wereld zonder papier en pen, en valt alles met ICT te doen? Uiteindelijk kregen we de opdracht om een dag lang geen pen en papier te gebruiken. Een geweldige uitdaging? Of simpelweg het voortzetten van een patroon?

Ik had net mn Ipad binnen vanuit kennisnet voor deelname aan 21 learners, dus dat zag ik als een mogelijkheid om de nieuwe mogelijkheden te verkennen. Ik begon de dag om 10 uur met het checken van facebook en mail op mn ipad. So far so good. Echter, toen ik mijn tas in ging pakken, realiseerde ik me opeens dat ik mijn moduulboek, de structuur van een schooldag, niet mocht meenemen. En geen enkele digitale versie.

Op school moest ik mijn werkstuk inleveren. Ik had een dag van tevoren al het schrijfwerk al voorbereid en hoefde alleen nog de opdracht uit te printen. Op het moment dat ik de opdracht inleverde, ontdekte ik dat ik een zin vergeten was. Maar ik moest en zou niet schrijven en moest de opdracht op dat moment inleveren. Ik heb uiteindelijk gevraagd aan de servicebalie om die zin neer te zetten, wat resulteerde in het feit dat de halve school nieuwsgierig achter mij stond. Ik voelde me net een onanonieme analfabeet.

In de les legde ik trots mijn Ipad op tafel. Vandaag ging ik wel notities maken. Het maakte me niet uit waarvan. Weer werd ik aangekeken. ICT in de les? dat kan toch niet? Dat verstoort toch de communicatie? Afijn, na een korte uitleg konden we weer verder.

De grootste uitdaging wachtte mij op het werk. Het regende pijpenstelen en ik had bedacht dat ik met mijn laptop bonnetjes kon maken voor wat met aan drinken besteld had. Ik heb met veel moeite mijn laptop door de regen gesjouwd, waarna ik moeite had een droog plekje op de bar te vinden. Huh, een laptop om bestellingen bij te houden? daar hadden we toch papier voor? Dat was de reactie die ik uiteraard al verwacht had. Na weer een uitleg, was dat ook geaccepteerd.

Een dag zonder pen en papier is moeilijk. Niet omdat de middelen niet bestaan, of omdat de wil er niet is, maar het wordt gewoonweg nog niet geaccepteerd. Als iedereen tegelijk over zou gaan op ICT, en de faciliteiten geïnstalleerd, zou het absoluut mogelijk zijn. Maar dit heeft tijd nodig, heel veel tijd. En tot die tijd zal het altijd worstelen zijn tussen papier en ICT.

woensdag 15 juni 2011

Tablets en gamification

fot van fietser bovenop een bergZoals ik gisteren al vertelde was me gevraagd om op de bijeenkomst bij Kennisnet over de mogelijkheden van tablets in het onderwijs iets te vertellen over gamification en tablets. Ik moet eerlijk zeggen dat ik me daar tot op dat moment niet over had nagedacht, dus ik vond het wel een uitdaging om me daar eens in te verdiepen ;-) Vandaag een post over dat onderwerp.

Over gamification schreef ik al eens eerder blogposts, in april van dit jaar en in september 2006. Gamification is niet het onderwijs aanbieden in de vorm van een spel, maar het gebruik maken van gameprincipes om het onderwijs te verbeteren. Gamification is je onderwijs zo maken dat leerlingen met evenveel motivatie, inzet en/of plezier onderwijs 'genieten', als genieten van een game. Daarvoor maak je gebruik van de principes van een spel, zoals:
  • een verhaal,
  • opbouw in levels,
  • aanpassen aan de speler (speelstijl, mogelijkheden),
  • competitie,
  • beloning,
  • de speler bepaalt (in sommige games bepaalt het lot, maar dat zijn games die over het algemeen niet hoog gewaardeerd worden),
  • een goede balans tussen uitdaging en makkelijke dingen doen,
  • de mogelijkheid tot samen gamen, met elkaar of tegen elkaar.
Om te kunnen beoordelen of een tablet mogelijkheden biedt tot gamification, heb ik niet alleen gekeken naar de software van zo'n apparaat, maar ook naar de hardware. Omdat ik zelf een iPad heb, heb ik me daarop gericht, maar de mogelijkheden van de nieuwe Androidtablets zijn - voor zover ik kan zien na een redelijk vluchtige test van een Samsung 7100 10.1V- niet anders.

Bij het werken op de iPad merk ik dat het apparaat zelf iets 'speels' heeft:
  • het is natuurlijk een prachtige gadget. Eigenlijk net zoals een Zwitsers zakmes iets wat (bijna) iedereen graag wil hebben. Omdat je er alles mee kan doen en omdat het mooi is vormgegeven.
  • het apparaat is multitouch, dat wil zeggen dat je er - in principe - met meer mensen tegelijkertijd mee bezig kan zijn. In een spel als Harbor Master bijvoorbeeld kan je met 2 personen tegelijkertijd elk je eigen boten zo snel mogelijk de goede kant op sturen,
  • het apparaat is uitermate gebruikersvriendelijk. Je hoeft er niet lang op te studeren: het nodigt je uit om direct aan de slag te gaan en al experimenterend te ontdekken wat je ermee kan,
  • je bedient het apparaat met je vingers of door het apparaat op en neer te bewegen, waardoor je contact met het spel heel direct is. Als je kijkt naar de ontwikkeling van games en gameconsoles door de jaren heen, dan zie je dat de aansturing van games in de loop van de jaren steeds makkelijker is geworden. Voor de eerste games moesten we commando's intypen, later kwamen er muizen en gamecontrollers, en inmiddels zijn we zover dat we games aansturen met ons lichaam. Werken met de iPad ligt perfect in lijn met die ontwikkeling.
Als je kijkt naar de software van de iPad, de apps, dan zien we heel veel apps die bruikbaar zijn voor het onderwijs en die gameprincipes ingebouwd hebben. Er zijn bijvoorbeeld apps die:
  • competitie mogelijk maken (bijv. in de vorm van een quiz, zoals in iQuiz),
  • het mogelijk maken om een verhaallijn neer te zetten (bijv. ToonTastic, een app om je eigen animaties te maken),
  • werken in levels (bijv. in Motion Math, een rekenspel voor het basisonderwijs),
  • die je een beloning geven (bijv. boeken waarin iets leuks te zien valt bij het lezen, zoals in Alice (in Wonderland) for the iPad- zie het filmpje hieronder),
  • je laten doen wat je kan en je daarin bevestigen, maar je ook uitdagen om verder te gaan (zoals de app Garageband waarin je heel makkelijk muziek kunt maken met behulp van voorgeprogrammeerde akkoorden, maar waarin je ook noot voor noot je eigen muziek kunt componeren,
  • je vrijheid geven om zelf onderzoek te doen, zoals Touch Physics, waarin je kunt experimenteren met een aantal natuurkundige wetten door je eigen levels te maken.
Het lijkt me duidelijk dat de iPad genoeg mogelijkheden biedt om gameprincipes in te bouwen in het onderwijs. Maar om goed, 'speels' onderwijs te maken heb je meer nodig dan alleen gereedschap. Je hebt iemand nodig die het juiste gereedschap kan kiezen vanuit het perspectief van:
  • de leerling. Welke app past bij welke leerling (de ene leerling houdt van competitie en de andere niet; sommige leerlingen willen strak gestuurd worden; anderen gaan voor het experiment), op welk moment en voor welk doel,
  • het curriculum: welke app en welk apparaat kan het beste gebruikt worden bij welk leerdoel en hoe bouw je dat op tot een totaal curriculum?
  • de onderwijsvisie: hoe wil je als school je onderwijs inrichten, welke apparaten en apps zet je hiervoor in (de tablet is maar één van de middelen die je kunt inzetten om goed onderwijs te geven) en hoe zorg je ervoor dat die optimaal benut worden (denk hierbij bijvoorbeeld ook aan mediawijs gebruik van alle tools).
De conclusie van mijn presentatie was dan ook dat de iPad prachtige mogelijkheden biedt voor het verbeteren van onderwijs door het toepassen van gameprincipes, maar dat al die mogelijkheden alleen maar zinvol zijn als de docent de regisseursrol op zich neemt en de leerling helpt om de mogelijkheden van de tablet optimaal te benutten om de onderwijsdoelen te behalen. Want hoe leuk je het onderwijs ook maakt: leerlingen willen toch vooral ook zo snel en efficiënt mogelijk de eindstreep behalen. De route naar die eindstreep toe kent bergen en dalen; gamification kan de leerling helpen die route snel en goed af te leggen door ze te motiveren en door ze extra kracht te geven. Het is de docent die de weg kent, de leerlingen coacht en bepaalt waar en hoe die game-elementen het beste ingezet kunnen worden.


Hieronder de Popplet-mindmap die ik gebruikte voor de presentatie. Overigens liep ik daarbij tegen de beperkingen van de iPad op die ik gisteren beschreef. Als je deze Popplet wil bekijken in de browser van de iPad dan zal je dat niet lukken omdat je daarvoor Flash nodig hebt. En bekijk je de popplet met de officiële - betaalde - Popplet-app, dan zal je zien dat die app minder mogelijkheden biedt dan de webversie van deze tool.






Afbeelding bovenaan deze blogpost van Lancashire County Council, gepubliceerd onder CC-by.

dinsdag 14 juni 2011

Tablets: de killer-app in het onderwijs?

foto van een pot met tablets-pillenIn de vakantie was ik te gast bij Kennisnet, op De Verdieping, waar een bijeenkomst was over tablets in het onderwijs. Een interessante bijeenkomst met - zoals viel te verwachten - vooral fans van tablets en met name van iPads. Bijna alle aanwezigen hadden zo'n apparaat en er werd druk informatie uitgewisseld welke apps iedereen gebruikte.

Maar daar bleef het natuurlijk niet bij. We hoorden ervaringen uit de onderwijspraktijk van:
Ook makers van apps kwamen aan het woord. Er waren presentaties van:
Naast bovengenoemde presentaties waren er ook presentaties die niet direct vanuit de onderwijspraktijk kwamen, maar vooral gingen over de mogelijkheden van de iPad:
Uit alle verhalen werd duidelijk dat de iPad mogelijkheden biedt voor het onderwijs, zowel voor docenten als voor leerlingen. De iPad is een handig apparaat dat zich makkelijk laat meenemen en dat heel makkelijk in gebruik is. Bestanden kunnen op het apparaat zelf gezet worden of opgeslagen worden in de cloud en van daaruit benaderd worden. Je kunt het apparaat gebruiken als ebookreader: je ogen raken niet snel vermoeid en ook bij redelijk fel licht blijven teksten leesbaar. In tegenstelling tot ebookreaders kunnen teksten op de iPad verrijkt zijn met (kleurrijke) multimedia en hyperlinks naar aanvullende informatie op het web. En er zijn veel apps die mogelijkheden bieden voor (interactieve, mobiele) lessen, o.a. met behulp van de ingebouwde camera's, GPS-voorziening en bewegingssensor.

Maar is het de killer-app is voor het onderwijs? Kunnen scholen laptops, p.c.'s en mac's de deur uitdoen en vervangen door iPads?

Zover is het volgens mij nog lang niet:
  • de meeste apps zijn Engelstalig. Dat is niet echt een probleem als het gaat om creatieve applicaties (tekenen, foto- en filmbewerking, het maken van een animatie enz.) of om activiteiten waarin taal een beperkte rol speelt (het inoefenen van de tafels) maar het wordt lastig voor onderwerpen waarbij je wilt uitleggen hoe iets werkt en (bijna) onmogelijk als het gaat om vakken die in Nederland een andere inhoud hebben dan in het land van herkomst van de app (geschiedenislessen in Nederland zijn anders dan geschiedenislessen in de VS en dat geldt natuurlijk ook voor het leren van onze eigen taal),
  • de iPad is niet voorzien van een ethernet of usb-ingang. Om toegang te hebben tot internet en bestanden op te slaan in de cloud, moeten iPadgebruikers beschikken over een goed draadloos netwerk. De school kan natuurlijk zelf zorgen voor een goed werkend draadloos netwerk, maar daarmee is nog niet gegarandeerd dat de iPad ook thuis gebruikt kan worden door leerlingen en docenten.
  • op de iPad draait geen Flash en ook geen Java. Daarvoor zijn al wel een aantal tools beschikbaar en er worden steeds meer Flash- en Java-tools geprogrammeerd in HTML-5, maar het zal nog wel even duren voordat we net zoveel tools hebben in HTML-5 als we nu hebben in Flash en Java.
  • sommige webapplicaties zijn slecht tot niet bruikbaar op de iPad. Zo werkt de editor in LinkedIn niet goed, een blogpost schrijven in Blogger kan alleen met behulp van andere tools (zoals Blogsy) en menu's die werken met een mouse-over effect (sommige uitklapmenu's) zijn niet toegankelijk.
  • Typen op de iPad gaat redelijk maar het kost wel meer energie dan op een toetsenbord omdat je je hand niet kan laten rusten. Voor een kort mailtje geen probleem, maar wel lastig als je bijv. een werkstuk moet schrijven.
Ik denk dus dat we voorlopig in ieder geval nog geen afscheid kunnen nemen van de p.c./laptop/Mac. Ook op scholen waar alle leerlingen en docenten een iPad hebben zal behoefte zijn aan laptops, p.c.'s of Mac's. Om sites te bekijken die op de iPad niet te bekijken zijn, om met software te werken waarvan op de iPad alleen een versie beschikbaar is met beperkte mogelijkheden of om ontspannen een tekst te kunnen schrijven. En waarschijnlijk zullen die leerlingen en docenten ook thuis nog regelmatig gebruik blijven maken van hun 'oude' computer. Of scholen iPads gaan aanschaffen voor leerlingen en/of docenten is volgens mij dus geen vraag van óf het één óf het ander, maar van èn het één en het ander. De vraag is hoeveel scholen dat willen en kunnen betalen (kosten aanschaf en afschrijving hardware, ontwikkeling content, professionalisering) en organiseren (toegang tot volwaardig draadloos netwerk en liefst ook mobiele toegang, veilig en doelgericht gebruik internet als informatie-, communicatie- en creatiemedium).

Maar ik verwacht wel dat de tablets in toenemende mate een eigen plek gaan opeisen in het onderwijs. Als pen en papier, als middel om contacten te onderhouden met anderen (mail, MSN, Skype, Facebook enz.), om roosters en werk van leerlingen te bekijken, als werkboek en om snel het web op te gaan om iets op te zoeken of te bekijken. Voor mij is het in ieder geval, naast mijn oude vertrouwde p.c., een heel handig apparaat!

N.B. Tot slot voor wie op zoek is naar bruikbare apps voor iPod, iPhone of iPad nog een paar overzichten van apps (er zijn er nog veel meer, maar dit is een aardige start):
Afbeelding van adamwilson, gepubliceerd onder CC-by.


Get Microsoft Silverlight
Bekijk de video in andere formaten.