dinsdag 31 oktober 2006
Wie maakt de beste geschiedenisles voor het VMBO?
maandag 30 oktober 2006
Nog 1 dag om je in te schrijven!
vrijdag 20 oktober 2006
Verbeter het net!
Wat je ermee kunt winnen? Om te beginnen natuurlijk (bijna) eeuwige roem. Om te beginnen worden daarom de resultaten van deze prijsvraag gepresenteerd tijdens de HCC Dagen (24-26 november '06), en ze worden (in principe) gepubliceerd in het jaarboek Erasmusprijs 2007. Daarnaast krijgen de 5 beste inzendingen een pakket met software voor beeld & geluid (Corel, Pinnacle, Magix). En voor het allerbeste idee is er een digitale camera.
Maar het lijkt me vooral leuk om allerlei nieuwe ideeën te bedenken. Zou het internet vriendelijker worden als bijvoorbeeld iedere nieuw-geborene een avatar krijgt in een virtuele wereld zoals Second Life? Wat levert het op als we naast de gewone TweedeKamer-verkiezingen ook in die virtuele wereld kunnen stemmen? En waarom zijn browsers eigenlijk in 2D? Zou het makkelijk zijn als we met een druk op de knop niet alleen naar websites/weblogs enz, maar ook naar de eigenaren van die content konden zoeken? Zou er niet een databank kunnen komen waarin bijgehouden wordt wie copyright heeft over de content op het net? Want nu word je vaak van het kastje naar de muur gestuurd als je toestemming wilt vragen om bijv. beeldmateriaal over te nemen.
donderdag 19 oktober 2006
User Generated Content
woensdag 18 oktober 2006
Wat maakt een game educatief?
Een game hoeft namelijk niet educatief gebouwd te zijn om enige educatieve waarde te hebben. Neem nou de Rollercoaster Tycoon serie, een reeks spellen waarin je je eigen pretpark moet bouwen en onderhouden. Op zich zou je denken dat dit spel geen enkele educatieve waarde bevat. Maar toen ik dat een tijdje gespeeld had en opeens termen begon uit te spreken in een pretpark zoals “G-krachten” en “intensiteitgraad” waarbij anderen vreemd opkeken begon er bij mij een lichtje te branden. Ik had iets geleerd zonder dat ik het had beseft. Dat is nog eens apart!
Dat noem ik dan maar categorie 1, games die gemaakt zijn voor de lol, maar waar je toevallig ook nog eens wat van leert. Tot deze categorie behoren veel simgames die op de realiteit gebaseerd zijn. Vaak speel je deze games omdat je ze leuk vindt om te spelen, niet om iets te leren. Dat je leert, merk je niet. Je merkt pas later dat je iets geleerd hebt nadat je opeens dingen weet die anderen niet weten. Deze games zijn vaak niet bruikbaar in het onderwijs, omdat het educatief gehalte vaak niet opweegt tegen de tijd die je nodig hebt om dit spel te spelen. Maar dit zijn wel meestal de games die je zelf koopt en thuis voor de lol gaat spelen.
Categorie 2 zijn games die gemaakt zijn voor de lol maar waar expres nog wat educatiefs bij is gedaan om dit lolgehalte te verhogen in de vorm van weetjes, of dingen die er bij zijn gevoegd. Dit zijn dan meestal de online-multiplayer faciliteiten van spellen waar continu nieuwe weetjes verschijnen die je dan meestal gaat lezen als je staat te wachten tot je spel begint. Deze games behoren dan in de singleplayer tot categorie 1 maar in de multiplayer is het dan categorie 2 omdat je niets meer leert van het multiplayer maar het toch enige educatieve waarde heeft. Nadeel van deze categorie is dat het niet veel educatieve waarde heeft en je er niets van leert als je er niet naar kijkt.
Daarnaast heb je ook categorie 3, de games die gemaakt zijn om iets te leren en waarbij leren prioriteit is. Hiertoe behoren de games voor de jonge kinderen. Een voorbeeld hiervan is het oude RedCat, wat ik vroeger altijd spelen. Het is een spel waarbij je verschillende dingen moet doen zoals racen of vijanden verslaan en om verder te komen moest je dan afhankelijk van welk spel je had, reken- of taalvragen beantwoorden om verder te komen. Dit games worden niet door oudere mensen gespeeld omdat die afkicken op de kinderachtigheid van de spellen en deze spellen worden vaak niet gemaakt voor oudere mensen omdat het leren voor hen het speelplezier bederft. Dit zijn ideale spellen om de basis te leren, maar voor het gevorderde werk minder geschikt.
Dan heb je als laatste nog categorie 4, en dat is niet echt een categorie te noemen, dat is iets dat je zo krijgt. Dat zijn de online-games, de MMORPG’s. Hier leer je verbaal omgaan met mensen ingame en vriendschappen onderhouden. Dit noem ik niet echt een categorie omdat het op geen enkele manier inzetbaar is in het onderwijs. Dit zijn vaak wel populaire games die je ook speelt voor de lol, die ook educatief zijn, maar niet handig zijn voor het weten van een bepaald element dat op school behandeld word.
En al deze games zijn dan de games waarvoor een bepaalde groep mensen interesse heeft. Je kan games hebben die te veel leergericht zijn en daarom veel te saai worden, dit zijn vaak de amateurgames die eerst zeggen van wat ga ik leren en dat allemaal neerzetten en daar omheen een game bouwen en je hebt de games die te veel voor de lol gemaakt zijn, daardoor wel populair zijn, maar meestal geen educatieve waarde hebben. Dus nu zie je hoe makkelijk een game al educatief kan zijn, en hoe snel je al leert en zelfs kan leren zonder dat je het merkt. Dus als je ooit een game wilt bouwen of het gebruiken is het belangrijk dat je je realiseertwelke catogerie je gebruikt. Dan weet je zeker dat de game educatief is en bepaal je makkelijker je doelgroep.
dinsdag 17 oktober 2006
Filosofie op microniveau
maandag 16 oktober 2006
Games beoordelen voor Cliniclowns
Uit het persbericht van de Nederlandse Gamedagen:
Spill Group en de Nederlandse Gamedagen hebben de handen in elkaar geslagen om het langdurig zieke kinderen thuis en in het ziekenhuis iets aangenamer te maken. Dit doen ze door de games te laten ontwikkelen voor Stichting CliniClowns Nederland.
De games worden zowel door een vakjury, alsook door kinderen beoordeeld op kwaliteit en speelbaarheid van de spelletjes. Ook het publiek kan zijn oordeel geven. Op de speciaal voor deze wedstrijd ingerichte website www.gameawards.com kunnen alle ingezonden games gespeeld en ook beoordeeld worden door een cijfer aan de game te geven.
De vakjury bestaat uit een aantal professionals. In de jury zitten Hanneke Heessels, artistiek leider bij de CliniClowns. Zij zal worden bijgestaan door Jan Pieter van Seventer, werkzaam bij Woedend! Games en tevens docent Gameontwikkeling aan de HKU en door Michael Louw, hij is game developer bij Spill Group. De vierde stem zal de belangrijkste zijn, deze wordt ingenomen door een panel van 10 kinderen. Dit panel gaat op 18 november via een webcam de vakjury adviseren over wat zij de leukste games vinden.
Kinderen, tussen 8 en 16 jaar oud, kunnen zich nog aanmelden voor dit panel via gameaward@nlgd.nl.
De Spill Group Game Award zal worden uitgereikt op 23 november 2006 op het feest van de Nederlandse Game Industrie dat tijdens het congres van de NLGD wordt georganiseerd. Het winnende team zal dan een aanmoedigingsprijs van € 20.000,- mee naar huis nemen.
Geven jullie je massaal op voor de online beoordeling of (als je jonger dan 16 jaar bent) voor de club van 10 die de vakjury advies mag geven? Wat leerlingen hiervoor moet doen?
- in de week van 12 tot en met 18 november moeten de leerlingen de ingezonden spelletjes spelen op www.gameawards.com.
- ze moeten ervoor zorgen dat ze een webcam en microfoon hebben, en een msn account,
- ze moeten toestemming vragen aan hun ouders. De ouders moeten een mailtje sturen met als onderwerp: ‘toestemming kinderpanel’ naar gameaward@nlgd.nl. In het mailtje moet opgegeven worden: voornaam, achternaam, leeftijd, telefoonnummer en adresgegevens van het kind.
Maar ook als je niet in aanmerking komt voor de jongerenjury of daarvoor niet wordt geselecteerd kun je een bijdrage leveren aan de jurering via de online publieksjurering!
vrijdag 13 oktober 2006
Brainteaser; review
Brainteaser is een uitdagend spel, vooral omdat het de mogelijkheid biedt om twee spelers tegen elkaar te laten spelen. De game is technisch niet ingewikkeld en redelijk makkelijk te maken, maar biedt slimme mogelijkheden voor het onderwijs. De vakjury was vooral enthousiast over de sleutel voor leraren waardoor docenten zelf vragen kunnen maken voor Brainteaser en het feit dat daarmee deze game binnen iedere context gebruikt kan worden. De vormgeving van het spel is simpel, maar doeltreffend: het team heeft zich niet verloren in het maken van prachtige graphics. Het spel zou verder uitgewerkt kunnen worden door verschillende modellen kruiswoordpuzzels aan te bieden waardoor de speler telkens meer moet nadenken over de slimste route (en het soms misschien zelfs interessanter is om een keer een vraag fout te beantwoorden om je tegenstander een hak te zetten!) en het strategie-element dus meer invulling krijgt.Martijn heeft hieronder over de game een review geschreven.
Het didactisch ontwerp van Brainteaser is niet echt vernieuwend: het is een goed bruikbare speelse variant voor het inoefenen van kennisvragen. Daarmee blijven kansen liggen die gaming biedt ter ondersteuning van meer complexe, procesgerichte, leeractiviteiten. Maar Brainteaser is wel didactisch de meest uitgewerkte game van alle inzendingen en direct bruikbaar voor veel docenten in het huidige onderwijs. Brainteaser verdient daarmee de docentenjuryprijs.
Brainteaser; Love to Learn!
En het kan leuker. Er zijn veel leukere manieren dan stampen om dingen in je hoofd te krijgen. Alleen ze hebben 2 nadelen. Ten eerste kost het veel te veel tijd, en ten tweede is het een hele hoop inprogrammeren. Nu is Brainteaser, dat een prijs heeft gewonnen bij Make-a-Game weer zo'n spel dat probeert leren leuker te maken. Je bent een soort harig pacmannetje in een doolhof en je moet langs allerlei blokjes met vraagtekens door vragen te beantwoorden die met de stof te maken hebben die je instelt. Beantwoord je de vraag goed, dan gaat het blokje weg, beantwoord je de vraag fout, dan word het blokje solide en kan je er niet meer door en moet je een omweg zoeken.
Ik moet toegeven, als je naar de games van make-a-game kijkt, is dit de game met de beste graphics. Geen pixel te zien, helemaal vlekkeloos gedaan en af en toe zelfs detail te zien in de figuren. En ze hebben het allemaal zelf gemaakt. En dat is niet het enige mooie punt dat ik wil benadrukken. Naast dat het er mooi uitziek werkt het ook nog eens mooi. Je hebt een lerarenmodule waarin je als leraar als iedereen het heeft gespeeld de resultaten kan bekijken en of leerlingen cheats hebben gebruikt bij de game. Deze game is ook als een van de weinigen bugloos wat ik ook heel erg knap vind.
Maar wat heeft de game gedaan met de eerder genoemde problemen? Je hebt inderdaad nog steeds invoerwerk maar dat is hier geen probleem omdat de doelgroep duidelijk in de klas ligt. Het is bedoeld om in de klas alvast even te kunnen oefenen.
Dus als een klas het speelt is het invoeren het wel waard. Het tweede probleem, dat het te lang duurt vind ik ook redelijk opgelost omdat het over het algemeen een leuk spel is om te spelen, met verschillende moeilijkheidslevels. Ik kan me voorstellen dat je het na een tijd wel zat wordt, maar dan is het nog een mooie manier om te spelen. Het tempo van leren ligt redelijk hoog bij deze game en dat is wel mooi.
Nu vraag je je misschien af, waar blijft het negatief commentaar? Nou, als je dat niet weet, is het verstopt tussen al het goede. Brainteaser is een goed spel dat goed bij zijn doelgroep past en leuk is om te spelen. Als je nu vraagt aan mij waarom het niet de hoofdprijs heeft gewonnen, dan zeg ik uitgebreidheid. Iedere keer hetzelfde level wordt op een gegeven momnet saai, maar desalniettemin is het een leuk spel om je woordjes mee te stampen.
donderdag 12 oktober 2006
Fontys cursus informatievaardigheden online
Als je deze workshop hebt doorlopen weet je:
- welke verschillende databanken met relevante literatuur voor jouw
vakgebied beschikbaar zijn,- wat een zoekplan is,
- hoe je een zoekplan kunt gebruiken om de verschillende databanken te
doorzoeken,- hoe je de gevonden informatie kunt beoordelen.
Jammer vind ik dat er geen stap is ingebouwd waarin bekeken wordt van welke soort bronnen bij verschillende vragen het best gebruik gemaakt kan worden. Het kan een hele hoop tijd besparen om die stap in te bouwen in je zoektocht naar informatie. Een weblog biedt nu eenmaal andere informatie dan een krant of een boek, en soms is het zinvol om te zoeken bij Darenet, maar een andere keer is misschien wel Startpagina de beste bron.
Maar het is goed dat verder alle stappen apart benoemd zijn. Ik zou zelf daarbij ervoor kiezen om niet aan studenten te vragen om elke keer een compleet zoekplan in te vullen: dat lijkt me wel heel veel werk. Ook zou ik de docenten vragen om niet elke keer studenten het totale proces te laten doorlopen, maar daarin te variëren. In de beroepspraktijk krijg je soms ook kant en klare bronnen aangereikt waarmee je moet werken, of gaat het er vooral om om zoveel mogelijk bronnen te verzamelen enz. Ik denk dat als je op die manier steeds afwisselt, de kans groter is dat studenten zich bewust worden van de verschillende stappen in het totale proces. Elke keer alle stappen doorlopen en er verslag van doen lijkt me na een paar keer erg saai worden.
Maar voor studenten en docenten vind ik het in ieder geval heel nuttig dat er nu online een cursus te vinden is die ze kunnen gebruiken. En misschien helpt het om 'onbewust onbekwame' informatiezoekers bewust te maken van het feit dat informatie zoeken meer is dan een woord intypen bij Google!
woensdag 11 oktober 2006
Brochure computersimulaties in het VO
Ik kan de brochure aan iedereen aanraden die geïnteresseerd is in simulaties in het onderwijs. Niet alleen wordt in de brochure een overzicht gegeven van de stand van zaken, je vindt er ook een aantal voorbeelden voor het onderwijs. Hieronder de inhoudsopgave:
- Wat zijn computersimulaties?
- Een voorbeeld van een computersimulatie
- Waarom computersimulaties?
- Onderzoekend leren
- De “Inquiry cycle”
- waar hebben leerlingen problemen mee?
- Wat is de oplossing?
- Computersimulaties en gerelateerde vormen van ICT
- Games en Adventures
- Modelleren
- Samenwerkend leren
- Waar vind ik computersimulaties?
- Wat betekent het gebruik van simulaties in de praktijk?
- Onderzoekend leren in de toekomst
- Wat weten we nu over computersimulaties?
En als je nog tijd hebt, kijk dan ook eens bij de ZAP's. Je hoeft er geen psychologie voor gestudeerd te hebben om ze te kunnen gebruiken. En ze zijn erg leuk om zelf te ervaren hoe je kunt leren met simulaties!
dinsdag 10 oktober 2006
YouTube in de les
YouTube wordt o.a. gebruikt door bands om hun muziek aan de wereld te laten zien/horen, en ook andere artiesten maken graag gebruik van YouTube om bekend te worden. Denk bijvoorbeeld aan mensen die animaties maken (voor games), documentairemakers enz.
Voor de les kun je die filmpjes natuurlijk gebruiken om lesstof te illustreren, maar het is misschien nog wel leuker om de filmpjes zelf als onderwerp te nemen van een les. Bekijk bijvoorbeeld eens met de leerlingen een aantal muziekclips en laat ze aangeven wat ze goed en wat slecht vinden en waarom. Of zet een aantal filmpjes over Jan-Peter Balkenende of Wouter Bos naast elkaar, en laat de leerlingen daar commentaar op geven. Wat is waar en wat niet, wat is satire, en in welk filmpje wordt van deze stijlfiguur gebruik gemaakt, wat maakt van een film een goede film? En hoe zit het eigenlijk met copyrights? Welke elementen/gebeurtenissen zouden de leerlingen zelf in een film over één van deze mensen (of iemand anders) uit willen lichten?
Tot slot van zo'n bespreking kun je de leerlingen een script laten schrijven voor een filmpje en ze zelf op pad sturen. De school hoeft daarvoor niet over 30 camera's te beschikken: vaak zijn er in een klas al wel een paar leerlingen die zelf een camera hebben. En je kunt natuurlijk ook de camera('s) van school onder de leerlingen laten rouleren.
Op de site YouTube kun je tenslotte (nadat je jezelf hebt geregistreerd) ook nog een reactie geven op de filmpjes die daar te vinden zijn. Er worden soms zeer levendige discussies gehouden. En ook dat kan natuurlijk weer onderwerp zijn voor een les. Materiaal genoeg dus, op deze site!
maandag 9 oktober 2006
Oude en nieuwe wereldwonderen
vrijdag 6 oktober 2006
Mediawijs
donderdag 5 oktober 2006
Multiculti
Prachtig vormgegeven ‘old skool’ game. De opening is mooi geanimeerd en de gebouwen in de game bijzonder gedetailleerd. Omdat het met zoveel oog voor detail is gemaakt ontstaat er een bijzonder sfeertje in de game. Ook de gesprekjes die je voert binnen de game passen daar goed in. De vragen die in het spel gesteld worden zijn behoorlijk lastig waardoor het een uitdaging is om het spel uit te spelen. Multiculti is gemaakt bij een bestaande lesmethode en kan daarom makkelijk gebruikt worden als aanvulling op de lessen.Mijn zoon is het gedeeltelijk eens met de vakjury, maar op het punt van didactiek heeft hij er nog een paar kanttekeningen bij.
Het spel zou sterker gemaakt kunnen worden door het leren zelf in het spel op te nemen. Dan zou je bijvoorbeeld ook (meer) levensbeschouwelijke stromingen op kunnen nemen die niet in het boek behandeld worden, maar die voor leerlingen misschien wel interessant zijn. Nu wordt alleen de kennis van de speler getest; door in de game ook de lesstof zelf aan te bieden benut je de didactische mogelijkheden van games.
Review Multiculti
Door Martijn van den Berg
Levensbeschouwing is een vak dat je niet zo veel ziet in games. Ik persoonlijk denk dat dit is omdat sommige mensen het niet op school hebben en andere mensen krijgen het weinig. Persoonlijk krijg ik het niet en ik denk dat ik het nou ook niet het leukste vak zou vinden als ik het wel zou krijgen. Maar dat is nou juist het doel van games. Een onderwerp leuk maken zodat mensen zich er voor gaan interesseren.
Multiculti is een game die zich bezighoudt met levensbeschouwing. Dit is een van de prijswinnaars van make-a-game en ik moet zeggen, absoluut terecht. Multiculti is een game waarbij je een werkstuk moet maken voor levensbeschouwing van je leraar en jij moet daarvoor allemaal blaadjes zien te bemachtigen door naar verschillende religieuze gebouwen te gaan, daar een paar vragen te beantwoorden, en als je alles hebt je werkstuk in te leveren, ga je naar je leraar en geeft die je een cijfer. (afhankelijk van het aantal pagina’s dat je hebt kunnen bemachtigen.
Ook dit spel is met gamemaker gemaakt, en ik moet zeggen, dat kan je bijna niet er aan zien. En dat is alleen een pluspunt, want dat betekent dat het een goed lopende game is. Als je deze game opstart, zie je een boek dat netjes omslaat als je iets aanklikt. Als je de game start, zie je gelijk een redelijk grote wereld waarin je overal naartoe wilt. Je wilt naar de moskee, maar je ziet een synagoge staan. Je vraagt je vervolgens af wat die grote open plek betekent. Er is genoeg te doen. En alles heeft zo z’n eigen muziekje.
Wat ik ook nog wil opmerken, is dat ze alle plaatjes voor de game zelf gemaakt hebben. En dat hebben alle winnende games, maar bij deze game vind ik dat nog meer bijzonder dan bij andere games. Want ieder karakter die je tegenkomt is anders. En alles is gepixelprogrammeerd. En ze zijn stuk voor stuk speciaal. En ze zijn stuk voor stuk knap gemaakt. Net als de wereld. Ik heb me wel eens afgevraagd hoeveel pixels er in de hele wereld zouden zitten, dus hoeveel keer ze met de muisknop hebben moeten klikken om iedere keer 1 pixel te krijgen. En het antwoord kan ik je geven zonder te tellen: heel veel.
Na al die lof die ik ze heb gegeven kom ik aan bij het educatieve gedeelte van deze game. Je loopt rond, je beantwoordt vragen, maar er is nergens informatie te vinden voor het beantwoorden van die vragen. En de vragen zijn meestal best wel lastig. Dus het wordt een gok. Als je kijkt hoe het educatief in het onderwijs bruikbaar zou zijn, zou je misschien kunnen denken aan het een aantal keer leren spelen, maar dat gaat op een gegeven moment een beetje saai worden. Maar desalniettemin zal je dit spel wel kunnen gebruiken voor een proefwerk levensbeschouwing, vooral omdat je alles kunt nakijken met het lerarenprogrammaatje.
Multiculti is een heel mooie amateur-game, die qua techniek zeker over sommige professionele games heen kan. Het educatieve valt soms ver te zoeken maar het is toch leuk om eens een keer een uurtje achter deze game te zitten en het te ontdekken. Het is mooi om te zien hoe zo’n onbekend vak toch op zo’n manier belicht kan worden. In het begin zei ik dat het vak levensbeschouwing me niet leuk lijkt, deze game maakt het vak wel een stuk leuker!
woensdag 4 oktober 2006
Kinderboekenweek en games
Maar niet alleen lezen is leuk: ook spelletjes hebben altijd mijn aandacht. Dit jaar jaar heb ik mazzel: de NS komen met het spannende Spoorzoekspel Dossier Dierentuin (met bijbehorende docentenhandleiding) en bij Active Worlds is een virtuele wereld ingericht die gebaseerd is op het boek De Sprookjesspeurders van Marcel van Driel.
In deze wereld kunnen kinderen rondlopen met hun avatar en zo met schrijvers kunnen chatten, en/of het raadsel van de vuurtoren proberen op te lossen. De wereld ziet er prachtig uit: er zijn draken die rondvliegen en rotsen waar mensen op kunnen gaan zitten om vragen te stellen aan de schrijvers. Aan de voet van de vuurtoren in de wereld Sprookje zullen vanaf woensdag 4 oktober tot en met vrijdag 13 oktober dus allerlei spannende dingen gebeuren! De schrijvers die je er in de kinderboekenweek kunt onmoeten zijn o.a. De schrijvers die je onder andere zult ontmoeten zijn Anke Kranendonk, Femke Dekker, Nanda Roep, Christel van Bourgondië, Mirjam Mous en natuurlijk Marcel van Driel.
Over het spoorzoekspel van de NS is natuurlijk al veel publiciteit geweest. Daarom citeer ik hier alleen wat de NS daar zelf over zegt:
Informatie over hoe je in de virtuele wereld van De sprookjesspeurders terecht kunt komen, vind je op homepage van de site van Marcel van Driel. Je moet wel even de software downloaden om er te komen, maar daarna is het echt genieten!Tijdens dit multimediale spelleren kinderen samenwerken en ontwikkelen ze hun inzicht, creativiteit en inventiviteit. Bovendien worden ze gestimuleerd te lezen en komen ze heel wat over dieren te weten. Het spel sluit aan bij het thema van de kinderboekenweek 2006: de leeuw is los!
dinsdag 3 oktober 2006
Conferentie Mediawijsheid
Op de conferentie komen verschillende sprekers met uitgesproken visie op welke betekenis media (kunnen) hebben in onze samenleving. Op het programma staan onder meer Lawrence Lessig, Amerikaans hoogleraar, bekend om zijn uitspraken over culturele vrijheid en auteursrechten in het digitale tijdperk en Cees Hamelink, hoogleraar Internationale Communicatie aan de Universiteit van Amsterdam die met Toine Maes, directeur stichting Kennisnet Ict op School en Marleen Stikker, directeur van de " Waag Societyde relatie leggen met burgerschap, onderwijs, cultuur en innovatie. Verder zijn er die dag ook rondetafelgesprekken.
Ik ben blij dat media-educatie (zelfs ruimer nog: mediawijsheid) nu de aandacht krijgt die het m.i. hoort te krijgen. Ik hoorde dat de conferentie nog niet is volgeboekt, dus als je geïnteresseerd bent kun je je nog aanmelden! Ik hoop dat er veel docenten, leerkrachten en mediathecarissen zijn!
O ja: er is ook een themasite over dit onderwerp in de maak op de Kennisnetportal: mediawijsheid.kennisnet.nl. Die is nog niet af, maar ik hoor het graag van jullie als je daarvoor nog goede tips hebt!
maandag 2 oktober 2006
Indeling gamers
- power gamers: het prototype van de gamer. De zeer fanatieke gamer die bijna al zijn/haar tijd besteed aan games. Goed voor 11 procent van de markt, en voor 30 procent van de omzet in games.
- social gamers. Spelen vooral vanwege de sociale contacten die ze hebben rondom/tijdens het gamen.
- leisure gamers. Spelen vooral casual games (kleine spelletjes die je 'even tussendoor' kunt spelen).
- dormant gamers. In hun hart zijn dit fervente gamers, maar vanwege tijdgebrek besteden ze weinig tijd aan games.
- incidental gamers. Deze groep speelt spelletjes uit verveling.
- occasional gamers. Zij spelen bijna uitsluitend puzzle-spelletjes, woord- en bordspellen.
Ik ben altijd gek op dit soort indelingen, en snap dat ze belangrijk zijn voor de marketing van games, maar voel me er toch niet zo bij op mijn gemak. Ik speel veel games (grote en kleine door elkaar), soms omdat ik zin heb, maar ook wel eens als verstrooiing. Ik heb minder tijd voor gamen dan ik zou willen, en ik vind ze eigenlijk alleen maar leuk als ik mijn ervaringen/kennis kan delen met anderen. En die anderen kunnen dan docenten zijn, maar ik vind het ook leuk om samen met mijn kinderen te gamen. Wie kan mij zeggen bij welke groep ik thuishoor?