vrijdag 27 april 2007

Get the glass

Naar het spelMorgen begint voor de meesten in het onderwijs de vakantie. Anderen hebben er al een weekje vakantie opzitten en hebben ook nog een weekje voor de boeg. Maar voor iedereen dus een mooi moment voor een spelletje!

Iets minder educatief misschien, maar wel erg leuk is het spel Get the Glass. Het doel van het spel is om het drinken van melk een stoer en 'cool' imago te geven. Het spel gaat over de familie Adachi. Hen wacht zonder ingrijpen een vreselijk lot: een leven zonder melk. Hun hoop is Fort Fridge te bereiken waar een heerlijk glas melk te vinden is. Talloze pogingen hebben ze al ondernomen, maar tot nu toe zonder succes want Fort Fridge wordt zwaar bewaakt. Jij mag de familie helpen bij het fort te komen, maar pas op: als Fort Fridge Security ze inhaalt, dan worden ze opgesloten in Fort Milkatraz. Met wat mazzel kunnen ze daaruit ontsnappen, maar het kan ze ook een leven kosten.

Get the Glass is uitdagend, en zeker niet makkelijk. De vormgeving vind ik leuk: humoristisch en stoer, en de muziek past bij het geheel. Ik vond het erg leuk om een keertje te spelen. Of je er meer melk van gaat drinken betwijfel ik, maar ik ben er wel van overtuigd dat je met dit soort promotie-akties melk bij jongeren op een positieve manier onder de aandacht kunt brengen.

Naar het spel

N.B. Het duurt lang om het spel te laden, en tussendoor moet je ook regelmatig wachten om een nieuw deel van het spel te laden. Maar omdat het nu het vakantie is, is dat hopelijk geen bezwaar!

donderdag 26 april 2007

Wii sports; golfen in huis!?

Eindelijk! De wii is binnen, het plezier kan beginnen. Buiten schijnt de zon en is het redelijk warm, en ik ga hier binnen wii Sports zitten. Je denkt vast dat ik niet wijs ben. Ben ik ook niet, maar de tijd dat computergames buiten worden gespeeld is nog niet aangebroken. Nou hadden we wel geprobeerd een constructie te bedenken waarin het scherm binnen staat en je zelf buiten kon spelen. Maar ja, daar waren de kabels niet lang genoeg voor. Dan maar binnen wii sport spelen. Drinken klaar voor als er iemand omvalt van de hitte en spelen maar!

Wii Sports bestaat uit 5 verschillende sporten:

Tennis:

Hierbij is het de bedoeling met je controller slagbewegingen te maken in de vorm van forehand en backhand. Je hebt ook topspin, backspin en hard knallen. Dit is een erg leuk spel, vooral als je het met vrienden speelt. Wel oppassen, als je het met 3 of 4 mensen speelt, dat je niet elkaar slaat.

Golf:

Golf in huis!? Het zal toch niet! Maar het kan. Je gaat zijwaarts staan en houdt de wii controller in je hand als een golfstick, maar dan met 2 handen naast elkaar. Bedoeling is dat je een slagbeweging maakt die precies hard genoeg is om de bal op de green te krijgen en uiteindelijk in de hole.

Boksen:

Je gebruikt beide controllers als bokshandschoenen en het is de bedoeling door zijwaartse slagen, upercuts en gewone slagen je tegenstander knockout te slaan. Dit lijkt zeer taktisch, maar in de praktijk komt het er meestal op neer dat je de tegenstander zo snel mogelijk achter elkaar slaat, zodat deze niets terug kan doen.

Bowlen:

Zeer traditioneel spel, wordt bij iedere bewegings-sportspel nog gebruikt, maar is altijd toch wel weer leuk. Je kan richting bepalen, de bal vanf links of vanf rechts gooien en met een beetje geluk krijg je er ook nog waty effect in. Een leuk spel waarin je ook echt gaandeweg beter in kan worden.

Baseball:

Bedoeling is om de beurt een inning te slaan en te gooien. Bij het gooien kan je gebruik maken van speciale effectballen en is het de bedoeling om een loeiharde strike te gooien. Als slagman moet je dit juist voorkomen en de bal zo ver mogeijk het spel in te krijgen. Het slaan gaat hier soms erg moeilijk, zeker als er curveballen en andere effecten in het spel komen.

Wii sports is heeel leuk als beginnertje voor een LAN-Party, maar het is niet zo geweldig dat je er een dag mee kwijt kunt. Het zit dan ook gratis bij de wii, en daarom is het spel het wel waard om te spelen, en is het ook best wel grappig. Maar voor de echte wii uitdaging zou ik toch een ander spel zoeken.

woensdag 25 april 2007

De 160 en Twitter

Ga naar de site van De 160Janien Benaets, lerares en blogger in Vlaanderen, wees mij op het bestaan van 'de 160'. De 160 is poëzie op sms-formaat: een gedicht van exact 160 tekens (inclusief spaties), het maximaal aantal tekens van een sms'je. Op de site van de '160' wordt deze dichtvorm bestempeld als 'de 21e-eeuwse haiku: compact, dwingend, rigide en vormvast'.

Van de site van de 160:
De uitvinder van de 160 is Sofie Cerutti (1972), die de dichtvorm in het voorjaar van 2005 bedacht en uitwerkte in de programmatische eerste (nog niet uitgegeven) bundel 160 tekens (inclusief wit).

De 160 ontstond uit verveling: tijdens het wachten op een terras op een afspraak die te laat is. Uit onrust: een belangrijk bericht verwachten en dan de telefoon geen seconde los kunnen laten. Uit ergernis: als dat laatste en belangrijke woord niet meer in dat ene sms'je past waardoor er dus twee berichten gestuurd moeten worden. Uit een esthetisch genoegen: een berichtje exact te laten passen, in kloppende, rake volzinnen. Of uit onvermogen: omdat een sms'je, evenals een gedicht, een uiting van onvermogen is – zoveel communicatiemiddelen, en toch zo moeilijk elkaar te bereiken.
Ga naar TwitterMaar de start van de 160 hoeft niets te zeggen over het verdere leven daarvan. Deze dichtvorm lijkt mij een prachtig uitgangspunt voor een wedstrijd. Een wedstrijd die je kunt doen door middel van sms-berichten, maar misschien is Twitter nog wel een leuker (want hipper) en beter (want toegankelijk via verschillende media, en daardoor zonder kosten in te zetten) middel daarvoor. Twitter is software waarmee je een berichtje (van max. 160 tekens) kunt sturen via je Twitter-pagina, instant messaging of je mobiel. Het wordt vooral gebruikt om anderen op de hoogte te houden van wat je aan het doen bent. Maar je zou het dus ook kunnen gebruiken om elkaar 160'jes te sturen en op elkaars gedichten te reageren! Wie Twittert er al in het onderwijs??

dinsdag 24 april 2007

Docks

IJsfontein heeft een spel uitgebracht waarin je kennismaakt met een aantal factoren die spelen bij de inrichting van de Maasvlakte2 die over enkele jaren wordt aangelegd. Als havenexploitant moet je ervoor zorgen op een slimme manier bedrijven op de juiste plaats te huisvesten, met elkaar te laten samenwerken en daarbij het milieu niet uit het oog te verliezen.

Op de site van Docks krijg je de volgende instructie:

Het havenspel waarmee jij als Dockmaster de baas wordt over een totaal nieuwe haven! Net zo nieuw als de uitbreiding van de Rotterdamse haven: Maasvlakte 2. Die is nodig omdat de bestaande haven te krap wordt. Want steeds meer goederen reizen via Rotterdam en dat trekt steeds meer nieuwe bedrijven.

Rotterdam wil zijn positie als grootste haven van Europa niet verliezen. Daarom is het belangrijk dat Maasvlakte 2 die ruimte biedt voor de teokomst. Jij kunt nu ervaren hoe dat werkt. Het nieuwe gebied is nu nog leeg. Je start met 5.000 euro om een nieuw havenbedrijf te bouwen en zoveel mogelijk geld te verdienen. Jouw haven moet de grootste schepen ter wereld aankunnen en natuurlijk houd je rekening met het milieu. Neem het roer over en laat zien wat je kunt!


Wil je succesvol zijn in Docks dan moet je rekening houden met de volgende regels:
  • overslagbedrijven trekken schepen aan,
  • transportbedrijven brengen containers of chemieproducten naar Europa,
  • overslagbedrijven en transportbedrijven werken pas samen als er een koppeling is gemaakt tussen die bedrijven
  • chemiefabrieken maken van palmolie cosmetica, zeep en shampoo,
  • een chemiefabriek werkt pas als de koppeling (pijpleiding) met het overslagbedrijf voor palmolie gemaakt is,
  • overslagbedrijven liggen aan het water. Een transportbedrijf dat bij dat overslagbedrijf hoort, ligt in de buurt van dat overslagbedrijf zodat er weinig kosten gemaakt hoeven te worden voor intern transport,
  • de manier waarop je goederen vervoert naar de landen van Europa is van invloed op het milieu. Vervoer per trein bijvoorbeeld belast het milieu minder dan vervoer per vrachtwagen,
  • Door te investeren in een milieuvriendelijke bedrijfsvoering, kun je de negatieve effecten van chemische en containeroverslagbedrijven verminderen.
  • Om supercontainerschepen naar de haven te trekken, moeten de bedrijven (overslagbedrijf, chemiefabriek en transportbedrijf) vergroot worden.
Ik denk dat het spelen van dit spel een leuke kennismaking kan zijn met de belangen die spelen bij de aanleg van industrie- of havengebieden. Natuurlijk is het beeld dat hier gegeven wordt niet compleet: het spel is gemaakt in opdracht van het havenbedrijf Rotterdam, en dat bepaalt natuurlijk de regels van dit spel. Daarom zou ik na het spelen van het spel de leerlingen de vraag voorleggen of ze het eens zijn met deze regels, en welke regels ze zelf zouden willen opstellen als ze hiervan een spel zouden maken. Die informatie kunnen ze - misschien in de wiskundelessen - verwerken in een spreadsheet, en dan het spel zelf spelen. Leuk!

maandag 23 april 2007

Bordspellen van Webskoel

Naar de site van Phalanx GamesVerschillende mensen attendeerden mij op de nieuwsbrief van Webskoel, waarin melding werd gemaakt van bordspellen van Phalanx die door hen voorzien zijn van opdrachten, waarmee ze in de lessen ingezet kunnen worden. Dat vind ik op zich een goede zaak: een spel kan een goede manier zijn om lesstof over te brengen. En alhoewel ik me vooral bezig houdt met computergames, ben ik absoluut geen tegenstander van het oude vertrouwde bordspel. Integendeel: de interactie tussen de spelers van een bordspel, is anders-maar-niet-minder dan de interactie tussen spelers van een computergame. Het nadeel van een bordspel is wel dat je altijd een aantal mensen tegelijkertijd nodig hebt, en dat is soms lastig te organiseren. Bij een computergame heb je vaak de keuze of je wilt spelen tegen de computer speelt, of tegen 'echte' tegenstanders.

Maar wat ik vooral jammer vindt van de bordspellen die Webskoel presenteert, is dat ze worden gepresenteerd als spellen voor het vak geschiedenis, terwijl het eigenlijk - voor zover ik kan overzien - meer economie games zijn. Het gaat bij de meeste spellen vooral over het kopen en verkopen van grondstoffen en het bouwen van huizen enz. en dat heeft weinig met geschiedenis te maken. Wel worden aan het spel een aantal geschiedenisfeiten gekoppeld, maar dat is maar de buitenkant van het spel. De binnenkant (de regelset) gaat over andere zaken. Ik denk dat het leren met deze spellen daarmee niet veel toevoegt aan de les. Het is vermoedelijk wel een leuke, maar ook een weinig effectieve manier om de lesstof over te brengen.

Als de regelset van een spel daarentegen overeenstemt met de leerstof, dan kan een spel wel degelijk meerwaarde bieden. Het is interessant om zelf de loop van de geschiedenis te bepalen door voor dezelfde keuzes gesteld te worden als bijv. Napoleon, het leven te leiden van Madame de Bovary of de ontdekkingen te doen van Leonardo da Vinci. Maar in de spellen van Phalanx is de geschiedenis eigenlijk niet meer dan achtergrondmuziek. Leuk om naar te luisteren, maar je leert er niet van spelen!

vrijdag 20 april 2007

Onderwijs als een spel

Naar het artikel van GeeWilfred Rubens wees in zijn weblog op een publicatie van James Gee: Learning by design: good videogames as learning machines. Het is geen nieuwe publicatie: hij dateert al van 2005 en ik had 'm al eens eerder gelezen, maar ik blijf het een interessant verhaal vinden.

Gee somt in deze publicatie op welke elementen videogames zo verslavend maken, en hoe je die elementen in het onderwijs zou kunnen implementeren. De opzet van het verhaal is eenvoudig: hij noemt een onderwijskundig principe, kijkt hoe die in games in het algemeen uitgewerkt zijn en hij geeft een voorbeeld van een videogame waarin dat principe op een duidelijke manier vorm gegeven is. Tot slot geeft hij tips hoe je dat onderwijsprincipe op een spel-achtige manier in de les kunt uitwerken.

Ik heb zelf ook al een paar keer geschreven over hoe je onderwijs op een meer spel-achtige manier vorm zou kunnen geven (hier, hier en hier), maar het artikel van Gee is niet alleen veel uitgebreider, maar is ook geweldig onderbouwd vanuit de didactiek.

Om wat zaken te noemen uit de lijst van Gee (hij geeft er zelf 13):
  • een game (en dus ook onderwijs) moet een goede opbouw hebben. De gamer/leerling moet eerst zelfvertrouwen opbouwen over zijn kunnen voordat hij uitgedaagd wordt tot het doen van onderzoek;
  • de gamer/leerling moet mede-ontwerper zijn van de les/het spel. De keuzes van de gamer/leerling moeten het spel/de les beïnvloeden;
  • goed onderwijs/een goed spel sluit aan bij verschillende leerstijlen;
  • de leerling/speler kan zich identificeren met (een character in) de game/de les.

Ik zal niet alles opnoemen, want dan zou je misschien in de verleiding komen alleen deze post te lezen. En dat zou jammer zijn: het verhaal van Gee is veel beter dan ik hier kan vertellen!

donderdag 19 april 2007

Civilization IV; Rise or Fall

Turn Based strategy kom je niet vaak meer tegen omdat het spel dan in multiplayer soms een tijd opgehouden wordt en omdat turns soms heel erg lang kunnen maken wat de vaart van het spel er een beetje uit haalt. Toch zijn ze er nog wel. Het zijn dan meestal niet deze games die gigantisch populair worden, maar er is toch een specifieke groep die aan dit soort games vast blijft houden. En dit is toch wel zonde, want het kunnen soms bijzonder nuttige games zijn. Zelf behoor ik niet tot de groep die turn-based leuk vindt, het gaat mij meer om snelle actief. Maar ik was toch wel onder de indruk van het spel Civilization IV. En het was niet de game die me versteld deed staan...

Civilization kan je zien als een soort super-uitgebreid risk. Je begint in de steentijd met een van de 18 bevolkingen op een groot bord met een figuur, genaamd een settler. Deze settler maakt je eerste nederzetting. Deze nederzetting wordt door de beurten groter en in de nederzetting kan je dan dingen bouwen, waaronder ook nieuwe settlers om je rijk uit te breiden met meer steden. Om je stad heen kan je verbeteringen bouwen die ook weer steeds groter worden (en dus meer opleveren voor je stad) en krijg je op sommige tegels de beschikking over speciale grondstoffen voor je tijd zoals rijst in het begin en aan het eind uranium. Doel van het spel is je rijk zo groot mogelijk te maken. Je kan winnen door 70% van het land te bezitten, iedereen te hebben vernietigd, een raket de ruimte in te sturen of door de meeste score te heben aan het eind van het spel.
Het spel is gigantisch uitgebreid, je hebt beschikking over tal van historische bouwwerken. Je kan beginnen met stonehenge, en dan krijg je later de piramides en in het moderne tijdperk kan je broadway krijgen. Ook kan je je eigen religie ontwikkelen door bepaalde uitvindingen te doen. Dit gaat dan van Buddhisme tot Taoisme. Hierdoor wordt je bevolking gelukkiger. Hiernaast heb je ook nog de beschikkingen tot normale gebouwen zoals brakken en theaters. Je kan natuurlijk ook ervoor kiezen de wereld aan te vallen met je gigantische leger dat kan bestaan uit olifanten en later zelfs bazookas en tanks. Kortom, er is veel plaats voor creativiteit.

Wat me zo versteld deed staan bij deze game was de hoeveelheid historische data die je bij het spelen te verwerken krijgt. Zoals ik al genoemd heb, de vele mogelijkheden van het spel maar ook de tijdlijn die het spel beschrijft, met iedere bevolking zijn overeenkomsten en vooral verschillen. Van de Azteken tot de Amerikanen.Als je een keer dit spel in een geschiedenis PO wilt gebruiken, zou ik de klas in groejes verdelen en dan ieder een bevolking laten doen en dan kijken wat typisch is aan deze bevolking. Nadeel is wel dat 1 spel zo'n 14 uur kan duren, maar het bevat dan ook wel een schat aan informatie.

woensdag 18 april 2007

Multimediaal lesmateriaal aardrijkskunde

naar de site van Bart BossuytBart Van Bossuyt, docent op het Don Boscocollege in Zwijnaarde (Vlaanderen), stuurde mij een mailtje over de site die hij in de lucht heeft gebracht: BegeleidZelfstandigLeren. Op die site biedt hij (gratis) weblessen (digitale werkbladen) aan op het gebied van aardrijkskunde en natuurwetenschappen (maar die laatste wordt op dit moment niet meer bijgewerkt). De term 'digitale werkbladen' vind ik eigenlijk niet toereikend voor wat Bart heeft gemaakt: voor zijn lessen schrijft en verzamelt hij teksten, voegt daar plaatjes en films aan toe, en interactieve simulaties (bijv. deze). Met behulp van Actionscript (en voor kruiswoordpuzzels het programma Hot Potatoes) maakt hij daarbij tenslotte (invuloefeningen), die de leerlingen zelf kunnen nakijken.

Bart brengt didactische websites onder in drie categorieën:
  • statische, niet interactieve sites, zoals bijvoorbeeld deze;
  • sites met statische lessen maar interactieve zelfevaluatie aan het einde van elke les (Hotpotatoes);
  • sites met interactieve lessen (interactieve oefeningen met feedback, gepersonaliseerde oefeningen en uitbreiding van video, simulaties en zelfs games als differentiatie naar tijd) en interactieve zelfevaluatie (Hotpotatoes en andere).
Begeleidzelfstandigleren valt in de laatste categorie: interactieve lessen, gecombineerd met interactieve zelfevaluatie.

Over het algemeen ben ik niet zo onder de indruk van Hot Potatoes, maar nadat ik een stuk van James Gee had gelezen over hoe je in het onderwijs game-elementen kunt brengen, ben ik er toch anders naar gaan kijken. Een aantal oefeningen (bijv. de sleepoefeningen) zijn prima om leerlingen bekend te laten raken met het onderwerp. Daarmee krijgen ze meer zelfvertrouwen, zodat ze meer uitdagende problemen durven op te lossen. Bij games wordt die 'truc' zeker toegepast: een spel begint eenvoudig, zodat je het vertrouwen krijgt dat je het einde kunt halen. De uitdagingen in een goed spel worden steeds groter. Ik denk dat de bekende Hot Potatoes-oefeningen, waar je zelf je werk na kunt kijken, eenzelfde functie kunnen vervullen. Bart heeft in zijn weblessen m.i. een goede mix van eenvoudige en lastige oefeningen.

Ik heb gekeken of ik op internet meer info kon vinden over Bart Van Bossuyt, maar ik vond alleen zijn favorieten online. Maar dat geeft misschien nog wel een beter beeld dan zijn biografie. In het pre-digitale tijdperk gold 'toon mij uw boeken en ik zal zeggen wie u bent'. Ik denk dat een blik op iemands favorietenlijst, de moderne variant hiervan is!

dinsdag 17 april 2007

Lesmateriaal bij Red Fred

Naar het lesmateriaal op Praktisch TechniekIk ben een grote fan van de spellen van Ranj. De spellen die zij maken zijn over het algemeen leuk om te spelen, en je leert er van alles van, meestal zonder dat je dat in de gaten hebt. Het allerleukste spel dat ze gemaakt hebben vind ik nog altijd Red Fred. Het verhaal van een hamster die gevangen genomen is in het huis van de buren. Hij zit opgesloten in een doos, en hij kan er niet uit. Je mag hem helpen door de 'gereedschappen' die in de verschillende kamers staan, slim in te zetten. Het gaat dan niet om de bekende gereedschappen zoals hamer en zaag, maar om een stofzuiger, water, een hijswagen (die in één van de levels op een bijzondere manier wordt ingezet), de warmte van een broodrooster, een ronddraaiende tandenborstel en nog veel meer. Techniek waar ik van hou, gebracht met een fikse portie humor, en verpakt in een leuk vormgegeven buitenkant.

Door het spelen van Red Fred leer je ongemerkt. Maar voor kinderen zal het niet meevallen om de kennis die ze in dit spel impliciet hebben opgedaan, expliciet te maken, c.q. een transfer te maken naar wat ze verder hebben geleerd. Tot mijn grote vreugde ontdekte ik dat bij het spel Red Fred nu een aantal opdrachten aangeboden worden op de site Praktisch Techniek. Er zijn 8 opdrachtenbladen:
  1. Techniek om je heen
  2. Elektriciteit en water
  3. Leidingen in huis
  4. Aan de slag in de keuken (over tandwielen)
  5. Duikplanken in het zwembad testen (over het hefboomprincipe)
  6. Zijn oorkonde ophangen (hefboomprincipe)
  7. Een nieuwe haarcoupe (over de werking van een föhn)
  8. Een goede verstopplaats zoeken (hefbomen)
  9. Een relaxstoel verhuizen (over katrollen)
Je kunt de bladen zo uitprinten, waarna de leerlingen alleen of in groepjes de vragen kunnen beantwoorden. Het is leuk om de groepjes daarna allemaal voor elkaar een presentatie te laten verzorgen over wat ze hebben geleerd. Bij voorkeur niet een presentatie met woorden, maar met een klein proefje om het principe te laten zien. Om leuke proefjes te vinden kunnen ze bijvoorbeeld kijken op Proefjes.nl, Kekt-techniek, Techna en Encyclopedoe. Wie op de computer wil experimenteren met hefbomen kan terecht op Technopolis. Een leuke les over tandwielen is te vinden bij Technika10.

N.B. Mocht je moeite hebben met het uitspelen van Red Fred (dat is namelijk niet echt makkelijk als je nooit gegamed hebt), dan vind je op tips + walkthrough op de site van Praktisch Techniek!

maandag 16 april 2007

Gratis spelletjes en software

Naar GameGiveAwayOfTheDayWie graag steeds andere spelletjes speelt, maar niet steeds op internet wil zoeken naar nieuwe spellen, en ook geen geld wil uitgeven om nieuwe spellen te kopen, zou eens moeten kijken op de site GameGiveAwayOfTheDay. Elke dag vind je daar een nieuw spelletje dat je gratis mag downloaden. GameGiveAwayOfTheDay is onderdeel van GiveAwayOfTheDay, waar je elke dag software waar je normaal gesproken voor moet betalen gratis aangeboden krijgt.

Het is duidelijk wat het voordeel is voor de bezoeker, maar waarom geeft de uitgever deze software weg? Om te beginnen, moet je jezelf natuurlijk registreren voor deze site, en je gegevens worden doorgegeven aan de uitgever van de software die je downloadt. Een ander voordeel voor de uitgever is dat op de site de informatie over de software bewaard wordt, met daarbij een review en de reacties van de gebruikers van de software. Als de software positief wordt gewaardeerd (en die kans is groter als je hem gratis aanbiedt, dan wannneer je er geld voor vraagt), dan is de website voor de uitgevers dus een mooie manier om reclame te maken voor je product.

Ik heb me via RSS ingetekend op de sites, zowel op de algemene software, als op de spellen, en al een paar leuke dingen gedownload. Misschien zijn die wel door mijn spamfilter eruit gevist, maar ik heb nog geen last gehad van allerlei vreemde mailtjes.

Het is overigens ook de moeite waard om een kijkje te nemen in de Freeware Download Library (met o.a. de categorieën Games en Education): daar is ook nog een heleboel leuks te halen!

vrijdag 13 april 2007

Gaming in de zorg

Naar de demoMadmultimedia heeft, samen met het Universitair Medisch Centrum Groningen, Lentis, Thuiszorg Groningen en Principal Blue, een game ontwikkeld voor de zorgsector: Gaming in de Zorg. In deze simulatiegame wordt de cursist met simulaties getraind in onderwerpen als dementie, agressiehantering en wet en regelgeving in de gezondheidszorg. De game wordt 25 april officieel gelanceerd, maar er is al wel een demoversie van de game online gezet.

In het startscherm kun je kiezen uit twee onderdelen: je kunt naar het dorp gaan, of naar de training. In het dorp vind je een uitleg hoe je het spel moet spelen, er is een forum en een prikbord, en je kunt er naar de bibliotheek waar je informatie vindt over de wet BIG, agressiehantering en dementie, de onderwerpen van de game. De bibliotheek kun je ook direct vanuit het spel benaderen, voor het geval je tijdens het spelen van het spel wat op wilt zoeken.

Als je kiest voor 'Naar de Training', krijg je drie mogelijkheden: je kunt een situatiespel spelen, naar het rollenspel gaan of de quiz spelen. In het rollenspel krijg je steeds een kort verhaaltje over iemand, waarna een bepaalde situatie wordt geschetst. Dan krijg je een opdracht (of missie, zoals het in het spel wordt genoemd). Dan begint de simulatie te spelen, en kun je telkens een aantal keuzes maken. Als je de goede keuzes maakt, kun je het spel verder spelen, maar maak je de verkeerde keuzes dan moet je opnieuw beginnen.
Ook bij het situatiespel moet je steeds handelen naar bevind van zaken. Hier ben je (gelukkig) niet af als je de verkeerde keuzes maakt: je krijgt alleen geen punten.
De quiz is precies wat je ervan verwacht: je moet vragen beantwoorden over alle onderwerpen die in de game behandeld worden.

Ik denk dat dit spel functioneel is voor de doelgroep. Het ziet er bovendien grappig uit en de geschetste situaties lijken mij realistisch (wat je ook wel kunt verwachten, gezien het feit dat het Universitair Medisch Centrum Groningen hieraan heeft meegewerkt). Maar of het nu veel toevoegt aan dezelfde verhalen/cases op papier, weet ik niet. Ik heb in deze demoversie niet kunnen achterhalen of bijvoorbeeld de vragen afhankelijk zijn van de antwoorden die je geeft. Op die manier zou de game zich kunnen aanpassen aan het niveau van de speler, waardoor het geheel zeker meerwaarde zou kunnen krijgen. Misschien dat hier in de officiële versie wel invulling aan is gegeven, of dat het spel zich aanpast aan de speler d.m.v. een goede opbouw van de levels.

Wat ik wel handig vind, maar in de demoversie niet te bekijken is, is dat het mogelijk is om in het spel te overleggen met andere spelers of een vraag te mailen aan een inhoudsdeskundige. Ik zou het nog interessanter vinden als het mogelijk is om als docent ook de virtuele ruimte te betreden en vragen te stellen of - nog liever - de casus makkelijker of moeilijker te maken. Je zou dan bijvoorbeeld bij de demente man in het spel binnen kunnen komen als de zoon die de goede, of juist de verkeerde opmerkingen maakt. Dat maakt de geboden cases afwisselender, en je kunt als docent met de cursist in gesprek over zijn of haar keuzes. Ik denk dat je op die manier echt de mogelijkheden van virtuele werelden benut!

donderdag 12 april 2007

De wiki; de nieuwe walktrough

naar de wikiNu net de uitbreiding voor "The Elder Scrolls IV: Oblivion" is uitgekomen, ga ik daar weer fanatiek mee aan de slag. Niet om het hier te reviewen, maar gewoon voor mijn plezier. Oblivion is een uitgebreid spel. Zo uitgebreid dat het niet waarschijnlijk is dat je overal in één keer door komt. Vorige keer dat ik dit spel speelde, maakte ik gebruik van een walktrough. Maar niet zo maar een walktrough, een wiki. Een wiki waar een heleboel personen aan hebben bijgedragen door zo veel mogelijk info op te schrijven. En dit allemaal georganiseerd onder de links van een site. En deze is niet de enige. Toen ik Viva Pinãta aan het spelen was, heb ik ook een wiki gevonden die mij alle geheimen van het spel ontsluierd heeft. Het mag dan wel gameplezier weghalen, maar handig is het wel.

Meestal als je een walktrough leest is het of een in kladblok geschreven pagina, die met streepjes en tekens geprobeerd is mooi te maken, of een pagina op een gamesite waar alles wel er mooi uitziet, maar als je iets wilt opzoeken is dat ook onhandig. Het handige van een wiki is dat je veel meer informatie hebt want er zijn meer mensen die onderwerpen verzinnen, dus je krijgt meestal niet alleen de walktrough, maar ook strategiën en tips en echt alles wat je maar kan verzinnen over de game. Daarbij is het ook nog handig dat alles over catogeriën verdeeld is. Dit maakt het zoeken zeer gemakkelijk.

Ik denk dat er in de toekomst zeker meer wiki's gaan komen. Althans, dat hoop ik. Het is veel leuker om met z'n allen bij te dragen aan een leuke site dan in je eentje gewoon iets op te zoeken. Plus dat het vanuit de interesses van de mensen die het spelen is gemaakt, wat de verhaaltjes ook wel wat interresanter maakt. En ik blijf het zeggen, liever geen walktrough, maar als je het doet, doe het dan goed!

woensdag 11 april 2007

Spelletjes voor het basisonderwijs

Naar het spel Frog PalaceBinnenkort mag ik op twee plekken wat gaan vertellen over games in het basisonderwijs. En dat betekent weer heel wat snuffelen op het web, en vooral ook veel spelen! De laatste vondst die ik heb gedaan is de site Kaboose. De site oogt verschrikkelijk (vind ik): een Amerikaans damesblad in de meest zoete vormgeving die je kunt bedenken. Maar ja, er staan wel een aantal spelletjes die gebruikt kunnen worden in de onderbouw en middenbouw van het basisonderwijs, dus laat ik aan die vormgeving en de verder wel erg huishoudelijke inhoud maar even voorbij gaan ;-)

De educatieve games op de site zijn verdeeld in een aantal categorieën:
math games
language games
science games
geography and history
sports games
arts and music.

Voor Nederlandse basisschoolleerlingen zijn de taalspelletjes vaak te moeilijk, net als sommige science games. Maar er zitten wel bruikbare rekenspelletjes tussen, en ook de spelletjes over kunst en muziek kunnen vaak goed gebruikt worden hier in Nederland. Zo vond ik het een leuk spelletje om te zoeken naar het goede geluid bij een muziekinstrument, en ook de kleurplaat waarbij je optelsommen (tot 10) moet maken om de kleurplaat te kleuren, vond ik aardig. In het spel 'Connect the numbers' moet je de opeenvolgende getallen aanklikken, waardoor een plaatje ontstaat. Een heel oud principe, maar deze variant is leuker omdat je een animatie krijgt als je het goed doet. Ook het spel Frog Palace vond ik leerzaam: daarin moet je een getal verdelen in eenheden, tientallen en honderdtallen. Wat wel jammer is, is dat de spelletjes te kort duren om er echt goed mee te kunnen oefenen: je bent per spel hooguit een paar minuten bezig en dat is te weinig om echt effect te sorteren. Ik zou daarom adviseren om een startpagina te maken waarin een spellen waarin dezelfde vaardigheden worden geoefend, bij elkaar gezet worden, zodat de leerlingen steeds kunnen oefenen op één vaardigheid met een aantal verschillende spellen. En wie een beetje handig is met programmeren, kan zelf ook een aantal van dit soort spellen namaken met eenvoudige middelen als PowerPoint of HTML.

Wat overigens wel heel irritant is en waar ik geen oplossing voor weet, zijn alle reclames die steeds tussendoor komen. Ik denk dat kinderen al heel gauw weten hoe je die weg kunt klikken, maar mij irriteert zoiets verschrikkelijk!

dinsdag 10 april 2007

Holocaust, discriminatie en stereotypen

Joodse leerlingen worden vernederd ten overstaan van hun klasgenoten. Op het bord staat: Joden zijn onze grootste vijanden. Kijk uit voor joden!Over een paar weken is het weer 5 mei. Wat mij betreft tijd om te kijken naar vrede, en wat vrede in de weg staat. Discriminatie is één van die zaken, en iets waar we met zijn allen verandering in kunnen brengen, door zelf na te denken over je eigen vooroordelen, en door er met leerlingen over te praten.

Recent kwam ik op het web een wiki tegen over een Holocaustproject op een highschool in de VS. In de wiki vinden leerlingen achtergrondinformatie over de holocaust, over plaatsen en landen waar de holocaust plaatsvond, en over een aantal overlevenden van de holocaust. De leerlingen krijgen als opdracht eerst het leven van een (denkbeeldige) familie die leefde ten tijde van de holocaust in kaart te brengen. Daarvoor beschrijven ze het leven van die familie voor en tijdens de holocaust, en ze maken van iedere persoon uit dat gezin een korte biografie.

Vervolgens kiezen ze uit het leven van hun familie een aantal beslissingsmomenten, en ze bekijken hoe het leven van hun familie gelopen was als ze op dat moment een ander besluit hadden genomen. Een branching story dus, oftewel een simulatie.

De leerlingen krijgen tevoren te horen hoe hun werk beoordeeld wordt: daarvoor heeft de docent een matrix gemaakt (zoals ook gedaan wordt bij webquests) waarin hij aangeeft op welke punten de beoordeling plaatsvindt, en hoe zwaar elk criterium weegt.

Het is erg de moeite waard om te kijken wat de resultaten zijn van het project vorig jaar (periode 1 en 2). De opdracht van dit jaar is nog niet helemaal afgerond, maar ook hier is al veel te vinden van het werk van de leerlingen (periode 1, 2, 3 en 4).

Ik vind het een indrukwekkend project, omdat ik denk dat je zo het leven van de mensen tijdens de holocaust heel dicht bij de leerlingen haalt. En volgens mij geldt dat als je geschiedenis dichterbij haalt, je er meer bij betrokken raakt en des te beter kun je ervan leren.

Je kunt op deze opdrachten ook varianten bedenken die nog dichter bij het leven van de leerlingen staan. Je kunt ze bijvoorbeeld vragen om na te denken over discriminatie en stereotypen van vandaag. Daarbij kun je denken aan stereotypen van allochtonen, homoseksuelen, vrouwen, ouderen enz. Maar ook aan stereotypen zoals giechelende pubermeiden, onhandige jongens, agressieve Lonsdale-jongeren of domme blondjes. En de keren waarbij die stereotypen in hun eigen leven leidde tot discriminatie. Die keer dat de wasmachinemonteur tegen het giechelende meisje zei dat ze zich er maar niet mee moest bemoeien omdat die technische zaken toch veel te moeilijk voor haar waren, de volwassene die met een boog om je heen liep toen je met je nieuwe Lonsdale-kleding de winkel uitkwam, de moeder van je vriendinnetje die zei dat ze liever had dat jij de vuilnisbak aan de weg zette omdat helpen met de afwas toch niks is voor jongens. Ik denk dat het boeiend is om met de leerlingen dit soort vooroordelen waarmee ze allemaal te maken hebben of krijgen in kaart te brengen, en ze vervolgens te vragen om net als bij het holocaustproject een levensbeschrijving te maken, en vervolgens een branching story: wat zou er gebeurd zijn als mensen anders hadden gereageerd op die stereotypen? Je kunt dat natuurlijk in woorden doen, maar ik kan me ook voorstellen dat dat gedaan wordt met een (aantal) videofilm(s), die je aan elkaar verbindt door middel van hyperlinks. Zo ontstaat een interactief verhaal, waar zowel de makers, als degenen die het verhaal later 'lezen' veel van kunnen leren!

donderdag 5 april 2007

Bully; neem de school over

naar website spel Bully Er was nogal veel commotie over deze game een tijdje geleden. Het spel heet eigenlijk Canis Canem Edit, maar toen het op de markt zou komen, waren ze het er in Europa en vooral in de Verenigde Staten over eens dat deze game mensen zou aanzetten tot pesten van mensen en daarom mocht in de Verenigde Staten deze game geloof ik niet uitgegeven worden en in Europa werd er een leeftijdsgrens van 16 jaar en ouder aan verbonden. Nou was ik wel benieuwd of dat spel nou echt zo veel pesten bevat of dat het alleen de naam was die zo veel ophef gaf. Dus heb ik van een vriend een exemplaar geleend om deze eens van top tot teen te testen.

In Bully zetten je ouders je af bij bullsworth, een strenge school waar je zwaar gestraft wordt voor het kleinste vergrijp, om zelf op een cruise te gaan. Doel van de game is dan ook om jezelf meester van deze school te maken door de leiders van alle clubjes te verslaan. Er zijn 5 clubjes, de ruikeluizen, de stoere gozers, de sportmensen, de nerds en ook de dorpelingen (mensen die van school getrapt zijn) Daarnaast moet je ook de lessen volgen, waarmee je nieuwe vaardigheden leert. BIj scheikunde leer je bijvoorbeeld stinkbommen en rotjes maken en bij Engels leer je beter je excuses aan te bieden.

Er zijn in deze game verschillende missies. Deze verschillen van het verdedigen van een gebouw, tot het helpen daten van de lelijke kokkin. Daar kan je dan weer geld mee verdienen waar je bijvoorbeeld een fiets van kan kopen. Daarnaast zijn er ook nog wedstrijden in fietsen, karten en boksen waar je ook weer een heleboel geld mee kan verdienen. Maar geld is niet waar het om draait in deze game. Geld maakt niet gelukkig hier, respect wel. Je moet het respect winen van alle clubjes voordat je de game uitspeelt. Voor deze game geldt: Wie al het respect heeft, is rijk!

Ik vind Bully eigenlijk helemaal niet zo bully, want je pest helemaal niet, je ziet wel de cool guys de nerds pesten, maar of dat nou zo schokkend is? Ik kan me overigens wel voorstellen dat deze game voor 16 jaar en ouder is, want je bent om de minuut bezig met het in elkaar rammen van mensen, of het neeerschieten ervan. Daarin is het wel vergelijkbaar met de GTA serie, maar in plaats van politie heb je leraren achter je aan. Dus van mij mag het spel gewoon bully heten!

woensdag 4 april 2007

Schoolboeken: betaald door de overheid

afbeelding van kind met boeken, overgenomen van website Crown van GelderDe plannen in het regeerakkoord zijn duidelijk: als het aan de Tweede Kamer ligt dan hoeven leerlingen uit het voortgezet onderwijs met ingang van 2008 niet meer zelf hun schoolboeken te betalen. In plaats daarvan willen ze de scholen een bedrag geven waaruit de schoolboeken bekostigd kunnen worden.

Mijn gevoelens bij die plannen zijn dubbel. Enerzijds ben ik blij dat nu degenen die bepalen ook betalen. Met andere woorden: als een school kiest voor dure methodes, dan zullen ze zelf daarvan de lasten moeten dragen. Ik weet dat veel docenten/secties/scholen zich erg bewust zijn van de bedragen die ouders elk jaar moeten neerleggen voor de aanschaf van schoolboeken, maar helaas is dat niet altijd het geval. Mijn kinderen en hun vriend(inn)en hadden aan het eind van een schooljaar altijd boeken die niet of maar zelden gebruikt waren. En daar had ik toch altijd moeite mee. Ik hoop dat als de plannen van de regering doorgaan, aan dit soort praktijken een einde komt.

Maar het zou ook wel eens kunnen betekenen dat scholen teveel gaan bezuinigen op de schoolboeken. Ik kan me voorstellen dat boeken worden aangeschaft door de school, en uit kostenoverwegingen langer dan voorheen gehandhaafd worden. Vorige week las ik dat op ongeveer de helft van de basisscholen de methodes langer dan 8 jaar gebruikt worden. Tel daarbij op de gemiddelde ontwikkeltijd van een methode (3 jaar), dan betekent dit dat methodes in het basisonderwijs 11 jaar na het eerste ontwerp nog steeds in gebruik zijn. Stel je voor: 11 jaar! Zelfs als de didactiek van het betreffende vak (nagenoeg) onveranderd is in die periode, dan lijkt het mij dat de voorbeelden, opgaven, cases enz. bij zo'n vak toch wel wat eerder aan vernieuwing toe zijn.

Ik hoop dat de plannen van de regering als gevolg hebben dat scholen en uitgevers nu op een andere manier gaan kijken naar lesmethodes. Ik zou er zelf voor willen pleiten dat lesmethodes niet meer als één groot geheel worden aangeboden (vanaf de brugklas tot en met het eindexamen), maar als modules, waar je zelf je selectie uit kunt maken. Ik zou dan het liefst zien dat er een scheiding komt tussen theoriemodules en praktijk- of oefenmodules. Scholen kunnen er dan voor kiezen om alle modules af te nemen, maar ze kunnen er ook de voorkeur aan geven om bijv. bij een theoriemodule zelf praktijkmodules te maken, die aansluiten bij de actualiteit in het algemeen en de leefwereld van de kinderen zoals die er op dat moment uitziet. Op die manier heb je het beste van 2 kanten: de gedegen kennis en ervaring van uitgevers op het gebied van het ontwikkelen van lesmethodes, en de snelheid van handelen en de kennis van de (per jaar en per klas wisselende) doelgroep van de scholen.

Ik weet dat sommige scholen al bezig zijn om zelf educatieve content te ontwikkelen. Dat valt natuurlijk niet mee: lesgeven is iets anders dan een lesmethode schrijven. Maar er zijn initiatieven waarbij docenten worden vrijgemaakt om zich te bekwamen in het ontwikkelen van lesmateriaal, en dan ontstaan soms verbluffend mooie producten. Die producten kunnen dan eventueel weer vermarkt worden door een uitgever (alhoewel je dan natuurlijk weer het risico loopt dat die modules verouderd zijn bij verschijnen). Ik hoop dat we over een paar jaar kunnen spreken van een intensieve samenwerking tussen uitgevers en scholen, waarin beide partijen hun talenten inzetten om een ruime aanbod te creëren in lesmaterialen!

dinsdag 3 april 2007

Energie besparen

Naar het spelAls je energie wilt besparen, dan kun je maar beter zoveel mogelijk allerlei apparaten uitzetten. In het spel 'Turn it all off' is dat dan ook je taak: je moet als een razende Roeland door het kantoor lopen en kopieerapparaten, lampen, computers, ventilatoren enz. uitschakelen.

Het spelconcept is simpel, maar wel goed uitgewerkt. Je moet soms echt uitzoeken hoe je dingen kunt aanpakken. Wat doe je bijvoorbeeld met een medewerker op je kantoor die in slaap is gevallen achter haar computer? Zolang zij daar zit kun jij er niet bij om die uit te zetten. In de kast kom je soms onverwachte zaken tegen, en een kopieerapparaat blijkt lekker warm te zijn. Het is absoluut niet makkelijk om dit spel tot een goed einde brengen, en het is daarom behoorlijk uitdagend. En omdat je tussendoor steeds kleine beetjes informatie krijgt (bijvoorbeeld over het energiegebruik van kopieerapparatuur), leer je er ook nog van. Niet veel misschien, maar het zet je vermoedelijk toch wel aan het denken. En ik denk dat dat voldoende is: de meeste mensen willen immers wel zuinig omgaan met energie, maar je bent je er niet altijd bewust van hoeveel stroom sommige zaken verbruiken. Maar na een kwartiertje dit spel gespeeld te hebben (en natuurlijk ook de achtergrondinformatie op de overige pagina's gelezen te hebben), ben je je daar weer helemaal van bewust!

maandag 2 april 2007

Levensloopmanager NIBUD

Naar het spelZojuist heb ik het spel 'Levensloopmanager' van het NIBUD gespeeld. In dit spel is het de bedoeling dat je tevoren keuzes maakt wat je wilt bereiken in je (spel-)leven: geluk, geld, gezondheid en sociale reputatie. Daarna ga je je leven leiden. Je begint het spel als 20-jarige. Je maakt per ronde een aantal keuzes:
  • in welk huis wil je wonen,
  • wil je een auto hebben of niet,
  • ga je door het leven als alleenstaande of ga je op zoek naar een partner,
  • wil je kinderen,
  • welke baan ambieer je,
  • hoeveel geef je uit aan verzekeringen enz., ga je sparen en/of beleggen,
  • waaraan besteed je je tijd?

Elke keuze heeft natuurlijk gevolgen. Bovendien gebeuren er af en toe 'events': je kunt bijvoorbeeld arbeidsongeschikt worden, een erfenis ontvangen, je partner verliezen, ontslagen worden enz. Het spel eindigt als je 65 bent geworden. Dan wordt de eindscore opgemaakt, en wordt gekeken in hoeverre je de door jezelf gestelde doelen hebt behaald: ben je zo gelukkig als je wilde of ben je een stresskip geworden? Ben je bij de start van je pensioen in een goede conditie en is je gezondheid in orde? De spelers die het spel het beste spelen, komen in de highscore-list.

Je kunt (binnen bepaalde marges) zelf kiezen hoeveel tijd je wilt besteden aan het spel. Je kunt namelijk aangeven hoeveel jaar per beurt verstrijken: 1, 3 of 5 jaar. Als je de documentatie erbij gebruikt dan ben je er een (klein) lesuur mee bezig. Maar ik gok dat veel leerlingen vooral gaan gokken, en weinig gebruik zullen maken van alle tips die aangereikt worden. In dat geval ben je met een minuutje of 10 door het spel heen.

Het spel bevat een heleboel elementen om met leerlingen te praten over financiële zaken. Wat is sparen en wat zijn de voor- en nadelen van beleggen, vind je het belangrijker om een goed betaalde baan te vinden, of vind je het belangrijker om een baan te vinden die misschien minder verdient, maar waar je meer vrije tijd hebt, wat betekent de koop van een huis voor je financiële planning enz. Zoals je verwacht van het NIBUD is de onderbouwing van het spel prima. Maar of het leuk is? Daar heb ik zo mijn twijfels bij. Het kon mij in ieder geval niet bekoren: ik kon er geen enkele uitdaging in vinden om hoog te scoren. Jammer! Ik denk dat het NIBUD veel meer kan bereiken met dit spel door er wat meer grapjes in te brengen (een paar onverwachte events), per beurt een terugkoppeling te maken tussen de keuzes en de gevolgen daarvan, hindernissen bij iedere beurt (en natuurlijk een beloning als je die hindernissen overwint). Als ze dan ook nog iets doen aan de vormgeving, kan dit een heel spannend en uitdagend spel zijn dat jongeren in hun vrije tijd gaan spelen!