vrijdag 30 september 2005

Technisch Bargoens

Gelezen op (of is het in??) Taaluniversum:


Bargoens woordenboekDe meeste werknemers op kantoor raken in de war door het jargon van het IT-personeel, zo blijkt uit een recent onderzoek van Computer People. Het Britse IT-adviesbureau deed een peiling bij duizend werknemers om na te gaan hoe de communicatie tussen IT'ers en hun niet-IT-collega's kan worden verbeterd. Meer dan de helft van de ondervraagden (56%) heeft het gevoel dat diegenen die hen op computervlak zouden moeten ondersteunen gewoon een andere taal spreken. Bovendien geeft 40% aan dat hun IT-staff zich onvoldoende bewust is van de chaos die hun technisch Bargoens in de bedrijfsomgeving teweegbrengt.


Misschien is het niet helemaal vergelijkbaar, maar dit klinkt me wel heel bekend in de oren. Veel ict-coördinatoren hebben er moeite mee om hun collega's te overtuigen van het nut van ICT in het onderwijs. Als ik dit lees, begin ik me af te vragen of het misschien alleen ligt aan de taal die wij gebruiken en niet zozeer aan de argumenten. Ik denk dat ik in de toekomst toch eens wat vaker moet controleren of mijn verhalen eigenlijk wel begrepen worden of dat ook ik technisch Bargoens blijk te spreken!

donderdag 29 september 2005

Veilig van je dip af, maar dan?

In het weblog van het NRC las ik het volgende bericht:

Jongeren die lijden aan depressies hebben baat bij hulpverlening. Dat blijkt uit een onderzoek dat het Trimbos-instituut deed in 2004 en 2005 via de besloten chatomgeving van Gripopjedip.nl. Het onderzoek richtte zich op het voorkomen van depressies. Via online cursussen op de site Gripopjedip.nl, die gemaakt is door Korrelatie, kunnen jongeren beter leren omgaan met depressieve klachten. "De interesse voor deelname is groot, de anonimiteit en onderlinge herkenning worden hoog gewaardeerd en de depressieve klachten nemen af", aldus het Trimbos-instituut. Een deelnemer aan het onderzoek: "Communiceren in een chatbox is veel gemakkelijker en je durft veel meer te zeggen."
Elke keer weer verbaas ik me erover dat mensen makkelijker praten via chat of mail. Ik herken het wel, maar ik ben me er wel van bewust dat je daarmee ook risico's neemt. Kinderen en jongeren zijn zich daar veel minder van bewust, en dat heeft soms nare gevolgen. Ik vraag me af of het verstandig is om die openhartigheid via dit soort initiatieven te stimuleren. Enerzijds snap ik dat het nuttig is om jongeren op die manier te helpen, anderzijds ben ik bang dat jongeren soms niet het verschil zien tussen deze veilige omgeving en andere - minder veilige - chatruimtes. Met als gevolg dat ze misschien wel hun dip kwijtraken, maar daarna gepest worden (of erger) via de chat. Ik hoop dat ze in de cursus jongeren leren dat openhartigheid bij het chatten soms heel goed is, maar dat je ook moet weten wanneer je beter terughoudend kunt zijn!

woensdag 28 september 2005

ThinkQuest-inzending met typcursus

TypemaniaHet is weer zover: de nieuwe inzendingen van ThinkQuest zijn online gezet. Deze keer gaat het om de inzendingen van studenten en docenten. Er zitten weer juweeltjes bij! Eentje wil ik er graag uitlichten. Ten eerste omdat de cursus een beetje als een spelletje is opgezet (en ja, daar ben ik gek op!) en ten tweede omdat ik nogal eens hoor dat op basisscholen gezocht wordt naar cursussen om de typvaardigheid van leerlingen te verbeteren. De cursussen die gegeven worden door commerciële instanties zijn vaak redelijk kostbaar, dus sommige scholen geven er de voorkeur aan om gebruik te maken van cursussen op internet.

Bij de ThinkQuest-inzendingen zit deze keer zo'n cursus. Er wordt op een heel speelse manier gewerkt aan de typvaardigheid, en er zit ook een prima uitleg bij hoe je RSI-klachten kunt voorkomen. Voor degenen die alle oefeningen hebben gedaan zit er een spelletje bij waarmee je je typvaardigheid kunt testen. Ik heb zelf jaren geleden een degelijke cursus gevolgd bij Schoevers, maar ik vond het een uitdaging om op deze site mijn vaardigheid te testen.

dinsdag 27 september 2005

Make-a-Game: kick-off over games in het onderwijs

logo Make-a-GameVreemd genoeg is het er nog niet van gekomen om in mijn weblog te vertellen dat de wedstrijd Make-a-Game, die ik samen met en namens Kennisnet en SURFnet organiseer, officieel van start is. Leuk is dat daarbij ook een kick-off (5 okt) en trainingen (12 okt, 2 nov. en 7 dec.) verzorgd worden zowel over games in het algemeen als over de wedstrijd. De kick-off en de trainingen zijn gratis toegankelijk voor docenten en anderen die in games en onderwijs geïnteresseerd zijn. Daarom hieronder het persbericht.

Make-a-Game: jij gaat het maken!

Kennisnet en SURFnet lanceren nieuwe wedstrijd in het bouwen van games
SURFnet en Kennisnet organiseren dit schooljaar een nieuwe wedstrijd die nauw aansluit bij de leefwereld van leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Leerlingen worden uitgedaagd in teamverband een educatieve game te ontwerpen en te bouwen. SURFnet en Kennisnet werken structureel samen aan het onderzoeken en ontwikkelen van innovatieve educatieve ICT-toepassingen voor het onderwijs. Met deze wedstrijd willen zij het gebruik van games in het onderwijs stimuleren. Dit schooljaar wordt de wedstrijd Make-a-Game als pilot gelanceerd, na afloop wordt bekeken of deze volgend schooljaar een vervolg krijgt.

Inschrijven en bouwen
Op 12 september start de inschrijving voor Make-a-Game. Teams van twee tot vijf leerlingen uit het voortgezet onderwijs kunnen zich onder leiding van een docent van hun eigen
school, tot 25 november inschrijven voor deze wedstrijd. Ze krijgen tot eind maart 2006 de tijd om de game te bouwen en in te leveren. De game moet gebouwd worden met een speciaal softwarepakket, ontwikkeld door prof. dr. Mark Overmars van de Universiteit Utrecht. Overmars heeft diverse softwareprogramma’s ontwikkeld speciaal voor kinderen en jongeren en doceert onder meer aan de masteropleiding Game and Media Technology. Het bouwen van een game vereist creativiteit, kennis van het onderwerp van de game, gevoel voor geluidseffecten en natuurlijk kennis van het programmeren.
Inschrijven kan via de site www.make-a-game.nl. Op deze site staat alle informatie over de wedstrijd. Er zijn voorbeelden te vinden van onderwerpen die in een educatieve game uitgewerkt kunnen worden, handleidingen voor het softwareprogramma en informatie over educatieve games in het onderwijs. Daarnaast is er binnenkort een forum beschikbaar waarop de teams elkaar om hulp kunnen vragen. Ter voorbereiding op de wedstrijd wordt voor docenten die geïnteresseerd zijn in deelname een aantal gratis workshops georganiseerd, waar ingegaan wordt op het gebruik van games in het onderwijs, het bouwen van games en hoe Make-a-Game in de lessen ingezet kan worden.

Jurering en finale
De games die door de teams gebouwd worden, zullen door verschillende jury’s worden beoordeeld op zowel de ‘funfactor’ als op de educatieve aspecten. Ook de deelnemende leerlingen zelf hebben een rol in de beoordeling van de games: zij bepalen welke game de deelnemersprijs krijgt. Een jury van (aankomende) docenten bepaalt welk team de game-didactiekprijs krijgt. De grootste kanshebbers presenteren hun inzending tijdens de feestelijke finale op 28 juni 2006 voor het publiek en een vakjury van experts op het gebied van onderwijs, games en didactiek. De vakjury bepaalt welk team de hoofdprijs krijgt.

maandag 26 september 2005

Expose Your Talent


Vrijdag vertelde ik over het initiatief Iedereen leest, waarbij lezers gevraagd wordt om in een videofilm te vertellen wat zij hebben met een boek dat ze gelezen hebben. Ik verwees voor informatie over het maken van een videofilm naar de website van Expose Your Talent. Dat is een wedstrijd waarbij leerlingen worden uitgedaagd om met een klein groepje medeleerlingen een film te maken.

Een bijzondere wedstrijd met veel educatieve mogelijkheden, zeker voor degenen die zich op school bezig houden met media-educatie en informatievaardigheden, omdat op die competenties bij het maken van een videofilm een groot beroep wordt gedaan. De beste manier om media te leren kennen is volgens mij om zelf media te maken. Waarover gaat je film en op welke manier ga je dat onderwerp behandelen, welke keuzes maak je bij de casting van je acteurs, voor welke belichting kies je en welke camerastandpunten: het zijn allemaal keuzes die het resultaat van de film bepalen.

Prettig is dat de teams en de coaches van de teams (docenten) een goede ondersteuning wordt geboden. De wedstrijd begint voor alle teamcoaches met een workshop van één dag bij SURFnet in Utrecht. Tijdens deze videoworkshop leren coaches onder andere scenarioschrijven, cameravoering en montage en werken met het Kennisnet Video Portal. Ook is op de site uitleg op video te vinden over deze onderwerpen. En uiteraard is er een helpdesk, en er is een webplek waar nieuws, tips en artikelen voor en door filmmakers van Expose Your Talent zullen worden geplaatst.

Ik kan alle scholen aanraden om deze wedstrijd onder de leerlingen te promoten. Het is een goede manier om de door de Raad voor Cultuur gepromote 'Mediawijsheid' te laten opdoen!

vrijdag 23 september 2005

Iedereen leest: taal dichtbij halen met beelden


Gisteren schreef ik over de publicatie 'Wat weten we over taal en ict' van John Bronkhorst. In die publicatie staat dat één van de zaken die uit onderzoek naar voren zijn gekomen is dat jongeren beelden als persoonlijk en subjectief ervaren, en taal meer objectief en algemeen geldend. Dat betekent dus dat we taal dichter bij leerlingen kunnen halen door er beelden aan te koppelen.

Een (Vlaams) initiatief dat daar goed gebruik van maakt, en dat ook zeer bruikbaar is voor het onderwijs is 'Iedereen leest'. De bedoeling van Iedereen leest is dat boekenlezers een filmpje maken over hun eigen 'leesleven'. Bijvoorbeeld door te vertellen over hoe een boek hen heeft doen stoppen met roken, hoe ze gênant luidop lachten bij die grappige passage in de tram of hoe ze verliefd werden op een personage. Een leuk initiatief, waarmee lektuur dichter bij jongeren gehaald kan worden door er beelden van anderen bij te bekijken.

Je kunt natuurlijk ook zelf meedoen: deelname aan het initiatief staat open voor iedereen. Om er extra verdieping aan te geven kun je bijvoorbeeld aan de leerling vragen of hij een video kan maken die dezelfde sfeer of uitstraling heeft als het boek waarover hij/zij wil vertellen. Op de site van Iedereen leest staat een heel korte instructie hoe een videofilmpje gemaakt kan worden. Wie meer aandacht aan wil besteden aan het maken van een video, kan ook terecht op de site van Expose Your Talent. Daar zijn een aantal korte instructievideo's te vinden hoe een film wordt geproduceerd. Over die wedstrijd maandag meer.

donderdag 22 september 2005

Wat weten we over taal en ICT?

Hij stond al een tijdje op mijn lijstje om te lezen, maar pas nu ben ik eraan toe gekomen: de publicatie 'Wat weten we over taal en ICT' van John Bronkhorst, gratis te downloaden op de site van ICT op School. John Bronkhorst is o.a. schrijver van de boeken 'Basisboek ICT didactiek' en 'De digitale school'. Net als deze publicaties, heeft ook de nieuwste publicatie van John betrekking op de voor- en vroegschoolse educatie en het basisonderwijs. Het bevat een korte opsomming van een aantal relevante onderzoeksresultaten op het gebied van taal en ICT, gevolgd door wat tips en handreikingen hoe deze informatie gebruikt kan worden in het onderwijs.

Ik heb de publicatie met plezier gelezen. Niet omdat er voor mij veel nieuwe informatie in stond, maar wel omdat ik het leuk vond om zaken je eigenlijk al op je klompen aanvoelde, nu door wetenschappelijk onderzoek gestaafd te zien. Een paar voorbeelden:

'Kinderen ervaren beelden (foto's, video) als persoonlijk en subjectief en
sturen ze aan kleinere groepen rond. Taal ervaren ze als objectiever en meer
algemeen geldend (Okabe, 2004)'

'Avonturenspelletjes en simulaties kunnen leiden tot betere prestaties op het
gebied van probleemoplossen en strategisch denken. Daarbij vindt veel mondelinge en schriftelijke communicatie plaats (McFarlane e.a., 2002)'

'Kinderen vinden het moeilijk om informatie die ze op internet zoeken en vinden te verwerken. Leerlingen kiezen puur op de titel en gaan intuïtief te werk. Ze zoeken vooral naar een concreet antoord. Meestal zoeken ze naar letterlijke zinnen en als dat niet lukt veranderen ze gewoon hun zoekopdracht. Bij het beoordelen van de informatie laten leerlingen zich vaak leiden door de kwantiteit inplaats van door de kwaliteit. Leerlingen geloven dat een goede zoekmachine ook goede resultaten oplevert. Kinderen beoordelen een interactieve site positiever dan een 'saaie' site met alleen maar tekst (Kafai en Bates, 1997; Large 2002; Ng & Gunstone, 2002)'.

Het zijn zaken waar je op school wel degelijk rekening mee moet houden. Als beelden dichter bij kinderen staan, dan is het goed om dat gegeven te benutten en bijvoorbeeld een digitale camera in te zetten. Het gegeven dat leerlingen zich bij het zoeken vaak laten leiden door kwantiteit in plaats van door kwaliteit, moet verwerkt worden in de lessen waarbij een beroep wordt gedaan op de informatievaardigheden door kinderen zelf te laten ervaren dat veel sites niet altijd een beter resultaat opleveren dan één paar goede sites.

Over hoe we aan de slag kunnen met deze onderzoeksresultaten is de publicatie 'Wat weten we over taal en ICT' beperkt; daar valt nog veel meer te zeggen. Begrijpelijk: om vervolgstappen te kunnen ontwikkelen moet je natuurlijk eerst in kaart brengen op basis waarvan dat gedaan moet worden. Ik hoop op tenminste vervolgpublicaties: één over de stand van zaken rond ICT en onderwijs bij leerlingen van middelbare scholen, en één met tips over hoe we nu praktisch aan de slag kunnen met de resultaten.

woensdag 21 september 2005

Zoekquiz voor VMBO-leerlingen

Sommige leerlingen denken dat zoeken op het web het een fluitje van een cent is. Dat het tegenvalt, merken ze vaak als ze informatie nodig hebben, bijv. voor het maken van hun huiswerk. De openbare bibliotheek ondersteunt scholieren bij het zoeken naar informatie op verschillende manieren. Een belangrijk hulpmiddel dat ze aanbieden is de Virtuele Mediatheek. Leerlingen kunnen daar terecht voor leestips, materiaal voor een spreekbeurt of werkstuk, handleidingen om te leren zoeken op Internet, lesmateriaal voor docenten en ondersteuning voor mediathecarissen. Ze vinden er per vak korte stukjes informatie over een aantal onderwerpen, boekentips en links naar door bibliothecarissen geselecteerde sites.

Om leerlingen de weg te wijzen naar de Virtuele Mediatheek, hebben de Overijsselse bibliotheken samen met de Virtuele Mediatheek een quiz ontworpen voor VMBO-leerlingen. Ze krijgen elke dag een vraag die ze kunnen beantwoorden met behulp van de informatie in de Virtuele Mediatheek. Er zijn elke dag 3 prijzen te winnen, en degene die alle dagen de vragen goed heeft beantwoord, komt in aanmerking voor de hoofdprijs. De quiz gaat op 3 oktober van start. Wil je met je leerlingen meedoen, laat ze dan nu alvast eens kennismaken met de Virtuele Mediatheek, dan komen ze straks goed beslagen ten ijs.

Vanaf 3 oktober komen de vragen online. Een leuk initiatief waar scholen goed op in kunnen haken, bijv. door het instellen van een schoolprijs of door zelf een quiz te maken voor leerlingen van de andere afdelingen. Heb je nog andere suggesties: post ze dan eens hier in dit weblog. Wie weet breng je daarmee weer anderen op ideeën!

dinsdag 20 september 2005

Plagiaat: een reden voor levenslang??

Gisteren meldde het ANP dat Rutte laat onderzoeken of het mogelijk is om mensen, die hun afstudeerscriptie hebben overgeschreven helemaal kunt uitsluiten van die studie. Dat zou - alweer volgens Rutte - ten gevolge kunnen hebben dat mensen nooit meer in dat beroep werkzaam zouden kunnen worden.

Ik stond perplex, toen ik het verhaal las. Levenslang iemand uitsluiten van een beroep: is dat niet een wat zware straf voor dat 'misdrijf'? En als iemand nu wel de volledige tekst overschrijft, maar er een andere titel boven zet, geldt dan de zwaarste straf of wordt er strafvermindering toegepast? En wat als je de inleiding verandert, of de eindconclusies? En wat te denken van degene die de betreffende student moest begeleiden bij het schrijven van de scriptie: moet die vervolgd worden omdat hij/zij niet tijdig heeft gesignaleerd dat de student niet zelf aan de slag was? Of moeten we dan de opleiding aansprakelijk stellen? Of is dan uiteindelijk de minister verantwoordelijk, omdat dit soort missers mogelijk zijn in ons onderwijssysteem?

maandag 19 september 2005

Bizzkidz managementgame van start!


Gisteren kreeg ik een persbericht in mijn mailbox dat er weer ingeschreven kan worden voor de Bizzkidz management competitie. Ik wil dat graag warm aanbevelen: het is één van de games (of eigenlijk: simulaties) die prima passen binnen het onderwijs en waar leerlingen veel van kunnen opsteken. Niet alleen op het gebied van management en economie, handel, administratie enz., maar ook hoe je samen moet werken, moet overleggen, besluiten moet nemen enz. Er is een landelijke competitie, maar je kunt ook binnen je eigen school starten met Bizzkidz. Voor wie twijfelt: er zijn kennismakingsworkshops op 10 t.m. 13 oktober. Twijfel je dan nog, laat je dan overtuigen door deze foto van leerlingen die hun vrije zaterdag opgaven om in Rotterdam aan de slag te gaan met Bizzkidz. Voor meer informatie: hieronder het persbericht.

Inschrijving Bizzkidz Educatieve Simulaties gestart!

De inschrijving van de Bizzkidz Educatieve Simulaties voor vmbo,
havo, vwo en mbo is van start gegaan! In de simulaties vormen drie á vier leerlingen een managementteam van een fictieve onderneming. In een spannende en dynamische omgeving moeten zij elke ronde via het internet beslissingen nemen over het eigen bedrijf en de concurrentie te slim af zijn.

De simulaties worden in Nederland al door meer dan 350 scholen gebruikt als praktische opdracht, project, sectorwerkstuk, of geïntegreerde (deel)proef bij Management & Organisatie, Economie, Handel, Administratie, Commercieel, Consumptief en Horeca. Nieuw zijn de simulaties voor de nieuwe onderbouw havo/vwo leerjaar 3, vmbo Consumptief en mbo Horeca. Er zijn twee manieren waarop u de simulaties kunt inzetten:

1. Bizzkidz Management Competitie
Landelijke competitie van januari t/m maart 2006. Winnaars worden op de finaledag gekroond als managers van het jaar en ontvangen prachtige prijzen!
Surf naar: http://www.bizzkidz.nl/.

2. Bizzgames
Met de flexibel inzetbare Bizzgames kunt u een eigen schoolcompetitie opzetten met maximaal 8 ronden. U bepaalt zelf wanneer de simulatie wordt ingezet en de verwerking van de ronden plaatsvindt.
Surf naar: http://www.bizzgames.nl/.

De simulaties komen inclusief docentenhandleiding met extra deelopdrachten en beoordelingscriteria en leerlingenwerkboek. Bovendien is er een gratis helpdesk voor zowel docenten als leerlingen.

U kunt zich nu inschrijven voor deelname op http://www.bizzkidz.nl/ of http://www.bizzgames.nl/.

Of schrijf u gratis en vrijblijvend in voor een Bizzkidz/Bizzgames kennismakingsworkshop op 10 t/m 13 oktober.

vrijdag 16 september 2005

Sudoku: een 'slimme' puzzel

SudokuHet maken van Sudoku's is in Japan een grote rage, en ook in Nederland zie je steeds meer mensen de blokjes van deze puzzels invullen. Sudoku?? Een sudoku is een invulpuzzel. Je krijgt een soort tabel met daarin 9 blokken van elk 9 'cellen'. In elke rij en elke kolom moeten uiteindelijk de cijfers 1 tot en met 9 komen te staan. Maar ook in elk blok afzonderlijk moeten die cijfers ingevuld worden. In de Sudoku zijn een aantal cellen al ingevuld; de speler moet de rest van de cellen invullen. Sommige Sudoku's zijn makkelijk in te vullen, maar er zijn er ook die mijn hersencellen ernstig doen kraken!

Maar het feit dat je soms zelf slim moet zijn om een Sudoku in te kunnen vullen, maakt de Sudoku nog niet tot een slim spel. Hooguit kan ik dan spreken over slimme sprekers. Toch heb ik heel bewust die titel boven deze post gezet. Het slimme van de Sudoku vind ik dat je volgens hetzelfde principe ook andere puzzels kunt maken. Je kunt in plaats van cijfers bijvoorbeeld kleuren gebruiken, zodat ook kinderen die nog niet kunnen lezen Sudoku's kunnen maken. Voor hen kun je natuurlijk ook in plaats van 9 blokken met elk 9 cellen, ook 4 blokken nemen met elk 4 cellen. En voor wie meer houdt van letters dan van cijfers kun je ook letters invullen. Dan worden het ook wel Wordoku's genoemd.

Op het web zijn heel veel Sudoku's te vinden: Sudoku's en Wordoku's voor volwassenen en kinderen, er is een weblog over Sudoku's, en er zijn dagelijkse Sudoku's, oa. van de puzzeltijdschriften First impressions, Puzzelland. Denksport heeft een apart sudoku-tijdschrift: Tazuku. Op de site van Tazuku vind je, naast een dagelijkse Sudoku, ook informatie over de geschiedenis en tips en trucs om Sudoku's op te lossen. Sudoku's kun je ook online spelen. En natuurlijk zijn er de nodige startpagina's over Sudoku's: Sudoku.jouwpagina, Sudoku.pagina en Sudokuweb. Veel plezier!

donderdag 15 september 2005

ICT ID, i&i inspireert

Ik hou me natuurlijk niet alleen bezig met games in het onderwijs, ik heb ook nog een aantal andere zaken waar ik me mee bezig hou. Eén van de leuke dingen die ik doe is het meehelpen organiseren van de i&i conferentie. Het is elk jaar een uitdaging om goede sprekers te vinden en tijdens het congres een sfeer te creëren waarin mensen elkaar kunnen ontmoeten en ideeën uitwisselen. Om jullie een idee te geven wat deze conferentie inhoudt, hieronder het persbericht.


Vereniging i&iICT ID, i&i inspireert

Op 23 en 24 november organiseert de vereniging i&i haar jaarlijkse conferentie in Lunteren. Het zal een conferentie worden vol ict-ideeën voor het onderwijs. De conferentie richt zich op ict-coördinatoren, ict¬-beleidsmakers, op informatica- en informatiekunde-docenten en op docenten van andere vakken die ict in hun onderwijs toepassen of die dat willen gaan doen. De conferentie zal 2 dagen beslaan. Er zijn presentaties en workshops voor beginners, gevorderden en experts over allerlei verschillende aspecten van ict en onderwijs: over didactiek en techniek, informatica en informatiekunde en over het gebruik van ict-middelen in de les of ter ondersteuning van de administratie processen in het onderwijs. Daarnaast is er een informatiemarkt waar bedrijven en organisaties die zich bezighouden met ICT en onderwijs hun diensten onder de aandacht brengen.

I&i is de vereniging voor Informatica/Informatiekunde en Informatietechnologie in het onderwijs. Zij richt zich niet alleen op de ervaren gebruikers van ict in het onderwijs, maar ook op degenen die ict in hun lessen willen gaan inzetten en op zoek zijn naar handreikingen en tips hoe en met welke middelen het beste onderwijsresultaat bereikt kan worden. Onderwijs zonder ict is ondenkbaar. ICT ondersteunt zowel het administratieve proces binnen scholen als de lessen zelf. Met ICT kan ingespeeld worden op de verschillen tussen de leerlingen, en het biedt toegang tot een veelheid aan informatie. Met ICT kunnen contacten gelegd worden. Internet biedt nieuwe mogelijkheden tot contacten: tussen docent en leerling, tussen docenten en leerlingen onderling of contacten met experts op allerlei vakgebieden. Maar het biedt ook mogelijkheden voor internationale contacten, zowel door middel van geschreven teksten als via streaming audio of video. ICT maakt nieuwe didactische werkvormen mogelijk, zoals leren door middel van gaming, samenwerkend leren met behulp van een wiki, of coachend onderwijs door middel van weblogs. De vereniging i&i stelt zich ten doel door middel van de conferentie best practices en nieuwe ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en ict zichtbaar te maken en gesprekken hierover tot stand te brengen tussen al degenen die hierbij betrokken zijn.

Inschrijven voor de i&i conferentie is mogelijk op de site van i& i. Daar vindt u ook de laatste informatie over de conferentie, en informatie over de Vereniging.

woensdag 14 september 2005

ThinkQuest winnaars VO en BVE


Ook dit jaar hebben de ‘web-strijden’ van ThinkQuest van Kennisnet weer prachtige websites opgeleverd. Gisteren was de finale van de ThinkQuest wedstrijden voor leerlingen van het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. Het was een feestelijke bijeenkomst. Een website over muziek won de hoofdprijs van ThinkQuest Scholier. De site biedt veel mogelijkheden, met name voor leerlingen in de basisvorming: er kan geoefend worden met verschillende instrumenten, er zijn tests over verschillende onderwerpen op het gebied van muziek en er zijn allerlei muziekfragmenten te beluisteren. Maar de wedstrijden hebben veel meer bruikbaar materiaal voor het onderwijs opgeleverd. Onder de inzendingen voor ThinkQuest Beroepsgericht zitten veel sites met informatie over MBO-opleidingen. Bijv. de site MediaHippie, waarop informatie te vinden is over de opleiding multimediale vormgeving, en die beloond is met een eerste prijs. Interessant materiaal voor de lessen PSO. De mediathecaris die graag op een speelse manier de leerling wil leren over media-educatie, kan zich laten inspireren door de site Puzzelen, hoofdprijswinnaar in de webstrijd Beroepsgericht. Op deze site staan o.a. 10 manieren om puzzels in onderwijs onder te brengen. Een niet alledaagse, maar over het algemeen wel zeer aansprekende didactische aanpak! Alle winnende en niet-winnende sites van de wedstrijden ThinkQuest Scholier en Beroepsgericht zijn te vinden op www.thinkquest.nl.

dinsdag 13 september 2005

Google Earth uitgewerkt in de praktijk


Kort voor de zomervakantie schreef ik een berichtje over het programma Google Earth. Een prachtig programma van Google waarmee je als een vogel over de wereld heen kunt vliegen. De kaarten die voor dit programma worden gebruikt zijn afkomstig van Google Maps, een prachtige verzameling 2-dimensionale kaarten van de hele wereld. Google Earth maakt die kaarten 3 dimensionaal. Je kunt met dit programma inzoomen op de satellietfoto's van Google Maps. Het programma Google Earth is redelijk eenvoudig te bedienenen, alhoewel je wel even moet experimenteren ermee om de leukste resultaten te zien.

In de afgelopen zomervakantie is dat blijkbaar door een aantal mensen gedaan, en dat heeft schitterend lesmateriaal opgeleverd, o.a. een les over de Jules Verne's reis om de wereld. André Manssen heeft het verzameld, en hij heeft er direct maar een heel hoofdstuk van gemaakt op zijn site 'Computers in de Klas', met daarbij een o.a. een handleiding hoe Google Earth kunt gebruiken om bijv. een GeoQuest te maken. De site en de voorbeelden zijn primair gericht op het basisonderwijs, maar ik denk dat ook docenten uit het voortgezet onderwijs hiermee hun voordeel kunnen doen.

maandag 12 september 2005

Mediagebruik afgestemd op de leerling


In dit weblog heb ik het vaak over allerlei webmateriaal: websites, weblogs en wiki's en natuurlijk ook games. Maar dat wil niet zeggen dat ik daarmee wil zeggen dat andere media geen waarde hebben; integendeel. Ik kan me geen wereld voorstellen zonder boeken en tijdschriften en ik vind oude archieven met historische materialen zalig om in rond te snuffelen. Een huishoudboekje uit de vorige eeuw: er valt veel van te leren. Prachtig materiaal, dat ik zeker niet onbenut zou willen laten. Elk medium heeft zijn eigen sterke kanten. Ik zelf vind het een uitdaging om steeds het best passende medium bij elke opdracht te kiezen.

Een medium dat de laatste tijd misschien wat ondergesneeuwd raakt door al het web-geweld is het stripverhaal. Toch valt daar juist ongelooflijk veel van en mee te leren. Op de website van de Stichting Beeldverhaal worden de volgende sterke punten genoemd van het medium strips:
    • De stripvorm verhoogt de attentiewaarde van je boodschap.
    • Je kunt er dingen in detail uitleggen.
    • In tegenstelling tot film en video vereisen strips geen technische apparatuur.
    • De lezer kan zoveel als hij of zij wil naar het stripverhaal terugkeren.
    • Als regionale stripkunstenaars meewerken, is de beeldtaal altijd correct.
    • Het stripmedium is niet opdringerig: je kunt er gevoelige onderwerpen mee aansnijden.
    • Humor maakt het leven draaglijk, en mensen houden van verhalen.
    • Tekeningen hebben een menselijke kwaliteit, zijn minder afstandelijk dan foto’s.

Op de website van de Stichting Beeldverhaal zijn enorm veel tips en kant-en-klaar lesmateriaal te vinden. Als oud-schoolmediathecaris ben ik natuurlijk zeer geïnteresseerd hoe je strips in kunt zetten voor literatuur (en met name ook leesbevordering), maar ook het gebruik van strips in het speciaal onderwijs boeit me. Maar er is ook materiaal voor Aardrijkskunde, de CKV-vakken, Geschiedenis, Maatschappijleer, Wis-, Natuur- en Scheikunde, en materiaal voor het Basisonderwijs. Een aanrader voor docenten die op zoek zijn naar een bij de leerlingen passende manier om bepaalde lesstof over te brengen. Misschien dat strips hier een bijdrage aan kunnen leveren!

vrijdag 9 september 2005

Simulatiegame voor de (mode) detailhandel

Raoul Teeuwen van ICT op School wees mij op een simulatiegame van Vlaamse komaf: Kinderen Van Dewindt-Starter. Kinderen Van Dewindt is crossmediaal concept over ondernemerschap waarin radio, t.v. en internet samen ingezet worden. De t.v-serie gaat over het bedrijf Dewindt Fuel Trading dat in de Antwerpse haven voor de bevoorrading van schepen zorgt. Naast de serie is ook een wedstrijd: Businessmaster en sinds kort is er een simulatiegame Kinderen Van Dewindt-Starter. In dit spel moet de gamer zelf een kledingwinkel starten.

Eerst moeten een aantal stappen doorlopen worden: er moet bij de bank een zichtrekening geopend worden, bij de notaris wordt een oprichtingsakte afgesloten en de onderneming wordt geregistreerd bij de KBO (KruispuntBank van Ondernemingen; zeg maar de Vlaamse Kamer van Koophandel). Vervolgens kan er een pand worden gehuurd, er moeten verzekeringen afgesloten worden, personeel aangenomen en er moet natuurlijk ingekocht worden. Ook voor degene die niet op de hoogte is van deze gang van zaken is dit deel van het spel makkelijk te spelen. Als je een verkeerde aktie onderneemt, krijg je duidelijke adviezen hoe je wel te werk moet gaan. Dat deel van het spel vond ik daarom weinig uitdagend, maar wel leerzaam.

In het tweede deel van het spel is het zaak om je winkel goed te laten draaien. Er zijn ook concurrenten in het spel, dus je moet je op de een of andere manier van het onderscheiden. Een goed inkoopbeleid en aantrekkelijke verkoopprijzen, goed personeel, een marketingcampagne: er zijn genoeg instrumenten om een bloeiende winkel op te bouwen. Je moet goed je financiële situatie in de gaten houden: hoe is het met je balans en resultatenrekening? Daarnaast worden je allerlei dilemma's voorgelegd: ga je bijvoorbeeld 'zwart' inkopen, zodat je meer winst kunt maken of ga je niet in op zo'n vraag? In die dilemma's klinkt soms wel een belerende toon door maar de antwoorden leveren soms verrassende beloningen op wat het toch weer leuk maakt.

Het eerste deel van het spel zal voor het Nederlandse onderwijs niet echt interessant zijn omdat je daar vooral veel leert over de gang van zaken met betrekking tot ondernemen in Vlaanderen. Maar het tweede deel van het spel lijkt me wel de moeite waard voor beroepsopleidingen, met name op economisch-administratief vlak. Het is een uitdaging om de winkel draaiend te houden: als je op het einde van de maand een negatief saldo hebt, ga je failliet en is het spel voorbij.

Bij het spel zit een korte handleiding voor de speler. Die zal door de meeste kinderen vermoedelijk niet gebruikt worden; het spel is ook zonder dat goed te spelen. Voor docenten is er een docentenhandleiding met tips hoe het spel in het onderwijs ingezet kan worden. Zeker voor de docent die wat minder ervaring heeft met games en hoe die ingezet kunnen worden in de lessen een aanrader. Er zijn tips voor lessen die voorafgaan aan het spel, of aansluitend aan het spel gegeven kunnen worden, en voor het tweede deel van het spel wordt duidelijk aangegeven wat de gevolgen zijn van de verschillende acties die de spelers kunnen ondernemen.

Het lijkt mij de moeite waard om dit spel te laten vertalen naar de Nederlandse situatie. Iets voor een ROC al dan niet in samenwerking met het Hoofdbedrijfschap Detailhandel om op te pakken?

donderdag 8 september 2005

Games om je een attitude eigen te maken

In mijn post van 6 september beloofde ik op een later moment nog in te gaan op de educatieve functie die een game kan hebben. Ik noemde toen de mogelijkheid lesstof aan te bieden door het in te bedden in games. Een andere mogelijkheid wordt beschreven in het augustusnummer van Innovate. Games, en met name RPG's en simulaties, bieden niet zozeer lesstof aan, maar leren de speler om op een bepaalde manier tegen zaken aan te kijken. Ben je in de game een laborant, dan leer je op welke manier je onderzoek moet doen naar bepaalde stoffen. Ben je een fotograaf, dan leer je op welke dingen je moet letten als je een foto maakt. Een game kan je niet alleen de kennis bijbrengen die je nodig hebt voor een bepaald beroep of functie, maar ook de attitude van een professional. Hoe kijkt men in een bepaalde beroepsgroep tegen bepaalde vraagstukken aan, welke normen en waarden hanteert die beroepsgroep? Een bioloog kijkt op een andere manier aan tegen bijv. de bloedsomloop dan een arts. En een psycholoog zal op een andere manier praten over zenuwen dan een neuroloog. Een game kan een omgeving zijn om ervaring op te doen met de wereld van een beroepsgroep. Je maakt je dan niet zozeer kennis eigen, als wel een manier van tegen de dingen aankijken. En dat is een aspect van leren dat in andere onderwijsvormen lang niet altijd even goed wordt vormgegeven!

woensdag 7 september 2005

'Tussendoortjes' voor PO, maar ook voor (veel) ouderen!

Op het weblog Onderwijs.blogo.nl van Manja van Buul (erg de moeite waard overigens) vond ik een leuk document met 70 'tussendoortjes' voor in de bovenbouw van de basisschool. Spelletjes of oefeningen die je met je leerlingen kunt doen als je een paar minuten over hebt. Uit de inleiding van het stuk:
"Deze tussendoortjes (ook wel: energizers, ontspannings- en bewegingsspelletjes
etc.) zijn niet alleen bedoeld als “stoplap” maar kunnen ook heel goed ingezet
worden tussen de lessen door, als de aandacht dreigt te verslappen of als de
leerlingen al behoorlijk lang geconcentreerd hebben gewerkt. "
Ik vond het een leuk documentje; niet alleen voor in de klas, maar ook thuis kan het leuk zijn om zo'n oefening of spelletje te doen als je kind moeite heeft met bepaalde leerstof, of ook puur als ontspanning met een groepje kinderen tijdens een partijtje.

Ik deelde mijn 'vondst' via de Scholenlijst, en prompt kwam daarop de vraag of zoiets er ook was voor de onder- en middenbouw van het PO. Ik wist het niet, maar al heel snel kwam er een tip van een leerkracht van PCBS De Vlieger: op de site van Onderwijz.nl staan een heleboel korte spelletjes. De spelletjes staan gerangschikt per vak (rekenen, taal, beweging en ontspanning, geheugen en concentratie en diversen), en bij elk spelletje/oefening (m.u.v. rekenen) staat aangegeven voor welke groep het geschikt is (groep 1-2, 3-4, 5-6 en 7-8). Ook hier staan weer heel leuke dingen bij.

Ik heb beide links genoteerd bij mijn favorieten. Ik geef weliswaar geen les op een basisschool, en mijn kinderen zitten inmiddels al hoog en breed in het VO, maar sommige spelletjes die genoemd worden zijn ook bruikbaar voor (veel) ouderen die van breinbrekers houden!

dinsdag 6 september 2005

Mag leren ook leuk zijn?

In de afgelopen weken heb ik met veel mensen gepraat over games in het onderwijs. Niet vreemd als je weet dat ik betrokken ben bij de organisatie van de wedstrijd Make-a-Game ;-) Eén vraag die mij nogal eens werd gesteld, was of het nu eigenlijk wel nodig was om leren 'leuk' te maken. Waarom zouden we de leerstof altijd moeten opleuken; we moeten onze leerlingen toch ook leren om te gaan met niet-leuke dingen? Ik heb in mijn vakantie daarover eens mijn gedachten laten gaan en ben voor mezelf tot de conclusie gekomen dat ik het eigenlijk een rare vraag vind. Waarom?

Ik denk dat in essentie iedereen altijd wil leren. Ik heb nog nooit een baby gezien die niet wil leren bewegen, of een kind dat niet wil leren praten of lezen. De een begint later met leren dan een ander, maar uiteindelijk wil iedere baby, ieder kind (en volgens mij ook iedere volwassene) leren. Dat leren is niet altijd leuk. Een kind dat leert lopen valt vaak en menige traan wordt geplengd tijdens het leerproces. Ook als kinderen ouder zijn, valt leren niet altijd mee. Een topvoetballer in wording geniet er echt niet altijd van als hij/zij voor de zoveelste keer het veld over moet dribbelen, of als het maar niet lukt om bij een strafschop de bal in de rechterbovenhoek van het doel te krijgen. Toch zetten ze door; blijkbaar weegt het plezier om iets onder de knie te krijgen op tegen de inspanning die daarvoor geleverd moet worden. Wel kiest ieder zijn eigen moment en zijn eigen manier om iets te leren. Het ene kind begint al bij 8 maanden te lopen en doet dat door veel te oefenen, een ander begint veel later en kijkt eerst de kunst af bij anderen. Mijn zoon weigerde te lopen totdat hij bijna twee jaar oud was. Maar vanaf dat moment deed hij het goed en met volle overgave: hij was met geen mogelijkheid meer in de buggy te krijgen! Ik denk dan ook dat het uitgangspunt van het onderwijs moet zijn dat onze leerlingen iets willen leren, en dat het de taak is van docenten en leerkrachten om het goede moment en de goede manier te vinden. Het ene kind wil leren lezen door letter voor letter te leren; een andere leert liever door spelletjes te doen met letters en woorden.

Leerstof inbedden in games is één van de manieren waarop je lesstof aan kunt bieden aan leerlingen. Een manier die soms aansluit bij leerlingen, maar soms ook niet. Games zijn dus voor mij niet een manier om lesstof leuker te maken. Ik betwijfel zelfs of leerlingen gamen altijd leuk vinden. Observeer maar eens een gamer, en let op de wanhoop wanneer het niet lukt zoals hij/zij wil, wanneer er tegenslag is of de 'vijand' sterker dan gedacht. Bij mijn kinderen willen er dan nog wel eens wat krachttermen vallen. Leuk? Nee niet echt. Maar ze willen het spel absoluut onder de knie krijgen, oftewel: ze willen leren!! Leren is dus blijkbaar toch leuk, ook al is de weg naar het eindresultaat soms lang en zwaar.

En zo moet het volgens mij ook zijn. Stel je voor dat leren niet leuk is. Wat doen we onze kinderen dan aan? Ze gaan zo'n 12 tot soms wel 20 jaar naar school, en dat allemaal om daarna een leuke baan te vinden? Als leren vervelend zou zijn, dan is dat wel een heel fikse investering met een uiterst onzeker resultaat!

Games zijn voor mij niet een manier om lesstof leuk te maken, maar ze bieden wel de mogelijkheid om lesstof aan te laten sluiten bij de manier waarop sommige leerlingen willen leren. En games bieden andere mogelijkheden dan bijv. het aanbieden van lesstof door het laten maken van werkstukken of het bespreken van/discussiëren over lessen. Maar daarover meer in een volgende post!

maandag 5 september 2005

Kijk uit: verslavingsgevaar!

Fysicus
Heerlijk was het om in de vakantie tijd te hebben voor allerlei zaken. Maar nog altijd te weinig als je leuke dingen aan het doen bent. Het spelen van de (adventure-)games Fysicus, Chemicus en Biotopia kostte me heel veel tijd. Maar ik heb er wel enorm van genoten!

Prachtige games zijn het, in de stijl van het spel Myst. Een mooie vormgeving, goed gebruik van geluiden, en zeer uitdagend. En daarbij ook nog eens prima geschikt voor het onderwijs omdat je om de raadsels op te lossen de nodige kennis moet hebben van de vakken natuurkunde (Fysicus), scheikunde (Chemicus) of biologie (Biotopia). In elke game zit daarom een soort bibliotheek verwerkt, die de speler regelmatig moet raadplegen. Bij Fysicus worden de onderwerpen warmteleer, optica, mechanica, geluidsleer en elektriciteitsleer aan de orde, bij Biotopia zijn dat dierkunde, celbiologie, plantkunde, genetica en menskunde en bij Chemicus wordt informatie gegeven over stoffen en hun eigenschappen, stoffen en stofveranderingen, atoomstructuur en chemische bindingen, elektrochemie, zuren/logen en neutralisatie en organische chemie. Biotopia

De games zijn behoorlijk pittig en het kost dan ook heel wat uurtjes, zoek- en leeswerk voordat je ze uit kunt spelen. Maar de voldoening is groot als je uiteindelijk de planeet hebt kunnen redden!Voor docenten is er van iedere game een 'walkthrough' beschikbaar waarin stap voor stap wordt uitgelegd wat je moet doen. Leerlingen zullen soms wat hulp nodig hebben. De teksten zijn weliswaar duidelijk, maar ook wat beknopt en wat meer uitleg zal voor sommige leerlingen zeker niet overbodig zijn. Ook het zoeken van de juiste attributen e.d. is niet altijd makkelijk. Leerlingen kunnen elkaar daarbij helpen, bijv. via een forum, maar een andere oplossing kan zijn om voor dit game een weblog te gebruiken waarin docenten en leerlingen elkaar steeds tips kunnen geven en vertellen hoe zij bepaalde problemen hebben opgelost.

De games zijn in Nederland helaas niet in de boekhandel verkrijgbaar, maar wel in webwinkels zoals proxis.nl en medioeurope.com. Ze kosten per stuk ca. € 40,00. In mijn FURL-archief heb ik beschrijvingen opgenomen van de games.

Chemicus

vrijdag 2 september 2005

Games in de pers

De vakantie was een prima periode om weer eens lekker te kunnen lezen. Ik heb met heel veel plezier me toegelegd op één van mijn hobby's: lettervreten ;-) Naast allerlei ontspannende boeken en tijdschriften, was er ook weer eens tijd om vakliteratuur door te nemen. Ook dat vind ik zalig. Zoals ik gisteren al zei: leren vind ik leuk! Eén van de tijdschriften die ik heb gelezen is online te vinden: Innovate : Journal of online education. Het augustus/septembernummer van dit tijdschrift is helemaal gewijd aan games. Artikelen over wat een goede game te bieden heeft, een beschrijving van SimSchool (een simulatiespel waarbij leraren in opleiding lesgeven 'oefenen' in een virtuele klas), een artikel over waarom het lastig is om het gebruik van games in het onderwijs in te bedden, een pleidooi om in onderwijs meer game-achtige elementen in te bedden: ik vond het heerlijk en zeer verrijkend leesvoer.

Overigens: ook in dagbladen en tijdschriften is veel aandacht besteed aan games. In de NRC van vrijdag 12 augustus stond een uitgebreid artikel van Jos de Mul over games (Ook de duivel is dol op spelletjes, nog te lezen op de site van de Erasmus Universiteit) en in HP/De Tijd van week 33 stond een artikel over jongeren die steeds slimmer zouden worden omdat ze veel videospelletjes spelen en tv kijken. Leuk om te merken hoe games steeds meer op een positieve manier in de pers komen!

donderdag 1 september 2005

Make-a-Game: jij gaat het maken!

Na een heerlijke vakantie begin ik vandaag weer met bloggen. Ik heb genoten van het vrij zijn, maar ik heb in de tussenliggende periode ook nog wel wat gewerkt. Met resultaat: sinds kort is de website van Make-a-Game live en gisteren is door Kennisnet het persbericht verstuurd met daarin de aankondiging van de wedstrijd. Wat de wedstrijd inhoudt, kan je daarin lezen!

Zoetermeer, 31 augustus 2005


Make-a-Game: jij gaat het maken!
Kennisnet en SURFnet lanceren nieuwe wedstrijd in het bouwen van games

SURFnet en Kennisnet organiseren dit schooljaar een nieuwe wedstrijd die nauw aansluit bij de leefwereld van leerlingen uit het voortgezet onderwijs. Leerlingen worden uitgedaagd in teamverband een educatieve game te ontwerpen en te bouwen. SURFnet en Kennisnet werken structureel samen aan het onderzoeken en ontwikkelen van innovatieve educatieve ICT-toepassingen voor het onderwijs. Met deze wedstrijd willen zij het gebruik van games in het onderwijs stimuleren. Dit schooljaar wordt de wedstrijd Make-a-Game als pilot gelanceerd, na afloop wordt bekeken of deze volgend schooljaar een vervolg krijgt.

Inschrijven en bouwen
Op 12 september start de inschrijving voor Make-a-Game. Teams van twee tot vijf leerlingen uit het voortgezet onderwijs kunnen zich onder leiding van een docent van hun eigen school, tot 25 november inschrijven voor deze wedstrijd. Ze krijgen tot eind maart 2006 de tijd om de game te bouwen en in te leveren. De game moet gebouwd worden met een speciaal softwarepakket, ontwikkeld door prof. dr. Mark Overmars van de Universiteit Utrecht. Overmars heeft diverse softwareprogramma’s ontwikkeld speciaal voor kinderen en jongeren en doceert onder meer aan de masteropleiding Game and Media Technology. Het bouwen van een game vereist creativiteit, kennis van het onderwerp van de game, gevoel voor geluidseffecten en natuurlijk kennis van het programmeren.
Inschrijven kan via de site www.make-a-game.nl. Op deze site staat alle informatie over de wedstrijd. Er zijn voorbeelden te vinden van onderwerpen die in een educatieve game uitgewerkt kunnen worden, handleidingen voor het softwareprogramma en informatie over educatieve games in het onderwijs. Daarnaast is er binnenkort een forum beschikbaar waarop de teams elkaar om hulp kunnen vragen. Ter voorbereiding op de wedstrijd wordt voor docenten die geïnteresseerd zijn in deelname een aantal gratis workshops georganiseerd, waar ingegaan wordt op het gebruik van games in het onderwijs, het bouwen van games en hoe Make-a-Game in de lessen ingezet kan worden.

Jurering en finale
De games die door de teams gebouwd worden, zullen door verschillende jury’s worden beoordeeld op zowel de ‘funfactor’ als op de educatieve aspecten. Ook de deelnemende leerlingen zelf hebben een rol in de beoordeling van de games: zij bepalen welke game de deelnemersprijs krijgt. Een jury van (aankomende) docenten bepaalt welk team de game-didactiekprijs krijgt. De grootste kanshebbers presenteren hun inzending tijdens de feestelijke finale op 28 juni 2006 voor het publiek en een vakjury van experts op het gebied van onderwijs, games en didactiek. De vakjury bepaalt welk team de hoofdprijs krijgt.