donderdag 31 januari 2008

Als een hobby een gewoonte wordt

Door: Martijn van den Berg

Games bestaan nog niet zo lang, maar games ontwikkelen zich toch erg snel door de grote vraag ernaar. Dit brengt niet alleen geld op voor de makers, maar ook nieuwe problemen. Grootse probleem van games is de verslaving hieraan. Gameverslaving kan je fysiek niet aantasten zoals roken, drugs en alcohol. Maar met gameverslaving sluit je je af voor de buitenwereld en zo mis je een hele hoop dingen die je normaal graag had willen inruilen voor gamen.

"Iemand die gameverslaafd is kiest gameprestaties als aanvulling of als vervanging voor prestaties uit het echte leven"

Een game bestaat uit prestaties en beloningen. De kick van een game is om verder te komen en net die beloning te halen, zoals betere wapens, een nieuwe auto of een beter character. In een game leef je van prestatie tot prestatie om continu beloningen te halen en dit geeft een bepaald gevoel van voldoening. Het verslavende hieraan is dat mensen vaak nog door willen tot de volgende beloning, en dan weer. En voor je het weet ben je alweer een paar uur verder, zeker met de games van tegenwoordig.

"Een gameverslaafde maakt vrije tijd voor games, in plaats van te gamen in zijn vrije tijd."

Een game spelen is niets verslavends aan over het algemeen. Je moet alleen weten als je iets wilt doen dat voor jou belangrijk is en je hebt de keuze tussen of dat doen of gaan gamen, kunnen denken van: "Wat bereik ik nu eigenlijk als ik nu ga gamen en deze prestaties haal?" en vervolgens tot de conclusie komen dat de meeste dingen toch wel belangrijker zijn dan gamen, want uiteindelijk bereik je met gamen niets op de lange termijn.

"Gamen is meestal een hobby. Voor een gameverslaafde is dit meer een gewoonte"

Gameverslaving wordt snel erger. Iedere keer even dat spelletje spelen tussendoor, en voor je het weet zit je er meer dan 30 uur per week achter. De verslaving is het gevoel eraan te denken wat er zou gebeuren als er geen games meer waren, maar toch blijft een gameverslaafde zichzelf wijsmaken dat het een onschuldige hobby is. En dat is het gemene bij gameverslaving. Het feit dat er geen duidelijke grens is tussen verslaving en hobby. Bovengenoemde zinnen geven dit aardig weer. Nu is gamen niets gevaarlijks, zelfs als je het een flink aantal uur in een week doet, maar het gevaar van verslaving is er altijd.

woensdag 30 januari 2008

Versnelde kennisontwikkeling in games

Vaak vragen mensen mij wat nu de toegevoegde waarde is van games in het onderwijs. Dat games de motivatie van lerenden kunnen bevorderen wordt algemeen aangenomen, maar of het nu ook echt het leerproces verbetert of versnelt, daar weten we nog niet zo heel veel van. Toch is er in de literatuur wel een en ander over geschreven. Zo stelt Steven Johnson in zijn boek 'Everything Bad is Good for You' dat we verschillende vaardigheden ontwikkelingen in onderhandeling met games en andere populaire media. Menno Deen, die tot voor kort de masteropleiding Nieuwe Media en Digitale Cultuur van de Faculteit Letteren aan de universiteit Utrecht volgde, heeft onderzoek gedaan of die stelling juist was.

In zijn masterthesis komt hij tot de volgende aanbevelingen:
  1. Erken de overeenkomst in de procesgerichtheid van sociaalconstructivisme en games. Formuleer daarom een leerdoel dat zich laat vertalen tot een proces.
  2. Creëer de mogelijkheid om op vier wijzen het proces te benaderen. Biedt een pragmatische, theoretische, interpersoonlijke en zelfexpressieve benaderingswijze aan voor een proces of probleemstelling.
  3. Stimuleer reflectie. Net als bij de benaderingswijzen, attendeer ik de lezer op vier reflectiemethoden: pragmatisch, theoretisch, interpersoonlijk en zelfexpressief.
Ik vind zijn scriptie erg de moeite waard. Niet alleen omdat die de waarde van games onderzoekt,maar ook omdat hij zich verdiept heeft in reflectie. We weten allemaal dat leren zich niet bepaalt tot de school, maar dat we overal en altijd kunnen leren. Om ons bewust te worden van wat we leren en om ons leerproces te verbeteren moeten we reflecteren op ons leren. Maar lang niet altijd besteden we in het onderwijs tijd en aandacht aan reflectie door de leerlingen zelf. Leerlingen staan vaak ook niet te juichen van enthousiasme wanneer je ze vraagt wat ze zelf vinden van het leerproces. Menno doet in zijn scriptie aanbeveling hoe je dat proces anders vorm zou kunnen geven zodat de reflectie aansluit bij de leerstijlen van de leerlingen. Een les die ik graag ter harte neem!

De complete scriptie van Menno is te vinden via de wiki van Games2Learn.

dinsdag 29 januari 2008

Solliciteren kun je leren

Naar de site van het SollicitatieprojectVan de week kreeg ik een uitnodiging om de presentatie van het sollicitatieproject van het Coenecoopcollege in Waddinxveen bij te wonen. Met dit project heeft de school €50.000 gewonnen in het kader van de landelijke Innovatiecampagne 2006: Durven, delen, doen.Het Sollicitatieproject is een groot, vakoverstijgend project voor de examenleerlingen van alle afdelingen van het Coenecoop College van VMBO tot en met Gymnasium.

Ik kende het project niet, maar gelukkig hebben ze een prachtige site waar veel informatie te vinden is over het project, o.a. een uitgebreide handleiding hoe je moet solliciteren, vanaf het kiezen van een baan op basis van een advertentie via het schrijven van een sollicitatiebrief met CV, tot en met de feedback na het sollicitatieproject. Leuk en handig vind ik ook de filmpjes die te vinden zijn op de site. Een deel daarvan is extern vervaardigd, maar evenzoveel filmpjes zijn gemaakt door de school zelf.

Ik weet niet wie de filmpjes gemaakt heeft, maar ik denk dat het maken van een gefilmd verslag van zo'n project door de leerlingen veel meerwaarde kan hebben. Om een scenario te maken moeten ze zich tevoren realiseren hoe zo'n gesprek verloopt, en ze moeten tijdens het filmen goed observeren om de juiste shots te maken. Door het gesprek via een camera te bekijken creëer je afstand en zul je vaak beter kunnen observeren. Je kunt vervolgens de film afspelen en shot voor shot bekijken wat er gebeurt tijdens zo'n gesprek: hoe groet je elkaar, wat is je lichaamshouding, hoe reageert de sollicitant op vragen enz. Daarnaast is het natuurlijk leuk om te filmen.

Voor wie geïnteresseerd is: er is nog plaats bij de conferentie, die o.a. bestemd is voor mensen in het onderwijsveld (die eventueel zo'n project willen invoeren of willen laten uitvoeren).

maandag 28 januari 2008

Roxer

Naar de site van RoxerAl weer heel wat jaartjes geleden hield ik me bezig met de ThinkQuest-wedstrijden die als doel hadden om jongeren hun eigen website te laten maken. Dat bleek vaak helemaal niet eenvoudig. Veel jongeren beten zich vast in de techniek en de inhoud van de website schoot er dan soms bij in. We kregen soms dus prachtig vormgegeven websites met een heel magere inhoud. Jammer, want wat er (inhoudelijk) in zat, kwam er dan helemaal niet uit.

Maar inmiddels is er heel wat veranderd: er zijn talloze tools om websites te maken. Voor het onderwijs is er natuurlijk de Websitemaker van Kennisnet die steeds meer mogelijkheden biedt. Maar onlangs kwam ik een andere tool tegen: Roxer. Roxer biedt minder mogelijkheden dan de Websitemaker, maar daar staat tegenover dat het wel supergemakkelijk is om hiermee een website te bouwen. Je maakt een website die opgebouwd is uit vakken met daarin tekst of plaatjes. Je kunt de vakken kleiner of groter maken en schuiven naar de plek die je wilt. Veel meer dan dat is het niet, maar soms is dat ook gewoon genoeg. Leuk is ook dat je heel makkelijk content van andere Roxerpagina's over kunt nemen, alhoewel ik me daarbij wel afvraag hoe het zit met copyright. Door de eenvoudige opzet kun je je volledig concentreren op de inhoud en de vormgeving van de pagina's die je maakt. Er zijn nog een paar extra 'snufjes'. Je kunt bijvoorbeeld een tekstballonnetje maken of een 'sticky' (een virtuele post-it), wat veel kinderen leuk vinden en je kunt anderen vragen om op jouw pagina een commentaar te schrijven.

Voor het onderwijs lijkt het me een handig stukje gereedschap. Kinderen kunnen zondere enige kennis van html en bijna zonder enige oefening hier eenvoudige webpagina's maken. Een opstel of werkstuk dat geschreven moet worden, een stripverhaal, een collage van tekeningen of foto's, een schoolkrant: het kan allemaal. En natuurlijk biedt het maken van zoiets mooie kansen om nog eens te praten over veilig internet: wat zet je wel en wat niet op het web en hoe zit het nu precies met copyright. Want dat is iets wat al een probleem was toen ik nog werkte bij ThinkQuest, maar waar de meeste kinderen volgens mij nog steeds heel weinig van weten!

vrijdag 25 januari 2008

Classtools

Naar de site ClasstoolsWie op zoek is naar tools om lessen vorm te geven moet eens kijken op de site Classtools. Je vindt daar templates, gebouwd in Flash, waar je zelf content aan kunt toevoegen. Wat ik met name handig vind aan deze tools is dat ze erg gebruikersvriendelijk zijn. En er is behoorlijk wat te vinden, met name waar het spelletjes betreft.

Met behulp van de Arcade Game Generator maak je met dezelfde content 4 verschillende spelletjes: Manic Miner, Matching Pairs, Cannon Ball Fun en Word Shoot. Bij Dustbin kun je 4 categorieën maken waarbinnen je begrippen kunt plaatsen. Bijvoorbeeld stereotypen van een bepaald land, kenmerken van verschillende verhaalvormen enz. In het spel moet de leerling zo snel mogelijk de begrippen in de juiste categorie (in de vorm van een vuilnisemmer) plaatsen.

Lights out is een tooltje dat ik nog nooit eerder heb gezien en waar ik ook over moest nadenken hoe ik dat zou kunnen inzetten. Met Lights-out kun je een plaatje 'verduisteren' en vervolgens bekijken met behulp van een fakkel waardoor je maar een klein deel van het plaatje ziet. De enige functie die ik daarvoor kan bedenken is om het te gebruiken bij een smartboard en leerlingen laten raden naar wat ze zien.

Post-it
is een stukje gereedschap om plaatjes te maken met labels erbij. De leerling kan dan als opdracht krijgen om de labels op de goede plaats te zetten. Iets soortgelijks is de Timeline, alleen gaat het dan niet om een plaatje waar labels bij geplaatst moeten worden maar om een tijdbalk.

Je kunt je maaksels helaas niet downloaden en op je eigen p.c. bewaren. Ze draaien alleen op de server van de aanbieder. Je kunt wel de templates als html-pagina downloaden maar om de toepassing te kunnen gebruiken heb je gegevens van de server nodig.

Het lijken mij allemaal vooral aardige tooltjes om te gebruiken met een smartboard. Maar kijk zelf maar eens: misschien zien jullie nog andere bruikbare toepassingen.

N.B. Achter de links staan wat voorbeeldspelletjes. Je moet je dus niets aantrekken van de inhoud: het is alleen bedoeld om vlug te kunnen zien wat de tooltjes doen!





donderdag 24 januari 2008

Muziek spelen doe je ZO!

Rock BandDoor: Martijn van den Berg

Een tijd geleden heb ik drums gespeeld. Ik ben ermee gestopt. Niet omdat ik het drummen niet leuk vond, maar omdat ik het iedere keer oefenen niet leuk vond. Bagger, het leek net school, je krijgt huiswerk. Maar dan op je hobby. Net zo als niet iedereen die op tennis zit iedere week een uurtje tegen een muur gaat slaan naast de lessen om. Dit probleem zie ik niet alleen bij mezelf, maar bij meer mensen. De laatste tijd zie ik ook dat er steeds meer games uitkomen die dit soort dingen ondersteunen en een realistische nabootsing zijn van dingen waar je normaal les voor krijgt.


Eerste waar ik naar wil kijken is het succes van guitar hero. Met een score van 97 in de power unlimited is dit toch wel de verrassende topper van vorig jaar. Met deze game krijg je een plastic gitaartje in je handen en moet je een combinatie van een kleppermeganisme gebruiken en daarnaast bovenaan de gitaar een aantal knoppen voor de akkoorden. Als je ziet wat voor nummers mensen hiermee kunnen spelen na een paar maanden oefenenis dat echt wonderbaarlijk vergeleken met het resultaat van het leren van iedere week een half uurtje les.

Daarnaast zag ik vandaag ook beelden van de game Rock Band. Dit is een game waarbij je met een pakketje van 170 dollar een spel in huis hebt waarmee je kan drummen, zingen, gitaar spelen en basgitaar spelen. Alle instrumenten zijn bijgeleverd, alleen de elektrische gitaar en de basgitaar zijn dezelfde. Daarmee kan je met 4 mensen tegelijk als band een liedje spelen. Dit is natuurlijk dé partygame, maar nadeel is toch dat enige oefening of ervaring vereist is om dit goed te kunnen spelen. Wel is dit een mooie spiegeling van de werkelijkheid.

Of je met dit soort games echt muziek kan leren spelen en zingen, vast wel. Maar als je vervolges een niet-plastic gitaartje pakt en geen schermpje met kleurtjes en noten voor je ziet wordt het opeens een stuk ingewikkelder. Dit soort games zijn een versimpelde en verleukte manier van de werkelijkheid, maar de enige echte muziek komt niet uit plastic.

woensdag 23 januari 2008

Calamity game

Naar de site van Calamity GAmeEen jaartje geleden (ik schreef erover op op 12-12-2006) was het spel Linerider erg in trek bij jongeren. Bij Linerider teken je een baan en vervolgens kun je over die baan een sleetje laten rijden. Er werden de meest prachtige banen gemaakt met schansen, loopings en nog veel meer creatieve oplossingen om de slee de meest prachtige routes te laten volgen.

Na Linerider zijn er verschillende opvolgers gekomen. Die verschilden niet veel van het origineel: het enige verschil was vaak het gebruikte vervoermiddel. Zo kwam er een versie met een fiets en iemand anders maakte met Game Maker een versie om een rollercoaster te laten rijden.

Een spel waar de laatste tijd veel over te lezen is, is Calamity Game. Ook bij dit spel bepaal je als speler hoe een object (in dit geval een lappenpop) beweegt, maar waar je bij de LineRider-games gebruik maakte van de zwaartekracht kun je bij Calamity Game zelf krachten in het spel brengen. Ook kun je gebruik maken van elastische veren waarmee je grappige effecten kunt creëren. Dat biedt weer talloze mogelijkheden: door de veer te spannen krijgt hij een potentiële energie die op enig moment in het spel omgezet kan worden in kinetische energie, oftewel beweging.

In Calamity Game is, voorzover ik het kan overzien, gebruik gemaakt van een aantal belangrijke mechanische wetten. Je kunt daarom met dit spel allerlei leuke proefjes doen om aan te onderzoeken of aan te tonen hoe die wetten in elkaar steken. Wat zijn krachten, wat is een moment, en hoe werkt een veer? Voor een mechanica-les zou je leerlingen de opdracht kunnen geven zelf een Calamity Game te maken en toe te laten lichten waarom het werkt zoals het werkt. Je kunt als docent ook zelf een spel maken en de leerlingen vragen om dat toe te lichten of jouw spel op de een of andere manier zo te laten wijzigen dat een bepaald effect optreedt.

Constructivistisch onderwijs door de leerlingen zelf een constructie te laten bouwen ;-)

dinsdag 22 januari 2008

Sight training om beter te zien

Nadat ik mijn hersens op scherp had gesteld met het spel Brain Training van Dr. Kawashima, heb ik besloten dat ook mijn ogen maar eens een grote beurt moesten krijgen. Voor de kerstvakantie heb ik daarom het spel Sight Training aangeschaft; ook weer een spel voor de Nintendo.

Sight training is duidelijk afgeleid van Brain Training. Was het bij Brain Training de bedoeling dat je hersens zich zouden verjongen door dagelijkse training: nu moet je beter leren zien door allerlei kleine opdrachtjes uit te voeren. Daarbij worden verschillende aspecten van het gezichtsvermogen getraind, bijv. de oog-hand coördinatie, het vermogen om op bewegende objecten te focussen of juist om in één keer een totaalbeeld te krijgen (perifeer gezichtsvermogen). Na een eerste meting kun je, volgens het spel, je gezichtsvermogen verbeteren door de spelletjes te spelen. Dr. Hisao Ishigaki, specialist op het gebied van 'visual training', zegt in een interview (te vinden op de site van Nintendo) dat het wel zou moeten helpen, maar ik vind dat in zijn verhaal behoorlijk vaak woorden voorkomen als 'zou moeten' en 'ik denk dat'.

Maar goed: wie niet waagt... Dus heb ik eerst maar eens de test gedaan om te kijken welke leeftijd paste bij mijn gezichtsvermogen. Dat viel absoluut niet tegen: iets meer dan de helft van de leeftijd van de rest van mijn lijf ;-) Vervolgens moest ik dagelijks trainen om beter te worden. En dat, moet ik zeggen, leverde absoluut niet het gewenste resultaat op. Mijn niveau van de eerste test heb ik sindsdien niet meer gehaald, en het resultaat van de trainingen varieerde met de dag.

Echt leuk vind ik het spel ook niet: de Brain Training spelletjes vond ik uitdagender dan deze spelletjes. Ik denk zelf dat dat komt omdat ik daarbij meer het gevoel had dat als ik iets beter mijn best zou doen, mijn resultaten konden verbeteren. Wat ik grappig vond was dat je na de dagelijkse training ontspanningsoefeningen aangeboden krijgt voor je ogen. Maar ja, dat had ik na één keer natuurlijk wel bekeken: voor dat soort oefeningen heb ik echt te weinig geduld ;-)

Of mijn ogen er beter van zijn geworden weet ik niet. Wat ik wel heb geconstateerd is dat mijn zoon inderdaad veel sneller dingen ziet dan ik. En ik vermoed dat dat komt omdat hij zo veel uren gamend doorbrengt. Want om dat goed te kunnen doen moet je snel kunnen reageren, je goed kunnen focussen op bewegende objecten, snel een heel scherm kunnen overzien of een aantal schermen tegelijkertijd en je moet natuurlijk ook nog snel kunnen reageren op wat je ziet. Geen wonder dat hij me altijd verslaat met gamen! Voorlopig geef ik hem Sight Training niet in handen. Wie weet kan ik na nog wat maandjes oefenen revanche nemen voor alle spellen die ik verloren heb van hem ;-)

maandag 21 januari 2008

Elemental: tetris voor scheikunde

Onlangs zei ik het al: Scheikunde was niet mijn sterkste vak. Dat wordt nu afgestraft: ik kwam alweer een spel tegen dat gebruikt kan worden bij scheikunde. Ik wist wel dat dat spel ontwikkeld was, maar toen ik voor het eerst ervan hoorde was het spel nog in de maak en kon het dus nog niet gespeeld worden. Maar nu is het blijkbaar af en ik zou het kunnen spelen. Alleen: ik heb echt onvoldoende kennis van scheikunde om resultaat te boeken in het spel. Ik kan er dus niet veel meer over vertellen dan wat op de site te lezen staat. Misschien wil één van de lezers van dit blog het uitproberen en zijn ervaring als reactie op deze post met ons delen?

Elemental is een soort Tetris voor scheikunde. Op de vallende blokjes staan de elementen uit het Periodiek Systeem. Het spel kent 4 levels. In het eerste level moet je ervoor zorgen dat de metalen, de niet-metalen en de metalloïden naast of op elkaar terecht komen. In eerste instantie word je daarbij geholpen door de kleuren van de blokjes: de elementen uit één groep hebben (net als in het PS) dezelfde kleur. Maar als je verder komt dan krijg je die hulp niet meer en moet je zelf weten in welke groep het element op het blokje thuishoort.

Het tweede level is gelijk aan het eerste, maar nu moet je de blokjes groeperen in negen groepen.

In het derde level moet je niet meer gelijksoortige elementen bij elkaar brengen, maar juist verbindingen maken. Twee keer een waterstofatoom met daarbij een zuurstofatoom maakt - uiteraard - water. Het spel helpt je wel daarbij door op het scherm aan te geven welke verbindingen gemaakt moeten worden.

Het vierde en laatste level is goeddeels gelijk aan het derde, alleen het gaat allemaal wat sneller. Bovendien kun je dit laatste level ook met zijn tweeën spelen.

In het spel zitten nog verschillende extra grapjes, bijv. een bommetje dat verkeerd geplaatste elementen kan vernietigen en alchemisten-punten waarmee je een atoom kunt veranderen door het atoomnummer met 1 te verlagen of te verhogen.

Het klinkt me erg uitdagend in de oren, maar ik kom niet verder dan de laagste levels. Wie wel???

vrijdag 18 januari 2008

Mass Effect; explore the universe

Door: Martijn van den Berg

"In the year 2149, the humans discovered some ancient technology that allowed them to travel faster then light. Some called it the greates invention in human history. Others call it... the Mass Effect." Veel games gaan over de toekomst, omdat je spellen in de toekomst realistisch kan laten lijken en er toch veel creativiteit in kan stoppen om het spel leuker te maken. De makers hebben dan de keus om de mens supersnel te laten ontwikkelen, en dus een totaal galactische sfeer te creëren, of alles gewoon in ons tempo te laten gaan, en dan meestal het verhaal gewoon op ons kleine planeetje te houden.

Zo ook Mass Effect. In Mass Effect is ervoor gekozen om in een paar grote ontwikkelingen de mensheid in staat stellen om naar het einde van de melkweg te laten reizen. Jij bent een militair commando in deze oneindig grote melkweg en uiteraard, jij moet al het leven redden. Je vijand is een aantal machines, dat de baas is geworden over zijn maker, en deze willen op hun beurt weer een grotere macht op al het organische leven loslaten. Klassiek maar spectaculair.

Toen ik begon was ik niet erg onder de indruk, het duurde een aardige tijd voordat ik wist waar alles was en hoe alles werkte, maar het spel had positieve reviews gekregen, dus er moest iets leuks in het spel zitten dat mij ook zou aanspreken. Een paar uurtjes later en met hulp van een xbox live-vriend, wist ik hoe alles werkte en ontdekte ik hoe groot alles was. En het was gigantisch.

Qua gameplay kan dit spel een beetje vergeleken worden met Oblivion maar dan op galactische schaal. Je kunt overal heen, en op een groot aantal planeten kan je ook landen om deze te gaan verkennen en nieuwe dingen tegen te komen. Verschillen met Oblivion zijn dat er veel meer sidequests zijn, maar veel minder locaties om te verkennen. Het hele spel kan je in 20 uur uitspelen, maar met alle sidequests erbij ben je toch al gauw 140 uur bezig. En veel van deze sidequests zijn ook de moeite waard, want je kan je karakter trainen door mensen neer te schieten en zo ook je team.

Mass effect is een zeer mooi spel en goed uitgewerkt. De makers wisten wat ze wilden en hebben dit tot in detail uitgewerkt. Het resultaat: een gigantisch grote game die het waardig is meer dan eens uitgespeeld te worden oftewel: Mass Effect.

donderdag 17 januari 2008

Games voor het basisonderwijs

naar de lijst met goedgekeurde spellenStruinend over het web kom je soms leuke dingen tegen. Wat dacht je van een 'List of Approved Kid’s Websites from the NYC Department of Education'? Ik kan me niet voorstellen dat wij in Nederland een dergelijke lijst zouden krijgen van de overheid. De lijst stond op het weblog van de Virtual PTA (Parents Teachers Association). Ik gok dat dat vergelijkbaar is met onze ouderraden. Deze PTA leek erg actief: er was veel te vinden op hun weblog.

Ik was natuurlijk wel benieuwd welke games het NYC Department of Education nu goed vond voor kinderen. Dat zijn er niet zoveel: er stonden totaal maar 25 sites op. En inderdaad: aan die sites valt weinig verkeerds te ontdekken. Alhoewel ik wel op één van de sites een reclame zag staan waarin een game-character van het vrouwelijk geslacht in een weinig verhullende lederen outfit figureerde. Nou ook weer niet direct iets waar ik een 5- of 6-jarige naar zou verwijzen ;-) Maar goed: ik heb toch wel weer wat spellen ontdekt die ook voor leerlingen van het basisonderwijs in Nederland leuk en zinvol zijn om te spelen. Ik zal ze niet uitgebreid reviewen, maar bij deze wat linkjes. Wil je meer, dan kun je natuurlijk zelf kijken op de lijst van door de NYC Department of Education.

Voor rekenen vond ik o.a. deze games:
Sommetjes maken (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen), met aan het eind een verslagje van de resultaten,
sommen maken met een robotje,
Rekenen om een aapje te helpen de rivier over te steken,
Schiet de meteorieten op tijd weg door goed te vermenigvuldigen,
of vuur je kanon af om stand te houden tegen de oprukkende tanks (deelsommen).
Optellen leer je door de ruimteschepen uit de lucht te schieten
Er is ook een schietspelletje om te leren aftrekken.

Spelletjes om kinderen te leren logisch te redeneren, goed te laten kijken of het geheugen te trainen:
Verschillen ontdekken
Speel het muziekje na: hier of hier,
Zorg dat je één pinnetje overhoudt
Heel veel spelletjes waarbij je logisch moet nadenken
De rivier oversteken met een paar plankjes
en nog veel meer 'clickmaze-games' waarbij je een voorwerp van de ene positie naar een andere positie moet brengen.

Veel plezier ermee!

woensdag 16 januari 2008

Website vernieuwd

Naar mijn websiteIn de kerstvakantie heb ik niet alleen maar games gespeeld: ik heb e-i-n-d-e-l-i-j-k de moed gevonden om mijn website te vernieuwen. Die website heb ik lang geleden (ik meen in 2000) opgezet toen ik werkte op een VO-school waar ik leerlingen en docenten lessen gaf in het zoeken en beoordelen van informatie op internet. Ik vond het handig om de informatie die ik in de lessen aanbood op een website bij elkaar te hebben, dus ik heb toen in een vloek en een zucht, zonder enige kennis van zaken met veel geploeter een website in elkaar gezet. Ik was er toen best tevreden mee: de site was een prima naslagwerk voor bij mijn lessen. Maar inmiddels is de website bijna acht jaar oud en afgezien van een vernieuwde vormgeving (gedaan door een vriend) en een enkele keer de reparatie van een linkje, heb ik er nooit meer wat aan veranderd.

Het jeukte dus al lange tijd om ermee aan de slag te gaan, maar ja... te druk, te weinig tijd, geen zin, andere dingen gaan voor: genoeg redenen om het telkens voor me uit te schuiven. Tot de donkere dagen voor de kerst: toen kreeg ik ineens de geest en ben ik aan het knutselen geslagen met mijn site. Niet zomaar, overigens: ik heb me de laatste tijd een paar keer ad-hoc bezig gehouden met mediawijsheid (in mijn weblog o.a. hier, hier en hier), en ik wilde op mijn website daar wat meer structureel vorm aan geven.

Het bleek geen overbodige luxe om mijn site te vernieuwen. Na zo'n lange tijd bleken heel wat zoekmachines die destijds vernieuwend en bijzonder waren niet meer te bestaan of overgenomen te zijn en van weblogs en wiki's was destijds nog maar in zeer beperkte mate sprake. Daar hoefde je dus nog niet zoveel rekening mee te houden, bij het zoeken naar informatie. Ook veilig internet was toen nog niet zo'n issue (althans: niet voor zover ik mij herinner), net zo min als cyberpesten. En web 2.0 bestond nog helemaal niet.

In de nieuwe editie van mijn website heb ik geprobeerd om aan al dit soort zaken aandacht te besteden. Niet uitputtend en ook niet met uitgebreide lessen, maar wel met tips voor lessen waarbij dit soort zaken aan de orde kunnen komen. En voor wie wil weten wat ik allemaal doe heb ik een pagina gemaakt met de belangrijkste zaken die ik de afgelopen jaren heb gedaan. Het is nog altijd geen super-flashy website en de navigatie is eenvoudig, maar dat kan ik ook helemaal niet. Ik ben nooit verder gekomen dan 3 woorden HTML, en zaken als Javascript enzo gaan mij boven de pet. Maar met de inhoud ben ik redelijk tevreden.

Neem eens een kijkje op mijn website versie 2.0, als je wilt. Ik sta open voor commentaar!

dinsdag 15 januari 2008

Weblogs voor het onderwijs

bespiegelingenWeblogs in het onderwijs: er is al veel over gezegd. Je kunt ze gebruiken om opdrachten te geven, je kunt ze gebruiken om opdrachten uit te werken en je kunt ze gebruiken als portfolio. Maar als ik kijk naar hoe ik zelf mijn weblog gebruik dan is dat vooral als reflectie-instrument en om van anderen te leren. Daarnaast lees ik weblogs van anderen en reageer waar mogelijk en waar dat (in mijn optiek) zinvol is.

Om te beginnen met het eerste: een weblog als reflectie-instrument. Het schrijven in mijn weblog kost me behoorlijk wat tijd. Niet zozeer omdat ik op zoek moet gaan naar onderwerpen die ik hier met anderen wil delen, maar omdat ik me vóór het schrijven van een post afvraag hoe de kennis die ik heb opgedaan in een bredere context kan plaatsen of generiek kan maken zodat anderen daar wat aan hebben. Dat betekent enerzijds dat ik bij wat ik heb geleerd linkjes en verwijzingen zoek naar informatie op het web, maar ook dat ik verbanden leg en zo mijn eigen kennis opbouw.

Het lezen in en reageren op weblogs van anderen levert me een soortgelijk resultaat. Lezen alleen is leuk, maar de kennis die ik op die manier opdoe zakt redelijk snel weg. Maar door op de posts van anderen te reageren moet ik de door hen verschafte integratie niet alleen begrijpen: ik moet die ook in een andere/bredere context plaatsen van waaruit ik kan reflecteren op wat geschreven is. Ook dat is volgens mij een heel intensieve manier van leren.

Wat een weblog anders maakt dan een reactie van een docent is dat het een open instrument is. Niet alleen de docent kan reageren: een weblog staat open voor de hele internetgemeenschap. Natuurlijk kun je daarop een uitzondering maken, maar ik denk dat je daarmee kansen mist. Ik heb een aantal wedstrijden mogen coördineren in het verleden en ik heb daarbij talloze malen gehoord van leerlingen dat ze het jury-oordeel zo spannend en belangrijk vonden. Van je docent verwacht je dat hij reflecteert en je weet als leerling meestal wel ongeveer welk commentaar je van je eigen docent kunt verwachten. Van 'vreemden' (een jury of onbekende mensen die jouw weblog op internet lezen) weet je dat niet tevoren. Je stelt je daarmee voor mijn gevoel heel kwetsbaar op. Mijn ervaring is overigens dat webloggers onder elkaar zich daar ook van bewust zijn: er wordt over het algemeen heel zorgvuldig gereageerd op elkaars blogjes. En ook dat vind ik weer een belangrijk leerpunt: hoe kun je opbouwende kritiek geven op anderen en hoe neem je zelf kritiek in ontvangst en hoe reageer je daarop?

Ik zou het een boeiend experiment vinden als een school ertoe over zou gaan om het gebruik van een weblog centraal te stellen in het onderwijs. Ik stel me daar dan bij voor dat leerlingen met enige regelmaat daarin moeten vertellen wat ze in een bepaalde periode hebben geleerd. Dat mag iets zijn van school; het mag ook iets zijn wat daarbuiten valt. Ook docenten zou ik vragen om te schrijven in het weblog want het is natuurlijk prachtig als op een school iedereen van iedereen kan leren. Ook zou ik zowel leerlingen als docenten willen vragen om regelmatig te reflecteren op wat de anderen schrijven. En ook hier geldt: docenten mogen reageren op elkaars posts en op die van de leerlingen; leerlingen mogen reageren op wat docenten schrijven en natuurlijk ook op elkaar. Ik vermoed dat het teveel zou zijn als je van iedereen verwacht dat hij de posts van iedereen leest dus je zult grenzen moeten stellen. Ik denk dat het handig is als je de blogposts per klas, onderwijsniveau of combinatie van deze 2 samenpakt (docenten en leerlingen), maar dat zou je in de praktijk moeten ervaren.

Ik gok dat deze manier van 'weblogleren' leidt tot verdieping en intensivering van het onderwijs!

maandag 14 januari 2008

Kleuren speuren

naar de site Kleuren SpeurenEen spel dat ik al een tijdje in mijn mapje 'te doen' had liggen is 'Kleuren speuren'. Kleuren speuren kun je gratis downloaden van de site; er is zowel een Windows als een Mac-versie. Kleuren speuren is uitgegeven door het Centraal Museum in Utrecht in opdracht van Sikkens Foundation. Ik wist niet dat Sikkens een stichting in het leven heeft geroepen die ten doel heeft om 'die sociale, culturele en wetenschappelijke ontwikkelingen in de samenleving te stimuleren, waarbij kleur als medium een specifieke rol speelt'.

Naast de uitgave van het spel 'Kleuren speuren' organiseert Sikkens Foundation (in principe om het jaar) een Mondriaanlezing en ze reiken de Sikkensprijs uit. Hoe je precies in aanmerking komt voor die prijs is me niet helemaal duidelijk; ik vermoed dat ze zo af en toe nagaan wie voor een dergelijke prijs in aanmerking kan komen. Wie weet liggen hier kansen voor scholen. Ik kan me voorstellen dat er scholen zijn die heel bewust kleur gebruiken om de ruimtes de kleur te geven die past bij de functie die een ruimte krijgt. Ik ben geen expert op kleurengebied, maar als ik op een school werkte zou ik zeker eens gaan praten met de mensen van Sikkens!

Maar goed, terug naar Kleuren speuren. Kleuren speuren is een spel voor de midden- en de bovenbouw van het basisonderwijs. Je krijgt de opdracht in elke ruimte 6 kameleons te vangen. Kameleons worden pas zichtbaar nadat je informatie hebt gekregen over kleuren, bijv. over hoe kleuren gemengd worden, de kleuren van de regenboog, wat nabeeld is, wat staafjes en kegeltjes zijn en waarvoor ze dienen enz. De informatieve stukjes vind je door in iedere ruimte (er zijn er 6) te klikken op de voorwerpen in die ruimte. Als je in één ruimte alle 6 daar aanwezige kameleons hebt gevonden en gevangen mag je een bonusspel doen. In heb bonusspel ben je kameleon en je moet vliegjes vangen. Je probeert jezelf daarvoor zo goed mogelijk te camoufleren zodat de vliegjes dichtbij durven te komen. Je moet wel oppassen voor de spin, want die heeft het niet goed met je voor.

Als spel vind ik Kleuren speuren niet echt geslaagd. Het vangen van de kameleons is wel erg simpel: je luistert braaf naar het stukje informatie en vervolgens klik je op de bewegende kameleon. Erg jammer vind ik het dat de informatie die je krijgt bijna nergens benut wordt. Bij mij leidde dat ertoe dat ik tijdens het afspelen van de informatie steeds iets anders ging doen om daarna de kameleon te vangen. Ik denk dat het waardevol was geweest als je de kameleons alleen kon vangen als je steeds de gegeven informatie nodig had gehad voor het vangen van de kameleons. Het bonusspel vond ik aardig, maar ik vond het erg jammer dat niet iedere nieuwe voltooide ruimte een nieuw bonusspel opleverde.

Toch ben ik wel blij met Kleuren speuren. Ik denk namelijk dat veel kinderen de aangeboden informatie wel interessant vinden. En veel leerlingen vinden het leuk om achter de computer te werken. De combinatie van die twee factoren zal ervoor zorgen dat het spel Kleuren speuren veelal in goede aarde zal vallen bij leerlingen. Maar ik hoop dat Sikkens en Centraal Museum nog met een versie 2 komen van dit spel want ik denk dat er nog veel meer uit te halen is!

vrijdag 11 januari 2008

Leermaterialen voor docenten

Naar de site van de OnderwijsvernieuwingscooperatieBij de Onderwijsvernieuwingscoöperatie wordt hard gewerkt. Niet alleen door mij ( ;-) ): er zijn een heleboel mensen bij betrokken. En die mensen maken prachtige producten; te mooi - vind ik - om er geen aandacht aan te besteden. Vandaar daarom deze keer maar eens de spotlichten op twee bestanden met leermateriaal voor docenten (alhoewel leerlingen er natuurlijk ook gebruik van mogen maken).

Binnen de Onderwijsvernieuwingscoöperatie wordt (de naam zegt het al): onderwijs vernieuwd. Om onderwijs te kunnen vernieuwen moet je natuurlijk eerst weten wat je wilt en vervolgens ervoor zorgen dat iedereen die bij die vernieuwing betrokken is over voldoende kennis en vaardigheden beschikt om de vernieuwing uit te voeren. Bij de Onderwijsvernieuwingscoöperatie zijn ze zich daarvan bewust. Ze hebben daarom materialen ontwikkeld voor docenten om hen te informeren over en/of te laten oefenen met digitale middelen die in het onderwijs ingezet kunnen worden voor de vernieuwing van het onderwijs.

Er zijn twee bestanden met materialen. In het bestand docentenprofessionalisering digitalisering didactiek (DDD) staat informatie over digitale middelen die je kunt gebruiken in de les, zoals video en videoconferencing, applets, digitale schoolborden, podcast en nog veel meer. Het bestand Jonge ICT-coaches (JIC) is ontwikkeld voor leerlingen die docenten helpen bij het gebruik van verschillende programmeertools en webapplicaties, dus lessen over bijvoorbeeld Audacity, het programma Resize (om het formaat van een afbeelding te wijzigen), het maken van een weblog, Skype, enz.

Twee bestanden barstensvol materiaal waar docenten die gebruik willen maken van ict hun voordeel mee kunnen doen. Overigens: niet alleen docenten. Ik heb er zelf ook met veel plezier gebruik van gemaakt want ook voor mij valt er van dit bestand heel wat te leren!

Voor wie in één keer wil zien wat in beide bestanden te vinden is: klik hier voor de inhoud van het JIC-bestand en hier voor de inhoud van het DDD-bestand. Hou er overigens wel rekening mee dat dit versie 1.0 is: het materiaal wordt allemaal nog een keer bekeken en/of getest, zonodig herzien en eventueel uitgebreid.

donderdag 10 januari 2008

De Simpsons game; simpel maar leuk!

Naar de homepage van het spel Door Martijn van den Berg

Vakanties, en met name de kerstvakantie, als het buiten koud is en het vaak regent, is voor veel mensen een gelegenheid om meer te gamen dan normaal. Zo ook ik. Een game die ik al een tijd wou hebben is the Simpsons game. Raar misschien, want de reviews over deze game waren niet top, als ik bij vrienden zei dat ik deze game ging kopen kreeg ik een regen van commentaar en ik ben meestal wel iemand die op de goede recensies af gaat. Maar er is één ding wat niet te betwisten valt bij deze game, en dat is de humor. De onbetwiste echte Simpsons humor. En dat maakte voor mij deze game 65 euro waard.


In the Simpsons game speel je als Homer, Bart, Marge en Lisa om een invasie van aliens in Springfield tegen te houden. Ieder character heeft hiervoor zijn eigen speciale powers. Zo kan Bart Bartman worden en Homer kan een gigantisch zware bal vet worden die overal overheen rolt. Onderweg kom je verschillende thema's tegen zoals gewelddadige games en het eindeloos uit raken van games. Springfield kan alleen gered worden van de invasie als iemand ingrijpt van hogere hand.

Ik vind het grappig hoe er in deze game wordt gedacht dat alles van een groter geheel uit kan maken op een ironische wijze. Als je de game plat zou zien, zou er niet veel aan zijn, want qua spanning en gameplay en game-idee is dit niet de beste game, maar het idee dat erachter zit en de gedachtes. Het zijn net de literaire boeken die ik voor Engels moet lezen, met alle thema's en diepe gedachten maar dan in een game, en dat maakt het zeer leuk om te spelen. De game maakt ook gebruik van allerlei originele imiteernamen zoals "Grand Theft Scratchy" en "Medal of Homer" en om het pakket compleet te maken zitten er ook nog overal in het spel gameclichés verstopt. Dit alles maakt the Simpsons Game tot een aardig geslaagd spel.

woensdag 9 januari 2008

Knippen en plakken? Dat moeten wij op school!

Op veel scholen en in de pers hoor je vaak verzuchten dat leerlingen van tegenwoordig alleen nog maar knippen en plakken. Daar zijn veel docenten niet blij mee: ze willen dat leerlingen zelfstandig werkstukken maken. Ze mogen natuurlijk wel bronnen gebruiken maar ze moeten de informatie die ze uit die bronnen selecteren dan wel in hun eigen woorden weergeven. Ik wil hier eens een lans breken voor een ander standpunt: van mij moeten leerlingen knippen en plakken. En niet één keer: nee ik wil dat knippen en plakken structureel onderdeel wordt van het schoolwerk!

Informatie is iets wat tegenwoordig ruim voorhanden is. We maken er ook allemaal blij gebruik van. Een onderzoeker doet uitgebreid literatuuronderzoek en brengt de kennis van anderen in kaart voordat hij zijn eigen onderzoek gaat inrichten. Ook in het bedrijfsleven maken we dankbaar gebruik van informatie die voorhanden is: bij de ontwikkeling van nieuwe producten, het doen van marktonderzoek, het inrichten van een promotiecampagne enz. Ik denk dat we het er met zijn allen wel over eens zijn dat het van belang is dat we goed gebruik kunnen maken van de verschillende informatiebronnen.

Om te leren omgaan met bronnen moeten we oefenen. Oefenen in de keuze van de soort bron waar je gebruik van wilt maken, het bevragen van de bron, het waarderen van de gevonden informatie èn het presenteren van het gevonden materiaal. Ik denk dat in het onderwijs vaak teveel nadruk wordt gelegd op het laatste aspect: het presenteren van het gevonden materiaal. Dat is niet vreemd als het gaat over de oude media. Het aantal bronnen was toen beperkt, het bevragen van die bronnen gebeurde d.m.v. door experts opgestelde standaarden en het waarderen van die bronnen was in de meeste gevallen gedaan door een vakkundige redacteur.

Maar bij nieuwe media ligt dat anders: er zijn talloze bronnen bijgekomen en er komen er steeds meer bij. De nieuwe media zijn over het algemeen ontsloten door domme zoekmachines soms geholpen door de makers van de content die zelf (zonder enige kennis van het vakgebied en zonder contrôle door een groep van experts) tags (trefwoorden) hebben toegekend. De waarde van de informatie in die nieuwe media is heel divers: soms objectief en soms (zeer) subjectief en tendentieus, soms geschreven door experts en soms door leken, soms van recente datum maar soms ook (erg) verouderd.

We moeten ervoor zorgen dat onze leerlingen een goed beeld krijgen welke bronnen er zijn èn ze leren hoe ze op hun kennis op dat gebied zelf verder kunnen ontwikkelen. Om die bronnen te kunnen vinden moeten we slimmer zijn dan die machines, en dat moeten we leren: welke zoekmachines of zoeksystemen zijn er, welke kan ik het beste gebruiken voor mijn vraag en hoe kun je je vraag slim formuleren? En natuurlijk moeten leerlingen ook weten hoe ze de gevonden informatie kunnen beoordelen.

Aan het einde van het hele proces staat, net als voorheen bij de oude media, dat leerlingen de gevonden informatie moeten begrijpen (in hun eigen woorden weergeven) en hun bronnen op de juiste wijze vermelden (wat overigens ook weer een stuk lastiger is dan bij de oude media!).

Mijn voorstel is om leerlingen vanaf nu zoveel mogelijk te laten knippen en plakken voor hun werkstukken en dat ook tot onderdeel van het leerproces te maken. Niet hele websites of artikelen: alleen de meest relevante delen daaruit. Dat biedt een aantal voordelen voor het onderwijs:
  1. de leerling leert dat kennis altijd wordt gebouwd op al bestaande kennis,
  2. de leerling leert informatie op te zoeken (afbakening vraag, selectie bron, selectie zoeksysteem, bepaling zoektermen, waarderen bron),
  3. hij leert relevante informatie te selecteren,
  4. hij leert bronvermeldingen te maken,
  5. de docent weet welke bronnen de leerling gebruikt.
Om te achterhalen of de leerling de informatie die hij verzameld heeft ook echt begrijpt kan de docent als eindopdracht de leerling vragen om een samenvatting te maken van wat hij verzameld heeft of de leerlingen met elkaar de bronnen laten ruilen en de opdracht geven van andermans bronnen een samenvatting te maken. Hij kan natuurlijk ook een aantal vragen stellen over het werk van de leerlingen, al dan niet gegoten in een proefwerk of overhoring of de leerling de opdracht geven om op basis van de geselecteerde informatie Want dat blijft natuurlijk belangrijk: je moet niet alleen informatie kunnen vinden, je moet die ook begrijpen èn kunnen gebruiken!

dinsdag 8 januari 2008

Zelf games maken: nu heel makkelijk!

Naar de Game-studioKlokhuis en IJsfontein hebben weer iets nieuws gemaakt. Een aantal jaren geleden kwamen ze met de Sketch Studio waarin je je eigen Klokhuis Sketch kunt maken. Ik vind het nog altijd een prachtige tool die heel goed bruikbaar is om aan de slag te gaan met mediawijsheid in het basisonderwijs. Maar nu is er weer iets heel nieuws: de Game Studio. In de Game Studio vind je een Game Kit waarmee je heel eenvoudig je eigen platformgame kunt maken die je vervolgens met anderen deelt in de Game Studio.

Om een spel te maken krijg je in de Game Kit de beschikking over een speelveld. Je kiest of de speler je spel van bovenaf gaat bekijken of van opzij. Daarna bepaal je wanneer de speler het spel (of de levels) wint: moet hij zoveel mogelijk punten verzamelen of een finish bereiken? En moet dat in zo kort mogelijke tijd of mag hij spelen totdat hij dood gaat? Je kiest je avator en je bepaalt of hij zwaar of licht moet zijn en of in welke mate hij kan stuiteren.

Dan ga je de levels maken. Eerst maak je een mooie achtergrond. Daarna plaats je bouwstenen in je speelveld:
  • vaste bouwstenen (bijv. een muur, een grasveld of een springveer),
  • bewegende bouwstenen (bijv. een lift, een raket of een schuifdeur),
  • levende bouwstenen die je volgen of juist wegvluchten of gewoon vrij rond bewegen (bijv. een krat, een schuw schaap of een plagende stekel),
  • score-objecten waarmee de speler punten (een munt) of gezondheid (appel) kan verdienen of verliezen (verkeerskegel of een zaag).
Je kunt ook zelf een bouwsteen maken door aan een rechthoek of een cirkel een reactie toe te kennen, bijv. als de speler je raakt dan levert dat punten of gezondheid op. Je kunt zelf bepalen hoeveel levels je maakt. Tussendoor speel je natuurlijk regelmatig je spel om uit te proberen of alles werkt. Uiteraard krijgt het spel ook nog een naam.

Als je helemaal klaar bent kun je het spel aan je vrienden sturen en/of online zetten in de studio zodat iedereen hem kan spelen. Als je goede tips krijgt dan kun je je spel nog aanpassen en het zo nog beter maken!

Ik ben onder de indruk van wat IJsfontein en Klokhuis neergezet hebben. De Game Studio biedt veel mogelijkheden om een eigen, origineel spel te maken. Dat het bouwen van het spel makkelijk is wil overigens niet zeggen dat het bedenken van een spel dat ook is. Ik denk dat leerlingen veel zullen moeten oefenen voordat ze echt een leuk spel hebben gemaakt. Gelukkig voorziet Klokhuis ook in die behoefte: er is een handleiding, op de site staan tips van experts en je kunt oude Klokhuis-afleveringen bekijken om te zien hoe professionele game-bouwers te werk gaan. En er zijn voorbeeldspellen die je kunt bekijken en ook bewerken zodat je daarvan je eigen variant kan maken. Overigens geldt dat voor alle spellen die in de Studio aangeboden worden: je kunt die spelen maar je kunt elk spel ook bewerken en zo je eigen kopie maken. Op die manier wordt tegemoet gekomen aan de verschillende leerstijlen van kinderen.

Wat leer je nu van zelf een spel maken in de Game Studio? Om te beginnen leer je om complexe projecten vorm te geven: hoe begin je zoiets, hoe maak je een plan en hoe werk je dat uit? Van het spel zelf leren kinderen over mechanica: botsingen en zwaartekracht zijn de basis van de Game Kit. De ondergrond bepaalt hoe je avatar beweegt: ijs is glad en in de modder kun je slecht stuiteren. Kinderen leren ook om een probleem in kleine stukjes uit te rafelen: een eerste stap op weg naar programmeren, maar ook de basis van andere vakken. En natuurlijk moet het spel mooi vormgegeven worden dus ook dat biedt aanknopingspunten voor het onderwijs.

Verder leren ze hoe een spel in elkaar steekt en hoe je ervoor kunt zorgen dat een spel 'verslavend' is. Belangrijke informatie, zeker als je kinderen hebt die bijna niet van de spelletjes weg te trekken zijn! Op de site wordt verder het advies gedaan om niet in je eentje een spel te maken. Daarmee kun je kinderen leren dat samenwerken meerwaarde kan hebben en dat het van belang is om elkaars sterke punten te benoemen en te benutten.

Ik vind dit eigenlijk bijna een must voor het onderwijs omdat het zoveel verschillende facetten aanspreekt: vormgeving, programmeren, techniek, mediawijsheid, planning, organisatie en samenwerking. En - niet te vergeten - het is natuurlijk wel verschrikkelijk cool om je eigen spel online te hebben en van anderen te horen dat zij jouw spel bijna net zo leuk vinden als jijzelf ;-)

maandag 7 januari 2008

Spreekwoordanimaties

Naar de site met geanimeerde spreekwoordenIk herinner me dat mijn dochter op een gegeven moment een heleboel spreekwoorden moest leren. Een niet erg leuke of inspirerende opdracht, vond ik. Een leukere manier vond ik onlangs: spreekwoorden animeren en ze dan leren!

Deze site gaf me het idee van geanimeerde spreekwoorden. Dat vond ik leuk maar er staan natuurlijk net niet de spreekwoorden die je in je les wilt bespreken. Om dat probleem te ondervangen kun je leerlingen vragen om elk een eigen animatie te maken van een spreekwoord. Niet moeilijk: ze kunnen daarvoor bijvoorbeeld gebruik maken van Pivot Stick Animator of het programma Unfreeze. Mocht iemand hulp nodig hebben bij het gebruik van Unfreeze dan kun je ze verwijzen naar de handleiding gemaakt door de Onderwijsvernieuwingscoöperatie. Een handleiding voor Pivot Stick Animator is te vinden op de site van het Linde College. Als je de leerlingen in groepjes laat samenwerken en vraagt om per leerling één geanimeerd spreekwoord dan heb je heel snel een prachtige collectie waarmee je veel visueel ingestelde leerlingen een plezier kunt doen.