woensdag 30 november 2011

Discussiëren of vergaderen met Tricider

Een tijdje geleden schreef ik over de tool Soapbox, een programma waarmee je - tijdens de les - leerlingen anoniem met elkaar kan laten brainstormen of discussiëren. Een andere tool die zich hiervoor leent is Tricider. Deze tool is minder breed inzetbaar dan Soapbox, waarmee je niet alleen kunt discussiëren met leerlingen maar ze ook kan stimuleren om vragen te stellen, maar biedt voor het discussiëren wel meer mogelijkheden.

Zo kan je met Tricider niet alleen mensen laten reageren op een stelling of input laten leveren bij een brainstorm; je kan ze ook vragen bij elk punt - indien gewenst - plus- en minpunten te benoemen, of hun argumenten te motiveren enz. Tot slot kan je de leerlingen vragen om hun stem uit te brengen op de zaken die naar voren zijn gebracht. In tegenstelling tot een poll waarbij je als regel maar één stem kan toekennen, kan bij Tricider elke leerling een stem uitbrengen op elk punt dat is ingebracht. Daardoor krijg je een beeld in welke argumenten of voorstellen alle leerlingen zich kunnen vinden, welke door een paar leerlingen ondersteund worden en welke de leerlingen totaal niet van belang vinden.

Als je het leuk vindt om eens te kijken wat het is, dan kan je hier via Tricider meedenken over mediawijsheid. 

Tricider kan je inzetten in discussies en brainstorm, maar is ook handig bij een vergadering waarbij je snel meningen wilt peilen. Bijvoorbeeld bij een evaluatie van een project: wat ging er goed, wat waren knelpunten en hoe zou je het project willen verbeteren? Met het gebruik van een tool als Tricider voorkom je dat sommigen veel te lang het woord voeren en anderen niet aan bod komen, terwijl toch iedereen kan zeggen wat hem op het hart ligt. Uit ervaring kan ik je vertellen dat zo'n aanpak héél veel tijd kan schelen en bij de aanwezigen als regel leidt tot grotere tevredenheid over de genomen besluiten.


dinsdag 29 november 2011

Techniek op het menu

Gisteren beloofde ik jullie dat ik meer zou vertellen over een document dat ik heb gedownload door te betalen met een (anonieme) tweet, en waaraan ik - na het lezen ervan - graag meer bekendheid geef. Bij deze.

Ive Hapers, leerkracht aan de gemeentelijke basisschool Qworzó in Merksplas in België, en schrijver van het weblog Over Onderwijs, heeft een boek geschreven vol met verwijzingen naar tools en games die je kan gebruiken om te laten zien wat techniek is: Techniek op het menu: games en tools voor het basisonderwijs. Het is een prachtig document, waarvan ik denk dat iedere leerkracht die zich op de een of andere manier bezig houdt met techniek, vanaf de basisschool tot en met de eerste klassen van het voortgezet onderwijs, zijn voordeel mee kan doen.

Het boek is een aanvulling op de YURLS-pagina Techniek + ICT, waar je links vindt naar alle tools en games die in het boek in een kader worden geplaatst. De links op de YURLS-pagina zijn onderverdeeld in games, technotools, lesideeën en filmpjes, die elk afzonderlijk weer onderverdeeld zijn in onderbouw, middenbouw en bovenbouw. In het boek vertelt Ive wat voor hem een game onderscheidt van een technotool: de speelbaarheid. "De tools zijn bedoeld voor de ganse klas waarbij de leerkracht of een leerling de bediening op zich neemt, terwijl de klasgroep aan het (mee)denken gaat. Het meest gunstige is dat dit aan het digibord gebeurt. Tijdens het werken met te technotools worden waarnemingen gedaan die een toelichting verwachten. De gemaakte keuzes en hulpmiddelen, het technisch systeem of proces zal dus uitgelegd moeten worden".

Het verschil is mij niet helemaal duidelijk: sommige zaken die Ive rangschikt onder spel, zou ik rangschikken onder tool en andersom. Ik vind dan ook de indeling die hij in het boek daaraan toevoegt interessanter: welke tools/games kan je gebruiken om techniek te begrijpen, welke om techniek te hanteren en welke oom techniek te duiden:
  • techniek begrijpen: leren waar het in techniek om gaat, hoe het werk,
  • techniek hanteren: vaardigheden leren die nodig zijn om met techniek aan de slag te kunnen gaan,
  • techniek duiden: techniek in een breder maatschappelijk kader te leren plaatsen en de invloed van techniek op de maatschappij en omgekeerd leren inzien.
Daarnaast geeft Ive van elke game/tool aan of het betrekking heeft op systemen, componenten, hulpmddelen of keuzes:
  • systemen: het geheel van elementen en onderdelen om het doel van de technische realisatie te bereiken,
  • processen: het geleidelijk verloop van een reeks acties om de technische realisatie te ontwikkelen,
  • hulpmiddelen: de middelen om de technische realisatie (efficiënter) te verwezenlijken of de laten functioneren,
  • keuzes: om een optimale kwaliteit te bekomen, rekening houdend met de beschikbare hulpmiddelen en doelstelling(en).
Van elke game/tool wordt bovendien aangegeven wat het onderwerp is daarvan (bijv. mechanica, magnetisme, transport, bouwsector) en wat het doel is van het spel/de tool, hoe het gespeeld moet worden (muis, toetsenbord), en in welke taal de game/tool is.

Door alle overzichten en toelichtingen in het boek kan je heel makkelijk een spel of tool vinden die past bij de les die je wil geven en die aansluit op het niveau van de leerlingen. Ik geloof dat ik nog nooit zo'n handig overzicht van tools heb gezien: prachtig! Het boek (en dus ook de bijbehorende YURLS-pagina) bevatten zoveel links dat je bijna voor iedere les over of met techniek wel iets bruikbaars kan vinden.

Op de YURLS-pagina vind je ook de links naar websites met lesideeën voor het vak techniek voor de onder-, midden- en bovenbouw en heel veel filmpjes (goeddeels van Schooltv-Beeldbank) over techniek, ook weer onderverdeeld in de verschillende bouwen.

Ive: dank voor je prachtige collectie en alle manieren waarop je die toegankelijk hebt gemaakt voor het onderwijs!

Wil je het boek hebben? Je kan het downloaden door te betalen met een tweet. Wil je dat liever niet? Maak dan - net als ik - een anoniem account. Of stuur Ive een tweet of laat een berichtje achter op zijn weblog: ik ben ervan overtuigd dat hij het je ook zonder die tweet wel zal toesturen!

N.B. Ik heb inmiddels via mail contact gehad met Ive. Hij vertelde me dat hij - zoals ik al verwachtte - de publicatie graag toestuurt als je hem een mailtje stuurt of een berichtje (met contactgegevens) achterlaat op zijn blog. En hij lichtte toe op basis waarvan hij besluit of iets een tool of een game is: 'De games hebben voornamelijk een speldoel, zijn uitdagender voor kinderen, behoeven minder klassikale verduidelijking en beschikken vaak over een opeenvolging van levels.' Nu is het voor mij duidelijk ;-)

maandag 28 november 2011

Betalen? Alleen als ik weet wat ik koop

Steeds vaker zie ik het op Twitter langskomen: 'Pay with a Tweet'. Een bestand dat je mag downloaden als je er een tweet over post: een boek, een verslag of een ander bestand dat veel mensen graag willen hebben. Dat moet je doen voordat je het bestand downloadt: als je klikt op de knop 'Pay with a Tweet', ga je naar je Twitter-account. Daar geef je dan toestemming aan de applicatie om vanuit jouw account een tweet te plaatsen, met een door de aanbieder geschreven tekst en URL. Die tekst kan je meestal wel aanpassen; de URL niet. In feite maak je dus via Twitter reclame om het product te kunnen downloaden.

Ik snap dat mensen graag iets terug hebben als ze hun werk met jou delen, en een tweet versturen is een kleine moeite.  Maar ik vind het een heel vreemde gang van zaken om reclame te maken voor iets waarvan je nog helemaal niet weet wat het is. Het kan natuurlijk dat interessante rapport zijn dat je verwacht te krijgen, maar het kan ook zijn dat het iets heel anders blijkt te zijn of dat de kwaliteit ervan erg tegenvalt. En ik heb weinig zin om reclame te maken voor iets waarvan ik geen idee heb of ik het goed vind.

Maar anderzijds snap ik natuurlijk wel dat iemand die veel tijd en energie heeft gestoken in het schrijven van een boek of een ander document, graag wat publiciteit wil hebben over zijn werk. En als het een product is waar ik enthousiast over ben, wil ik daar natuurlijk graag aan meewerken. Per slot van rekening is dat precies waar dit blog voor bedoeld is, en ook de reden waarom ik (heel af en toe) twitter: ik vind het leuk om mensen te helpen goed onderwijs te maken, door ze te laten zien wat er allemaal al is, en wat je daarmee kan doen.

Daarom heb ik een anoniem Twitteraccount aangemaakt. Via 'Ikbenspamvrij' heb ik een tijdelijk e-mailadres aangemaakt. Daarmee heb ik een twitteraccount aangemaakt, en vervolgens heb ik dat twitteraccount alleen zichtbaar gemaakt voor degenen die ik toestemming geef om dat account te volgen. En dat is natuurlijk helemaal niemand, want het is een account waar ik verder niets mee doe. Via dat twitteraccount vraag ik toegang tot documenten die worden aangeboden met 'Pay with a Tweet'. De tweet die vervolgens via dit twitteraccount geplaatst wordt, is voor helemaal niemand zichtbaar, dus daar stoor ik niemand mee. En als het document dat ik heb gedownload mooi vind, dan schrijf ik daarover een blogje. Met plezier. Zie het maar als een vorm van 'burgerlijke ongehoorzaamheid': mijn manier om te laten zien dat ik het niet eens ben met deze werkwijze, maar graag reclame maak voor iets waarvan ik weet dat het goed is!

Morgen daarom een blogpost over iets waar ik via Pay with a Tweet toegang heb gekregen, dat ik heb gelezen en wat ik echt absoluut de moeite waard vind.

donderdag 24 november 2011

TEDx Youth: een dag vol inspiratie

Door: Martijn van den Berg
Via het project 21 learners was ik afgelopen zondag uitgenodigd om kort een praatje te houden bij TEDx Youth. TEDx Youth is TED voor jongeren van 12 tot 18 jaar, en is bedoeld om de goede ideeën die jongeren hebben, met jongeren te delen. Het evenement is dan ook alleen bedoeld voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar. Nu ben ik inmiddels 21, maar ik had het geluk tot een van de uitzonderingen te behoren.

In de eerste presentatie kwamen 4 jongeren aan bod, die elk vertelden over wat hun idee was, en wat hun droom was, en hoe ver ze al hiermee gekomen waren. Wat mij hier opviel was de ongelofelijke passie waarmee deze jongeren hun verhaal vertelden. Natuurlijk was iedereen die voor een volle zaal staat knetterzenuwachtig, maar ondanks dat kwam toch een grote ambitie naar boven, die overstraalde op de jongeren in de zaal.

De stilte waarmee geluisterd werd, gaf toch wel aan dat iedereen heel erg geboeid luisterde, en het enthousiasme van het publiek weerspiegelde toch dat iedereen met elkaar meeleefde. Geen enkel idee werd eigenlijk als slecht gezien: het waren gewoon jongeren met een passie, met ambitie.

Na de eerste presentatie was het tijd voor mijn eigen stukje, ik moest een skill presenteren, in mijn geval creativiteit, en vervolgens gingen we per skill kijken hoe we het leren van deze skill in het onderwijs konden bevorderen. Ook hier weer was het een kruispunt van ideeën, en ook hier weer werd ieder idee gerespecteerd. Opvallend genoeg ontdekten we dat, toen we alle ideeën bij elkaar gevoegd hadden, we allemaal aan hetzelfde dachten.

De eindpresentatie was ook geweldig, en ook hier weer dezelfde sfeer. Het is heel tof om te zien hoe zo veel jongeren die elkaar niet kennen zo eensgezind kunnen zijn, en hoe mensen zo jong al zo veel ambitie kunnen hebben. Dit inspireerde mij ook wel een beetje. Al met al was het zeker een mooie dag.

woensdag 23 november 2011

Coach's eye

Pierre Gorissen wees me erop en schreef er ook al over: de app Coach's Eye is sinds kort beschikbaar. Coach's eye is een app waarmee je een filmpje kan opnemen èn die vervolgens kan voorzien van gesproken commentaar en waarmee je strepen, vierkantjes of rondjes op het filmpje op kan zetten.Dat lijkt misschien niet heel spectaculair, maar ik denk dat het voor het onderwijs machtig handig is.

Het meest voor de hand liggende vak om Coach's Eye voor te gebruiken is sport. Daarvoor is de app ook speciaal ontwikkeld. Je laat je leerlingen een bepaalde activiteit doen en laat die - door de leerlingen zelf - filmen. Vervolgens bekijk je het filmpje in Coach's Eye. Dat kan op de gewone snelheid, maar je kan het filmpje ook vertraagd afspelen of frame voor frame bekijken, en door de frames heen scrollen. Als duidelijk is waar het goed ging en waar fout, spreek je je commentaar in bij het filmpje, en waar nodig zet je streepjes, rondjes of vierkanten om extra aandacht te vestigen op een bepaald punt. Het resultaat kan je, net als het oorspronkelijke filmpje, opslaan op je iPhone (of de iPad), maar je kan het ook plaatsen op YouTube of versturen per mail of sms.

Maar er is meer mogelijk met Coach's Eye. Je kan bijvoorbeeld een rollenspel opnemen (bijv. van een sollicitatiegesprek) en daarbij feedback geven. Of je kan een leerling of student die stage loopt bij bijv. een drukkerij vragen om een filmpje te maken van de apparatuur waar hij mee werkt en hem dan vragen op het filmpje toe te lichten wat daar te zien is. Een pabostudent kan zijn mentor of begeleider op de stageschool vragen om hem/haar te filmen terwijl hij les geeft en dat filmpje kan je vervolgens samen bekijken. Andersom kan natuurlijk ook: de stagiair filmt zijn mentor of begeleider en de begeleider licht naderhand toe, in het filmpje, waarom hij op een bepaalde manier heeft gehandeld.

Werken met de app is supereenvoudig: je start de app, neemt op en bekijkt het filmpje. Dan krijg je direct de keuze of je wilt reviewen. Onderin je scherm kan je dan kiezen hoe snel je door de film heen wilt gaan: normale snelheid, vertraagd of beeldje voor beeldje. Terwijl je film bekijkt, kan je er strepen , rondjes of vierkantjes op zetten en je spreekt in je iPhone in wat je ziet. Als het resultaat niet bevalt, kan je gewoon opnieuw beginnen: het origineel blijft bewaard.

De kosten van de app vormen geen belemmering: voor € 1,59 kan je de app op je iPhone (of iPad) zetten. Een goeie reden om aan de Sint de bijbehorende Phone of Pad te vragen ;-)

dinsdag 22 november 2011

Spam?





spam [spem] de; m ongevraagde e-mails of sms’jes, vaak met reclame

  




Is dit spam?
  • een mailtje versturen naar je vrienden als je genomineerd bent in een verkiezing en wilt dat zoveel mogelijk mensen op je stemmen?
  • een mailtje sturen naar alle mensen in je adressenboek als je genomineerd bent in een verkiezing en wilt dat zoveel mogelijk mensen op je stemmen? 
  • een tweet sturen als je genomineerd bent in een verkiezing en wilt dat zoveel mogelijk mensen op je stemmen? 
  • via LinkedIn een oproep doen naar al je contacts als je genomineerd bent in een verkiezing en wilt dat zoveel mogelijk mensen op je stemmen?
  • als reactie op een vraag een berichtje sturen naar een mailinglijst over een (onderwijs)product dat je hebt gemaakt en commercieel in de markt zet, en de vragensteller kan helpen bij het oplossen van zijn probleem?
  • als reactie op een vraag een berichtje sturen naar een mailinglist over een (onderwijs)product dat je hebt gemaakt en commercieel in de markt zet, en de vragensteller kan helpen bij het oplossen van zijn probleem?
  • een algemeen berichtje sturen naar een mailinglijst over een (onderwijs)product dat je zelf hebt gemaakt en waar je een vergoeding voor vraagt?
  • een algemeen berichtje sturen naar een mailinglist over een (onderwijs)product dat gemaakt is door het bedrijf waar je werkt?
  • op Facebook of Hyves (laten) zetten dat je een app goed/mooi/handig vindt, omdat je die wil gaan gebruiken?
  • een oproep doen om een goed doel te steunen via Hyves/Facebook/Twitter? 
  • een persbericht sturen over een product van jouw bedrijf naar jou bekende eigenaren van websites?
  • een persbericht sturen over een product van jouw bedrijf naar jou onbekende eigenaren van websites?
  • een tweet sturen als je een blogpost hebt geschreven?
  • een tweet sturen als je een boek wilt hebben dat je alleen maar gratis kan krijgen als je een tweet stuurt (pay with a tweet)?

Verwacht van mij geen antwoord op deze vragen: ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat ik steeds vaker allerlei berichten krijg waar ik niet om heb gevraagd en die op de een of andere wijze reclame bevatten voor een product. Soms ben ik toch blij met zo'n mailtje: omdat ik de informatie interessant vind, omdat ik mijn steun graag wil geven of omdat de persoon in kwestie me aan het hart ligt. In andere gevallen klik ik de mail weg of negeer ik een tweet of bericht op Hyves of Facebook: zoveel moeite is dat niet. Maar dat wordt wel steeds lastiger, omdat er steeds meer van dit soort berichten komen. Waar ligt voor jou de grens tussen informeren en spammen?

Afbeelding van Vince_Lamb, gepubliceerd onder CC-by-sa.

maandag 21 november 2011

Flash op de iPad

logo Photon
Eén van de problemen waar iPad-bezitters mee te maken krijgen is het feit dat daarop geen Flash draait. Dat is inderdaad lastig: er is nogal wat educatief materiaal dat daarvan gebruik maakt. Maar ook wie spelletjes wil spelen die te vinden zijn op sites als spele.nl, en op sociale netwerksites zoals Facebook, zal in de problemen komen.

Het goede nieuws is: als veel mensen ergens problemen mee hebben, dan zijn er ook veel mensen die naar een oplossing zoeken. En er zijn dan ook inmiddels een aantal apps ontwikkeld die het mogelijk maken om Flashapplicaties te draaien op een iPad. Ik zal er hier 3 bespreken: iSwifter, Skyfire en Photon.

iSwifter is een browser die speciaal ontwikkeld is voor het spelen van games op Facebook en Google+. Als je de app opent, krijg je dan ook direct de keuze welk platform je wilt gaan gebruiken. Maar laat je daardoor niet op het verkeerde been zetten: je kan de browser ook gebruiken om rechtstreeks naar algemene spelletjessites te gaan, of - voor school - een educatief spelletje te spelen via bijv. Spelletjesplein of Leerspellen. Met iSwifter kan je de meeste spelletjes die je via deze sites vindt, zonder problemen spelen. Ze zijn wel iets trager dan op de p.c. en omdat je op een p.c. meer knoppen tot je beschikking hebt (bijv. spatiebalk en pijltjes) werken ze niet allemaal.
Je kan iSwifter ook gebruiken om flashfilmpjes te bekijken. De filmpjes die te vinden zijn in Beeldbank openen redelijk snel en de kwaliteit is prima.
Nadelen van iSwifter vind ik:
  • bij het starten opent de app steeds op de pagina waarop je kiest tussen Google+ en Facebook. Je kan geen andere startpagina instellen,
  • je kan alleen klikken op flash-pagina's. Spellen waarbij je dingen moet verslepen kan je daardoor niet spelen,
  • op sommige pagina's kan je niet scrollen, zodat je maar een (heel) beperkt deel van zo'n pagina kan zien. Dit deed zich bij mij o.a. voor bij het bekijken van leermaterialen die ik vond via Wikiwijs,
  • in de browser staat - naast de gebruikelijke knoppen - ook een winkelwagenknopje. Logisch als je iSwifter gebruikt om games mee te spelen, maar wel wat vreemd bij schoolgebruik.

Skyfire is eigenlijk een gewone browser. Zolang je gewone sites bekijkt, werkt die zoals alle andere browsers. Alleen wanneer op een site een flashfilmpje staat, opent zich een klein pop-upscherm met een soort voorvertoning van dat filmpje. Soms gebeurt dat niet vanzelf: dan klik je op de knop 'Analyzing', waarna Skyfire op zoek gaat naar videomateriaal op de site. Als je in het pop-up venster dat zich dan opent klikt op de afspeelknop, dan opent zich filmpje fullscreen en in goede kwaliteit. Maar daarvoor heb je wel wat geduld nodig. Een voordeel van Skyfire vind ik dat het voelt en werkt als een gewone browser, maar daar staat tegenover dat de flash-afspeelmogelijkheden beperkt zijn: je kan er alleen flashfilms mee bekijken en lang niet alle films openen probleemloos.

Photon werkt als een gewone browser, waarbij je per pagina kan aangeven of je die in de gewone modus wilt bekijken of in flashmodus. Als je kiest voor dat laatste, wordt de pagina in de cloud 'vertaald' naar een versie die op je iPad bekeken kan worden. Daarmee biedt Photon veruit de meeste flashmogelijkheden. Je kan er zowel spelletjes mee spelen als filmmateriaal bekijken. Je kan in de browser aangeven of je iets wilt kunnen aanklikken of dat je wilt slepen met je muis. Dat slepen werkt overigens niet echt prettig: het gaat nogal schokkerig en het is lastig om een object precies naar de juiste plaats te slepen. Maar het kan wel! Daarnaast kan je in Photon nog allerlei andere in meerdere of mindere mate handige dingen mee doen: je scherm opdelen, de kleur van je browser veranderen, je cookies verwijderen enz.

De mogelijkheden zijn groot, maar er kleven ook wel een paar nadelen aan Photon. Als je kiest voor de flashmodus wordt niet alleen de flash-applicatie gestreamd via de cloud, maar de hele pagina. Daardoor wordt je hele pagina een stuk minder scherp. Voor eventjes geen probleem, maar als je op die manier veel pagina's moet bekijken of lange teksten moet lezen, dan gaat dat toch wel erg storen. En voor mensen met een visuele beperking is het natuurlijk sowieso een belemmering. 

Daarnaast vraagt het werken met Photon wel wat gewenning. Je moet de knoppen leren kennen en je zult merken dat soms pagina's niet openen zoals je wilt. De weergave van de pagina's in de flashmodus kan verbeteren door een andere bandbreedte te kiezen in het menu. Die weergave is namelijk afhankelijk van het netwerk waar je van gebruik maakt, maar ook van de flashapplicatie zelf: voor het spelen van een spelletje kan een andere bandbreedte een beter resultaat opleveren dan de bandbreedte die je gebruikt bij het bekijken van een flashfilmpje. De keuze voor een andere bandbreedte heeft niet alleen gevolgen voor de flashapplicatie, maar ook op de rest van de pagina. Belangrijk dus als je ook tekst wilt lezen op een pagina.

Al met al zijn er dus aardig wat mogelijkheden om op je iPad toch flash te bekijken. Maar het is allemaal niet zonder beperkingen: je verliest snelheid, soms gaat het ten koste van de beeldscherpte en je moet er (behoorlijk) wat extra moeite voor doen. Mijn conclusie is dan ook dat je in het onderwijs beter kan inzetten op de sterke kanten van de iPad, dan proberen om de zwakke kanten te maskeren. Dat kost veel energie en omdat je niet alles kan voorkomen, ook veel ergernis. Maar als je de iPad - naast pc, mac of (mini-)laptop, gebruikt voor die dingen waar die sterk in is (intuïtief gebruik, dingen maken, mobiel zijn), dan heb je er een prachtig apparaat aan waarmee je je onderwijs echt kan verrijken!





donderdag 17 november 2011

Schrijven is zilver...

Door: Martijn van den Berg
Het is dinsdag half 6. De laatste les van de dag. Buiten is het al bijna volledig donker. De les gaat over boekhouding. Duidelijk wordt al snel, dat dit niet de meest interessante les is voor de meeste mensen. Twee geluiden heersen in het klaslokaal: het praten van de docent en het driftig geschrijf van pennen. Iedereen schrijft klakkeloos over wat de leraar zegt, in de hoop later iets van te begrijpen. Toch heb ik het idee dat dit nog een grote uitdaging gaat zijn voor de meeste mensen.

Ik geloof niet dat het schrijven iets oplevert, aangezien niemand een vraag stelt in de les, en niemand ook maar reageert op de vragen die gesteld worden. En dit gebeurt in praktisch iedere les, wat tot resultaat heeft dat bijna iedere les een eenrichtingsverkeer is van de docent, zonder enige feedback van leerlingen of alle informatie wel begrepen wordt.

Ik vind dat je, om het meeste uit de les te halen, actief moet meedoen, en niet als een toerist alles moet opschrijven om het later te lezen. Ten slotte heb je als student invloed op hoe uitgebreid bepaalde stof behandeld wordt, en kan je vragen om iets nog beter uit te leggen, als je het niet helemaal begrijpt. Dat is veel effectiever dan alles opschrijven en later kijken of je het wel begrijpt.

Natuurlijk ligt een deel van de verantwoordelijkheid ook bij de docent, maar het is een proces dat twee kanten op gaat. Net zoals dat ik vaak genoeg benadruk dat docenten creatiever les kunnen geven, denk ik ook dat een leerling ook veel aan een les kan toevoegen. Alleen zo wordt 1+1 3.

woensdag 16 november 2011

(media)wijs sprookje

In een land, hier ver vandaan woonde eens een koning met zijn zoon die later, als hij groot zou zijn, het land zou gaan regeren.

Op een dag kreeg de koning bezoek van een troubadour. Hij vertelde de koning over een land heel ver van het koninkrijk vandaar waar een schat te vinden was die zo groot was, dat iedereen daar wat van af kon pakken zonder dat die schat ooit op zou raken. Maar de weg naar die schat was niet zonder gevaar. Al heel veel mensen waren op zoek gegaan naar de schat en dat was niet altijd goed afgelopen.

Ook was nog niet helemaal duidelijk wat de schat precies was. Sommigen die de schat hadden gevonden spraken van kralen, anderen van kostbare sieraden. Ze vertelden over een land waar bijzondere ertsen te vinden waren en van een land met vooral modderige grond, van een land van goeroes en een land van oplichters en van een land van inspiratie en van imitatie. Maar wie je ook sprak: iedereen zei dat als je goed zocht er voor iedereen wel wat te vinden was.

Na het vertrek van de troubadour dacht de koning diep na over zijn verhaal. Zijn koninkrijk verkeerde in een ernstige crisis, dus hij kon die schat goed gebruiken. Hij besloot dat hij zijn zoon opdracht zou geven om te zoeken naar de schat. Maar hij maakte zich zorgen over hoe zijn zoon: zou hij de gevaren onderweg kunnen trotseren? Hij had de jongen nog nooit meegenomen naar een ander land. Hij wist wel dat zijn zoon met het buurjongetje er soms stiekem op uit trok tot over de grenzen van zijn koninkrijk, maar hij had daar met zijn zoon nooit over gesproken en het leek hem daar niet echt veilig.

Maar de schat was nodig voor het rijk dus de koning vroeg zijn raadsheer, de slimste man uit het hele koninkrijk, om advies. De raadsheer dacht diep na en kwam na een paar uur met een advies. Uiteraard, zoals het een wijs raadsheer betaamt, in leren band met goud op snee en drievoud uitgeschreven. In het advies stond dat de koning een plan moest maken. Eerst moest hij in kaart brengen welke gevaren de jongen onderweg tegen zou kunnen komen. Daarna moest hij de jongen onderwijzen hoe hij die problemen het hoofd zou kunnen bieden. Wanneer de jongen over 2 jaar geslaagd zou zijn voor zijn examen, kon hij vertrekken om de schat te gaan zoeken.

De koning vond het een veilige aanpak maar hij betwijfelde of ze de schat op tijd zouden vinden om het land te redden en of zijn zoon in de tussentijd niet stiekem zelf met zijn buurjongetje op zoek zou gaan.

Daarom vroeg hij de nar om advies. Die had veel minder tijd nodig voor het formuleren van zijn aanpak. 'Koning', zei hij, 'waarom sturen we de prins niet direct op pad? De schat is groot en zal niet alleen het rijk, maar ook uw zoon zelf veel voordelen bieden'. 'En', zei de nar: 'uw zoon maakt onderweg vast vrienden die ook op zoek zijn naar de schat. Samen zullen ze ontdekken hoe ze de gevaren onderweg het hoofd kunnen bieden.'

De koning betwijfelde of kon vertrouwen op het gelukkige gesternte van de jongen om hem zonder voorbereiding en begeleiding op pad te kunnen sturen.

Daarom ging hij naar zijn kanselier. Dat was een man van de wereld die in zijn jonge jaren de wereld had verkend. Hij zou vast goede raad kunnen geven. 'Sire', zei de kanselier, 'het is goed om uw zoon direct op pad te sturen want de staatskas kan wel wat input gebruiken. Maar om er zeker van te zijn dat uw zoon veilig terugkomt stel ik voor dat ik de eerste dag met uw zoon op pad ga en dat u die dag uw ministers vraagt om de dagen daarna met uw zoon mee te reizen.'

De koning was blij met het aanbod van de kanselier maar een land in crisis moet niet alleen letten op zijn troonopvolger maar ook op de centen, en dat was nu precies de taak van de kanselier. Die kon hij dus geen dag missen en ook zijn ministers hadden andere zaken aan hun hoofd. 

De koning trok zich terug in zijn torenkamer en ging op zijn troon zitten peinzen. Heel diep en heel lang, zoals alleen koningen dat kunnen.  Hij zag dat de crisis erger werd en de mensen ongelukkig, dus hij zocht nog harder naar de beste oplossing. Hij piekerde zo hard dat hij van zijn troon afviel en zijn rijk verging. En de prins? Die ging helemaal in zijn eentje op weg, op zoek naar het verre land waar hij - zo was zijn vaste overtuiging - de schat zou vinden. En niemand weet hoe het met de jongen is vergaan .....


De moraal van het verhaal

Wie te ver vooruit kijkt naar de enige goede oplossing, struikelt over de kansen.


N.B. Volgende week is de week van de Mediawijsheid. Een goed moment om plannen te maken èn die uit te gaan voeren!



Afbeelding van ell brown, gepubliceerd onder CC-by-nc.

dinsdag 15 november 2011

Brainstormen en vragen stellen

screenshot Soapbox
Wie wel eens met een klas heeft gebrainstormd of gediscussieerd, zal het herkennen. Na het starten van de brainstorm en de eerste reacties valt de klas stil. Je vermoed dat er nog wel goede ideeën zijn, maar niemand doet meer zijn mond open. Het is ook niet niks: je weet zelf niet of je idee iets toevoegt aan wat de anderen al gezegd hebben of misschien helemaal niet bruikbaar zijn en - misschien nog wel het moeilijkste voor leerlingen: het idee kan 'stom' gevonden worden door de klas.

Om leerlingen te stimuleren om toch hun ideeën naar voren te brengen kan het handig zijn om een anonieme brainstorm of discussie te organiseren waaraan iedereen kan bijdragen zonder dat iemand weet wie wat gezegd heeft. Daarvoor kan je gebruik maken van Soapbox, een nieuwe tool die nog in beta is maar waarvoor je je al wel kan aanmelden. Soapbox is een webbased programma en dus ook toegankelijk via telefoons, tablets en andere devices die toegang bieden tot internet. Met Soapbox maak je een discussieruimte aan waar je je leerlingen d.m.v. een code toegang toe geeft. In de ruimte kunnen leerlingen anoniem hun ideeën invoeren. Nadat de ideeën zijn ingebracht kan je ze in Soapbox in een poll stoppen om in kaart te brengen hoe de meningen over dat onderwerp verdeeld zijn in de klas, of wat de leerlingen het beste idee vinden.

Soapbox kan je niet alleen gebruiken om leerlingen te stimuleren ideeën naar voren te brengen tijdens een brainstorm of discussie: het kan ook gebruikt worden om leerlingen tijdens of na de les anoniem vragen te laten stellen. Leerlingen die met dezelfde vraag zitten kunnen dat aangeven door op die vraag te klikken. Een tellertje houdt bij hoeveel leerlingen op een vraag klikken, waardoor je snel in de gaten hebt of een vraag die gesteld is bij veel leerlingen leeft en door jou beantwoord moet worden, of dat het een vraag is die bij een enkele leerling leeft en die dus door de groep beantwoord kan worden.

Je kunt deze optie ook gebruiken voor het geven van antwoorden, bijvoorbeeld op de vraag; 'wat doe jij om veilig te internetten?'. Deze vraag stel je mondeling of via het blokje dat bedoeld is voor aankondigingen (announcements). Je laat leerlingen de vraag beantwoorden via het vragenblok. Als ze in een antwoord van een medeleerling zien een methode zien die zij ook toepassen, dan geven ze die een extra punt. Op die manier breng je snel in kaart wat leerlingen doen op het gebied van veilig internet (en wat zij hieronder verstaan) en hoe vaak dat gedrag wordt toegepast in jouw klas.De tool is hier weliswaar niet voor ontworpen, maar leent zich er prima voor.

Werken met Soapbox betekent dat je leerlingen tijdens de les toegang moet geven tot internet, via hun mobiele telefoon, een tablet of laptop/computer. En je moet erop vertrouwen dat ze geen misbruik maken van de anonimiteit en de tool gebruiken waarvoor die bedoeld is. Durf je dat (nog) niet aan dan kan je ervoor kiezen om de vragen die leerlingen stellen alleen te laten tonen op je eigen p.c., maar daarmee verlies je een heleboel interactiemogelijkheden waardoor de tool volgens mij enorm in waarde inboet. En dat is toch wel erg jammer!


maandag 14 november 2011

Talen spreken met Intervue

screenshot intervue Nik Peachey
Wie een taal wil leren spreken moet oefenen. Heel veel oefenen. En dat is is best lastig in een klas want je kan onmogelijk alle leerlingen in een lesuur aan het woord laten komen. Om ze toch te laten oefenen kan je leerlingen de opdracht geven een filmpje te maken waarin ze iets vertellen of reageren op een vraag of een discussie.

Een handige tool daarvoor is Intervue.me. Hier kan je, na het aanmaken van een - gratis - account, een 'intervue' aanmaken waarin je een aantal vragen stelt of stellingen poneert. Je geeft vervolgens aan of jouw interview op de openbare pagina van de site mag worden geplaatst of alleen zichtbaar is voor wie de link heeft, of alleen mensen mogen reageren die een account hebben op de site of iedereen, en of mensen mogen reageren op de video's die worden geplaatst als reactie op jouw interviewvragen.

Als je dat hebt gedaan, stuur je je leerlingen de link naar jouw interviewvragen. De leerlingen kunnen daarmee jouw vragen bekijken en op elke vraag reageren door met behulp van een webcam een antwoord op te nemen van maximaal 60 seconden. Als je hebt aangegeven dat iedereen mag reageren op je interview hoeven je leerlingen hiervoor geen eigen account aan te maken.

Je hoeft als docent niet alle videoreacties van alle leerlingen op alle vragen te bekijken en te beluisteren. Vaak is een kort fragment genoeg om je een indruk te geven wat een leerling ervan heeft gemaakt. Je kan natuurlijk ook aan de leerlingen vragen om elkaar feedback te geven. Dat werkt prima, zeker als je leerlingen ook beloont voor het geven van goede feedback, zoals bijvoorbeeld gedaan wordt in dit project. Om je leerlingen op elkaar te kunnen laten reageren (door middel van geschreven tekst), moet je bij de instellingen hebben aangegeven dat er gereageerd mag worden op de video's. Om te kunnen reageren op een video moeten de leerlingen wel een eigen account aanmaken bij Intervue.

Vind je het leuk om eens te kijken hoe je Intervue.me kan gebruiken? Nik Peachey, een Engelse blogger, heeft een intervue gemaakt waarin hij je mening vraagt hoe 'digitaal' jouw onderwijs is. Het interview is openbaar, dus je kunt de videoantwoorden van iedereen bekijken en je kan er zelf ook op reageren.Veel succes!

donderdag 10 november 2011

Van gamen kunnen we leren

Door: Martijn van den Berg
Een tijdje geleden moest ik een presentatie maken voor 21 learners over hoe ik mezelf creativiteit aanleer. Ik vind van mezelf dat ik zeer creatief ben geworden door alle games die ik door de jaren heen gespeeld heb. Na een tijdje denken, kwam ik op het idee om een waarzeggertje te gebruiken voor een presentatie, omdat je hiermee op een leuke manier willekeurige dingen kan uitkiezen. Hier heb ik vier onderwerpen op gezet wat het onderwijs kan leren van gaming. Ik zet ze hier nog even op een rijtje.

High score in plaats van punten
Een game stopt niet als je een bepaalde score hebt gehaald. Het gaat eeuwig door, en je kan altijd nog wel wat blijven verbeteren. Denk hierbij aan de beste tijd met racen, het laatste beetje verzamelen met RPG's of bijvoorbeeld de snelste tijd halen met shooters. Op deze manier blijft het altijd leuk om nog dingen te verbeteren.

Uitdagend Een game is uitdagend, omdat je vaak het niveau waarop je de game speelt kan aanpassen. Zo wordt je vaak bij multiplayer games op een hoger level gezet, en zijn er veel games die zichzelf aanpassen aan de speler die het spel zit te spelen. Zo blijft de uitdaging erin, en stopt het proces dus niet als je bij een bepaald niveau komt, ongeacht hoe goed je bent.

Mooi! Ik speel persoonlijk liever een game dan dat ik informatie uit een boek probeer te halen. Alhoewel games vaak interessante onderwerpen hebben, en het hier niet erg moeilijk is om de interesse te wekken van de speler, is het mogelijk om bijna alles op een mooie manier in een game verwerken. Als een game mooi is, wil je alles uit een game halen, en de game tot de laatste pixel wegspelen. Bij boeken is dit over het algemeen niet zo.

Beloningen Uniek bij games zijn de beloningen. In tegenstelling tot het onderwijs, waar men alleen een cijfer ontvangt als beloning, zijn er bij games veel meer diverse beloningen, die je niet alleen bij eindresultaat, maar ook tussendoor krijgt. Denk hierbij aan upgrades; een betere auto, een beter wapen of een beter zwaard, maar ook het kunnen verkennen van een nieuwe omgeving. Er zitten ongelofelijk veel beloningen in een game, en dit stimuleert de speler continu om verder te spelen.
Dit zijn slechts een aantal aspecten die aantonen dat games nuttig kunnen zijn voor het onderwijs. Er zijn er natuurlijk nog veel meer. Voor mensen die het idee van de waarzegger nog willen gebruiken, de word file kan hier gedownload worden.

woensdag 9 november 2011

Kinderen & internetrisico's

Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft alweer een paar weken geleden de uitkomsten van nieuw onderzoek gepubliceerd: Kinderen en internetrisico's. Daarvoor is onderzoek gedaan onder 9-16 jarige internetgebruikers in Nederland. In het onderzoek, dat onderdeel is van het programma EU Kids Online, wordt onderscheid gemaakt tussen risk (de mate waarin de doelgroep te maken heeft met online risico’s (iets op internet gezien, ontvangen) en de nadelige gevolgen (van streek zijn, van iets geschrokken zijn, nare belevenis) die ze daarvan ondervinden (harm). De focus in het onderzoek lag op:
  • zien van pornografische beelden
  • ontvangen van seksuele toespelingen (sexting)
  • ontmoeten van onbekenden na online contact
  • online gepest worden (cyberbullying)
Met name dat laatste onderdeel is iets waar veel scholen zich mee bezig houden. Niet onterecht, blijkt uit het onderzoek. Want de percentages van kinderen die slachtoffer zijn van cyberbullying is weliswaar laag (4%), maar de absolute cijfers liegen er niet om: ongeveer 60.000 jongeren van 9 tot en met 16 jaar worden gepest via internet. Bovendien kunnen de gevolgen van cyberbullying kunnen groot zijn en een leven lang van invloed zijn.

Dat geldt ook voor de andere aspecten die onderzocht zijn. Van de Nederlandse internetgebruikers van 9 tot en met 16 jaar zegt nog geen kwart online pornografische beelden te hebben gezien en zegt 15% (300.000 jongeren) seksuele boodschappen via het internet te hebben ontvangen (sexting). Een derde van de Nederlandse jongeren onderhoudt online contacten met onbekenden en 6% van hen ontmoet deze online contacten ook in het echt (90.000 jongeren). De meeste jongeren ervaren geen hinder van deze ervaringen, maar een kleine minderheid ervaart die wel. Jongeren geven aan het vaakst van streek te zijn door het zien van seksueel getinte beelden op het internet (5% van alle 9-16-jarige internetgebruikers oftewel 75.000 jongeren), gevolgd door het ontvangen van seksuele boodschappen (3%, 45.000 jongeren) en het persoonlijk ontmoeten van een online contact (0,5%, 7500 jongeren).

Uit het rapport Kinderen en internetrisico's van het SCP, Sonck & De Haan, 2011

Het rapport relativeert dus enerzijds de paniekberichten in de media; anderzijds wordt er de nadruk op gelegd dat het wel van belang is dat jongeren leren omgaan met media.

Een andere belangrijke uitkomst van het onderzoek is dat er zowel voor ouders en onderwijs als voor vrienden (peer-to-peer teaching) een taak ligt om jongeren te begeleiden bij het gebruik van media. Dat kan op verschillende manieren:
  1. restrictieve begeleiding: regels, stellen van grenzen (technisch, content),
  2. actieve begeleiding: uitleg, advies,
  3. gezamenlijke mediabeleving: delen van online ervaringen,
  4. controlerende begeleiding: toezicht, monitoring.
Alhoewel restrictieve begeleiding soms noodzakelijk en zinvol is,vragen de overige 3 manieren van begeleiding dat kinderen actief aan de slag gaan met media. Daarbij moet mijns inziens dan niet het accent leggen op het verbieden van of het waarschuwen voor het gebruik van media, maar juist op de positieve kanten daarvan. Door kinderen kennis te laten maken met de positieve kanten van mediagebruik, creëer je momenten waarop je met hen kan bespreken hoe zij omgaan met media en hoe zij dat ervaren. Je biedt openingen voor de leerlingen om met vragen te komen, en motiveert ze om 'wijs' gebruik te maken van de middelen die hen ten dienste staan.

De derde uitkomst van het onderzoek: 'internetvaardigheden verkleinen de risico's niet' lijkt in contrast met mijn tip om actief met leerlingen aan de slag te gaan met media. Een mogelijke verklaring van deze uitkomst die in het rapport wordt gegeven is dat kinderen die (technisch) vaardig zijn met internet daarvan ook meer en 'extremer' gebruik maken en daardoor meer risico's lopen. De vraag is of kinderen die ook hebben geleerd (positief) kritisch na te denken over hoe je omgaat met media, dezelfde risico's lopen. In het onderzoek wordt dit helaas buiten beschouwing gelaten: alleen de technische vaardigheden van de doelgroep zijn onderzocht. Het zou fijn zijn als dat in een volgend onderzoek aan de orde zou kunnen komen.

Wat heb je nu als leerkracht/docent aan dit onderzoek?
Allereerst geeft het onderzoek je een beeld van de aantallen kinderen die risico's lopen bij het gebruik van media en de mate waarin ze zelf aangeven last te ondervinden van de nadelige gevolgen ervan. Je zou het onderzoek kunnen gebruiken om met leerlingen het gesprek aan te gaan over hun gebruik van internet. Hoe gebruiken de leerlingen in de klas internet en hebben zij wel eens problemen gehad bij het gebruik ervan? Door de kinderen zelf onderzoek te laten doen, kunnen ze o.a. leren:
  • hoe je met behulp van ict een onderzoek kan doen, 
  • wat het verschil is tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek,
  • hoe je vragen kan stellen zonder dat je daarbij de ondervraagde een bepaald antwoord in de mond legt,
  • hoe je de uitkomsten van een onderzoek kan verwerken in tabellen in grafieken,
  • hoe je gegevens kan samenvoegen en zo conclusies kan trekken die betrekking hebben op verschillende subgroepen/subsets,
  • hoe en waar je de uitkomsten van het onderzoek kan presenteren,
  • welke risico's het gebruik van media met zich meebrengt, enz. 
Als het onderzoek gedaan is, is het natuurlijk interessant om te kijken hoe de uitkomsten van het onderzoek dat ze zelf hebben gedaan, zich verhouden tot de uitkomsten van het onderzoek van het SCP. En ben je een keer zover gekomen, dan is het misschien ook interessant om eens te onderzoeken hoe het onderzoek van het SCP in de pers besproken wordt, bijv. op deze plaats, door Mediasmarties, in het persbericht van het SCP en op de website van Pedagogiek in Praktijk. Zoek de verschillen!

dinsdag 8 november 2011

Tijdlijn als digibordles

logo CapzlesMet de tool Capzles kan je tijdlijnen maken. Tijdlijnen zijn natuurlijk allereerst bedoeld om een periode uit de geschiedenis weer te geven, bijv. over het leven van Barack Obama, of van Anne Frank, de geschiedenis van de moderne kunst, van de plaats waar je woont, van je eigen school of natuurlijk je eigen geschiedenis. Maar omdat je in een Capzle allerlei documenten kan opnemen, kan je Capzle ook gebruiken om informatie over een onderwerp bij elkaar te zetten: documenten, geluidsbestanden en filmpjes. Op die manier kan je Capzles inzetten als een digitale les die je op het digibord kan tonen of als een soort ELO waarin je alle materialen over een onderwerp bij elkaar aanbiedt.

Je kunt Capzles gebruiken om zelf een les of een handleiding te maken, maar je kan natuurlijk ook je leerlingen Capzles laten maken, individueel of in groepjes. Leerlingen kunnen een werkstuk maken in de vorm van een Capzle en/of een spreekbeurt geven aan de hand van een Capzle, maar je kunt ook een klas samen laten werken aan één Capzle waarin verschillende aspecten van één onderwerp aan de orde komen (bijv. een Capzle over verschillende stijlen in de kunst of over verschillende aspecten van de Middeleeuwen). Je kunt Capzle ook gebruiken als een portfolio, waarin leerlingen gedurende het schooljaar de resultaten van hun werk verzamelen of als een leesdossier waarin leerlingen vertellen wat ze lezen en wat hun mening is daarover. En natuurlijk kan je Capzles ook gebruiken om een heel nieuw verhaal te schrijven.

Tot slot een paar praktische tips als je een Capzle maakt:
  • Capzles werkt het best in Internet Explorer,
  • Zet eerst alle bestanden die je in de Capzle wilt gebruiken in een mapje op je p.c. bij elkaar,
  • bedenk welke elementen je apart wilt weergeven in de tijdlijn en welke als groep. Zet de elementen die je als groep wilt weergeven in submapjes bij elkaar op je p.c.
  • je kunt zowel achtergrondmuziek in je Capzle zetten als filmpjes met daarin muziek. Als de muziek in het filmpje speelt, houdt de achtergrondmuziek op met spelen,
  • je kunt in een Capzle geen materialen embedden: je moet alle bestanden uploaden naar Capzle. Zorg er daarom voor dat je alleen eigen materialen gebruikt of materiaal dat onder een Creative Commons licentie gepubliceerd is. Voorzie je Capzle van een document waarin je de gebruikte bronnen vermeldt.
  • URL's in een document in een Capzle zijn niet aanklikbaar. Als je links wilt opnemen in je Capzle (bijv. om leerlingen meer bronnen te bieden over het onderwerp) kan je daarom het beste een korte URL aanmaken die makkelijk te onthouden en over te typen is, en die tonen in een document. Voor onderstaande Capzle heb ik korte URL's aangemaakt met Bit.ly, en die verzameld in een bundel zodat gebruikers alle URL's in één overzicht kunnen bekijken. Om het nog makkelijker te maken heb ik van die bundel ook weer een korte URL aangemaakt, dit keer met TinyURL .
Hieronder een heel simpele Capzle die ik heb gemaakt om te laten zien wat er met Capzles mogelijk is.







maandag 7 november 2011

Historisch museum: gratis te bezoeken

Onlangs kwam ik terecht op de site van Historisch Museum JoCas. Ik vind 'm te leuk om 'm jullie te onthouden, vandaar een blogje erover.

Historisch museum JoCas is een site die gemaakt is door jeugd -en jongerenvereniging JoCas. De teksten op de site zijn gebaseerd op de teksten in Wikipedia. Dat is niet vreemd: de redacteuren van deze site zijn ook actief op Wikipedia. De eindredactie op de site wordt gedaan door Cor Bastinck, die zich inzet om kennis over het brede terrein van de geschiedenis door te geven en breed bereikbaar te maken, niet alleen via het online historisch museum, maar ook als oprichter van Jocas, een landelijke vereniging voor jongeren die op een avontuurlijke, actieve manier bezig willen zijn met geschiedenis.

Zoals je kan zien aan de screendump, is de site behoorlijk druk, om niet te zeggen: overladen. En ook de teksten zijn niet altijd even makkelijk om te lezen. Ze zijn weliswaar allemaal in korte stukjes opgeknipt, maar in de stukjes missen alinea's, waardoor het toch een behoorlijke letterbrij wordt.

Niet iedereen is daarom gecharmeerd van de site van dit virtueel historisch museum en ik kan me ook voorstellen dat veel kinderen op deze site de weg kwijt zullen raken (al was het alleen maar omdat het bovenste menu na de eerste klik uit beeld verdwijnt). Maar er zullen ook zeker kinderen zijn die zich juist door deze site - die qua vormgeving van een kinderhand zou kunnen zijn - zullen laten verleiden om nog even verder te klikken, en nog wat verder en nog wat verder .... en zo ongemerkt heel wat kennis over de historie tot zich zullen nemen. Over de geschiedenis van de muziek of over belangrijke uitvindingen en ontdekkingen, of, natuurlijk altijd leuk: over de geschiedenis van toiletten! Moppen en weetjes doen het natuurlijk ook altijd goed en welk kind is er niet te porren voor een spelletje? En het is natuurlijk ook leuk om zelf een 'weetje' uit de geschiedenis te vinden en die op te sturen naar de site: de conservator van het museum staat er open voor. Een mooie uitdaging voor kinderen om zelf op zoek te gaan naar leuke, spannende of bijzondere gebeurtenissen in de geschiedenis!


donderdag 3 november 2011

De toekomst van het onderwijs?

Door: Martijn van den Berg
De laatste tijd ben ik naast het bloggen ook nog met een aantal onderwijs-gerelateerde dingen bezig. Zo ben ik ben ik met het project 21 Learners bezig, en heb ik vorige week meegeholpen aan een workshop van APS over de 21st century skills. In met name deze dingen heb ik veel de kans gehad om met mensen te praten over het onderwijs, en hoe dat er in die toekomst uit zou zien. In dit blogje een paar dingen op een rijtje.

ICT hoeft niet de toekomst te zijn, creativiteit wel
Veel mensen denken dat met de opkomst van alle middelen op ICT-gebied dit nu de toekomst wordt. ICT is uiteindelijk slechts een van de vele middelen om te gebruiken binnen het onderwijs. ICT kent weliswaar vele functies, maar we kunnen ook proberen voor bestaande hulpmiddelen nieuwe functies te vinden. ICT kan een les erg leuk maken, maar hier zijn ook genoeg andere manieren voor. Zo lang je maar open staat voor het vinden van nieuwe dingen. Hetzelfde geldt voor het budget van het onderwijs. Nieuwe ICT aanschaffen is vaak duur, en wordt niet altijd optimaal gebruikt. Als scholen minder geld hebben, worden ze geforceerd hun bestaande middelen optimaal te gaan gebruiken.

De docent als facilitator
Tegenwoordig verandert de wereld zo snel, dat docenten niet meer de persoon zijn die alles weten. Dit is eigenlijk onvermijdelijk. Toch schamen veel docenten zich ervoor als ze een op een gegeven moment dingen niet kunnen die een leerling wel kan. Dit is helemaal niet erg. Je kan leerlingen op dat punt hun kennis laten delen, en als docent richtlijnen geven hoe je dit didactisch kan vormgeven. Op deze manier wordt je er als docent ook wijzer van. Daarnaast zal in de toekomst meer projectmatig gewerkt moeten worden, omdat je met samenwerking de sterke punten van ieder gebruikt, en omdat de maatschappij ook ingericht is op samenwerken.

Aandacht voor het individu
Het huidige onderwijssysteem is gecategoriseerd op leeftijd, niet op vaardigheid. Als een leerling goed is in Frans, maar niet in Engels, moet deze leerling nog steeds even veel lessen Frans en Engels volgen, terwijl het misschien handiger is om meer lessen Engels te volgen. Daarnaast, als een leerling continu hoog boven de klas scoort, moet deze gewoon tot het eind van het jaar in de klas blijven zitten.

Daarnaast kan er ook meer individualisering in de lessen zijn. Lessen worden vaak aangepast op het leerdoel, niet op de leerling. Als je een presentatie maakt, pas je deze ook aan aan je publiek. Bij lessen zou dit ook eigenlijk moeten. Veel lessen zijn ineffectief, omdat leerlingen geen interesse hebben in de klassieke manier waarop lessen worden gegeven. (klassikale uitleg, zelfstandig werken) In plaats daarvan kun je beter steeds kleinere stapjes nemen in het leerproces en zorgen dat deze per stuk zeer effectief zijn.

Natuurlijk is er voor al deze ontwikkelingen nog veel verzet. Docenten die moeite hebben met verandering, de politiek die scholen niet vrij laat, etc. Daarom zal het waarschijnlijk nog wel een tijdje duren voordat deze dingen er (kunnen) zijn. Maar ik denk wel dat er waanzinnig veel goede ideeën bestaan op het gebied van onderwijs.

Voor mensen die dit onderwerp interessant vinden, volgende week dinsdag zit ik bij de onderwijsdagen in een debat over de 21st century skills.

woensdag 2 november 2011

Hoe het komt dat ....

foto van een paardenkastanjeWe zitten alweer hoog en breed in de herfst. Ik kan er erg genieten van de natuur in dit jaargetijde, maar helaas heb ik geen geheugen voor namen en lukt het me dus zelden om te benoemen wat ik heb gezien. Daarom was ik blij een site te ontdekken met verhalen over de natuur en hoe de variëteit aan flora en fauna ontstaan is. Je kunt er lezen hoe de regenboog is ontstaan en waarom hij zoveel kleuren heeft, waarom het blad van de eik gelobd is, waarom loofbomen hun bladeren niet verliezen en waarom paddenstoelen rommel in het bos opruimen.

Het leuke van dit soort verhalen vind ik dat het mooie ezelsbruggetjes zijn om te onthouden hoe planten eruit zien of hoe ze heten. Alhoewel het waarheidsgehalte van de meeste van dit soort verhalen op zijn minst twijfelachtig is, zijn ze dus toch zeker bruikbaar voor wie namen wil onthouden van dieren en planten.

Natuurverhalen kan je ook zelf schrijven. Ga met de kinderen de natuur in en laat ze zelf eens nadenken waarover ze een verhaal zouden kunnen bedenken: waarom heeft een eikel een hoedje, waarom heeft een paardekastanje een bolster met stekels en waarom zouden beukennootjes nooit alleen maar altijd met een zijn tweeën in een napje zitten? Met wat fantasie kunnen leerlingen er prachtige verklaringen over verzinnen. Je kan ze de verhalen laten opschrijven of er een (foto)stripverhaal van laten maken, en misschien zijn er zelfs kinderen die er een animatie van kunnen maken.

Andere plekken waar je verhalen kunt lezen over het hoe en waarom van dieren en planten:
Afbeelding van bbusschots, gepubliceerd onder CC-by-nc-nd.

dinsdag 1 november 2011

Mindmappen met Spiderscribe

Omdat mindmaps toch wel erg handig zijn, vandaag weer eens een tool waarmee je die kan maken: Spiderscribe. Het aardige van Spiderscribe is dat je in de mindmaps die je hiermee maakt niet alleen teksten en plaatjes kan verwerken, maar ook bestanden. Die functionaliteit zit weliswaar ook in andere mindmaptools voor op het web, maar vaak heb je daarvoor dan een betaald account nodig, zoals bijv. bij Mindmeister, de tool waar ik meestal mindmaps mee maak.

Een paar andere extra's die Spiderscribe biedt, zijn de mogelijkheid om een kaartje toe te voegen en de mogelijkheid om een kalender aan de mindmap te hangen waar je een aantekening op kan schrijven.

Wat zijn verder de mogelijkheden van Spiderscribe?
  1. Als je in een blokje van je mindmap een URL opneemt, dan wordt die vanzelf aanklikbaar,
  2. Je kunt elk element in de mindmap verbinden met net zoveel andere elementen als je wilt,
  3. Spiderscribe kan je gebruiken in je eentje, maar je kan ook anderen uitnodigen om een bijdrage te leveren aan je mindmap. Daarbij heb je dan de keuze om de mindmap openbaar te maken voor iedereen, alleen voor degenen die je een uitnodiging stuurt of voor iedereen met de link.
  4. Je kunt de mindmap niet embedden in een site of blog. Wel kan je hem exporteren als jpg- of als png-bestand.
Wil je zien hoe een Spiderscribe mindmap eruit ziet? Bekijk dan het testexemplaar dat ik heb gemaakt of de demo-mindmap gemaakt door de mensen van Spiderscribe zelf.

Mocht je een handleiding nodig hebben: Teachertrainingsvideo heeft er een gemaakt.

Wil je weten welke andere mindmappingtools er zijn? Jane Hart heeft een overzicht gemaakt van mindmappingtools waar je gezamenlijk aan een mindmap kan werken en een overzicht van mindmappingtools waaraan je individueel werkt.

Mijn persoonlijke favorieten zijn - naast Spiderscribe - Bubbl.us (omdat die zo ongelooflijk simpel is) en Mindmeister (omdat je daarin mindmaps kan importeren vanuit het programma Mindjet MindManager dat ik op mijn p.c. heb geïnstalleerd voor offline gebruik). Maar Spiderscribe vind ik zeker de moeite waard om aan mijn lijstje van favorieten toe te voegen omdat die me weer andere mogelijkheden biedt.