dinsdag 31 oktober 2006

Wie maakt de beste geschiedenisles voor het VMBO?

Les van het jaar 2007
Vanmiddag wordt door Anno, de organisatie die geschiedenis toegankelijk wil maken voor een breed publiek, de aftrap gedaan van de geschiedenisprijsvraag: Les van het Jaar. Docenten en leerlingen worden opgeroepen samen een spannende geschiedenisles te maken voor het VMBO. Deze les kan gaan over geschiedenis uit de buurt, van familie of grote geschiedenis. Op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling in januari 2007 worden de genomineerde inzendingen bekendgemaakt. Vervolgens maakt een jury van deskundigen en leerlingen op 27 maart 2007 de drie winnaars bekend, die worden beloond met bedragen van respectievelijk vijf-, vier- en drieduizend Euro. De klas die op de eerste plaats komt, wint bovendien een rap-workshop van K-Liber4Life. De winnende les van vorig jaar is te vinden op de website van Anno: 'Een schuldig landschap bij jou in de buurt'.
In oktober hebben alle scholen in Nederland een promotiepakket ontvangen van Anno, met daarin informatie over de prijsvraag en materiaal om aan leerlingen uit te delen en in de school te verspreiden. In november en december organiseert Anno in elke provincie een bijeenkomst voor docenten. Op de site van Anno staat een overzicht wanneer en waar die bijeenkomsten plaats vinden.
Sterk van deze prijsvraag vind ik dat leerlingen hier expliciet bij worden betrokken: het is de bedoeling dat docenten samen met hun leerlingen een les indienen. Het lijkt mij een leuke manier om zo gezamenlijk een prijs in de wacht te slepen èn positieve publiciteit te genereren voor je school.

maandag 30 oktober 2006

Nog 1 dag om je in te schrijven!

Dag van het Literatuuronderwijs 2006
Voor docenten die zich bezighouden met literatuur (bijv. mediathecarissen, docenten Nederlands, moderne vreemde talen, CKV) een must: de Dag van het Literatuuronderwijs. Deze dag wordt dit jaar al weer voor de 8e keer georganiseerd. Het thema dit jaar is ‘een sterk verhaal: over kracht en macht van verhalen, werkelijkheid en fictie, lezen als herkenning en verkenning’. Maar er is ook ruimte voor actualiteit: Prof. Dr. Frits van Oostrom (onder wiens leiding de Canon van de Nederlandse geschiedenis tot stand is gekomen) gaat tijdens de Dag van het Literatuuronderwijs nader in op deze nieuwe canon. Heeft deze nieuwe canon zijn voor het (literatuur)onderwijs?

Het programma is rijk gevuld: er zijn presentaties, masterclasses en workshops, bijvoorbeeld over ironie, over poëzie, waarheid, het maken van een familiegeschiedenis en nog veel meer.

Mooi meegenomen: deelnemers aan het symposium krijgen gratis het het Handboek Literatuuronderwijs 2006-2007 toegezonden. In het handboek staan verslagen van de lezingen en andere bijeenkomsten, aangevuld met achtergrondartikelen en -informatie.

Je kunt nog inschrijven voor deze dag. De Dag van het Literatuuronderwijs vindt plaats op woensdag 1 november, in De Doelen in Rotterdam, en kost € 115,-.

vrijdag 20 oktober 2006

Verbeter het net!

Verbeter het Net
Voor iedereen die bang is om zich te vervelen deze herfstvakantie, of op zoek is naar iets om de hersens mee te kraken, is er een leuke prijsvraag. De uitdaging is om in één A4'tje aan te geven hoe jij vindt dat internet verbeterd kan worden. Bijvoorbeeld door het web op een andere manier toegankelijk te maken, door nieuwe websoftware en -diensten aan te bieden, door het net te gebruiken voor andere dingen dan we tot nu toe hebben gedaan enz. De bedoeling is dat je iets bedenkt om internet menselijker te maken.

Wat je ermee kunt winnen? Om te beginnen natuurlijk (bijna) eeuwige roem. Om te beginnen worden daarom de resultaten van deze prijsvraag gepresenteerd tijdens de HCC Dagen (24-26 november '06), en ze worden (in principe) gepubliceerd in het jaarboek Erasmusprijs 2007. Daarnaast krijgen de 5 beste inzendingen een pakket met software voor beeld & geluid (Corel, Pinnacle, Magix). En voor het allerbeste idee is er een digitale camera.

Maar het lijkt me vooral leuk om allerlei nieuwe ideeën te bedenken. Zou het internet vriendelijker worden als bijvoorbeeld iedere nieuw-geborene een avatar krijgt in een virtuele wereld zoals Second Life? Wat levert het op als we naast de gewone TweedeKamer-verkiezingen ook in die virtuele wereld kunnen stemmen? En waarom zijn browsers eigenlijk in 2D? Zou het makkelijk zijn als we met een druk op de knop niet alleen naar websites/weblogs enz, maar ook naar de eigenaren van die content konden zoeken? Zou er niet een databank kunnen komen waarin bijgehouden wordt wie copyright heeft over de content op het net? Want nu word je vaak van het kastje naar de muur gestuurd als je toestemming wilt vragen om bijv. beeldmateriaal over te nemen.


Het lijkt me dat er genoeg over na te denken is, voor deze prijsvraag. Ik ga zelf me de komende week daar eens mee bezig houden. De komende week zal het daarom (en omdat het herfstvakantie is voor de meeste scholen in Nederland) stil zijn op dit blog. De volgende post verschijnt hier weer op 30 oktober. Prettige vakantie!

donderdag 19 oktober 2006

User Generated Content

rapport UM over User Generated Content
Universal Media heeft een rapport uitgebracht over User Generated Content. Dat is content die door de gebruikers van het web zelf gemaakt wordt. Denk daarbij aan zaken als weblogs en wiki's, podcasts en video's (bijv. YouTube). Volgens het onderzoek is 72 procent van de voortbrengers of generators van UGC is onder de 25 jaar. 57 Procent maakt meerdere video’s per maand en 48 procent doet er minder dan een uur over om een video te maken.

Zoals tijdens de conferentie Mediawijsheid al werd geconstateerd: we moeten binnen het onderwijs aan de slag met deze actieve content-makers. Het zou jammer zijn om deze ongelooflijke potentie in het onderwijs onbenut te laten. Ik denk dat de kennis van docenten en van leerlingen op dit gebied prachtig complementair is: jongeren weten hoe ze een filmpje/weblog/podcast etc. moeten maken en hoe ze dat online kunnen krijgen; docenten weten hoe content gemaakt moet worden, waar inhoud gezocht kan worden, waarop gelet moet worden bij het selecteren van informatie en hoe moet worden omgegaan met copyright.

Als docenten en leerlingen de handen in elkaar slaan kan prachtige content gegenereerd worden ten behoeve van het onderwijs. Daarvan profiteert iedereen: de docent, de leerling èn de school. En het is toevallig ook nog eens erg leuk om te doen!


woensdag 18 oktober 2006

Wat maakt een game educatief?

Age of Empires IIIIn de dagen dat mijn moeder freelance werd, en gevraagd werd voor presentaties op allerlei scholen en die ging maken, keek ik wel eens mee over haar schouder om enige van haar kennis over gamen in het onderwijs op te vangen. Het werd me allemaal mooi uitgelegd en uiteindelijk snapte ik hoe de games die ik speelde opgebouwd waren. Maar er was één ding dat me bleef verbazen: hoe snel een game al enige educatieve waarde heeft. En daarom geef ik in dit artikel mijn eigen visie daarop.

Een game hoeft namelijk niet educatief gebouwd te zijn om enige educatieve waarde te hebben. Neem nou de Rollercoaster Tycoon serie, een reeks spellen waarin je je eigen pretpark moet bouwen en onderhouden. Op zich zou je denken dat dit spel geen enkele educatieve waarde bevat. Maar toen ik dat een tijdje gespeeld had en opeens termen begon uit te spreken in een pretpark zoals “G-krachten” en “intensiteitgraad” waarbij anderen vreemd opkeken begon er bij mij een lichtje te branden. Ik had iets geleerd zonder dat ik het had beseft. Dat is nog eens apart!

Dat noem ik dan maar categorie 1, games die gemaakt zijn voor de lol, maar waar je toevallig ook nog eens wat van leert. Tot deze categorie behoren veel simgames die op de realiteit gebaseerd zijn. Vaak speel je deze games omdat je ze leuk vindt om te spelen, niet om iets te leren. Dat je leert, merk je niet. Je merkt pas later dat je iets geleerd hebt nadat je opeens dingen weet die anderen niet weten. Deze games zijn vaak niet bruikbaar in het onderwijs, omdat het educatief gehalte vaak niet opweegt tegen de tijd die je nodig hebt om dit spel te spelen. Maar dit zijn wel meestal de games die je zelf koopt en thuis voor de lol gaat spelen.

Categorie 2 zijn games die gemaakt zijn voor de lol maar waar expres nog wat educatiefs bij is gedaan om dit lolgehalte te verhogen in de vorm van weetjes, of dingen die er bij zijn gevoegd. Dit zijn dan meestal de online-multiplayer faciliteiten van spellen waar continu nieuwe weetjes verschijnen die je dan meestal gaat lezen als je staat te wachten tot je spel begint. Deze games behoren dan in de singleplayer tot categorie 1 maar in de multiplayer is het dan categorie 2 omdat je niets meer leert van het multiplayer maar het toch enige educatieve waarde heeft. Nadeel van deze categorie is dat het niet veel educatieve waarde heeft en je er niets van leert als je er niet naar kijkt.

Daarnaast heb je ook categorie 3, de games die gemaakt zijn om iets te leren en waarbij leren prioriteit is. Hiertoe behoren de games voor de jonge kinderen. Een voorbeeld hiervan is het oude RedCat, wat ik vroeger altijd spelen. Het is een spel waarbij je verschillende dingen moet doen zoals racen of vijanden verslaan en om verder te komen moest je dan afhankelijk van welk spel je had, reken- of taalvragen beantwoorden om verder te komen. Dit games worden niet door oudere mensen gespeeld omdat die afkicken op de kinderachtigheid van de spellen en deze spellen worden vaak niet gemaakt voor oudere mensen omdat het leren voor hen het speelplezier bederft. Dit zijn ideale spellen om de basis te leren, maar voor het gevorderde werk minder geschikt.

Dan heb je als laatste nog categorie 4, en dat is niet echt een categorie te noemen, dat is iets dat je zo krijgt. Dat zijn de online-games, de MMORPG’s. Hier leer je verbaal omgaan met mensen ingame en vriendschappen onderhouden. Dit noem ik niet echt een categorie omdat het op geen enkele manier inzetbaar is in het onderwijs. Dit zijn vaak wel populaire games die je ook speelt voor de lol, die ook educatief zijn, maar niet handig zijn voor het weten van een bepaald element dat op school behandeld word.

En al deze games zijn dan de games waarvoor een bepaalde groep mensen interesse heeft. Je kan games hebben die te veel leergericht zijn en daarom veel te saai worden, dit zijn vaak de amateurgames die eerst zeggen van wat ga ik leren en dat allemaal neerzetten en daar omheen een game bouwen en je hebt de games die te veel voor de lol gemaakt zijn, daardoor wel populair zijn, maar meestal geen educatieve waarde hebben. Dus nu zie je hoe makkelijk een game al educatief kan zijn, en hoe snel je al leert en zelfs kan leren zonder dat je het merkt. Dus als je ooit een game wilt bouwen of het gebruiken is het belangrijk dat je je realiseertwelke catogerie je gebruikt. Dan weet je zeker dat de game educatief is en bepaal je makkelijker je doelgroep.

dinsdag 17 oktober 2006

Filosofie op microniveau

Animatie 'Niets' van Maurice van der Bij en Sylvia van Ommen
Ik vond weer eens een prachtige animatie op het web, die ik graag met jullie wil delen. Volgens mij is dit namelijk een heel leuk filmpje om met een klas te bespreken. Kijk zelf maar eens naar dit filmpje, waarin een beer en een konijn zich buigen over het vraagstuk 'niets'.

Het lijkt me leuk om deze animatie te laten zien aan een groep leerlingen van bijvoorbeeld de middenbouw-basisonderwijs, en de kinderen om een reactie te vragen. Doen zij wel eens niets? En hoe ziet dat niets er dan uit? Je kunt het bespreken met ze, maar je kunt ze ook vragen om een getekende reactie, een collage laten maken of ze samen een toneelstukje laten bedenken. Er zijn vast nog veel meer reactiemogelijkheden te bedenken.

Kijk er eens naar, en laat een reactie achter wat je van het filmpje vindt, en of je er wat mee kunt voor je eigen les. Ik ben benieuwd!


O ja, en mocht je nog tijd over hebben: ik kan je de andere filmpjes op de site van Maurice van der Bij (die samen met Sylvia van Ommen deze animatie maakte) van harte aanraden. Ik vind het heel bijzonder wat hij maakt!

maandag 16 oktober 2006

Games beoordelen voor Cliniclowns

Stichting Cliniclowns NederlandDit bericht neem ik met heel veel plezier over van de Nederlandse Gamedagen. Waarom? Omdat ik hoop dat docenten deze oproep voor willen leggen aan hun leerlingen, en dat veel leerlingen èn docenten mee gaan helpen om de games te beoordelen die zijn gemaakt voor de Stichting CliniClowns Nederland.

Uit het persbericht van de Nederlandse Gamedagen:

Spill Group en de Nederlandse Gamedagen hebben de handen in elkaar geslagen om het langdurig zieke kinderen thuis en in het ziekenhuis iets aangenamer te maken. Dit doen ze door de games te laten ontwikkelen voor Stichting CliniClowns Nederland.

De games worden zowel door een vakjury, alsook door kinderen beoordeeld op kwaliteit en speelbaarheid van de spelletjes. Ook het publiek kan zijn oordeel geven. Op de speciaal voor deze wedstrijd ingerichte website www.gameawards.com kunnen alle ingezonden games gespeeld en ook beoordeeld worden door een cijfer aan de game te geven.

De vakjury bestaat uit een aantal professionals. In de jury zitten Hanneke Heessels, artistiek leider bij de CliniClowns. Zij zal worden bijgestaan door Jan Pieter van Seventer, werkzaam bij Woedend! Games en tevens docent Gameontwikkeling aan de HKU en door Michael Louw, hij is game developer bij Spill Group. De vierde stem zal de belangrijkste zijn, deze wordt ingenomen door een panel van 10 kinderen. Dit panel gaat op 18 november via een webcam de vakjury adviseren over wat zij de leukste games vinden.
Kinderen, tussen 8 en 16 jaar oud, kunnen zich nog aanmelden voor dit panel via gameaward@nlgd.nl.

De Spill Group Game Award zal worden uitgereikt op 23 november 2006 op het feest van de Nederlandse Game Industrie dat tijdens het congres van de NLGD wordt georganiseerd. Het winnende team zal dan een aanmoedigingsprijs van € 20.000,- mee naar huis nemen.


Geven jullie je massaal op voor de online beoordeling of (als je jonger dan 16 jaar bent) voor de club van 10 die de vakjury advies mag geven? Wat leerlingen hiervoor moet doen?
  • in de week van 12 tot en met 18 november moeten de leerlingen de ingezonden spelletjes spelen op www.gameawards.com.
  • ze moeten ervoor zorgen dat ze een webcam en microfoon hebben, en een msn account,
  • ze moeten toestemming vragen aan hun ouders. De ouders moeten een mailtje sturen met als onderwerp: ‘toestemming kinderpanel’ naar gameaward@nlgd.nl. In het mailtje moet opgegeven worden: voornaam, achternaam, leeftijd, telefoonnummer en adresgegevens van het kind.

Maar ook als je niet in aanmerking komt voor de jongerenjury of daarvoor niet wordt geselecteerd kun je een bijdrage leveren aan de jurering via de online publieksjurering!

vrijdag 13 oktober 2006

Brainteaser; review

BrainteaserHet spel Brainteaser kreeg vorig schooljaar de Docentenjury-prijs bij de wedstrijd Make-a-Game. De vakjury gaf het volgende commentaar:

Brainteaser is een uitdagend spel, vooral omdat het de mogelijkheid biedt om twee spelers tegen elkaar te laten spelen. De game is technisch niet ingewikkeld en redelijk makkelijk te maken, maar biedt slimme mogelijkheden voor het onderwijs. De vakjury was vooral enthousiast over de sleutel voor leraren waardoor docenten zelf vragen kunnen maken voor Brainteaser en het feit dat daarmee deze game binnen iedere context gebruikt kan worden. De vormgeving van het spel is simpel, maar doeltreffend: het team heeft zich niet verloren in het maken van prachtige graphics. Het spel zou verder uitgewerkt kunnen worden door verschillende modellen kruiswoordpuzzels aan te bieden waardoor de speler telkens meer moet nadenken over de slimste route (en het soms misschien zelfs interessanter is om een keer een vraag fout te beantwoorden om je tegenstander een hak te zetten!) en het strategie-element dus meer invulling krijgt.

Het didactisch ontwerp van Brainteaser is niet echt vernieuwend: het is een goed bruikbare speelse variant voor het inoefenen van kennisvragen. Daarmee blijven kansen liggen die gaming biedt ter ondersteuning van meer complexe, procesgerichte, leeractiviteiten. Maar Brainteaser is wel didactisch de meest uitgewerkte game van alle inzendingen en direct bruikbaar voor veel docenten in het huidige onderwijs. Brainteaser verdient daarmee de docentenjuryprijs.
Martijn heeft hieronder over de game een review geschreven.

Brainteaser; Love to Learn!

Download de game
Als je als middelbare scholier wel eens iets lastigs moet leren, en dan heb ik het vooral over de talen, is dat afzien. Het is een kwestie van stampen, stampen en nog eens stampen. En dat is op die leeftijd niet het leukste klusje dat je kan bedenken. En toch moet het. Je wil andere dingen doen, maar dat kan niet, anders haal je een laag cijfer voor dat proefwerk. Ging al dat leren maar leuker.

En het kan leuker. Er zijn veel leukere manieren dan stampen om dingen in je hoofd te krijgen. Alleen ze hebben 2 nadelen. Ten eerste kost het veel te veel tijd, en ten tweede is het een hele hoop inprogrammeren. Nu is Brainteaser, dat een prijs heeft gewonnen bij Make-a-Game weer zo'n spel dat probeert leren leuker te maken. Je bent een soort harig pacmannetje in een doolhof en je moet langs allerlei blokjes met vraagtekens door vragen te beantwoorden die met de stof te maken hebben die je instelt. Beantwoord je de vraag goed, dan gaat het blokje weg, beantwoord je de vraag fout, dan word het blokje solide en kan je er niet meer door en moet je een omweg zoeken.

Ik moet toegeven, als je naar de games van make-a-game kijkt, is dit de game met de beste graphics. Geen pixel te zien, helemaal vlekkeloos gedaan en af en toe zelfs detail te zien in de figuren. En ze hebben het allemaal zelf gemaakt. En dat is niet het enige mooie punt dat ik wil benadrukken. Naast dat het er mooi uitziek werkt het ook nog eens mooi. Je hebt een lerarenmodule waarin je als leraar als iedereen het heeft gespeeld de resultaten kan bekijken en of leerlingen cheats hebben gebruikt bij de game. Deze game is ook als een van de weinigen bugloos wat ik ook heel erg knap vind.

Maar wat heeft de game gedaan met de eerder genoemde problemen? Je hebt inderdaad nog steeds invoerwerk maar dat is hier geen probleem omdat de doelgroep duidelijk in de klas ligt. Het is bedoeld om in de klas alvast even te kunnen oefenen.
Dus als een klas het speelt is het invoeren het wel waard. Het tweede probleem, dat het te lang duurt vind ik ook redelijk opgelost omdat het over het algemeen een leuk spel is om te spelen, met verschillende moeilijkheidslevels. Ik kan me voorstellen dat je het na een tijd wel zat wordt, maar dan is het nog een mooie manier om te spelen. Het tempo van leren ligt redelijk hoog bij deze game en dat is wel mooi.

Nu vraag je je misschien af, waar blijft het negatief commentaar? Nou, als je dat niet weet, is het verstopt tussen al het goede. Brainteaser is een goed spel dat goed bij zijn doelgroep past en leuk is om te spelen. Als je nu vraagt aan mij waarom het niet de hoofdprijs heeft gewonnen, dan zeg ik uitgebreidheid. Iedere keer hetzelfde level wordt op een gegeven momnet saai, maar desalniettemin is het een leuk spel om je woordjes mee te stampen.

donderdag 12 oktober 2006

Fontys cursus informatievaardigheden online

Workshop informatievaardigheden Fontys Mediatheek
Fontys Mediatheek heeft sinds kort een uitgebreide workshop/cursus op hun site die bedoeld is om studenten informatievaardig te maken. Stap voor stap worden studenten door het zoekproces geleid: de vraag formuleren en afbakenen, een eerste oriëntatie op het onderwerp, het bepalen van zoekwoorden, het feitelijke zoeken, het selecteren en tot slot het presenteren. Wat ik handig vind is dat ze keurig netjes de leerdoelen vermelden op de startpagina:


Als je deze workshop hebt doorlopen weet je:

  • welke verschillende databanken met relevante literatuur voor jouw
    vakgebied beschikbaar zijn,
  • wat een zoekplan is,
  • hoe je een zoekplan kunt gebruiken om de verschillende databanken te
    doorzoeken,
  • hoe je de gevonden informatie kunt beoordelen.

Jammer vind ik dat er geen stap is ingebouwd waarin bekeken wordt van welke soort bronnen bij verschillende vragen het best gebruik gemaakt kan worden. Het kan een hele hoop tijd besparen om die stap in te bouwen in je zoektocht naar informatie. Een weblog biedt nu eenmaal andere informatie dan een krant of een boek, en soms is het zinvol om te zoeken bij Darenet, maar een andere keer is misschien wel Startpagina de beste bron.

Maar het is goed dat verder alle stappen apart benoemd zijn. Ik zou zelf daarbij ervoor kiezen om niet aan studenten te vragen om elke keer een compleet zoekplan in te vullen: dat lijkt me wel heel veel werk. Ook zou ik de docenten vragen om niet elke keer studenten het totale proces te laten doorlopen, maar daarin te variëren. In de beroepspraktijk krijg je soms ook kant en klare bronnen aangereikt waarmee je moet werken, of gaat het er vooral om om zoveel mogelijk bronnen te verzamelen enz. Ik denk dat als je op die manier steeds afwisselt, de kans groter is dat studenten zich bewust worden van de verschillende stappen in het totale proces. Elke keer alle stappen doorlopen en er verslag van doen lijkt me na een paar keer erg saai worden.

Maar voor studenten en docenten vind ik het in ieder geval heel nuttig dat er nu online een cursus te vinden is die ze kunnen gebruiken. En misschien helpt het om 'onbewust onbekwame' informatiezoekers bewust te maken van het feit dat informatie zoeken meer is dan een woord intypen bij Google!

woensdag 11 oktober 2006

Brochure computersimulaties in het VO

Brochure Simulaties in het VOICT op School heeft een nieuwe brochure uitgegeven. Na brochures over taal & ICT, rekenen & ICT en klassenmanagement is er nu een brochure uitgekomen over computersimulaties in het voortgezet onderwijs. De brochure is geschreven door Ton de Jong, die zelf aan de wieg heeft gestaan van de ZAP's: simulaties waarin een fenomeen of experiment uit de psychologie centraal staat.

Ik kan de brochure aan iedereen aanraden die geïnteresseerd is in simulaties in het onderwijs. Niet alleen wordt in de brochure een overzicht gegeven van de stand van zaken, je vindt er ook een aantal voorbeelden voor het onderwijs. Hieronder de inhoudsopgave:


  • Wat zijn computersimulaties?
  • Een voorbeeld van een computersimulatie
  • Waarom computersimulaties?
  • Onderzoekend leren
    • De “Inquiry cycle”
    • waar hebben leerlingen problemen mee?
    • Wat is de oplossing?
  • Computersimulaties en gerelateerde vormen van ICT
    • Games en Adventures
    • Modelleren
    • Samenwerkend leren
  • Waar vind ik computersimulaties?
  • Wat betekent het gebruik van simulaties in de praktijk?
  • Onderzoekend leren in de toekomst
  • Wat weten we nu over computersimulaties?
Je kunt de brochure hier downloaden.

En als je nog tijd hebt, kijk dan ook eens bij de ZAP's. Je hoeft er geen psychologie voor gestudeerd te hebben om ze te kunnen gebruiken. En ze zijn erg leuk om zelf te ervaren hoe je kunt leren met simulaties!

dinsdag 10 oktober 2006

YouTube in de les

YouTubeYouTube is een site waar iedereen heel eenvoudig een filmpje op kan plaatsen. Jongeren maken er veel gebruik van, vooral omdat er vaak erg leuke filmpjes te vinden zijn. Maar er is veel meer te vinden: van politieke filmpjes tot een filmpje over de werking van een harde schijf op de computer, en van sport tot kunst.

YouTube wordt o.a. gebruikt door bands om hun muziek aan de wereld te laten zien/horen, en ook andere artiesten maken graag gebruik van YouTube om bekend te worden. Denk bijvoorbeeld aan mensen die animaties maken (voor games), documentairemakers enz.

Voor de les kun je die filmpjes natuurlijk gebruiken om lesstof te illustreren, maar het is misschien nog wel leuker om de filmpjes zelf als onderwerp te nemen van een les. Bekijk bijvoorbeeld eens met de leerlingen een aantal muziekclips en laat ze aangeven wat ze goed en wat slecht vinden en waarom. Of zet een aantal filmpjes over Jan-Peter Balkenende of Wouter Bos naast elkaar, en laat de leerlingen daar commentaar op geven. Wat is waar en wat niet, wat is satire, en in welk filmpje wordt van deze stijlfiguur gebruik gemaakt, wat maakt van een film een goede film? En hoe zit het eigenlijk met copyrights? Welke elementen/gebeurtenissen zouden de leerlingen zelf in een film over één van deze mensen (of iemand anders) uit willen lichten?

Tot slot van zo'n bespreking kun je de leerlingen een script laten schrijven voor een filmpje en ze zelf op pad sturen. De school hoeft daarvoor niet over 30 camera's te beschikken: vaak zijn er in een klas al wel een paar leerlingen die zelf een camera hebben. En je kunt natuurlijk ook de camera('s) van school onder de leerlingen laten rouleren.

Op de site YouTube kun je tenslotte (nadat je jezelf hebt geregistreerd) ook nog een reactie geven op de filmpjes die daar te vinden zijn. Er worden soms zeer levendige discussies gehouden. En ook dat kan natuurlijk weer onderwerp zijn voor een les. Materiaal genoeg dus, op deze site!

maandag 9 oktober 2006

Oude en nieuwe wereldwonderen

Webkwestie De 7 Wereldwonderen
John Demmers, de man die als eerste in Nederland de webquest bekendheid heeft gegeven, heeft nu een prachtige webquest (of, zoals hij het noemt: een webkwestie) gemaakt. Niet alleen voldoet deze webquest aan alle (didactische) eisen die daaraan gesteld worden, het is ook een vernieuwende webquest omdat hij hierin gebruik maakt van zowel video als van Google Earth. Echt multimediaal dus!
De webkwestie 'De 7 Wereldwonderen' is bestemd voor leerlingen van groep 6, 7 en 8 uit het basisonderwijs en voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De vakken die in deze webquest aan de orde komen zijn Geschiedenis, Aardrijkskunde, Wereldoriëntatie. Wat de webkwestie extra leuk maakt is dat die gebaseerd is op de wereldwijde verkiezing van de nieuwe 7 wereldwonderen. Er zijn 21 bouwwerken genomineerd, en iedereen mag stemmen welk van deze bouwwerken tot de nieuwe 7 wereldwonderen gerekend moeten worden. Via de verkiezingssite kunnen leerlingen hun stem uitbrengen, maar ze kunnen ook foto's van posters, maquettes etc. die ze gemaakt hebben opsturen naar de site zodat ze op de pagina met 'schoolprojecten' geplaatst kunnen worden. Basisschool De Tweemaster in Nieuwleusen is één van de scholen die hun projecten via die pagina aan de wereld laten zien!
Wil je meer informatie over de (oude) 7 wereldwonderen? Neem dan ook eens een kijkje op de ThinkQuest-site van Marco Tijs en Harmen de Weerd. Deze site is van een heel andere orde van grootte (didactisch misschien minder sterk, maar wel heel speels), maar ook zeer de moeite waard om met kinderen mee aan de slag te laten gaan.
En tot slot wil ik hier nog even de webkwestie-website van John onder de aandacht brengen: http://www.webkwestie.nl/. Daar is veel interessants te vinden, en je kunt John via die site altijd een mailtje sturen als je meer wilt weten over webkwesties. Hij weet er echt alles van!

vrijdag 6 oktober 2006

Mediawijs

Pixelme
Blogde ik dinsdag nog over de conferentie Mediawijsheid op 12 oktober (er is nog plaats, dus meld je aan!), kom ik prompt daarna Pixelme tegen, een prachtige website tegen die helemaal aan dat onderwerp gewijd is.

De site is bestemd voor de bovenbouw van de basisschool of de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Maar je zou de site ook kunnen gebruiken voor de bovenbouw: er is genoeg te beleven, en de links die her en der in de onderdelen verstopt zitten verwijzen soms naar sites van een hoog niveau. Dat ik de site zelf toch liever neer zou leggen bij de onderbouw van het VO of de bovenbouw van het basisonderwijs ligt dan ook meer aan het raamwerk dat om al dit fraais heen is gemaakt, dan aan de inhoud van de site. Je kunt er op verschillende manieren animaties maken, spelen en oefenen met muziek (mixen, samplen), je krijgt informatie over o.a. gsm's, weblogs, podcasten en sms-taal, er is info over zaken als webquest, gsm, podcast enz. , er is plek waar je kunst kunt maken en een museum waar je de kunstwerken van iedereen kan bekijken, en er zijn 'quests' waar je vragen moet beantwoorden om de vipruimte binnen te mogen.

Wie de tijd neemt om deze site eens helemaal te bekijken zal zeker mediawijs worden!

donderdag 5 oktober 2006

Multiculti

MulticultiVandaag weer een bespreking van een educatieve game: Multiculti. Multiculti won de Deelnemersprijs omdat de deelnemers aan Make-a-Game deze game de beste inzending van 2005-2006 vonden. De vakjury zei er het volgende over:

Prachtig vormgegeven ‘old skool’ game. De opening is mooi geanimeerd en de gebouwen in de game bijzonder gedetailleerd. Omdat het met zoveel oog voor detail is gemaakt ontstaat er een bijzonder sfeertje in de game. Ook de gesprekjes die je voert binnen de game passen daar goed in. De vragen die in het spel gesteld worden zijn behoorlijk lastig waardoor het een uitdaging is om het spel uit te spelen. Multiculti is gemaakt bij een bestaande lesmethode en kan daarom makkelijk gebruikt worden als aanvulling op de lessen.
Het spel zou sterker gemaakt kunnen worden door het leren zelf in het spel op te nemen. Dan zou je bijvoorbeeld ook (meer) levensbeschouwelijke stromingen op kunnen nemen die niet in het boek behandeld worden, maar die voor leerlingen misschien wel interessant zijn. Nu wordt alleen de kennis van de speler getest; door in de game ook de lesstof zelf aan te bieden benut je de didactische mogelijkheden van games.
Mijn zoon is het gedeeltelijk eens met de vakjury, maar op het punt van didactiek heeft hij er nog een paar kanttekeningen bij.

Review Multiculti
Door Martijn van den Berg

Levensbeschouwing is een vak dat je niet zo veel ziet in games. Ik persoonlijk denk dat dit is omdat sommige mensen het niet op school hebben en andere mensen krijgen het weinig. Persoonlijk krijg ik het niet en ik denk dat ik het nou ook niet het leukste vak zou vinden als ik het wel zou krijgen. Maar dat is nou juist het doel van games. Een onderwerp leuk maken zodat mensen zich er voor gaan interesseren.

Multiculti is een game die zich bezighoudt met levensbeschouwing. Dit is een van de prijswinnaars van make-a-game en ik moet zeggen, absoluut terecht. Multiculti is een game waarbij je een werkstuk moet maken voor levensbeschouwing van je leraar en jij moet daarvoor allemaal blaadjes zien te bemachtigen door naar verschillende religieuze gebouwen te gaan, daar een paar vragen te beantwoorden, en als je alles hebt je werkstuk in te leveren, ga je naar je leraar en geeft die je een cijfer. (afhankelijk van het aantal pagina’s dat je hebt kunnen bemachtigen.

Ook dit spel is met gamemaker gemaakt, en ik moet zeggen, dat kan je bijna niet er aan zien. En dat is alleen een pluspunt, want dat betekent dat het een goed lopende game is. Als je deze game opstart, zie je een boek dat netjes omslaat als je iets aanklikt. Als je de game start, zie je gelijk een redelijk grote wereld waarin je overal naartoe wilt. Je wilt naar de moskee, maar je ziet een synagoge staan. Je vraagt je vervolgens af wat die grote open plek betekent. Er is genoeg te doen. En alles heeft zo z’n eigen muziekje.

Wat ik ook nog wil opmerken, is dat ze alle plaatjes voor de game zelf gemaakt hebben. En dat hebben alle winnende games, maar bij deze game vind ik dat nog meer bijzonder dan bij andere games. Want ieder karakter die je tegenkomt is anders. En alles is gepixelprogrammeerd. En ze zijn stuk voor stuk speciaal. En ze zijn stuk voor stuk knap gemaakt. Net als de wereld. Ik heb me wel eens afgevraagd hoeveel pixels er in de hele wereld zouden zitten, dus hoeveel keer ze met de muisknop hebben moeten klikken om iedere keer 1 pixel te krijgen. En het antwoord kan ik je geven zonder te tellen: heel veel.

Na al die lof die ik ze heb gegeven kom ik aan bij het educatieve gedeelte van deze game. Je loopt rond, je beantwoordt vragen, maar er is nergens informatie te vinden voor het beantwoorden van die vragen. En de vragen zijn meestal best wel lastig. Dus het wordt een gok. Als je kijkt hoe het educatief in het onderwijs bruikbaar zou zijn, zou je misschien kunnen denken aan het een aantal keer leren spelen, maar dat gaat op een gegeven moment een beetje saai worden. Maar desalniettemin zal je dit spel wel kunnen gebruiken voor een proefwerk levensbeschouwing, vooral omdat je alles kunt nakijken met het lerarenprogrammaatje.

Multiculti is een heel mooie amateur-game, die qua techniek zeker over sommige professionele games heen kan. Het educatieve valt soms ver te zoeken maar het is toch leuk om eens een keer een uurtje achter deze game te zitten en het te ontdekken. Het is mooi om te zien hoe zo’n onbekend vak toch op zo’n manier belicht kan worden. In het begin zei ik dat het vak levensbeschouwing me niet leuk lijkt, deze game maakt het vak wel een stuk leuker!

woensdag 4 oktober 2006

Kinderboekenweek en games

Virtuele wereld De SprookjesspeurdersVandaag start de Kinderboekenweek. Mijn kinderen zijn er helaas alweer een beetje bovenuit gegroeid, maar toen ze nog kleiner waren was de boekenweek voor mij een goede reden om een paar leuke boeken aan te schaffen. Iets voor de kinderen, maar ook altijd iets voor mezelf, want kinderboeken blijven leuk! Van de bekroonde boeken dit jaar heb ik er al eentje gekregen: de door Charlotte Dematons prachtig geïllustreerde sprookjes van Grimm!

Maar niet alleen lezen is leuk: ook spelletjes hebben altijd mijn aandacht. Dit jaar jaar heb ik mazzel: de NS komen met het spannende Spoorzoekspel Dossier Dierentuin (met bijbehorende docentenhandleiding) en bij Active Worlds is een virtuele wereld ingericht die gebaseerd is op het boek De Sprookjesspeurders van Marcel van Driel.

In deze wereld kunnen kinderen rondlopen met hun avatar en zo met schrijvers kunnen chatten, en/of het raadsel van de vuurtoren proberen op te lossen. De wereld ziet er prachtig uit: er zijn draken die rondvliegen en rotsen waar mensen op kunnen gaan zitten om vragen te stellen aan de schrijvers. Aan de voet van de vuurtoren in de wereld Sprookje zullen vanaf woensdag 4 oktober tot en met vrijdag 13 oktober dus allerlei spannende dingen gebeuren! De schrijvers die je er in de kinderboekenweek kunt onmoeten zijn o.a. De schrijvers die je onder andere zult ontmoeten zijn Anke Kranendonk, Femke Dekker, Nanda Roep, Christel van Bourgondië, Mirjam Mous en natuurlijk Marcel van Driel.

Over het spoorzoekspel van de NS is natuurlijk al veel publiciteit geweest. Daarom citeer ik hier alleen wat de NS daar zelf over zegt:

Tijdens dit multimediale spelleren kinderen samenwerken en ontwikkelen ze hun inzicht, creativiteit en inventiviteit. Bovendien worden ze gestimuleerd te lezen en komen ze heel wat over dieren te weten. Het spel sluit aan bij het thema van de kinderboekenweek 2006: de leeuw is los!

Informatie over hoe je in de virtuele wereld van De sprookjesspeurders terecht kunt komen, vind je op homepage van de site van Marcel van Driel. Je moet wel even de software downloaden om er te komen, maar daarna is het echt genieten!

dinsdag 3 oktober 2006

Conferentie Mediawijsheid

Op donderdag 12 oktober wordt door OCW en de Raad voor Cultuur de conferentie 'Mediawijsheid: leven in de gemedialiseerde samenleving' georganiseerd. De bedoeling van de conferentie is om mensen bij elkaar brengen met verschillende visies op mediawijsheid. Om te beginnen heeft OCW daarom een conferentie-wiki in de lucht gebracht waar mensen hun mening over het onderwerp kunnen geven. Ik vind het dapper om als overheidsinstantie zo open de discussie met het werkveld aan te gaan. Alleen de homepage kan niet worden bewerkt: alle andere pagina's staan open en natuurlijk kun je ook zelf pagina's aanmaken.

Op de conferentie komen verschillende sprekers met uitgesproken visie op welke betekenis media (kunnen) hebben in onze samenleving. Op het programma staan onder meer Lawrence Lessig, Amerikaans hoogleraar, bekend om zijn uitspraken over culturele vrijheid en auteursrechten in het digitale tijdperk en Cees Hamelink, hoogleraar Internationale Communicatie aan de Universiteit van Amsterdam die met Toine Maes, directeur stichting Kennisnet Ict op School en Marleen Stikker, directeur van de " Waag Societyde relatie leggen met burgerschap, onderwijs, cultuur en innovatie. Verder zijn er die dag ook rondetafelgesprekken.

Ik ben blij dat media-educatie (zelfs ruimer nog: mediawijsheid) nu de aandacht krijgt die het m.i. hoort te krijgen. Ik hoorde dat de conferentie nog niet is volgeboekt, dus als je geïnteresseerd bent kun je je nog aanmelden! Ik hoop dat er veel docenten, leerkrachten en mediathecarissen zijn!

O ja: er is ook een themasite over dit onderwerp in de maak op de Kennisnetportal: mediawijsheid.kennisnet.nl. Die is nog niet af, maar ik hoor het graag van jullie als je daarvoor nog goede tips hebt!

maandag 2 oktober 2006

Indeling gamers

Gelezen op Marketing Facts: er is een nieuwe indeling bedacht voor gamers:
  • power gamers: het prototype van de gamer. De zeer fanatieke gamer die bijna al zijn/haar tijd besteed aan games. Goed voor 11 procent van de markt, en voor 30 procent van de omzet in games.
  • social gamers. Spelen vooral vanwege de sociale contacten die ze hebben rondom/tijdens het gamen.
  • leisure gamers. Spelen vooral casual games (kleine spelletjes die je 'even tussendoor' kunt spelen).
  • dormant gamers. In hun hart zijn dit fervente gamers, maar vanwege tijdgebrek besteden ze weinig tijd aan games.
  • incidental gamers. Deze groep speelt spelletjes uit verveling.
  • occasional gamers. Zij spelen bijna uitsluitend puzzle-spelletjes, woord- en bordspellen.

Ik ben altijd gek op dit soort indelingen, en snap dat ze belangrijk zijn voor de marketing van games, maar voel me er toch niet zo bij op mijn gemak. Ik speel veel games (grote en kleine door elkaar), soms omdat ik zin heb, maar ook wel eens als verstrooiing. Ik heb minder tijd voor gamen dan ik zou willen, en ik vind ze eigenlijk alleen maar leuk als ik mijn ervaringen/kennis kan delen met anderen. En die anderen kunnen dan docenten zijn, maar ik vind het ook leuk om samen met mijn kinderen te gamen. Wie kan mij zeggen bij welke groep ik thuishoor?