EnerCities lijkt een beetje op SimCity: bij beide spellen moet je een stad bouwen. Bij de eerste versie van SimCity is dat een complexe organisatie: je moet niet alleen zorgen voor wegen en huizen, maar ook voor waterleiding en elektricitiet, voor scholen, politie en brandweer en natuurlijk moet er ook voldoende werkgelegenheid zijn. Terwijl je druk bezig bent om je bewoners te voorzien van alles wat een stad nodig heeft, bedreigen allerlei rampje je stad: er kan een overstroming komen of een brand uitbreken, en als je je inwoners niet tevreden stelt, dan dreigen er opstandjes. Simcity was/is zeker geen spel dat je 'even' speelde: het is een hele uitdaging om het goed in de vingers te krijgen.
Ook bij EnerCities moet je een stad bouwen waar mensen op een beetje prettige manier kunnen leven: omdat er voldoende huizen zijn, ze in een groene omgeving wonen, er voldoende energie is en waar ze kunnen werken om geld te verdienen. Daarbij is er voortdurend aandacht hoe je je stad zo duurzaam mogelijk kunt maken: bouw je een kolencentrale of maak je gebruik van windenergie? En koop je voor je bewoners spaarlampen, of plaats je zonnecellen op de daken? Je kunt bijna alle gebouwen duurzamer maken, maar dat kost natuurlijk wel geld, dus je moet wel zorgen dat je bewoners dat geld kunnen verdienen.
Al met al is EnerCities een spel dat lekker vlot en makkelijk wegspeelt. Het voordeel daarvan is dat het spelen van het spel makkelijk in te passen is in een les, of als huiswerkopdracht meegegeven kan worden. Het nadeel is dat het spel al snel verveelt, zeker voor de ervaren gamer. Voor die groep zou ik liever het spel SimCity Societies inzetten, waarin het niet alleen gaat over duurzame energie, maar ook over een duurzame sociale omgeving.
Of je wat kunt leren van dit soort spellen, staat voor mij buiten kijf. Of je er ook echt wat van leert, hangt af van een heleboel factoren: of je geïnteresseerd bent in het verhaal achter de game (je kunt EnerCities heel makkelijk spelen zonder te letten op de tekst, maar alleen op de cijfers), of de informatie in het spel aansluit bij je eigen kennis, of de game je voldoende informatie geeft en je voldoende spelvaardigheid hebt of eigen kunt maken om het spel uit te kunnen spelen, en of je in staat bent om wat je in het spel ziet of leest te vertalen naar je eigen leven. Een docent kan daarin een cruciale rol spelen: door een goede inleiding te geven op het spel, door inspirerende opdrachten te geven aan de spelers en door het spelen zo te organiseren dat de spelers voldoende ondersteuning krijgen om het spel uit te kunnen spelen, en door achteraf ervoor te zorgen dat wat (impliciet) in het spel geleerd is, expliciet te maken.
Een paar tips: zet een klassecompetitie op (wie haalt de hoogste score) of laat leerlingen in groepjes bepaalde opdrachten uitwerken, bijv. het vergaren van zoveel mogelijk geld of zo zuinig mogelijk omgaan met je grondstoffen of geef ze de opdracht om eerst een regio in Nederland te kiezen waar volgens hen energiezuinig wordt geleefd en laat ze dan het spel zoveel mogelijk 'naar waarheid' spelen. Of vraag de groepen elk de beste strategie bepalen, en laat die vervolgens door een ander groepje spelen. Zet leerlingen die veel game-ervaring hebben in als begeleiders van de teams. Speel het spel met behulp van een beamer of digibord en bespreek (kort, want anders gaat de vaart uit het spel) de keuzes die gemaakt worden. En - last but not least - betrek de leerlingen bij de manier waarop het spel wordt ingezet. Ze zullen je zeker goede adviezen geven! Mocht je daarna nog dieper op het onderwerp in willen gaan met je klas, kijk dan even op de PO-themasite over duurzaamheid, of de VO-themasite over duurzaamheid van Kennisnet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten