Logisch denken/gamen

Ik heb gisteravond weer heerlijk spelletjes zitten spelen. Deze keer verzameld door een scholengroep in België: Arkorum. Op de ICT-pagina voor leerlingen kun je doorklikken naar een pagina met spelletjes. De meeste van de daar verzamelde spelletjes draaien om logisch denken:

• Reflections (een spel met licht, spiegels en lenzen),
• Rush Hour (een spel waarbij je auto's in de goede volgorde van de parkeerplaats af moet rijden),
• Sokoban (een soortgelijk spel als Rush Hour, maar nu moet je koffers in een bloemperk zetten),
• Mastermind (waarbij je moet raden welke kleuren de tegenstander heeft gekozen en in welke volgorde die geplaatst zijn),
• Magisch vierkant (volgens mij een voorloper van de Sudoku. Hierbij moet je getallen in een vierkant zo plaatst dat de som van de getallen zowel horizontaal als verticaal gelijk is aan 15),
• Sudoku (een spel dat op dit moment razend populair is, waarbij je de cijfers in een vierkant zo moet plaatsen dat horizontaal en verticaal in het grote vierkant en in elk klein vierkant afzonderlijk alle getallen van 1 t.m. 9 voorkomen),
• Vier op een rij (zorg ervoor dat er vier dezelfde op één rij komen te staan),
• Rotations (waarbij je cirkels zo moet draaien dat het gelijk wordt aan het voorbeeld),
  Telescoop spel (in dit spel moet je een balletje naar het holletje brengen door het met telescopen weg te duwen of eraan te trekken),
• Reversi (het - bekende - bordspel),
• Blueprint (een soort flipperspel waarbij je een balletje naar de bestemming moet leiden via halfpipes, driehoekjes, transportbandjes enz. ),
• Cubilus (een spel waarbij je blokjes moet verschuiven naar een opgegeven bestemming. Het probleem daarbij is dat de blokjes alleen worden tegengehouden door andere blokjes of muren; je kunt dus niet zomaar kiezen hoeveel plekken het blokje per keer opschuift).
  

Naast deze logische games zijn er ook nog paar andere games te vinden op deze site:

• Woordkraker (een kruising tussen Mastermind en Galgje. Je moet een woord raden, door letters op te geven. De computer vertelt je of je de juiste letters hebt, en hoeveel letters daarvan op de goede plaats staan. Je kunt aangeven hoelang de woorden mogen zijn: tenminste 3 letters, tot maximaal 10 letters lang),
• Cantiamus (waarbij je kleuren/muzieknoten aan moet klikken in dezelfde volgorde als het voorbeeld),
• Lingo (hetzelfde spel als op televisie: je moet woorden raden van 5 letters)
• Tangram (het oude Japanse spel waarbij je uit een aantal geometrische vormen een nieuwe vorm moet maken).

Je begrijpt: ik ben weer een aardig tijdje bezig geweest om de mogelijkheden te verkennen ;-)

N.B. Omdat de komende week veel scholen vakantie hebben, zal ik hier pas weer posten op 8 mei.

Kijk op de wijk

Toevallig: gisteren blogde ik over beleggingsspellen en nu lees ik in de NRC over een soort beleggingsspel waarbij je belegt in Rotterdamse wijken! De gedachte is simpel: je krijgt bij de start een bedrag waarmee je kunt investeren in Rotterdamse wijken. Als een wijk daardoor beter gaat functioneren, stijgt die in waarde en daarmee ook jouw bezit.

Je hoeft Rotterdam niet goed te kennen om mee te kunnen doen: je krijgt de nodige informatie aangeboden via de site. Uit de NRC:

Anders dan op de gewone beurs, waar investeerders hun informatie zelf overal vandaan moeten halen, levert de Rotterdam Index het laatste nieuws over de verschillende wijken er meteen bij. De berichten komen van RTV Rijnmond, het AD/Rotterdams Dagblad, de gemeente en deelgemeenten, wijksites van vrijwilligers en buurtkrantjes. Via een interactieve kaart van de stad kunnen spelers behalve aandelen kopen en verkopen, ook op die berichten stemmen om aan te geven hoe belangrijk het nieuws voor de wijk is; deze stemmen hebben invloed op de koers.

Ik heb het spel nog niet kunnen spelen want het is pas van start gegaan, maar het lijkt me zeer bruikbaar voor met name aardrijkskunde en dan gecombineerd met M&O of economie. Ik kan me hier wel een paar interessante lessen bij voorstellen!

Wil je leren beleggen?

Voor wie wil leren beleggen of gewoon eens wil uitproberen of hij/zij succesvol zou zijn op de beurs zijn er verschillende virtuele beursspelen. Als je je daarvoor inschrijft krijg je virtueel geld waarmee je virtueel je slag kunt slaan op de beurs. Leuke bijkomstigheid: bij een aantal van die virtuele spelen zijn echte prijzen te winnen!

ABN/Amro heeft de Optiecompetitie, waar je kunt leren beleggen in aandelen en opties. Je krijgt € 100.000 waarmee je kunt aandelen en opties kunt kopen op Euronext Amsterdam(Liffe). Vervolgens kunnen deze weer verkocht worden. Doelstelling is uiteraard: laag kopen, hoog verkopen! Dit spel loopt het hele jaar door, maar je kunt instappen wanneer je wilt. Maandelijks is er een prijs voor degene met het beste beleggingsresultaat.

Daarnaast heeft ABN/Amro het Turbo Toernooi waar je voor € 100.000 Turbo's kunt kopen op de Euronext in Amsterdam. Het Turbo Toernooi is pas afgesloten (24 februari), maar ik vermoed dat er over een tijdje weer een nieuwe competitie van start zal gaan.

Op Beursplaza draait sinds afgelopen jaar ook een beursspel: Beursgame. Op 1 mei start hiervan weer een nieuwe editie, dus wie wil meedoen kan daaarvoor nog net inschrijven.

Het lijkt me leuk om mee te doen, en ik kan me voorstellen dat deelname aan één van deze games binnen het onderwijs gestimuleerd wordt. Voor de vakken economie, M&O, maar ook voor leerlingen die overwegen het bankvak in te gaan (dus voor de LOB-uren) lijken me deze games erg leerzaam en vooral uitdagend!

Schoolbieb, Studiehulp of zelf je weg zoeken?

Na het bericht van Malmberg, komt nu de Vereniging van Openbare Bibliotheken met een onderzoek over het gebruik van internet door scholieren. Ook dat onderzoek zou ik graag eens willen lezen, want ik vind het bericht nogal vaag.

'Een ruime meerderheid van de (vmbo-)leerlingen bezoekt de bibliotheek regelmatig', en 'Bovendien wordt duidelijk dat ook de nieuwe informatiesite van de bibliotheek schoolbieb.nl wat te bieden heeft aan schoolgaande jongeren. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat scholieren bij voorkeur de informatie voor school zoeken op een site waarvan de informatie op maat wordt aangeboden en die afkomstig is van een betrouwbare afzender', zijn uitspraken waar ik wel wat vragen bij heb. Want wat is regelmatig? Volgens vanDale.nl kan dat zowel 'vaak' betekenen als 'op vaste tijden geschiedend'. En wordt Schoolbieb door schoolgaande jongeren gezien als een betrouwbare bron die informatie op maat aanbiedt? Dat kan ik allemaal in het persbericht niet lezen, en op de site van de VOB staat niet vermeld waar het onderzoek op te vragen is.

Wat ik ook vreemd vind is dat volgens de eerste alinea van het persbericht het onderzoek is uitgevoerd onder VMBO-leerlingen, maar dat later in de tekst de aanduiding 'VMBO' niet meer wordt gebruikt. Er wordt dan gesproken over o.a. 'schoolgaande tieners' en 'scholieren'. Daarmee wordt bij mij de indruk gewekt dat het onderzoek betrekking heeft op alle schoolgaande leerlingen, wat - gezien de eerste alinea - niet juist is.

In de laatste twee alinea's van het persbericht wordt de loftrompet gestoken over Schoolbieb.nl. Begrijpelijk, want de Vereniging Openbare Bibliotheken heeft Schoolbieb.nl zelf ontwikkeld, maar wel verwarrend, want ik weet niet of alle zaken die daar genoemd worden (bijvoorbeeld 'Leerlingen vinden er eenvoudig en snel goede informatie voor hun schoolwerk' en ', geen onderdeel uit hebben gemaakt van het onderzoek.

Jammer: ik had graag gezien dat de Vereniging Openbare Bibliotheken het onderzoek zelf had aangeboden. Want net als bij het bericht van Malmberg, heb ik mijn vraagtekens bij de objectiviteit van dit bericht. Malmberg biedt Studiehulp aan, en de Openbare Bibliotheek heeft Schoolbieb. Ook hier kan dus sprake zijn van een subjectieve berichtgeving om het eigen product in het zonnetje te zetten. Ik weet niet of dat het geval is, maar ik daag hierbij de Vereniging Openbare Bibliotheken uit om het hele onderzoek online te zetten zodat we ons zelf kunnen overtuigen van de betrouwbaarheid van dit persbericht!

Informatievaardige journalisten?

Inmiddels heb ik in bijna alle landelijke kranten een verhaal gezien over de informatievaardigheden van leerlingen. Blijkbaar vindt men het persbericht van Malmberg een goede aanleiding voor een verhaal daarover. Opvallend daarbij vind ik dat ik in geen enkele artikel heb gelezen dat gebruik is gemaakt van het onderzoek van Motivaction: er wordt alleen verwezen naar het persbericht van Malmberg. Of dat een juiste weergave is van de feiten, daar lees ik niets over. Ik heb de indruk dat de journalisten het verhaal van Malmberg als juist aannemen. Met andere woorden: ik betwijfel of de journalisten deze informatie hebben gecheckt. Ik vermoed dat ze het niet belangrijk genoeg vonden om het rapport op te vragen en dat helemaal door te lezen. Of zouden ze niet informatievaardig zijn?

En dat is, zoals ik al zei vorige week, volgens mij ook de oorzaak van het feit dat leerlingen ook lang niet altijd informatie checken: ze vinden het volgens mij gewoon niet belangrijk genoeg om dat te doen. Het levert ze simpelweg te weinig op. Als wij in het onderwijs willen dat onze leerlingen leren informatie te zoeken en naar waarde weten te schatten, dan moeten we dat tot een belangrijke zaak maken. Dat kan natuurlijk op een heleboel manieren, en een paar daarvan wil ik hier graag eens noemen. In de hoop dat er docenten zijn die dat oppakken en ermee aan de slag gaan, want ik denk dat informatievaardigheden van groot belang zijn voor ons functioneren in de maatschappij.

Een manier om gewicht te geven aan informatievaardigheden is die te toetsen. In het centraal schriftelijk eindexamen zouden één of meer opdrachten opgenomen kunnen worden waarin informatievaardigheden getoetst worden. Ik denk dan aan opdrachten als:

• Verklaar waarom ...... Vergelijk daarvoor eerst de hier genoemde bronnen en geef aan aan welke bron jij de voorkeur geeft en waarom;
• Schrijf een betoog over .... . Zoek hiervoor 10 bronnen en kies hieruit 3 bronnen waarop je je betoog wilt baseren. Verklaar je keuze, en geef d.m.v. literatuurverwijzingen in je betoog aan hoe je de bronnen hebt gebruikt;
• Recent is er veel ophef geweest over.... Je moet hierover een zo objectief mogelijk verslag schrijven voor een krant. Van welke soort bronnen maak je gebruik en waarom?

Dit soort vragen/opdrachten kun je natuurlijk ook gebruiken bij andere toetsen en werkstukken. Dan kun je in je opdrachten allerlei verschillende soorten bronnen gebruiken: elektronische, gedrukte, mondelinge bronnen enz.

Maar voorafgaand aan het toetsen kun je natuurlijk ook aandacht besteden aan het zoeken en selecteren van bronnen. Bijvoorbeeld door:

• leerlingen gebruik te laten maken van een weblog voor hun ckv-of leesdossier, waarbij je ze verplicht om hun bronnen te noemen (in het weblog en/of via bijv. Easybib)
• werkstukken te laten maken in de vorm van een wiki, waarbij ze hun werk moeten onderbouwen met de bronnen die ze gebruikt hebben;
• leerlingen bij elke opdracht een aantal bronnen te laten zoeken en die op te laten slaan via FURL of Del.ico.us, uiteraard voorzien van een korte samenvatting van de bron, èn een waardering daarvan. Voordeel van dit systeem is, behalve dat leerlingen informatievaardig worden, ze een verzameling opbouwen van bronnen die ze gedurende hun hele schoolloopbaan (en ook nog daarna) kunnen uitbouwen tot een complete collectie.

Verder denk ik dat we bij iedere opdracht die we geven ons moeten afvragen wat we nu eigenlijk vragen van onze leerlingen: willen we dat ze goede bronnen kunnen vinden, dat ze een bron in hun eigen woorden weer kunnen geven, en/of willen we dat ze conclusies kunnen trekken op basis van informatie die ze vinden? Ik heb de indruk dat die keuze lang niet bij iedere opdracht gemaakt wordt, en dat maakt de regels van het spel voor de leerlingen wel erg ingewikkeld. Want ze willen natuurlijk wel graag tevoren weten waarop ze nu beoordeeld worden!

Tot slot denk ik dat als we het belangrijk vinden dat leerlingen bronnen leren zoeken en selecteren we daar gedurende de hele schoolloopbaan aandacht aan moeten besteden. Informatievaardigheden moeten niet afhankelijk gesteld worden van de 'hobby' van de docent of de mediathecaris, maar moeten door alle jaren heen opgebouwd worden. Door er systematisch aandacht aan te besteden, ermee te werken en ze op verschillende manieren te toetsen. Pas als we dat doen zullen ook de leerlingen er het belang aan hechten dat wij zo graag willen! En dan kunnen ze ook de keuze maken of ze Studiehulp gaan gebruiken van Malmberg, Davindi+ van Kennisnet, Schoolbieb van de Openbare bibliotheken of een zoekmachine zoals Google, Yahoo enz.

Concurrentie?

Kijk, dat vind ik nou leuk. Ik lees vanavond mijn weblogs weer eens door (ik had al een paar dagen alleen het hoognodige kunnen lezen), en ik lees twee keer een verhaal over nieuwe mogelijkheden van zoekmachines.

Op Frank-ly wordt verslag gedaan van Live Search van Microsoft en Dave Winer vertelt in zijn weblog Scripting News dat hij bij Google nieuwe zoekmogelijkheden heeft ontdekt. Beide machines hebben, al dan niet in beta, de mogelijkheid om te zoeken binnen een website. Nu kan dat al lang via het commando site:, maar er zijn niet veel mensen die dat commando kennen. Zowel Google als Microsoft bieden die mogelijkheid nu aan zonder dat je gebruik hoeft te maken van dat commando. Je zoekt eerst op een bepaald trefwoord naar een site, en vervolgens kun je binnen iedere gevonden site zoeken naar een (ander) woord.

Kijk zelf even naar de plaatjes die de beide webloggers hebben gemaakt van Live Search en Google (waar het overigens vermoedelijk nog niet klaar is voor gebruik: het lijkt nog in de testfase te zitten).

Dave Winer heeft een screendump gemaakt van Google. Links van de zoekresultaten staan driehoekjes die je aan kunt klikken. Als je dat doet krijg je meer informatie over de site, en onderaan staat een zoekveldje waar je een nieuwe zoekterm in kunt typen.

Frank-ly toont op zijn weblog de schuif die je open moet zetten om te kunnen zoeken binnen een treffer. Bovenaan deze post zie je een screendump van een zoektocht op de woorden portfolio +e-learning.
Onderaan deze post zie je hoe je binnen één van de gevonden sites kunt zoeken, bijv. op het woord games.

Ik vind het prima toevoegingen aan de al bestaande mogelijkheden. Het doet me een beetje denken aan hoe ik vroeger in DOS allerlei commando's in moest typen, en nu menugestuurd mijn opdrachten geef. Met dit soort opties kun je de mogelijkheden van zoekmachines optimaal benutten, zonder dat je eerst allerlei commando's hoeft te leren. Ik hoop dat Google en Windows elkaar goed in de gaten houden: volgens mij worden wij als klanten daar alleen maar beter van!

Musical op school

Louis Hilgers meldde het al afgelopen vrijdag op zijn site: als je op zoek bent naar een musical voor het afscheid van groep 8, of de leerlingen van groep 3 een musical laten doen over de vakantie, dan kun je nu terecht op de nieuwe website van Sipke Kloosterman: Musical op school.

Ik vind het een reuze praktische site: je kunt musicals zoeken op het aantal rollen (of leerlingen) dat je wilt laten spelen, de leeftijdsgroep van de leerlingen (4-7 jaar of 4-12 jaar), en op speelduur (15 minuten of 60-90 minuten). Daarnaast kun je zoeken op thema, bijvoorbeeld feest, kinderboek, spanning enz. Er zijn ook 11 leerkrachtenmusicals opgenomen, dus als je zelf plannen hebt voor een musical dan kun je hier vast een geschikte musical vinden. In de database zitten ruim 100 musicals, en Sipke kennend zal hij er vast voor zorgen dat dat aantal in de komende jaren verder uitgebreid wordt!

Zoekgedrag leerlingen

Op de Nedbib-lijst, een discussielijst voor bibliothecarissen en informatieprofessionals, werd gisteren melding gemaakt van een artikeltje in AD over een onderzoek waaruit bleek dat 82% van de jongeren de informatie die ze vinden op internet niet checkt omdat ze ervan uitgaan dat de informatie goed is. Uiteraard is zo'n onderzoek koren op de molen van menig (school-)mediathecaris, want wij vinden het belangrijk dat leerlingen leren goed om te gaan met informatie. Maar biedt het onderzoek dat besproken wordt in het AD ook werkelijk aanknopingspunten voor zo'n verhaal?

Ik denk dat we niet te snel in discussie moeten gaan over het onderzoek. Allereerst is het onderzoek uitgevoerd in opdracht van Malmberg, die recent de site Studiehulp heeft gelanceerd, een soort virtuele leeromgeving waar leerlingen 'betrouwbare' informatie wordt geboden die aansluit op hun leerbehoefte. De conclusies uit dit onderzoek gaven, volgens Malmberg, aanleiding tot het ontwikkelen van dit instrument. Dat verbaast me wel enigszins: het onderzoek heeft plaats gevonden in maart, en er zijn nu al demo's beschikbaar van Studiehulp. Complimenten dan voor Malmberg die in zo korte tijd de plannen voor Studiehulp heeft kunnen smeden! Maar ik ben wel benieuwd naar het totale onderzoek, want in het bericht op de site van Malmberg worden maar een paar bevindingen genoemd, en dat maakt me altijd nieuwsgierig naar de rest! Ik vermoed dat Malmberg dat niet zomaar vrijgeeft, maar daar heb ik (nog) geen navraag naar gedaan. Dus mocht iemand van Malmberg dit bericht lezen: ik hou me aanbevolen!

In het bericht op de site van Malmberg vond ik o.a. de volgende uitspraak:

De belangrijkste redenen om informatie niet te checken is goedgelovigheid: “als het op internet staat dan zal het wel kloppen”, gemakzucht: “geen zin om te checken”, op afstand gevolgd door “de website ziet er betrouwbaar uit” en “ik heb geen tijd om te checken.

Die laatste uitspraak kan wel eens de oorzaak zijn van het niet checken van de informatie: wat levert het de leerling op als hij/zij de informatie checkt? Een leerling doet over het algemeen alleen datgene voor school wat ook werkelijk punten oplevert. Het checken van informatie die ze hebben gezocht op het net zal ze vaak weinig opleveren (ze zijn slim genoeg om over het algemeen redelijk betrouwbare bronnen te kiezen), en het kost veel tijd (want er moet veel gezocht worden op het net). Alleen knippen en plakken levert ze soms al een redelijk cijfer op, en het risico dat er een keer onjuiste informatie wordt geknipt en geplakt nemen veel leerlingen op de koop toe.

Mijn conclusie over dit onderzoek is daarom niet zozeer dat we in het onderwijs moeten leren hoe leerlingen informatie moeten checken, maar veel meer dat we leerlingen duidelijk maken dat het belangrijk is dat ze informatie checken. En dat kan op verschillende manieren.

Allereerst denk ik dat we minder belang moeten hechten aan het ophoesten van informatie die al elders beschikbaar is, maar dat we leerlingen moeten vragen om aan de slag te gaan met die informatie. Ze moeten met behulp van de gevonden informatie aan de slag om hun eigen mening te vormen, of om tot nieuwe conclusies te komen. Dat maakt het vinden van goede - onderbouwde - informatie met bronnenvermelding aantrekkelijker; knippen en plakken volstaat dan niet langer.

En vervolgens stel ik voor dat er een keuze wordt gemaakt. Ofwel de leerling krijgt de bronnen kant en klaar aangereikt, ofwel het zoeken en/of waarderen van de bronnen wordt onderdeel van de opdracht. Ik denk dan bijvoorbeeld aan een opdracht waarbij twee bronnen gegeven worden die de leerling met elkaar moet vergelijken. Of een opdracht waarbij alle leerlingen bronnen moeten zoeken waarna de beste geselecteerd worden. Als ze die dan vervolgens op het web bewaren via Del.icio.us of FURL dan bouwen ze op die manier gelijk een eigen bronnenbank op, en ze leren en passant hoe ze die bronnen moeten ontsluiten met tags en eventueel hoe ze de inhoud van de bron kort kunnen beschrijven.

Als het onderwijs zo wordt ingericht, denk ik dat veel meer leerlingen serieus zullen kijken naar de bronnen die ze gebruiken. Want ik denk dat het eerder gebrek is aan interesse waardoor leerlingen hun bronnen niet checken dan gebrek aan informatievaardigheden. Ik denk zeker dat er op dat gebied nog een slag valt te slaan, maar ik vermoed dat leerlingen zich die vaardigheid snel eigen zullen maken als ze daartoe gemotiveerd worden!

N.B. Ik realiseer me dat de uitspraken die ik hier doe niet onderbouwd worden door enig onderzoek, en dat ik mijn verhaal ophang aan één zinsnede uit het bericht van Malmberg. Wat ik hier vertel is mijn eigen visie en heb je een andere visie dan hoor ik dat graag!

DNA: it's amazing!

Zin om iets leuks te doen komende dagen?

Ik kreeg een aankondiging van NEMO over de activiteiten die gepland staan voor 20 t.m. 23 april. Ze organiseren een 'DNA-vierdaagse', met lezingen, workshops, demonstraties, tentoonstellingen en speciale DNA Lab's. Zaterdag 22 en zondag 23 april is er een speurspel ‘Zoek de dader’, op donderdag en vrijdag zijn er speciale scholierenworkshops, met name bestemd voor leerlingen in de bovenbouw van Havo en VWO. Er is ook een lezing van de evolutiebioloog Bas de Zwaan, voor jongere kinderen (van 8 tot 12 jaar), en er zijn algemene publieksactiviteiten. Onderdeel van de tentoonstelling zijn de presentaties van de finalisten van de scholierenwedstrijd Imagine.

Volgens mij allemaal zaken die een bezoek de komende dagen aan NEMO ruimschoots de moeite waard maken!

Scriptiebank Mira Media

Op zoek naar een bepaalde scriptie kwam ik terecht op de Scriptiebank van Mira Media. Heel kort door de bocht gesteld: Mira Media is een organisatie die zich bezig houdt met media (met name radio en t.v.) en multiculturaliteit. Ze organiseren ook onderwijsprojecten: zo maakten ze o.a. het lespakket B van Baantjer en ze ontwikkelden een project rondom o.a. rappen: 'Ali B - Jack de Rapper'.

Maar nu kwam ik dus terecht op een andere plek op hun site: de Scriptiebank, en ik moet zeggen: wat ik daar zag vond ik zeer de moeite waard. Er zijn allerlei scripties te vinden die te maken hebben met media en multiculturaliteit: over media-educatie, onderwijs, mediagebruik enz. Een aantal scripties kende ik al, maar een heleboel ook nog niet. Het heeft mij in ieder geval weer genoeg leesvoer opgeleverd voor een lange vakantie. Jammer dat de paasdagen mij maar één extra vrije dag opleveren!

Davindi +

Ik las in Oblog dat de koppeling tot stand is gebracht tussen Davindi en de Aquabrowser: je kunt nu associatief zoeken binnen de collectie van Davindi. Door een zoekwoord in en vervolgens te klikken op zoek+, krijg je links op je scherm een overzicht van je zoekterm en verwante zoektermen.

Alhoewel ik het zelf, blijkbaar in tegenstelling tot Rob Coers, prettig vindt om gebruik te maken van geavanceerd zoeken, vermoed ik wel dat associatief zoeken voor leerlingen soms aantrekkelijk is. Als je een zoekwoord intypt krijg je direct een beeld welke begrippen samenhangen met het door jou gezochte onderwerp en je kunt steeds verder klikken. Daar zit 'm dan ook direct het gevaar in van zoeken op deze manier: het risico bestaat dat je steeds verder weg komt van het onderwerp waarover je informatie zoekt.

Ik heb daarover eens gesproken met Thijs Chanowski, één van de de mensen achter Medialab en de Aquabrowser. In zijn visie is de Aquabrowser een instrument dat leerlingen stimuleert om op zoek te gaan naar hun eigen vragen op het moment dat die voor hen relevant zijn en die vervolgens de informatiebronnen aanwijst waarin ze zelf de antwoorden kunnen vinden. Ik denk dat de Aquabrowser daarmee een zoekinstrument is dat goed past binnen constructivistisch leren, maar minder in traditioneel onderwijs.

Gelukkig heeft Davindi nu beide mogelijkheden: is je zoekvraag nog niet helemaal duidelijk dan kan je gebruik maken van de Aquabrowser, maar wie precies weet wat hij zoekt kan de standaard zoekfunctionaliteit gebruiken, al dan niet in de geavanceerde modus. Ik ben het met Rob eens: de Aquabrowser is een waardevolle aanvulling op Davindi!

YURLS

Sipke Kloosterman, de man van o.a. de zoekmachine/portal Meester Sipke, komt weer eens met een prachtig nieuw initiatief: YURLS. Dat staat voor Your URL's en je kunt daar - zonder kosten - een startpagina maken. Nu zijn er veel van dit soort initiatieven, maar wat dit bijzonder maakt in mijn ogen is het feit dat je op je eigen startpagina makkelijk links kunt overnemen van één aantal van de andere sites van Sipke: een portal voor het basisonderwijs, voor het voortgezet onderwijs en voor een site met tips en materialen voor het gebruik van whiteboards . Van deze sites kun je eenvoudig links of zelfs hele rubrieken exporteren naar je eigen startpagina. Voor iedere link op die portals staat een 'blaadje' dat je kunt aanklikken. Je kunt dan aangeven naar welke rubriek in jouw startpagina je de link wilt kopiëren en klaar is Kees. Heel makkelijk dus!

Voor wie meer wil weten: André Manssen heeft op zijn site Computers in de Klas niet alleen een (online en downloadbare) handleiding hoe je gebruik moet maken van YURLS, maar hij heeft ook allerlei leuke toepassingen hoe YURLS past in het onderwijs. De combinatie van deze sites is voor mij een aanrader!

Nederlandse Gamedagen

Er gebeurt veel, heel veel, op het gebied van games. Eind maart maakte ik melding van de bijeenkomst van de HKU (Klikt 't) en een bijeenkomst over games en geschiedenis. Dit weekend las ik over de Nederlandse gamedagen in Utrecht, en over The Next level in Rotterdam. De Nederlandse gamedagen vinden plaats van 18 t.m. 26 november dit jaar, The Next level duurt van 23 t.m. 25 juni.

The Next level is echt een evenement voor gamers: je kunt je eigen computer in een LAN plaatsen, en er is een grote beursvloer. De Nederlandse gamedagen zijn bestemd voor de mensen rondom de games: gameondernemers, wetenschappers, gameontwikkelaars, studenten en beleidsmakers. En er is een concours voor studenten gamedesign en gamedevelopment: zij krijgen een opdracht voor de ontwikkeling van een game. Het winnende team krijgt de titel ‘European Game Development Talent 2006’. Ik ben uiteraard heel benieuwd daarnaar: welke opdracht krijgen ze precies en vooral: wat gaat dat opleveren? Ik zal het zeker volgen!

Ambient Experience Design

Leuk: op de Faculteit Kunst, Media en Technologie van de HKU in Hilversum gaan ze een opleiding starten op het gebied van het ontwikkelen van concepten op basis van draadloze technologie. 't Klinkt heel ingewikkeld, maar waar het volgens mij op neerkomt is dat ze een opleiding willen starten waarbij nieuwe producten en toepassingen bedacht worden voor draadloze technologieën zoals gps, bluetooth, rfid enz. Heerlijk: het klinkt allemaal nog erg als science fiction, maar ik denk dat het dichter bij is dan we denken!

Hieronder het persbericht:

Hilversum, 29 Maart 2006

AMBIENT EXPERIENCE DESIGN.
Nieuwe opleiding gericht op het ontwerpen en ontwikkelen van ervaringen en creatieve toepassingen op basis van draadloze technologie.

Per 1 september start aan de Faculteit Kunst, Media & Technologie van de HKU de nieuwe studie op het gebied van draadloze technologie: Ambient Experience Design (AED). Door de opkomst van draadloze techniek is het mogelijk geworden om allerlei draagbare of mobiele dingen op netwerken aan te sluiten. Veel mensen hebben inmiddels mobiele telefoons of digitale organisers waarmee ze draadloos kunnen Internetten en met elkaar kunnen communiceren. Ook komen er bijvoorbeeld steeds meer navigatiesystemen in auto's of handheld game consoles waarmee je draadloos tegen elkaar speelt (zoals de Nintendo DS). De genoemde voorbeelden zijn slechts een voorbode van toepassingen waarbij de techniek steeds minder zichtbaar wordt en ons steeds meer gaat omringen. In de komende jaren zullen we de opkomst mee maken van bijvoorbeeld intelligente kleding, slimme ruimtes (die weten wie en waar we zijn) of deuren die automatisch voor sommige mensen open gaan en voor andere mensen niet. Denk ook aan Ipods die geluiden laten horen en beelden laten zien die passen bij de omgeving waar men op dat moment is of games die buiten tegen elkaar gespeeld worden in het centrum van de stad. Er is op dit moment grote behoefte aan ontwerpers die concepten ontwikkelen voor de draadloze wereld. Creatievelingen die toepassingen ontwikkelen voor mobiele telefoons, slimme ruimtes en het 'Internet der dingen'. De nieuwe wereld vraagt om ambient experience designers die zich niet richten op vormgeving of een product maar op de het creëren van zinvolle ervaringen voor meerdere mensen met behulp van draadloze technologie.

Beroepsperspectieven
Na deze studie kan de student aan de slag als ontwerper of consultant binnen de creatieve industrie, de ICTsector en bij de overheid. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld de (mobiele) media industrie, architectenbureaus, bij bedrijven die draadloze producten realiseren zoals bijvoorbeeld Philips maar ook bijvoorbeeld binnen de kunst & cultuur sector.

Uniek in Europa
Ambient Experience Design (AED) zal de eerste vierjarige opleiding op dit gebied zijn in Europa. Rob van Kranenburg (Virtueel Platform, voorheen werkzaam bij de Balie, UvA Nieuwe Media en Doors of Perception) is als hoofddocent betrokken bij de inhoudelijk opzet van de opleiding. De richting AED komt voort uit de opleiding Interaction Design, die reeds 15 jaar bestaat. Naast deze opleidingen biedt de Faculteit KMT een groot aantal studierichtingen op gebied van interactie, beeld en geluid.

Een voorproefje van KMT-studentenprojecten is te vinden op de volgende websites:
AiBO Research Team
Stg. Annie MG Schmidt Huis
Stg. Annie MG Schmidt Huis


Bron: Nieuwsgroep Nettime.

Onderzoekscentrum games

Ik wist dat er stappen gezet waren om fondsen te vinden voor onderzoek op het gebied van games, en nu hoorde ik dat het gelukt is. Het kabinet heeft 10 miljoen euro uitgetrokken voor het onderzoeksprogramma GATE: GAme research for Training and Entertainment. GATE zal worden uitgevoerd onder de vlag van het nieuwe Center for Advanced Gaming and Simulation (AGS) van de universiteit Utrecht, de HKU en TNO. Dit centrum wordt eind april officieel geopend.

Ik ben erg blij met het bericht: het betekent weer extra aandacht voor games in Nederland. Ik hoop dat het heel veel onderzoeksgegevens gaat opleveren over games in Nederland. Want ik ben zelf absoluut overtuigd van de kracht van games, maar lang niet iedereen denkt daar hetzelfde over, en het zou fijn zijn als ik mijn pleidooien in de toekomst met wetenschappelijke argumenten kan onderbouwen. Er is wel wat buitenlands onderzoek, maar onderzoek in Nederland is er nog maar heel weinig, en ik hoop en verwacht dat GATE daarin gaat voorzien.

Mark Overmars, de maker van het programma Game Maker, is één van de mensen die deze kar op de weg heeft gezet. Mark, gefeliciteerd met dit resultaat!

PEGI: informatie over games

Vandaag kwam ik tot de ontdekking dat ik in dit weblog nog geen aandacht had gevraagd voor het classificatiesysteem voor games: PEGI (Pan European Game Information). PEGI doet voor games wat de Kijkwijzer doet voor films en televisieseries: ze geven door middel van symbooltjes aan of in het product geweld, sex, drugs enz. voorkomt, en vanaf welke leeftijd het product in principe zonder bezwaren gebruikt kan worden.

Handig vindt ik de zoekfunctionaliteit: je kunt zoeken op titel (waarbij je gebruik kunt maken van aanhalingstekens als je zoekt op een titel die bestaat uit meer woorden), maar ook op genre, organisatie (o.a. uitgever), platform en het land waar de game is uitgegeven.

De database van games is, voor zover ik kon nagaan, behoorlijk gevuld: ik vond er verschillende recent uitgegeven games, maar ook games van oudere datum.

PEGI is sinds 20 januari online, en ik ben er erg blij mee. Niet omdat ik denk dat we bepaalde games moeten verbieden, maar omdat er nu eenduidige richtlijnen zijn die ouders een idee geven welke games hun kinderen vragen voor hun verjaardag. Soms is het handig om dat te weten voordat die games in huis worden gehaald! En verder blijft het volgens mij vooral een zaak van blijven praten met de kinderen waarom ze bepaalde games willen spelen, en wat ze ervan vinden. Want een richtlijn is een algemeen instrument en elk kind is uniek!

Nationale Eindexamen Quiz

Hij is weer van start gegaan: de Nijgh Versluys Nationale Eindexamen Quiz. In het persbericht van maart werd die nog gepresenteerd als een educatieve game, maar in het persbericht dat ik gisteren kreeg werd alleen de term quiz gehanteerd, wat precies de lading dekt. Ik vind het wel een leuke quiz: je krijgt allerlei vragen over de eindexamenstof van dit jaar. Je kunt de strijd aangaan tegen iemand anders die meespeelt met de Eindexamenquiz (1-tegen-1) of zelf iemand uitdagen (1-tegen-1 extra). In maart kon je oefenen voor deze competitie; deze maand kun je een echte competitie spelen. De winnaars worden beloond met een i-Pod Nano.

Zo'n quiz daagt mij wel uit om te testen of er nog wat van mijn schoolkennis is overgebleven. Maar ik betwijfel wel een beetje of leerlingen van nu zich ook uitgedaagd voelen hierdoor. Ik denk dat ze over het algemeen graag een wedstrijdje aangaan, maar ik denk niet dat ze de quiz zullen gebruiken om te testen of ze de eindexamenstof voldoende onder de knie hebben. Ik denk namelijk dat het leerrendement van de quiz heel beperkt is: als je een fout maakt, zou je ofwel meer oefenvragen moeten krijgen zodat je kunt leren van je fouten, of je zou de theorie achter de vraag uitgelegd moeten krijgen. Maar die feedback wordt niet geboden, dus als een lacune in de kennis geconstateerd wordt, dan biedt de quiz eigenlijk geen ingangen om de kennis op te doen. Dat maakt de quiz weinig efficiënt voor leerlingen die willen weten of ze voldoende weten om hun examen met vertrouwen tegemoet te kunnen zien.

Als leerinstrument vind ik de quiz dan ook tekort schieten, maar ik vind het wel een leuke manier om mensen uit te dagen om hun kennis te testen, en dat is ook wat waard!

Games bouwen en spelen

Grappig zoals soms van verschillende kanten berichten komen!

Vandaag kreeg ik van Raoul Teeuwen een tip over een Open Source programma om games te maken: Arianne. Het lijkt me niet het meest eenvoudige programma, maar voor wie 3d-games wil ontwikkelen lijkt het me wel interessant, ook omdat de handleiding mij redelijk compleet leek.

Nadat ik de site van Arianne had bekeken, las ik in Ematic Magazine over een Open Source programma waarmee je eenvoudig een eigen robot kunt programmeren en tegen andere robots uit kunt laten komen: Robocode. Ook daarvan denk ik dat het leuk materiaal is voor liefhebbers van games en programmeren. Ook bij Robocode is een wiki met een handleiding beschikbaar.

Een educatieve game waarbij gebruik wordt gemaakt van robots is MeChem. Ook daarbij maak je eerst je eigen robot en die laat je uitkomen tegen andere bots. Daarbij draait het erom dat je leert welke eigenschappen materialen hebben en hoe je die het beste kunt benutten. Welk metaal is goed bestand tegen warmte, en welk metaal kan het best klappen opvangen? Als je je robot van de goede materialen maakt, heb je meer kans om de tegenstander te overwinnen.

Wat ik zo leuk vind van dit soort zaken is dat er op dit moment zoveel gratis materiaal te vinden is games, dat gebruikt kan worden voor het onderwijs. En ik ben blij met alle tips die ik krijg van mensen via mail, weblogs enzovoort! Voor mij een teken dat games steeds meer de (positieve) aandacht krijgen die ze verdienen!