maandag 28 februari 2011

Automatisch tekst aanvullen

logo eTypeVoor de vakantie schreef ik een blogpost over voorleessoftware. Op die post kreeg ik veel reacties, waaronder een reactie over een pakket om woorden te voorspellen: WoDy, o.a. geleverd door Lexima. Dat leek me zeker een handig pakket voor wie dyslectisch is. Maar daar moet je wel wat voor over hebben: je betaalt er rond de 200 euro voor.

Een gratis alternatief voor WoDy (en andere tekstvoorspellingsoftware) is het programma eType. Ook daarmee kan je woorden laten voorspellen en wel in verschillende talen, w.o. Nederlands, Engels, Frans, Duits en Spaans. Daarbij levert eType dan direct een vertaling van het woord in het Engels of in één van de andere meegeleverde talen. Omgekeerd lukt dat niet: je kunt woorden uit andere talen alleen laten vertalen in het Engels. Maar wie weet wordt dat in de toekomst wel mogelijk: er wordt nog hard gewerkt aan verbetering van het pakket.

Dat doet de maker niet in zijn eentje: tijdens het werken met eType kan je zelf woorden toevoegen aan het woordenboek. Daarmee kan je 'badges' verdienen: vormgeving en kleur daarvan zijn afhankelijk van wat je bijdraagt aan eType. Dat kan zowel in de in de vorm van woorden die je toevoegt aan het woordenboek als door reclame te maken voor de software, op Facebook of Twitter. Een leuke aanpak om de mogelijkheden van je product te vergroten met behulp van je gebruikers!

Kan eType nu net zoveel als andere tekstvoorspellingspakketten, zoals WoDy? Nee: daarvoor is het te beperkt. Wody doet bijvoorbeeld ook suggesties voor woorden die je fout schrijft. Maar voor wie weinig of geen geld wil uitgeven aan een tekstvoorspeller of voor wie op zoek is naar een gratis woordenboek, is eType een heel handig pakket!

donderdag 17 februari 2011

Het stagedilemma

Door: Martijn van den Berg
Het is pas over anderhalf jaar. Maar toch, als ik zo met mijn stempelkaartje weer langs een bedrijf kom, zie je toch wel mooie stages, en daarmee ook een beetje een toekomstbeeld. Over anderhalf jaar moet ik een jaar stage gaan lopen. En zoals eerder genoemd, heb ik de keuze om naast Nederland, mijn stage ook in een ander land te lopen. Zo zijn er meer dan 30 landen waar je stage kan lopen.

Ik word opgeleid tot manager. Ik zou op het moment dat ik op stage ga, genoeg kennis moeten hebben om de taak van een manager uit te voeren. Wat je ziet, is dat bedrijven uit het buitenland vaak geen stages op dit niveau aanbieden. Deze willen vaak dat je op operationeel niveau werkt; als medewerker receptie bijvoorbeeld, of bediening. Deze bedrijven reizen vaak de hele wereld af voor hoogopgeleid personeel.

Bij een stage in Nederland begin je lager, maar zijn er binnen het jaar dat je er bent veel doorgroeimogelijkheden, om uiteindelijk toch aan het eind als manager te staan. Daarnaast het feit dat je in 90% van de gevallen een baan aangeboden krijgt bij het bedrijf waar je stage loopt, omdat je na je stage ook je opleiding afrondt, en je krijgt een flink dilemma.

Aan de ene kant de ervaring van het naar het buitenland gaan, aan de andere kant de meer uitdagende positie in Nederland. Aan de ene kant de kans om later een aanbod te krijgen in het buitenland en misschien te moeten emigreren, aan de andere kant de kans om een compleet nieuwe wereld op te bouwen. Best wel een beslissing dus, want deze beslissing kan je leven veranderen.

Ik ben er nog niet uit. Aan de ene kant zou ik graag een managersfunctie willen in mijn stage, aan de andere kant wil ik de buitenlandervaring niet achter me laten liggen. Daarnaast is het ook belangrijk te weten wat je achterlaat. Het is een moeilijk probleem, met veel meer kanten dan hier genoemd. Ik ben er nog niet uit, maar gelukkig heb ik ook nog anderhalf jaar om te beslissen.

Dit is het laatste blogje voor de vakantie. We zijn er vanaf 28 Februari weer

woensdag 16 februari 2011

Eén van de Acht als start van een les

afbeelding van Mies Bouwman-boulevard in HilversumOnlangs werd me gevraagd om mezelf, voorafgaand aan een forumdiscussie, kort voor te stellen. Dat vind ik een lastige zaak: ik vermoed dat de meeste mensen tevoren helemaal niet zoveel willen weten over een ander. Het is - vind ik - veel natuurlijker als je elkaar gaandeweg leert kennen. Daarnaast heb je natuurlijk geen idee wat die ander van je wil weten, en die ander heeft geen idee wat hij van jou wil weten. Eigenlijk een vrij onmogelijke vraag dus, zo'n presentatie om jezelf voor te stellen.

Maar ja: je wilt toch wel wat doen ;-) Ik heb het opgelost door een presentatie te geven in de vorm van de lopende band, zoals destijds door Mies Bouwman werd gedaan in het spel Eén van de Acht. Na een kort filmpje van de opkomst van de laatste aflevering van Eén van de Acht, startte het geluid en zagen de deelnemers achter elkaar iets meer dan 20 afbeeldingen van links naar rechts over het scherm gaan. Elke afbeelding stond symbool voor een stukje van mijn presentatie: wie ik ben, wat ik doe en heb gedaan enz. Sommige afbeelding waren redelijk duidelijk (het logo van Blogger stond voor het feit dat ik een blog bijhoud); andere afbeeldingen waren meer symbolisch. Maar dat kon je aan de afbeeldingen natuurlijk niet zien.

Toen de muziek eindigde, vroeg ik de deelnemers zoveel mogelijk te benoemen wat ze hadden gezien. Bij elke afbeelding die ze noemden vertelde ik het bijbehorende verhaal. Dat waren er nog behoorlijk wat, misschien ook wel omdat ik de hele groep antwoord mocht geven. Aan het einde van de presentatie had ik aardig wat over mezelf verteld maar wel steeds op verzoek van de deelnemers die op deze manier behoorlijk betrokken waren bij het verhaal.

Ik denk dat dit quiz-format ook heel goed geschikt is voor gebruik in de les. Je start een geschiedenis- of aardrijkskundeles op met het laten zien van een serie afbeeldingen. Na verloop van tijd bedek je de plaatjes, en mogen de leerlingen zeggen wat ze hebben gezien. Bij sommige plaatjes kunnen ze misschien zelf al vertellen wat het voorstelt (een goede manier om voorkennis te activeren); bij andere plaatjes vertel je zelf iets. Het hoeft maar een kort verhaaltje te zijn, een bijzonder feitje of een leuke anekdote: het belangrijkste is om de nieuwsgierigheid van de leerling te prikkelen. Als je het slim aanpakt, dan zorg je ervoor dat alle verhaaltjes samen wel een beeld geven van wat je wilt vertellen, ook als de leerlingen een paar plaatjes vergeten zijn.

Ik vond het zelf een leuk quiz-achtig format om mee te werken. Wil je het ook gebruiken, dan kan je mijn presentatie (in pptx) hier downloaden om als voorbeeld te gebruiken. Het is een zip-bestand, dat je als map moet uitpakken. bij de eerste dia vind je de instructie hoe het werkt.

Afbeelding linksboven van drhenkenstein, gepubliceerd onder CC-by-nc-sa.


dinsdag 15 februari 2011

Voorlees- en spraaksoftware voor schermteksten


Er zijn nogal wat leerlingen in Nederland die, om verschillende redenen, moeite hebben met lezen en schrijven. Jonge leerlingen hebben die vaardigheid nog niet onder de knie, anderen hebben een visuele beperking, er zijn leerlingen met dyslexie en er zijn natuurlijk ook leerlingen voor wie lezen en schrijven gewoon verschrikkelijk moeilijk is. Gelukkig is er soft- en hardware op de markt die het mogelijk maakt om digitale teksten voor te laten lezen en/of om gesproken tekst om te laten zetten in geschreven tekst. Deze pakketten zijn overigens niet alleen handig voor wie moeilijk of niet kan lezen of schrijven: ook voor mensen die geen moeite hebben daarmee is het soms handig om tekst voor te laten lezen of in te spreken.

In de afgelopen weken heb ik me daarom door verschillende partijen laten voorlichten over wat er op de markt beschikbaar is, en – waar mogelijk – wat de voor- en nadelen zijn van de verschillende opties. Hieronder een overzicht van mijn bevindingen, met dank aan de stichting Dedicon en het Steunpunt Dyslexie (een onderdeel van 5010: ‘voor alle vragen van ouders over onderwijs’) die mij van veel informatie hebben voorzien.

De mogelijkheden
Voor leerlingen die moeite hebben met lezen kan gebruik gemaakt worden van de in het onderwijs voor de meesten wel bekende daisyspeler die door personen ingesproken teksten kan voorlezen (o.a. via de firma Optelec, World Wide Vision en Lexima). Een alternatief voor de daisyspeler is de Classmate Reader. De Classmate Reader is niet alleen een Daisy speler, maar onder meer ook een voorleesapparaat dat TXT/HTML/XML documenten voorleest met TNS (Tekst Naar Spraak). Er zijn er ook pennen waarmee je tekst op papier kunt laten voorlezen: voorleespennen (o.a. verkrijgbaar via Lexima).

Naast deze hardwareproducten is er software om teksten door de computer voor te laten lezen: voorleessoftware.

Softwarepakketten om teksten voor te laten lezen
Door verschillende instanties is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van deze pakketten, o.a.:
  1. Kijkwijzer voorleessoftware van het Masterplan Dyslexie,
  2. Leverancier Lexima bespreekt op hun site een aantal pakketten,
  3. Keuzewijzer Dyslexie, eveneens van Lexima,
  4. In Vlaanderen: Surfplank, een product van de samenwerking tussen de onafhankelijke instellingen Die-‘s-lekti-kus, Modem en *Eureka* Onderwijs. In deze map is een keuzetabel software opgenomen. In hoofdstuk 12 kan je lezen hoe je de pakketten kunt inzetten.
Bekende voorleespakketten zijn (in alfabetische volgorde, met bij elk pakket één of meer links naar vergelijkende onderzoeken waarin dat pakket opgenomen is):
  • AMIS NL: een gratis programmapakket om daisy-boeken voor te laten lezen.
  • ClaroRead. Voorleessoftware voor MS toepassingen zoals Word en Explorer. Het programma maakt gebruik van Nederlandse, Engelse en Duitse Realspeak stemmen. Opgenomen in vergelijking 1, 2, 3 en 4.
  • Deskbot: Gratis programma dat gebruik maakt van MS Agent pakket om tekstbestanden te lezen, Word Documenten en Excel Spreadsheets. Op dit moment alleen beschikbaar voor Microsoft Windows 98/2000/XP/Vista. Opgenomen in vergelijking 1 en 4.
  • Dolphin Easy Tutor. Dit is feitelijk hetzelfde programma als Claro Read, maar dan in een ander jasje. Een bespreking van deze software is te vinden op de site van de firma Optelec. Opgenomen in vergelijking 4.
  • Kurzweil. Dit pakket biedt naast de mogelijkheid om teksten voor te laten lezen ook een tekstverwerker met ondersteuning bij het schrijven. Opgenomen in vergelijking 1 en 3.
  • Lees Mee!. Een programma van OWG, verkrijgbaar o.a. in een versie Nederlands, Engels, Frans en Duits. Kan teksten voorlezen nadat die in het programma geïmporteerd zijn. Opgenomen in vergelijking 1 en 4.
  • L2S. Relatief goedkoop programma om schermteksten (internet, Word, PDF) voor te laten lezen.
  • MyStudyBar: een gratis programma waarmee je o.a. teksten voor kunt laten lezen. Helaas alleen te gebruiken voor Engelstalige teksten. Zie een eerdere blogpost,
  • ReadPlease: hiervan is zowel een gratis versie (ReadPlease2003) beschikbaar als een betaalde versie. Voorleessoftware voor Windowsprogramma’s. Opgenomen in vergelijking 4.
  • Sayzme. Gratis programma om Windows teksten voor te laten lezen. Opgenomen in vergelijking 4.
  • Spika. Wordt geleverd op USB-stick waardoor de gebruiker het programma op elke p.c. kan gebruiken. Leest tekst voor die je aanwijst (in o.a. Internet Explorer, Word) selecteert, of zelf tikt. Ook kan Spika tekst voorlezen die je met een leespen van papier scant. Spika is ook ingebouwd in het – veel uitgebreidere - pakket Fluency TTS dat op een p.c. of op een netwerk geïnstalleerd kan worden. Opgenomen in vergelijking 4.
  • Sprint, Sprinto en Sprint PlusVoorleessoftware voor MS toepassingen zoals Word en Explorer. Dit pakket biedt naast de mogelijkheid om teksten voor te laten lezen ook een tekstverwerker met ondersteuning bij het schrijven. Sprinto is een versie op een USB-stick zodat je het pakket kunt gebruiken op verschillende computers. Opgenomen in vergelijking 1, 2 (Sprinto), 3 en 4.
  • TextAloud. Een programma om Word, PDF- en HTML-bestanden voor te laten lezen. Kan ook gebruikt worden voor het voorlezen van websiteteksten en mail. Op de website Vantekstnaarspraak (een site van de producent van de software) staan de mogelijkheden van het pakket beschreven. (met dank aan Anneke Smits voor deze tip).
  • TextHelp WordSmith. Is speciaal ontwikkeld voor gebruik in combinatie met de tekstverwerker Word. Biedt naast de mogelijkheid om tekst voor te laten lezen ook opties voor het schrijven van teksten door een ingebouwde spellingcontrole en synoniemenboek. Opgenomen in vergelijking 2 en 4.
  • Voice Reader. Afhankelijk van de versie geschikt voor gebruik in combinatie met de pakketten Word, Outlook, PowerPoint en Adobe Acrobat (home-versie) of verschillende browsers (webversie). Opgenomen in vergelijking 4.
N.B. Sommige websites hebben een ingebouwde mogelijkheid om de tekst voor te laten lezen. Vaak wordt dat gedaan met het pakket Browse Aloud. Om van deze functionaliteit gebruik te kunnen maken, moet je op je p.c. een gratis programmaatje installeren. Dat programma opent zich telkens wanneer je een website bezoekt die toegankelijk is gemaakt met Browsealoud. Dat zijn er inmiddels een heleboel, o.a. Spelletjesplein, Hyves, Wikipedia en WRTS. Binnenkort zullen deze websites ook op een mobieltje toegankelijk zijn met Browsealoud.

Software om spraak om te zetten naar tekst
Mensen die moeite hebben met schrijven kunnen gebruik maken van software die spraak omzet naar tekst: spraaksoftware. Over het algemeen zijn dit vrij kostbare pakketten die nog niet altijd vlekkeloos werken. Om goed met de software te kunnen werken moet je als regel eerst een aantal teksten inspreken zodat de computer gewend raakt aan jouw stem. Een bekend pakket om spraak om te zetten naar tekst is Dragon Naturally Speaking.

Kosten
Met een dyslexieverklaring kunnen bij Dedicon gesproken Daisy-schoolboeken en bestanden voor Kurzweil en Sprint (basis -en voortgezet onderwijs) besteld worden. Ook volstaat een verklaring van de school dat de leerling een leesbeperking heeft. Zowel particulieren als scholen kunnen de aangepaste schoolboeken onder voorwaarden huren voor € 4,50 per leerling/per titel/per schooljaar. Scholen in het basis- en voortgezet onderwijs die voor hun visueel beperkte leerlingen bestellen, betalen maximaal € 100,= per leerling per jaar. Zie voor meer informatie de site van Dedicon. Wil je gesproken leesboeken bestellen, dan kan je terecht bij het Loket Aangepast Lezen. Deze boeken kunnen (online, telefonisch of schriftelijk) aangevraagd worden. De boeken kunnen alleen beluisterd worden met een Daisy Speler. Het lenen van deze boeken is bij Loket Aangepast Lezen gratis; wel wordt een vrijwillige bijdrage op prijs gesteld.


Aanvullende links
Tot slot nog een paar interessante links:

  • Paul Kavelaars heeft op de site over zijn – meervoudig gehandicapte – dochter een aantal workshops over het gebruik van verschillende voorleespakketten,
  • Dirk Callebaut heeft een document geschreven over verschillende hulpmiddelen die ingezet kunnen worden voor het onderwijs aan dyslectische leerlingen,
  • Kijkwijzers met verschillende ICT-hulpmiddelen voor onderwijs aan dyslectische leerlingen,
  • Dedicon, KPC-groep en en Expertisecentrum Nederlands verzorgen gezamenlijk trainingen Dyslexie onder meer over hulpmiddelen bij dyslexie.
  • Lexima biedt cursussen aan, zowel om te leren hoe de door hen geleverde producten gebruikt moeten worden, maar ook algemene cursussen o.a. over hoe ICT-hulpmiddelen kinderen met dyslexie kunnen helpen.
Wil je deze tekst liever als document hebben? Download het dan als .doc, .docx of als pdf-bestand.

Afbeelding bovenaan links van Corey Dahl, gepubliceerd onder CC-by-nc-nd.

Video van Leraar24 over het gebruik van dyslexie-hulpmiddelen:

maandag 14 februari 2011

Voki voor scholen

screenshot van aankondiging educatie-versie VokiAfgelopen week kreeg ik een mailtje dat Voki, een tool waarmee je gesproken berichten kunt maken, online zetten en voor kunt laten lezen door een zelf vormgegeven avatar, een educatieve versie heeft uitgebracht. Ik was daar wel benieuwd naar omdat ik een grote fan ben van Voki: door de speelse en creatieve aanpak kan je leerlingen stimuleren om met taal aan de slag te gaan, en door de emotionele betrokkenheid betrokkenheid bij de avatar verbetert het leerrendement. Genoeg reden dus om eens te kijken naar de educatieve versie van Voki!

Wat is er nieuw in deze versie? Heel prettig vind ik het feit dat de educatieve versie vrij is van advertenties. Onderzoek lijkt uit te wijzen dat de meeste jongeren zich niet snel door reclame laten misleiden, maar advertenties zijn natuurlijk wel verstorend en Voki kan ook gebruikt worden voor een jonge leeftijdsgroep die misschien de reclame-uitingen niet doorzien.

Een andere toevoeging aan de educatieve versie is een database met lesplannen. Je kunt de database doorzoeken op niveau en op vak. Op dit moment staan er ruim 30 ideeën om Voki in te zetten voor het leren. En daar zitten een paar erg onverwachte ideetjes bij, bijv.:
  • een les over stereotypes (Anti-Stereotype project),
  • een les over non-verbale communicatie (Delivery),
  • een les over hoe je door middel van een tekst iemand kunt overtuigen van iets (Fact, Value Policy),
  • een les over verschillende regeringsvormen,
  • een les over mediawijsheid, waarin o.a. aan de orde komt hoe je plagiaat kunt vermijden en hoe je moet verwijzen naar bronnen op internet (Technology-Media in the Digital Age).
Voor wie Voki nog niet kent, hieronder een door mij aangemaakte Voki die vertelt wat je kunt doen met deze tool. Het zou leuk zijn als je een reactie achterlaat op deze post in de vorm van je eigen Voki*.



*Helaas biedt Voki op dit moment geen comment-functie meer: dat bleek veel problemen te geven. Hopelijk bouwen ze dat wel weer in (er zijn al een aantal vragen gesteld daarover), maar dat moeten we afwachten.

donderdag 10 februari 2011

Deurtje open, deurtje dicht

Door: Martijn van den Berg
Afgelopen week ben ik verhuisd. Mijn voorgaande huis was niet erg hoogwaardig te noemen, dus zodra ik iets ruimers zag dat scherper geprijsd was, was ik snel over. Daarna natuurlijk een hoog regelwerk en een week geleden was het dan zover. Met een flinke verhuisploeg, hebben we binnen twee dagen alles over gekregen. Ik ben hartstikke blij met mijn nieuwe kamer, maar het is toch erg wennen.

In mijn vorige huis woonde ik in totaal met vier personen, waarvan ik twee amper zag. Je leeft dus eigenlijk samen met één persoon. Nu woon ik in een studentenhuis met een totaal van 11 inwoners. Dat is toch een opmerkelijke verandering.

In mijn oude huis heb ik nooit echt als in een studentenhuis geleefd. Ik woonde met zn tweeën, en je bent dan erg op elkaar gefocust. Iedere dag om precies 5 uur stond er eten klaar, en iedere dag ruimde ik samen alles op. Nu probeer ik enigszins een eetsysteem op te zetten, wat mij amper lukt doordat veel studenten hun eigen plan trekken, en van het opruimen van de gezamenlijke ruimtes is een gigantische organisatie.Het is een beetje een uitdaging om alles zo te ordenen als in mijn oude huis.

Maar wat me nog het meeste opvalt is dat het huis meer leeft. Ik liet vroeger altijd standaard mijn deur open voor iedereen. Zo had ik het redelijk rustig, want er waren maar twee mensen die mogelijk een praatje wilden maken. Als ik nu mijn deur open laat staan, wandelt iedereen zo binnen om een praatje te maken. Dit vind ik erg gezellig, maar af en toe ben je met iets bezig en dan wil je niet dat er mensen binnen komen. Dan moet je de deur dicht doen. Dit heeft als gevolg dat in het hele huis men de deur vaak dicht heeft, wat voor mij erg wennen is.

Elf zielen, elf aparte levens, ieder zijn eigen gewoontes. Je huisgenoten kan je niet kiezen, maar je kunt wel zorgen dat je het onderling een beetje gezellig gaat, door proberen af en toe samen te eten, of door zelf af en toe te gaan buurten. Mocht dit niet lukken, dan zijn er nog genoeg andere mensen over. Ik mag absoluut niet klagen, maar ik kan het ook niet laten om te zeggen dat het daarnaast erg wennen is om met zo veel personen in een huis te leven. Voorlopig deurtje open, maar af en toe toch deurtje dicht.

woensdag 9 februari 2011

Games bouwen voor docenten

logo GamescoolOp 31 maart gaat er weer een nieuwe cursus Gamescool van start. In die cursus (6 online lessen van ongeveer 3 uur en 2 live bijeenkomsten) leren docenten (PO of VO) hoe je met het (gratis downloadbare) programma GameMaker een game kunt maken en hoe je de in de cursus opgedane kennis kunt overdragen aan je leerlingen.

In de cursus ligt het accent op het bouwen zelf: het maken van de beelden, het opnemen van muziek voor je game en natuurlijk het programmeren zelf. In de cursus voor de VO-docenten ligt het accent iets meer op het programmeren zelf; de cursus voor het PO gaat wat dieper in op de vraag hoe je kinderen verder kunt helpen bij het bouwen van games. Natuurlijk bouw je in de cursus je eigen game. Kijk hier wat de cursisten van de vorige cursus gemaakt hebben.

Na het volgen van de cursus ben je in staat om je leerlingen op weg te helpen bij het maken van een game met het programma GameMaker. Wil je daarbij nog wat hulp hebben, dan kan je ook je leerlingen de mogelijkheid bieden om een 'Klassencursus' te volgen bij Gamescool. Voor hen is er een online cursus van 10 lessen van elk 2 uur, die de leerlingen in hun eigen tempo (maar wel binnen 3 maanden) kunnen volgen.

De kosten van de cursussen voor docenten zijn 300 euro. Wil je daarna een klassencursus afnemen, dan kost je dat per leerlingaccount 5 euro. Daarnaast zijn er de kosten voor het boek (19,95 euro): je bepaalt zelf hoeveel exemplaren je daarvan afneemt. Als je geïnteresseerd bent, kan je je hier aanmelden.

dinsdag 8 februari 2011

Lotto Weekend Miljonairs in de klas

Al wel eerder heb ik ervoor gepleit om leerlingen zelf een quiz te laten maken. Je maakt je leerstof immers het beste eigen door die aan anderen uit te leggen. Het stellen van vragen (en daarbij zelf het goede antwoord geven) staat op datzelfde niveau.

Er is heleboel software om leerlingen een quiz te laten maken. Heel vaak wordt daarbij gebruik gemaakt van PowerPoint. Dat programma is bij de meeste leerlingen redelijk bekend en met wat uitproberen en oefenen kunnen ze daarmee quizzen maken zoals Jeopardy en Lotto Weekend Miljonairs (= de Nederlandse versie van 'Who wants to be a millionaire').

Gisteren vond ik een nog veel makkelijker manier om snel je eigen (flash)versie te maken van verschillende quizzen, zoals Lotto Weekend Miljonairs. Bij deze tool hoef je alleen de vragen in te typen met per vraag 4 mogelijke antwoorden. De software maakt van de vragen met de antwoorden een Lotto Weekend Miljonairs quiz, inclusief de opties om 2 foute antwoorden weg te laten strepen, het publiek om advies te vragen of een expert te raadplegen. En natuurlijk allemaal met de bijbehorende muziek, waardoor het allemaal lekker professioneel oogt.

Je kunt een quiz die je zelf maakt online opslaan en laten spelen (je krijgt na het maken van de quiz een URL waar je de quiz kunt laten spelen), of opslaan op je eigen p.c. zodat je de quiz ook offline kunt laten spelen. Ik zou zelf voor die laatste optie kiezen want daarmee kan je je spel ook zonder internetverbinding laten spelen en je hoeft je leerlingen niet te verwijzen naar de bibliotheek met spellen, waar nogal wat spam te vinden is.

Wil je dat je leerlingen meer dan 15 vragen bedenken? Laat ze dan - op dezelfde makkelijke manier - een Jeopardy-quiz maken. Wil je een factor tijd toevoegen? Dan kan je de Speed Match Quiz Maker inzetten. De site biedt ook nog de mogelijkheid om een bordspel te maken waarbij je met de digitale dobbelsteen mag gooien na het goed beantwoorden van een vraag. Al deze spellen kunnen zowel online als offline gespeeld worden.

Naast alle quiz-software biedt de site ook een aantal tools om de klas in te delen: een nieuwe opstelling, een indeling in groepen van - naar keuze - 2, 3, 4 of 5 personen en een tool om random een leerling uit de klas aan te wijzen.

Met dank aan Super Teacher!

maandag 7 februari 2011

Google Art Project

Google heeft weer iets leuks gemaakt: het Google Art Project. Dit project stelt je in staat om een virtueel bezoek te brengen aan (op dit moment: 17) belangrijke musea, verspreid over de hele wereld. In die musea kan je rondlopen (zoals bij streetview in Google Maps), en de belangrijkste schilderijen (je herkent ze aan een plusje bij het schilderij) kan je tot op het kleinste detailniveau inzoomen.

Het project is ontwikkeld in samenwerking met de musea, waardoor er ook informatie van de musea zelf opgenomen kon worden binnen het project. Zo vind je bij het schilderij vaak informatie over het schilderij, over de schilder en soms kun je er ook (een deel van) een audiotour beluisteren die in het museum aangeboden wordt.

En ook erg handig: je kunt een eigen collectie samenstellen van schilderijen. Daarbij kan je een detail van het hele schilderij en je kunt er aantekeningen bij maken. Wil je in een les iets laten zien over het impressionisme, dan kan je een selectie maken uit alles wat het Art Project te bieden heeft, en leerlingen zelf door de collectie laten rondsnuffelen.

Het project kan natuurlijk vooral ingezet worden voor kunst- en cultuurlessen, maar het biedt ook mogelijkheden voor de talen. De beelden kunnen gebruikt worden als inspiratie voor het schrijven van een verhaal of een gedicht. En het is natuurlijk ook interessant om de cultuur van een land te leren kennen door de belangrijkste schilders van dat land te bestuderen of door te kijken hoe dat land in het verleden in beeld is gebracht.

Maar laat je overtuigen door het project zelf: het is echt ongelooflijk van hoe dichtbij je de schilderijen kunt bekijken. In het museum kan je vaak minder zien dan op deze site!

Op dit moment kun je een virtueel bezoek afleggen aan de volgende musea:
  1. Alte Nationalgalerie, Berlin - Germany
  2. Freer Gallery of Art, Smithsonian, Washington DC - USA
  3. The Frick Collection, NYC - USA
  4. Gemäldegalerie, Berlin - Germany
  5. The Metropolitan Museum of Art, NYC - USA
  6. MoMA, The Museum of Modern Art, NYC - USA
  7. Museo Reina Sofia, Madrid - Spain
  8. Museo Thyssen - Bornemisza, Madrid - Spain
  9. Museum Kampa, Prague - Czech Republic
  10. National Gallery, London - UK
  11. Palace of Versailles - France
  12. Rijksmuseum, Amsterdam - The Netherlands
  13. The State Hermitage Museum, St Petersburg - Russia
  14. State Tretyakov Gallery, Moscow - Russia
  15. Tate Britain, London - UK
  16. Uffizi Gallery, Florence - Italy
  17. Van Gogh Museum, Amsterdam - The Netherlands
Ik hoop dat het er nog veel meer worden!

donderdag 3 februari 2011

De verleiding van internet

Door: Martijn van den Berg
Ik weet nog de keer dat ik voor het eerst het internet op mocht. Ik was 8 jaar oud en ik mocht van mijn vader een uur het internet op om online spelletjes te spelen. Ik had bij mijn vader over de schouder gekeken hoe hij internet gebruikte, en had dan ook binnen no-time een site gevonden met spelletjes en was helemaal opgegaan in het beeldscherm.

Tegenwoordig is internet zeer gewoon geworden. De bibliotheek is al half vervangen door google, en de gemiddelde student pakt ook sneller het internet erbij dan naar de bieb te gaan, om daar boeken uit te zoeken of te studeren. Het lijkt allemaal makkelijker geworden. Maar is dit ook zo?

Veel docenten ergeren zich er aan als studenten internet gebruiken. Als men als bron "het internet" noemt, worden er al zeer snel vraagtekens getrokken. Ten slotte kan men op internet alles publiceren. Vaak wordt alleen genoegen genomen met wetenschappelijke artikelen van internet, mits zeer duidelijk aangegeven waar dit vandaan komt. Dit terwijl een boek vaak meteen genoegdoening geeft bij vraag naar de bron van informatie.

Maar het kan bij een boek evengoed fout gaan. Het nadeel van boeken is dat het erg moeilijk is om specifieke informatie op te zoeken, omdat boeken uit veel meer pagina's staan, en dus meer informatie bevatten. Het is erg moeilijk om precies de informatie te vinden die je zoekt. Een boek heeft ten slotte niet de ctrl+F toets.

Maar er is hoop. We zitten in de eeuw van het internet. Waar het vaak bij websites aan auteurvermelding en dus betrouwbaarheid schort, schort het bij boeken vaak aan toegankelijkheid. Kijk naar de positieve eigenschappen van deze twee en je kunt tot de conclusie komen dat internet vaak erg toegankelijk is, en boeken vaak erg betrouwbaar. Als de informatie van boeken op een korte manier op internet zou komen, zouden studenten zeer makkelijk toegang tot betrouwbare informatie kunnen hebben. En dit gebeurt ook op verschillende manieren.

Daarnaast is het op internet kijken ook geen verkeerde ontwikkeling, zo lang men maar weet wat voor informatie men opzoekent, en meerdere websites raadpleegt en deze vergelijkt. Informatie op internet is relatief nieuw, maar wat mij betreft is deze vernieuwing alleen maar goed.

woensdag 2 februari 2011

Video en meer voor de Engelse les

logo English AttackBen je op zoek naar bruikbaar videomateriaal voor de Engelse les? Kijk dan eens op de site English Attack. De ondertitel van deze site luidt: 'Learn English with movies, music, games, news and friends', en dat maken ze helemaal waar.

Op de site vind je (na het aanmaken van een gratis account) videofragmenten over verschillende onderwerpen (o.a. films, games, documentaires, nieuws en beroemdheden) op verschillende niveaus: easy, intermediate en advanced. Voordat je het fragment gaat bekijken, krijg je uitleg (in het Engels) van een aantal belangrijke begrippen in het fragment. Na het bekijken van het videofragment ga je aan de slag met de inhoud van het fragment: door multiple choice vragen te beantwoorden, invuloefeningen, een grammatica-oefening en een spelletje. Daarbij kun je het videofragment nog een keer bekijken en de uitgeschreven tekst van het fragment. Er wordt een score bijgehouden en aan het einde van de hele oefening (totaal 7 per fragment) krijg je een overzicht hoe het staat met je kennis en vaardigheden op het gebied van vocabulary, oral comprehension, grammar en reading comprehension.

Naast videofragmenten vind je op de site ook fotoseries over bepaalde onderwerpen, bijv. over vormen, dingen die je tegenkomt in de badkamer of op het vliegveld enz. De begrippen uit die series kan je onder de knie krijgen door het spelen van een spelletje ermee (Word Swap, een spel waarbij je woorden moet raden door letters te verwisselen, of Word Rescue, een soort galgje).

Bij zowel het video- als het fotomateriaal kan je een reactie achterlaten. Dat blijft helaas vaak beperkt tot 'leuk' of 'niet leuk'. Ik zou liever tips horen hoe anderen het materiaal gebruiken. Maar misschien komt dat nog. In ieder geval is het de moeite waard om het blog van English Attack te volgen, zodat je op de hoogte blijft van nieuwe inhoud op de site en de didactische achtergronden van de keuzes die gemaakt worden.

dinsdag 1 februari 2011

Stamboom maken

afbeelding van een stamboom gemaakt met Grow a TreeDe geschiedenislessen op school vond ik als regel erg interessant. De sfeer, de verhalen, de manier waarop mensen leefden: ik genoot ervan. Maar het werd lastig als ik moest onthouden wie wie was en wat deed: het lukte me nooit om al die namen te onthouden en te weten wie wanneer leefde. Het zou mij zeker geholpen hebben als ik die namen in een stamboom had kunnen zetten: met beeld als geheugensteuntje onthou je de feitjes beter.

Er zijn verschillende programma's waarmee je zo'n stamboom kan maken. Je hoeft daarvoor niet eens een officieel programma te gebruiken: je kunt ook aan de slag met een tekenprogramma. Maar je maakt het jezelf makkelijker met een eenvoudig programma als Grow a Tree. Met dit programma kunnen leerlingen makkelijk zelfstandig uit de voeten. Bij een (standaard) plaatje zetten ze een naam, een geboorte- en een sterfdatum en een korte beschrijving van die persoon en vervolgens geven ze in het plaatje aan wie met wie verbonden moet worden.

Wil je iets meer (bijv. bij de namen een foto zetten of extra informatie toevoegen), dan kan je gebruik maken van online programma's zoals MyHeritage of FamilyEcho. Voor het maken van stambomen van historische figuren zijn dit soort sites prima te gebruiken. Mocht je ze willen gebruiken voor het maken van je eigen stamboom, dan zou ik je willen adviseren tevoren na te gaan of degenen die je opneemt in je stamboom het wel op prijs stellen dat hun namen (en evt. foto's) daar te vinden zijn. Niet iedereen stelt dat op prijs!

Wie een stamboom niet online wil maken, kan natuurlijk ook gebruik maken van stamboomsoftware die op de eigen p.c. draait. Er is behoorlijk wat open source software beschikbaar op dit gebied. Maar die is lang niet altijd makkelijk in gebruik en daarmee (zeker voor het basisonderwijs) ongeschikt om snel even een stamboom in elkaar te zetten. Voor een groot project kan ik de gratis downloadbare software van My Heritage aanbevelen. Die heeft erg veel mogelijkheden.

Bruikbaar natuurlijk voor geschiedenis, maar ook voor taal (bijv.: schrijf een biografie van een persoon in de stamboom), voor aardrijkskunde (bijv.: verzamel informatie over de woonplaats van één van de personen in de stamboom) en de kunst en cultuurvakken (bijv.: ontwerp een familiewapen of een standbeeld voor de familie).

Mocht je nog op zoek zijn naar een voorbeeld van een stamboom voor kinderen in de basisschool, bekijk dan de les voor groep 5 op de site Grensland Vestingland. Daar vind je niet alleen een voorbeeld van een stamboom van een (familie uit Noord-Groningen), maar ook informatie over het leven in die regio in het begin van de vorige eeuw. Erg de moeite waard!